Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 26 maart 2010
gepubliceerd op 20 april 2010

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Vlaamse Hoge Raad voor de Milieuhandhaving, vermeld in artikel 16.2.9 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid

bron
vlaamse overheid
numac
2010202018
pub.
20/04/2010
prom.
26/03/2010
ELI
eli/besluit/2010/03/26/2010202018/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 MAART 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Vlaamse Hoge Raad voor de Milieuhandhaving, vermeld in artikel 16.2.9 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, titel XVI "Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen", artikel 16.2.9, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 25/06/2009 numac 2009035500 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en tot wijziging aan diverse bepalingen inzake de milieuhandhaving sluiten;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/02/2009 pub. 19/03/2009 numac 2009201074 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de aanstelling van de leden van de Vlaamse Hoge Raad voor de Milieuhandhaving, vermeld in artikel 16.2.7 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid sluiten betreffende de aanstelling van de leden van de Vlaamse Hoge Raad voor de Milieuhandhaving;

Gelet op de goedkeuring van het huishoudelijk reglement door de aanwezige leden, vertegenwoordigers en plaatsvervangers van de Vlaamse Hoge Raad voor de Milieuhandhaving op de plenaire vergadering van 30 november 2009;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 26 maart 2010;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Het huishoudelijk reglement van de Vlaamse Hoge Raad voor de Milieuhandhaving, definitief goedgekeurd door de aanwezige leden, vertegenwoordigers en plaatsvervangers van de Vlaamse Hoge Raad voor de Milieuhandhaving op de vergadering van 30 november 2009, dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd, wordt goedgekeurd.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op datum van de goedkeuring door de Vlaamse Regering.

Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor leefmilieu en waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 26 maart 2010.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE

Bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 maart 2010 betreffende de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Vlaamse Hoge Raad voor de Milieuhandhaving, vermeld in artikel 16.2.9 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid Huishoudelijk reglement van de Vlaamse Hoge Raad voor de Milieuhandhaving, vastgesteld op 30 november 2009 overeenkomstig artikel 16.2.9, tweede lid, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder : 1° het decreet : het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;2° het Milieuhandhavingsbesluit : het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/12/2008 pub. 10/02/2009 numac 2009035107 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid sluiten tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid; 3° de Raad : de Vlaamse Hoge Raad voor de Milieuhandhaving, vermeld in artikel 16.2.2 van het decreet; 4° de voorzitter : de voorzitter van de Raad, vermeld in artikel 16.2.7, § 1, van het decreet; 5° de ondervoorzitter : de ondervoorzitter van de Raad, vermeld in artikel 16.2.7, § 1, van het decreet; 6° de vaste secretaris : de vaste secretaris van de Raad, vermeld in artikel 16.2.7, § 1, van het decreet; 7° het permanent secretariaat : het permanent secretariaat van de Raad, vermeld in artikel 16.2.10 van het decreet; 8° de leden : de leden van de Raad, vermeld in artikel 16.2.7, § 1, van het decreet; 9° de vertegenwoordigers : de vertegenwoordigers in de Raad, vermeld in artikel 16.2.7, § 2, vijfde lid, van het decreet; 10° de plaatsvervangers : de plaatsvervangers van de leden van en van de vertegenwoordigers in de Raad, vermeld in artikel 16.2.7, § 2, tweede en zesde lid, van het decreet; 11° het milieuhandhavingsprogramma : het milieuhandhavingsprogramma, vermeld in artikel 16.2.4, eerste lid; van het decreet; 12° het milieuhandhavingsrapport : het milieuhandhavingsrapport, vermeld in artikel 16.2.5, eerste lid, van het decreet.

Art. 2.§ 1. De Raad oefent alle hem toegekende bevoegdheden uit, behoudens de delegaties die het decreet, het Milieuhandhavingsbesluit of dit huishoudelijk reglement rechtstreeks toekent aan de voorzitter, de ondervoorzitter, de vaste secretaris of de werkgroepen. § 2. Om zijn inhoudelijke werking te sturen stelt de Raad een meerjarenplan vast. Het plan wordt tenminste jaarlijks getoetst en zo nodig bijgesteld.

Art. 3.De zetel van de Raad is gevestigd op volgend adres : Graaf de Ferrarisgebouw, Koning Albert II-laan 20, bus 15, 1000 Brussel. HOOFDSTUK II. - Vergaderingen van de Raad

Art. 4.§ 1. De Raad vergadert minstens vijfmaal per jaar. § 2. De voorzitter belegt, met inachtneming van de beslissingen die de Raad daarover heeft genomen, de vergaderingen van de Raad. Hij bepaalt het tijdstip en de plaats van de vergaderingen. § 3. De vergaderingen zijn niet openbaar, tenzij de Raad daar anders over beslist.

Art. 5.De Raad kan altijd binnen tien werkdagen bijeengeroepen worden als ten minste één derde van de leden en de vertegenwoordigers daarom verzoekt. Dit verzoek wordt schriftelijk en gemotiveerd ingediend bij de voorzitter.

Art. 6.§ 1. De voorzitter stelt, samen met de ondervoorzitter, een ontwerpagenda op voor de vergaderingen van de Raad. De leden, de vertegenwoordigers en de plaatsvervangers kunnen vooraf een schriftelijk, gemotiveerd voorstel van agendapunt indienen bij de voorzitter. § 2. Bij de opening van de vergadering stelt de Raad de agenda vast.

Art. 7.De vaste secretaris zorgt ervoor dat de uitnodiging met de ontwerpagenda, het ontwerpverslag en de beschikbare stukken ten minste tien dagen voor de vergadering worden verzonden naar de leden, de vertegenwoordigers en de plaatsvervangers.

Art. 8.§ 1. Ieder lid en iedere vertegenwoordiger tekent op de vergadering de presentielijst. § 2. De leden of vertegenwoordigers die verhinderd zijn een vergadering van de Raad bij te wonen, delen dat tijdig mee aan de vaste secretaris en aan hun aangewezen plaatsvervangers. § 3. De plaatsvervangers die dan de vergadering bijwonen, hebben alle rechten en verplichtingen van de leden of vertegenwoordigers die zij vervangen. Is de plaatsvervanger eveneens verhinderd, dan meldt deze dat tijdig aan de vaste secretaris. § 4. Als het lid of de vertegenwoordiger op de vergadering aanwezig is, mag de plaatsvervanger de vergadering bijwonen zonder stemrecht.

In dat geval heeft de plaatsvervanger geen recht op de presentievergoeding.

Art. 9.§ 1. De voorzitter leidt de vergaderingen van de Raad. § 2. Als de voorzitter verhinderd is, wordt de vergadering geleid door de ondervoorzitter. Is ook de ondervoorzitter verhinderd, dan wordt de vergadering geleid door het oudste stemgerechtigde lid.

Art. 10.§ 1. Tijdens de vergadering van de Raad mag het woord alleen gevoerd worden na toestemming van de voorzitter. § 2. Als een spreker zich hieraan niet houdt, kan de voorzitter hem of haar het woord ontnemen.

Art. 11.De voorzitter kan zelfstandig, of op voorstel van een lid, een vertegenwoordiger of een plaatsvervanger, derden op de vergadering uitnodigen.

Art. 12.§ 1. De vaste secretaris zorgt voor een ontwerpverslag van elke vergadering. § 2. De voorzitter plaatst het ontwerpverslag ter bespreking en goedkeuring op de agenda van de eerstvolgende vergadering van de Raad. § 3. Na de goedkeuring ondertekenen de voorzitter, de ondervoorzitter en de vaste secretaris het verslag.

Art. 13.§ 1. De Raad kan enkel geldig beslissen als bij de stemming ten minste de helft van het totaal van de leden en de vertegenwoordigers aanwezig is. Als de Raad niet in aantal is, wordt een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Als dit uitdrukkelijk vermeld wordt in de agenda voor die vergadering, kan de beslissing worden genomen zonder dat de Raad in aantal is. § 2. De Raad streeft naar consensus. § 3. De Raad beslist bij eenvoudige meerderheid van de aanwezige leden, vertegenwoordigers of hun plaatsvervangers. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter. § 4. Op vraag van een lid, vertegenwoordiger of plaatsvervanger kan de Raad beslissen om geheim te stemmen. § 5. Ten aanzien van een beleidsvoorstel, zoals vermeld in artikel 16.2.6, worden de verschillende standpunten gelijkwaardig in het voorstel opgenomen. HOOFDSTUK III. - De voorzitter, de ondervoorzitter en de vaste secretaris

Art. 14.De voorzitter, ondervoorzitter en de vaste secretaris zijn belast met de uitvoering van wat de Raad beslist. Zij ondertekenen alle verslagen en beslissingen. De voorzitter en de ondervoorzitter kunnen de vaste secretaris richtlijnen en opdrachten geven bij het uitvoeren van de beslissingen van de Raad.

Art. 15.§ 1. De vaste secretaris assisteert de voorzitter, de ondervoorzitter en de Raad bij de uitvoering van hun opdracht. De vaste secretaris woont zonder stemrecht de vergaderingen van de Raad bij. De vaste secretaris kan worden bijgestaan door de leden van het permanent secretariaat die zonder stemrecht de vergaderingen van de Raad bijwonen. § 2. Bij afwezigheid van de vaste secretaris neemt het aanwezige personeelslid met de hoogste graad van het permanent secretariaat deze functie over. § 3. De vaste secretaris brengt op de vergaderingen verslag uit aan de Raad over de uitvoering van de opdrachten en beslissingen.

Art. 16.De vaste secretaris coördineert de activiteiten van het personeel dat aan de Raad ter beschikking is gesteld. De vaste secretaris houdt zich hierbij aan het Vlaams personeelsstatuut en aan de opdrachten en richtlijnen die door de voorzitter en de ondervoorzitter worden gegeven. HOOFDSTUK IV. - Werkgroepen

Art. 17.§ 1. De oprichting van een tijdelijke of permanente werkgroep geschiedt indien de bespreking van cruciale materies zich opdringt en dewelke om redenen van efficiëntie beter behandeld worden in werkgroepen. § 2. Een tijdelijke of permanente werkgroep kan worden opgericht door de voorzitter, dan wel als de helft van de leden, vertegenwoordigers en plaatsvervangers hierom verzoekt.

Art. 18.De werkgroepen werken in opdracht en onder toezicht van de Raad. De werkgroepen brengen regelmatig verslag uit van hun werkzaamheden aan de Raad.

Art. 19.§ 1. De voorzitters van de werkgroepen worden door de Raad aangewezen. § 2. De leden, vertegenwoordigers en plaatsvervangers van de Raad kunnen op eigen vraag, of op vraag van de voorzitter van de werkgroep, deel uit maken van de samenstelling van de werkgroep of de vergaderingen ervan bijwonen. § 3. De voorzitter van de werkgroep kan personen, dewelke geen lid, vertegenwoordiger of plaatsvervanger van de Raad zijn, uitnodigen deel te nemen aan de vergaderingen van de werkgroepen op basis van hun deskundigheid en aangebrachte meerwaarde aan de besprekingen. HOOFDSTUK V. - Externe deskundigen

Art. 20.§ 1. De Raad kan zich ter ondersteuning van zijn werkzaamheden occasioneel, in het kader van specifieke en tijdelijke opdrachten, laten bijstaan door externe deskundigen. Het gunnen van deze opdrachten gebeurt overeenkomstig de wet op de overheidsopdrachten. HOOFDSTUK VI. - Milieuhandhavingsprogramma en milieuhandhavingsrapport

Art. 21.De Raad implementeert de regels, zoals vastgesteld door de Vlaamse Regering in het kader van artikel 16.2.4 en artikel 16.2.5 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, aangaande het opstellen van de milieuhandhavingsprogramma's en milieuhandhavingsrapporten. HOOFDSTUK VII. - Communicatie

Art. 22.De Raad legt een communicatiebeleid vast. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen

Art. 23.De Raad kan wijzigingen in het huishoudelijk reglement doorvoeren als tweederden van de aanwezige leden, vertegenwoordigers of plaatsvervangers, dit goedkeuren.

De Raad legt de voorgestelde wijzigingen ter goedkeuring voor aan de Vlaamse Regering.

Art. 24.Het werkjaar van de Raad loopt van 1 januari tot 31 december.

Art. 25.Dit reglement treedt in werking op datum van goedkeuring door de Vlaamse Regering.

Datum : Brussel, Voorzitter, Prof. Dr. Michael Faure Ondervoorzitter, Dr. Sc. Robert Baert Vaste secretaris, An Stas Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 maart 2010 betreffende de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Vlaamse Hoge Raad voor de Milieuhandhaving, vermeld in artikel 16.2.9 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE

^