25 JUNI 2004. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2002 betreffende het toekennen van vergunningen, het vaststellen en innen van retributies voor het privatieve gebruik van het openbaar domein van de wegen, de waterwegen en hun aanhorigheden, de zeewering en de dijken en tot wijziging van artikel 6 van het koninklijk besluit van 14 december 1959 waarbij regelen worden gesteld op het aanplakken en reclame maken

De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 18 december 1992 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1993, inzonderheid op artikel 40, gewijzigd bij het decreet van 19 december 2003, op artikel 41 en op artikel 43, gewijzigd bij de decreten van 5 juli 2002, 20 december 2002 en 19 december 2003;

Gelet op het Wetboek der met het zegel gelijkgestelde taksen, inzonderheid op artikel 200, eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 november 1939;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 december 1959 waarbij regelen worden gesteld op het aanplakken en reclame maken, inzonderheid op artikel 6, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 juni 1963;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2002 betreffende het toekennen van vergunningen, het vaststellen en innen van retributies voor het privatieve gebruik van het openbaar domein van de wegen, de waterwegen en hun aanhorigheden, de zeewering en de dijken;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor Begroting, gegeven op 29 april 2004;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 37.129/3, gegeven op 24 mei 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2002 betreffende het toekennen van vergunningen, het vaststellen en innen van retributies voor het privatieve gebruik van het openbaar domein van de wegen, de waterwegen en hun aanhorigheden, de zeewering en de dijken worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in 7° wordt het woord « distributie » vervangen door het woord « verdeling »;2° de bepaling onder 8° wordt opgeheven;3° de bepaling onder 10° wordt vervangen door wat volgt : « 10° afvoerleidingen: het geheel van leidingen en openluchtgreppels, bestemd voor het opvangen en transporteren van hemelwater, afvalwater, het water van pompstations en zuiveringsinstallaties;».

Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de woorden « en artikel 31, § 1, tweede lid, » geschrapt.

Art. 3.In artikel 18, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden « tenzij hij van deze laatste retributie is vrijgesteld krachtens de bepalingen van dit besluit » vervangen door de woorden « tenzij de ingebruikneming van vaste en variabele retributie of van variabele retributie is vrijgesteld krachtens de bepalingen van het decreet of dit besluit ».

Art. 4.Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 22.Zijn vrijgesteld van variabele en vaste retributie: 1° de tijdelijke activiteiten van sociale, culturele, pedagogische, caritatieve, godsdienstige, sportieve en recreatieve aard;2° de tijdelijke aankondigingen van de activiteiten, genoemd in 1°, evenals de politieke affichage;3° de bestendige constructies van algemeen belang, zoals openbare verlichting, rioleringen, hydranten, straatmeubilair, op voorwaarde dat de gemeente ze in het kader van artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet heeft aangebracht, of dat een vervoermaatschappij ze heeft aangebracht, en voorzover ze op geen enkele wijze inkomsten opbrengen;4° de toegangen tot woningen.»

Art. 5.In artikel 25, § 1, 1°, van hetzelfde besluit worden de woorden « culturele, caritatieve, godsdienstige, sportieve en recreatieve » geschrapt.

Art. 6.In artikel 26 van hetzelfde besluit wordt § 3 opgeheven.

Art. 7.In artikel 27 van hetzelfde besluit wordt § 1 vervangen door wat volgt : « § 1. Er is een vergunning vereist voor: 1° afvoerleidingen, uitsluitend bestemd voor hemelwater;2° afvoerleidingen voor huishoudelijk afvalwater of voor bedrijfsafvalwater of het mengsel van huishoudelijk afvalwater en/of bedrijfsafvalwater en/of afvloeiend hemelwater;3° afvoerleidingen van pompstations in polders en wateringen, naar grachten en waterlopen;4° afvoerleidingen onder jaagpaden die niet bij erfdienstbaarheid zijn gevestigd, in oevers en dijken.» In artikel 27 van hetzelfde besluit wordt § 2 opgeheven.

In artikel 27, § 3, van hetzelfde besluit worden de woorden « , 2°, » geschrapt.

Art. 8.In artikel 31 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, 1°, worden de woorden « het aanleggen van toegangen tot jaagpaden, » geschrapt;2° in § 1, eerste lid, 3°, b), wordt het woord « stratenplannen » vervangen door het woord « straatmeubilair »;3° in § 1 wordt het tweede lid opgeheven;4° in § 3 wordt het tweede lid opgeheven;5° in § 3, derde lid, worden tussen de woorden « een aankondiging » en de woorden « op eigen dragers » de woorden « van commerciële aard » ingevoegd.

Art. 9.In de bijlage van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in Tarief B : AANKONDIGINGEN EN PUBLICITEIT, a) op installaties van openbaar nut, worden de woorden « 250 euro/m2/jaar » vervangen door de woorden « 25 euro/m2/jaar »;2° in Tarief C : LEIDINGEN, NETWERKEN EN LOKALE INSTALLATIES worden de woorden « Distributieleidingen: 15 euro/m3 ingenomen ruimte met een minimum van 0, 15 euro per lopende meter » geschrapt;3° in Tarief C : LEIDINGEN, NETWERKEN EN LOKALE INSTALLATIES worden tussen de woorden « Vervoerleidingen » en de woorden « en afvoerleidingen » de woorden « , mantelbuizen, wachtbuizen » ingevoegd;4° in tarief F : ANDERE INGEBRUIKNEMINGEN worden de woorden « 2. Sportieve of socioculturele activiteiten met commerciële inslag: 62 euro/activiteit/dag » geschrapt; 5° in tarief F : ANDERE INGEBRUIKNEMINGEN, 3.activiteiten met commerciële inslag worden de woorden « 2) op andere plaatsen: 125 euro/activiteit/dag » geschrapt.

Art. 10.In artikel 6 van het koninklijk besluit van 14 december 1959 waarbij regelen worden gesteld op het aanplakken en reclame maken, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 juni 1963, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder 8° wordt vervangen door wat volgt : « 8° de vergunde aankondigingen van tijdelijke activiteiten, aangebracht op zijn vroegst vijftien dagen voor de datum ervan en verwijderd uiterlijk acht dagen erna, voorzover de handelsnamen of logo's maximaal een vierde van de totale oppervlakte innemen;»; 2° de bepaling onder 11° wordt vervangen door wat volgt : « 11° de aanplakbrieven en andere visuele reclame en publiciteitsmiddelen die op straatmeubilair worden aangebracht.»

Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Openbare Werken, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 25 juni 2004.

De minister-president van de Vlaamse Regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Innovatie, Media en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, G. BOSSUYT