Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 03 juni 1999
gepubliceerd op 24 juli 1999

Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van het wetenschappelijk personeel van de Diensten van de Regering en van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Gewest ressorteren

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
1999027597
pub.
24/07/1999
prom.
03/06/1999
ELI
eli/besluit/1999/06/03/1999027597/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 JUNI 1999. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van het wetenschappelijk personeel van de Diensten van de Regering en van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Gewest ressorteren


De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en de wet van 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van 22 januari 1998 betreffende het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Gewest ressorteren, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 houdende het statuut van de ambtenaren van het Gewest, zoals gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 23 januari 1997 en bij het besluit van de Waalse Regering van 29 april 1999;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 houdende het geldelijk statuut van de ambtenaren van het Gewest;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 houdende uitvoeringsmaatregelen van het statuut van de ambtenaren van het Gewest, zoals gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 22 januari 1998 en bij het besluit van de Waalse Regering van 29 april 1999;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 1 december 1994 houdende het statuut van de agenten van het Institut scientifique de Service public (Openbaar Wetenschappelijk Instituut);

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 juli 1998;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting;

Gelet op het protocol nr. 279 van het sectorcomité nr. XVI, opgemaakt op 18 september 1998;

Gelet op de beslissing van de Regering van 26 november 1998 over het verzoek om advies binnen de termijn van een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 31 maart 1999, overeenkomstig artikel 84, 1e lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Alleen de volgende diensten of instellingen zijn gemachtigd wetenschappelijk personeel in dienst te nemen : 1. de Dienst Studies en Statistiek van het Ministerie van het Waalse Gewest;2. het Wetenschappelijk Centrum van Gembloers van het Ministerie van het Waalse Gewest;3. de Directie Wegenstructuur van het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer;4. de Directie Waterbouwkundig Onderzoek van het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer;5. de Directie Metaalstructuren van het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer;6. de Directie Betonstructuren van het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer;7. het "Institut scientifique de service public" (Openbaar Wetenschappelijk Instituut). Onder wetenschappelijk personeel dient te worden verstaan de ambtenaren die drager zijn van een van de graden vermeld in artikel 3 van het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 houdende het statuut van de ambtenaren van het Gewest, zoals vervangen bij artikel 6 van dit besluit, alsook de personen in dienst genomen met een arbeidsovereenkomst overeenkomstig artikel 42 van dit besluit en tewerkgesteld in een van de in het 1e lid bedoelde diensten of instellingen.

De betrekkingen voorbehouden aan de titularissen van de in het 2e lid bedoelde graden worden in de personeelsformatie opgenomen in de bijzondere categorie "wetenschappelijk personeel".

Deze betrekkingen worden uitsluitend voorbehouden aan ambtenaren van de in het eerste lid bedoelde diensten en instellingen, wier activiteiten bestaan uit wetenschappelijk onderzoek of uit de leiding over wetenschappelijk onderzoek zoals erkend door de Regering op gemotiveerd voorstel van de in artikel 2 bedoelde jury.

Art. 2.§ 1. Voor iedere dienst bedoeld in artikel 1, 1e lid wordt er een jury ingesteld die samengesteld is als volgt : 1. de twee ambtenaren met de hoogste graad onder wie de dienst of de instelling ressorteren, of hun afgevaardigden;2. drie docenten bevoegd in de aangelegenheden behandeld door de dienst of door de instelling die verbonden zijn aan Waalse of Franstalige instellingen van universitair onderwijs. De drie in het 1e lid, 2° bedoelde docenten worden door de Regering aangesteld voor drie jaar hernieuwbaar. Zij hebben recht op de vergoedingen voor reis- en verblijfkosten toegekend aan de ambtenaren van het Gewest en worden daarvoor gelijkgesteld met rang A3.

De ambtenaar met de hoogste graad is voorzitter van de jury. De beslissingen worden er met de gewone meerderheid van stemmen genomen, die van de voorzitter zijnde doorslaggevend bij staking der stemmen. § 2. Bij het "Institut scientifique de service public" worden de bij dit besluit aan de jury toegedeelde taken waargenomen door de wetenschappelijke en technische commissie.

Art. 3.Onverminderd de bepalingen van dit besluit, zijn volgende besluiten en bepalingen zoals gewijzigd toepasselijk op het in artikel 1 bedoelde statutair of stagiair wetenschappelijk personeel : 1. het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 houdende het statuut van de ambtenaren van het Gewest;2. het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 houdende het geldelijk statuut van de ambtenaren van het Gewest;3. het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 houdende uitvoeringsmaatregelen van het statuut van de ambtenaren van het Gewest;4. alle wettelijke en reglementaire bepalingen van statutaire aard toepasselijk op de diensten van de Waalse Regering op 1 december 1994 in de mate dat voornoemde besluiten en bepalingen ze niet opheffen.

Art. 4.De bepalingen waarbij het Gewest de in artikel 3 vermelde besluiten en bepalingen zou wijzigen, aanvullen of vervangen zullen van rechtswege toepasselijk zijn op het wetenschappelijk personeel behalve indien zij bepalingen beïnvloeden die het onderwerp zijn geweest van toepassingsmodaliteiten voorzien in dit besluit. HOOFDSTUK II. - Toepassingsmodaliteiten van het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 houdende het statuut van de ambtenaren van het Gewest

Art. 5.Artik el 2, 2de lid, van het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 houdende het statuut van de ambtenaren van het Gewest dient te worden gelezen als volgt : « De rangen, drie in getal, behoren allen tot niveau 1. »

Art. 6.Artikel 3, § 1, 2de lid van hetzelfde besluit dient te worden gelezen als volgt : « De graden worden ingedeeld als volgt tussen de rangen : 1. in rang A3, de graad van wetenschappelijk inspecteur-generaal;2. in rang A4, de graad van wetenschappelijk directeur;3. in rang A6, de rang van wetenschappelijk attaché.»

Art. 7.Artikel 6 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 23 januari 1997, dient te worden gelezen als volgt : «

Art. 6.De jury bedoeld in artikel 2 van het besluit van de Waalse Regering van 3 juni 1999 tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van het wetenschappelijk personeel van de diensten van de Regering en van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Gewest ressorteren bepaalt de toegangsvoorwaarden tot elke betrekking volgens de hierna volgende modaliteiten.

Voor de toegang tot een betrekking volgens een wijze voorzien in artikel 8 moeten de gegadigden beschikken over de kwalificaties en wetenschappelijke vaardigheid zoals bedongen in de fiche van de kwalificaties en de wetenschappelijke bekwaamheden.

Onder kwalificatie dient te worden verstaan het houden van één of meerdere diploma's of getuigschriften.

Onder wetenschappelijke bekwaamheden dient te worden verstaan bijzondere kennis of vaardigheid op het vlak van een wetenschappelijke kennis of ervaring. »

Art. 8.Artikel 8, §§ 2 en 3, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 29 april 1999, dient te worden gelezen als volgt : « § 2. Er wordt voorzien in een vacante wervingsbetrekking door achtereenvolgens : 1. mutatie op verzoek van de ambtenaar;2. overplaatsing op verzoek van de ambtenaar;3. werving. Er wordt echter door aanwerving voorzien in een wervingsbetrekking vrijgekomen bij mutatie op verzoek van de ambtenaar of bij overplaatsing op verzoek van de ambtenaar. § 3. De Regering bepaalt de procedure inzake de kandidatuur voor een mutatie, een bevordering bij verhoging van graad en een overplaatsing. »

Art. 9.Artikel 9 van hetzelfde besluit dient te worden gelezen als volgt : «

Art. 9.Alleen de betrekkingen van wetenschappelijk attaché en van wetenschappelijk inspecteur-generaal mogen toegekend worden bij werving. »

Art. 10.Artikelen 10 tot 12 van hetzelfde besluit worden niet toegepast.

Art. 11.Artikel 14 van hetzelfde besluit, vervangen bij de besluiten van de Waalse Regering van 23 januari 1997 en 29 april 1999, dient te worden gelezen als volgt : «

Art. 14.De mutatie is de overgang van een ambtenaar van een betrekking gerangschikt onder de rubriek "wetenschappelijk personeel" in een personeelsformatie naar een andere betrekking in dezelfde graad van dezelfde personeelsformatie die overeenstemt met zijn wetenschappelijke vaardigheid en gerangschikt onder de rubriek "wetenschappelijk personeel".

In dat geval en na raadpleging van de betrokken(e) jury's doet de directieraad een voorstel om in de vacante betrekking te voorzien. »

Art. 12.Artikel 15, 2e lid van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 23 januari 1997, dient te worden gelezen als volgt : « De mutatieaanvragen worden aan de directieraad voorgelegd, die, na raadpleging van de betrokken(e) jury's, ze al dan niet verenigbaar verklaart met de behoeften van de dienst van herkomst en met die van de dienst waarvoor de ambtenaar zijn mutatie aanvraagt. »

Art. 13.Artikel 16, § 1, 1e lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 23 januari 1997, dient te worden gelezen als volgt : « De mutatie wordt door de Regering toegekend aan de ambtenaar die, tussen die voorgesteld worden door de directieraad en na raadpleging van de betrokken(e) jury's, de grootste anciënniteit doet gelden. »

Art. 14.Artikel 17, 2e lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 29 april 1999, dient te worden gelezen als volgt : « In dat geval, wat betreft de vacante betrekkingen in rangen A3 en A4, doet de directieraad, na raadpleging van de betrokken(e) jury's, een voorstel om in de vacante betrekking te voorzien. »

Art. 15.Artikel 18 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 23 januari 1997, dient te worden gelezen als volgt : « De ambtenaar die voldoet aan de volgende voorwaarden kan bevorderd worden bij verhoging in graad : 1. het bewijs van een graadanciënniteit van 4 jaar voorleggen;2. het bewijs van een positieve evaluatie voorleggen;3. het bewijs van wetenschappelijke activiteiten voorleggen waarvan de jury de waarde erkent;4. een geschiktheid tot het leiden rechtvaardigen die door de jury gecontroleerd wordt;5. geen definitieve tuchtstraf opgelopen hebben die vóór de vacantverklaring voorgesteld werd en die niet geschrapt is. Alleen de titularis van de graad van wetenschappelijk attaché kan aanspraak maken op de bevordering bij verhoging van graad tot de graad van wetenschappelijk directeur en hij kan enkel aanspraak maken op deze bevordering.

In afwijking van het eerste lid kan de wetenschappelijke inspecteur-generaal bevorderd worden tot de graad van directeur-generaal onder dezelfde voorwaarden als de inspecteur-generaal. »

Art. 16.Artikel 23 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 23 januari 1997 en 29 april 1999, dient te worden gelezen als volgt : «

Art. 23.De overplaatsing is de overgang van een ambtenaar van een betrekking gerangschikt onder de rubriek "wetenschappelijk personeel" in een personeelsformatie naar een betrekking in dezelfde graad die overeenstemt met zijn wetenschappelijke vaardigheid en gerangschikt onder de rubriek "wetenschappelijk personeel" in een andere personeelsformatie.

Bij overplaatsing doet de in artikel 24 bedoelde commissie een voorstel om in de vacante betrekking te voorzien. »

Art. 17.Artikel 25, 1e lid van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 23 januari 1997, dient te worden gelezen als volgt : "De in artikel 24 bedoelde commissie verklaart, na raadpleging van de betrokkene jury's, de overplaatsingsaanvragen al dan niet verenigbaar met de behoeften van de dienst. »

Art. 18.Artikel 26, 1e lid van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 23 januari 1997, dient te worden gelezen als volgt : « De overplaatsing wordt door de Regering toegekend aan de ambtenaar die, tussen die voorgesteld worden door de directieraad en na raadpleging van de betrokken(e) jury's, de grootste anciënniteit doet gelden. »

Art. 19.Artikel 27 van hetzelfde besluit dient te worden gelezen als volgt : «

Art. 27.Onverminderd de algemene toelaatbaarheidsvoorwaarden kan niemand aangeworven worden voor een betrekking van wetenschappelijk personeel indien hij niet aan volgende voorwaarden voldoet : 1. drager zijn van een eindstudiediploma uitgereikt na ten minste vier jaar studies door een universiteit, een instelling ermee gelijkgesteld krachtens de wetten op het toekennen van de academische graden en het programma van de universitaire examens of door een van de jury's ingesteld voor de toekenning van de academische graden en die vermeld staat op de fiche van de wetenschappelijke kwalificaties en vaardigheden;2. aan alle wetenschappelijke bepaalde vaardigheden beantwoorden die op de fiche van de wetenschappelijke kwalificaties en vaardigheden staan;3. voor een door het vast wervingssecretariaat ingericht examen slagen, waarvan het programma voorafgaand bepaald werd door de jury in overleg met de vaste wervingssecretaris;4. tewerkgesteld geweest zijn als wetenschappelijk personeel in het kader van een voltijdse arbeidsovereenkomst tijdens minimum vier jaar of in het kader van een of meerdere deeltijdse arbeidsovereenkomsten waarvan de som van de tewerkstellingsperiodes gelijk is aan een voltijdse tewerkstelling gedurende vier jaar.»

Art. 20.Artikel 31, § 1, van hetzelfde besluit dient te worden gelezen als volgt : « De rechtstreekse hiërarchische meerdere van de stagiair of de vormingsdirecteur maakt twee gedetailleerde verslagen op die zijn evaluatie motiveren en doet ze toekomen aan de secretaris-generaal.

Het eerste verslag wordt overgemaakt vóór het einde van de vierde maand.

Het tweede verslag wordt overgemaakt vóór het einde van de achtste maand. »

Art. 21.Artikel 35, 1e lid, van hetzelfde besluit is niet van toepassing.

Art. 22.Artikel 36 van hetzelfde besluit dient te worden gelezen als volgt : «

Art. 36.Bij opening of afschaffing van banen kan de Regering een ambtenaar muteren of overplaatsen naar een openstaande betrekking in de personeelsformatie onder de rubriek "wetenschappelijk personeel" zo dicht mogelijk bij zijn administratieve standplaats. »

Art. 23.Artikel 37, 1e lid van hetzelfde besluit dient te worden gelezen als volgt : « In het belang van de dienst kan de Regering een ambtenaar muteren of overplaatsen naar een openstaande betrekking in de personeelsformatie onder de rubriek "wetenschappelijk personeel. »

Art. 24.Artikel 38 van hetzelfde besluit dient te worden gelezen als volgt : «

Art. 38.Wanneer een ambtenaar de in artikel 53 bedoelde negatieve evaluatie krijgt kan de Regering deze ambtenaar muteren of overplaatsen naar een openstaande betrekking in de personeelsformatie onder de rubriek "wetenschappelijk personeel" zo dicht mogelijk bij zijn administratieve standplaats. »

Art. 25.Artikel 39 van hetzelfde besluit dient te worden gelezen als volgt : «

Art. 39.In alle mutatiegevallen bedoeld in dit hoofdstuk doet de directieraad, na raadpleging van de betrokkene jury('s) een voorstel en verhoort voorafgaand de ambtenaar die zich kan laten bijstaan door een persoon van zijn keuze. Behalve gegronde verhindering wordt hij geacht gehoord te zijn indien hij geen gevolg geeft aan de uitnodiging van de directieraad.

In alle gevallen van overplaatsing bedoeld bij dit hoofdstuk doet de in artikel 24 bedoelde commissie, na raadpleging van de betrokkene jury's een voorstel en verhoort voorafgaand de ambtenaar die zich kan laten bijstaan door een persoon van zijn keuze. Behalve gegronde verhindering wordt hij geacht gehoord te zijn indien hij geen gevolg geeft aan de uitnodiging van de directieraad. »

Art. 26.Artikel 40 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 23 januari 1997, dient te worden gelezen als volgt : «

Art. 40.De permutatie is de gelijktijdige mutatie of de gelijktijdige overplaatsing van twee ambtenaren met dezelfde graad en dezelfde kwalificatie in de zin van artikel 6 die hun respectivelijke aanstellingen uitwisselen. »

Art. 27.Artikel 41, 1ste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 29 april 1999, dient te worden gelezen als volgt : « De permutatieaanvragen binnen eenzelfde ministerie of instelling worden voorgelegd aan de directieraad die, na raadpleging van de betrokkene jury('s), ze al dan niet verenigbaar verklaren met de behoeften van de dienst. »

Art. 28.Artikel 42, 1ste lid van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 29 april 1999, dient te worden gelezen als volgt : « De permutatieaanvragen tussen twee ministeries, tussen een ministerie en een instelling of tussen twee instellingen worden voorgelegd aan de directieraad die, na raadpleging van de betrokkene jury's, ze al dan niet verenigbaar verklaren met de behoeften van de dienst. » HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten van het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 houdende het geldelijk statuut van de ambtenaren van het Gewest

Art. 29.In afwijking van het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 houdende het geldelijk statuut van de ambtenaren van het Gewest blijft de wedde van de wetenschappelijke directeur vastgesteld in de bijzondere schaal verbonden aan de graad van rang A4 en de wedde van de wetenschappelijk attaché blijft vastgesteld in de bijzondere schaal verbonden aan de graad van rang A5.

Art. 30.In afwijking van artikel 13, § 1, 3° van hetzelfde besluit komen eveneens in aanmerking voor de toekenning van tussentijdse verhogingen en van bijzondere verhogingen de diensten die het wetenschappelijk personeelslid werkelijk gepresteerd heeft bij gesubsidieerde inrichtingen of instellingen van het vrij onderwijs als titularis van een voltijdse functie die niet bezoldigd werd door een weddetoelage.

Art. 31.Voor de toekenning van tussentijdse verhogingen en van bijzondere verhogingen komen eveneens in aanmerking gelijksoortige en gelijkwaardige diensten die het wetenschappelijk personeelslid vroeger werkelijk gepresteerd heeft bij inrichtingen of instellingen die ressorteren onder een ander Lid-Staat van de Europese Unie. HOOFDSTUK IV. - Toepassingsmodaliteiten van het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 houdende uitvoeringsmodaliteiten van het statuut van de ambtenaren van het Gewest

Art. 32.Artikel 1bis van het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 houdende uitvoeringsmodaliteiten van het statuut van de ambtenaren van het Gewest, er ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 22 januari 1998, dient te worden gelezen als volgt : «

Artikel 1bis.De overeenkomstig artikel 6 van het statuut aangebrachte wijzigingen aan de wetenschappelijke kwalificaties en vaardigheden die de toegang verlenen tot een betrekking treden in werking wanneer de betrekking niet meer bekleed wordt. »

Art. 33.Artikel 1quater van hetzelfde besluit, er ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 22 januari 1998, dient te worden gelezen als volgt : «

Art. 1quater.Het in artikel 5 van het statuut bedoelde repertorium vermeldt de plaats van de betrekking in de personeelsformatie, de aanstellingsdienst, de administratieve standplaats en de fiche van de wetenschappelijke kwalificaties en vaardigheden waarmee de betrekking overeenstemt. »

Art. 34.Artikel 4, 2e en 3e lid van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 22 januari 1998, dient te worden gelezen als volgt : « De verklaring van een vacante betrekking die niet vermeld is in het laatste repertorium bekendgemaakt overeenkomstig artikel 1quater wordt vervolgens ter kennis gebracht, indien nodig, aan de ambtenaren die in aanmerking zouden komen om ze te bekomen bij mutatie, bevordering bij verhoging van graad of overplaatsing door de secretaris-generaal bij een ter Post aangetekende brief met ontvangstbewijs.

Dit bericht vermeldt de plaats van de betrekking in de personeelsformatie, de aanstellingsdienst, de administratieve standplaats en de fiche van wetenschappelijke kwalificaties en vaardigheden waarmee de betrekking overeenstemt. »

Art. 35.Artikel 6, § 3, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 22 januari 1998, is niet van toepassing.

Art. 36.Artikel 7, 1e lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 22 januari 1998, dient te worden gelezen als volgt : « Het voorstel van de directieraad voorafgaand aan de bevordering bij verhoging tot een graad van rangen A4 en A3 wordt betekend aan de kandidaten bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs. »

Art. 37.Artikel 27 van hetzelfde besluit dient te worden gelezen als volgt : «

Art. 27.De evaluatieverslagen worden collegiaal opgemaakt door de onmiddellijke hiërarchische meerdere van de stagiair en de vormingsdirecteur van het Ministerie van het Waalse Gewest. »

Art. 38.Artikel 30 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 22 januari 1998, dient te worden gelezen als volgt : «

Art. 30.Iedere ambtenaar kan recht hebben onder de in secties II en III voorziene voorwaarden op een dienstvrijstelling om een vorming te volgen : 1. op verzoek van zijn dienst, 2.voor zijn persoonlijke ontplooiing.

Het eerste lid is eveneens toepasselijk op de wetenschappelijke personeelsleden in dienst genomen met een arbeidsovereenkomst.

De in het eerste lid bedoelde vormingen worden georganiseerd door de Directie Vorming of erkend door de secretaris van het betrokkene ministerie, na advies van de vormingsdirecteur. »

Art. 39.Artikelen 39 tot 42 van hetzelfde besluit zijn niet van toepassing.

Art. 40.Artikelen 55 tot 66 van hetzelfde besluit zijn niet van toepassing. HOOFDSTUK V. - Modaliteiten voor de indienstneming van het wetenschappelijk contractueel personeel

Art. 41.De specifieke taken in de zin van artikel 2, 2e lid, 3°, van het koninklijk besluit tot vaststelling van de algemene beginselen bestaan uit de wetenschappelijke activiteiten uitgeoefend in een in artikel 1 bedoelde dienst of instelling.

Art. 42.De hoedanigheid van wetenschappelijk contractueel personeelslid wordt toegekend aan de contractueel die aan volgende voorwaarden voldoet : 1. drager zijn van een eindstudiediploma uitgereikt na ten minste vier jaar studies door een universiteit, een instelling ermee gelijkgesteld krachtens de wetten op het toekennen van de academische graden en het programma van de universitaire examens of door een van de jury's ingesteld voor de toekenning van de academische graden;2. over een schriftelijke overeenkomst beschikken die duidelijk vermeldt dat het in dienst werd genomen om hoofdzakelijk wetenschappelijke activiteiten uit te oefenen in een in artikel 1 bedoelde dienst of instelling.

Art. 43.De contractuele indienstnemingen die moeten plaatsvinden krachtens dit hoofdstuk worden voorafgaand bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad volgens de door de jury bepaalde modaliteiten.

De kandidaten worden door de jury gerangschikt volgens hun wetenschappelijke waarde. HOOFDSTUK VI. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 44.Artikel 15 van het besluit van de Waalse Regering van 1 december 1994 houdende het statuut van de agenten van het « Institut scientifique de Service public » is opgeheven.

Art. 45.De ambtenaar die aan volgende voorwaarden voldoet wordt van ambtswege en met uitwerking op de datum van de inkrachttreding van dit besluit benoemd tot de graad van wetenschappelijk inspecteur-generaal, wetenschappelijk directeur of wetenschappelijk attaché al naar gelang hij de graad van inspecteur-generaal, directeur, eerste attaché of attaché draagt : 1. drager zijn van een eindstudiediploma uitgereikt na ten minste vier jaar studies door een universiteit, een instelling ermee gelijkgesteld krachtens de wetten op het toekennen van de academische graden en het programma van de universitaire examens of door een van de jury's ingesteld voor de toekenning van de academische graden;2. bij de inkrachttreding van dit besluit tewerkgesteld zijn in een in artikel 1 bedoelde dienst of instelling.3. er hoofdzakelijk de door de jury erkende wetenschappelijke activiteiten uitoefenen. Er wordt rekening met de anciënniteit in de rangen A5 en A6 voor de berekening van de anciënniteit in de rang A6 van de in het eerste lid bedoelde wetenschappelijke attaché.

De jury beraadslaagt over het bestaan van de in het 1e lid, 3° bedoelde voorwaarde binnen vier maanden na de inkrachttreding van dit besluit.

Art. 46.De hoedanigheid van wetenschappelijk contractueel personeelslid wordt met ingang van de datum van inkrachttreding van dit besluit toegekend aan de contractueel die aan de in artikel 45, eerste lid bedoelde voorwaarden voldoet.

Artikel 45, 3e lid, is van toepassing.

De erkenning van de hoedanigheid van wetenschappelijk contractueel personeelslid en zijn gevolgen is het onderwerp van een aanhangsel bij de overeenkomst.

Art. 47.De tewerkstellingsperiodes van het in artikel 46 bedoelde wetenschappelijk contractueel personeelslid die hoofdzakelijk uit wetenschappelijke activiteiten bij een in artikel 1 bedoelde dienst of instelling vóór de inkrachttreding van dit besluit worden door de jury gelijkgesteld met de tewerkstellingsperiodes bedoeld bij artikel 27, 4°, van het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 houdende het statuut van de ambtenaren van het Gewest, zoals vervangen bij artikel 19.

De jury spreekt zich uit binnen vier maanden na de inkrachttreding van dit besluit.

Art. 48.Dit besluit wordt van kracht op de eerste dag van de maand die volgt op de maand van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 49.De Minister tot wiens bevoegdheden Ambtenarenzaken behoren is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 3 juni 1999.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, B. ANSELME

^