Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 13 oktober 2005
gepubliceerd op 27 oktober 2005

Besluit van de Waalse Regering tot inrichting van de comités belast met het beheer van de temporaliën van de erkende islamitische gemeenschappen

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2005202964
pub.
27/10/2005
prom.
13/10/2005
ELI
eli/besluit/2005/10/13/2005202964/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 OKTOBER 2005. - Besluit van de Waalse Regering tot inrichting van de comités belast met het beheer van de temporaliën van de erkende islamitische gemeenschappen


De Waalse Regering, Gelet op de wet van 4 maart 1870 op het tijdelijke der erediensten, inzonderheid op artikel 19bis, ingevoegd bij de wet van 19 juli 1974 en gewijzigd bij de wetten van 17 april 1985, 18 juli 1991 en 10 maart 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 1978 tot inrichting van de comités belast met het beheer van de temporaliën van de erkende islamitische gemeenschappen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 4 juli 2005;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - De leden van de plaatselijke islamitische gemeenschap

Artikel 1.De plaatselijke islamitische gemeenschap bestaat uit het geheel van de personen van islamitisch geloof die een beroep doen op de diensten van een bepaalde moskee.

Art. 2.Het bewijs van het behoren tot de plaatselijke islamitische gemeenschap wordt, indien nodig, gerechtvaardigd door een rechtsgeldig certificaat dat afgegeven wordt door het comité van de gemeenschap na raadpleging van de imam of van het representatief orgaan van de islamitische eredienst erkend door de federale overheid

Art. 3.Bij weigering van of bij gebrek aan afgifte van certificaat kan het representatief orgaan van de door de federale overheid erkende islamitische eredienst de plaats innemen van het comité.

Art. 4.Erkend wordt als kiezer van de plaatselijke islamitische gemeenschap, het lid dat de volle leeftijd van zestien jaar heeft, dat moslim is, dat sinds ten minste één jaar ingeschreven is in het register van de moskee en dat zijn verblijfplaats sinds minstens één jaar op het grondgebied van de gemeenschap heeft.

Het register wordt in twee exemplaren opgemaakt, waarvan één bij het representatief orgaan van de door de federale overheid erkende islamitische eredienst en het tweede bij de moskee afgegeven wordt.

Elke wijziging aangebracht in het register van de moskee wordt tijdens de laatste maand van elk kalendertrimester meegedeeld aan het representatief orgaan van de door de federale overheid erkende islamitische eredienst.

Het register van de moskee wordt in de loop van de twee maanden vóór de verkiezingen goedgekeurd door het representatief orgaan van de door de federale overheid erkende islamitische eredienst.

Art. 5.Het lid dat door zijn gedrag de plaatselijke islamitische gemeenschap in opspraak brengt, verliest bij beslissing van het comité meteen zijn hoedanigheid van kiezer van de plaatselijke islamitische gemeenschap. In dit geval kan betrokkene binnen acht dagen na kennisgeving van de beslissing van het comité bij ter post aangetekend schrijven hoger beroep tegen de beslissing van het comité aantekenen vóór het representatief orgaan van de door de federale overheid erkende islamitische eredienst.

Het representatief orgaan van de door de federale overheid erkende islamitische eredienst beslist in laatste instantie binnen acht dagen na ontvangst van het bezwaarschrift.

De beslissing wordt door het representatief orgaan van de door de federale overheid erkende islamitische eredienst binnen drie dagen bij ter post aangetekend schrijven meegedeeld aan de eiser en aan de voorzitter van het comité. HOOFDSTUK II. - Comités belast met het beheer van de temporaliën van de islamitische eredienst

Art. 6.Voor de temporaliën van de eredienst worden de islamitische gemeenschappen op de voordracht van het representatief orgaan van de door de federale overheid erkende islamitische eredienst erkend door de Minister bevoegd voor de inrichtingen belast met het beheer van de temporaliën van de erediensten die erkend zijn op het grondgebied van één of meer provincies.

In elke islamitische gemeenschap wordt een comité opgericht dat belast wordt met het beheer van de temporaliën van de islamitische eredienst.

De aangewezen imam of zijn afgevaardigde maakt deel uit van het comité als stemgerechtigd lid van rechtswege. Het comité bestaat bovendien uit gekozen leden. Er zijn vijf gewone en vijf plaatsvervangende leden.

Art. 7.§ 1. De gekozen leden van het comité bedoeld in artikel 6, derde lid, worden aangewezen door de leden van de islamitische gemeenschap die de hoedanigheid van kiezer hebben.

Het representatief orgaan van de door de federale overheid erkende islamitische eredienst organiseert de eerste verkiezing voor de samenstelling van elk van de overeenkomstig dit besluit opgerichte comités Het voor een erkende islamitische gemeenschap ingestelde comité organiseert in de maand april in de moskee de verkiezingen die gepland zijn voor de hernieuwing van zijn samenstelling. Daartoe treft het de nodige maatregelen uiterlijk twee maanden vóór het verstrijken van de mandaten van zijn gekozen leden. § 2. Om als lid van het comité verkiesbaar te zijn, moet men : a) zijn verblijfplaats sedert ten minste twee jaar op het grondgebied van de gemeenschap hebben;b) kiezer zijn.

Art. 8.De verkiezing van de leden van het comité heeft plaats in de moskee ten vroegste drie en uiterlijk zes maanden na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het besluit houdende erkenning van betrokken islamitische gemeenschap.

Art. 9.De lijst van de kandidaten wordt zes weken vóór de verkiezingen aan de ingang van de moskee aangeplakt; de lijst van de gekozen leden wordt binnen vijftien dagen na de verkiezingen aangeplakt; deze lijsten vermelden de datum van hun bekendmaking en blijven minstens vijftien dagen aangeplakt.

Ieder bezwaarschrift in verband met de regelmatigheid van de kiesverrichtingen wordt binnen vijftien dagen na de aanplakking van deze lijst bij ter post aangetekend schrijven aan het comité gericht.

Het comité beslist binnen vijftien dagen na ontvangst van het bezwaarschrift. De beslissing van het comité wordt binnen drie dagen bij ter post aangetekend schrijven aan de eiser meegedeeld.

Voor ieder bezwaarschrift in verband met de regelmatigheid van de kiesverrichtingen de eerste keer is het comité dat bestaat op de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het besluit waarbij het erkend werd, bevoegd om over elke aanvraag te beslissen.

Art. 10.De eiser kan vóór het representatief orgaan van de door de federale overheid erkende islamitische eredienst binnen acht dagen na de kennisgeving van de beslissing van het comité bij ter post aangetekend schrijven hoger beroep aantekenen tegen zijn beslissing.

Het representatief orgaan van de door de federale overheid erkende islamitische eredienst beslist in laatste instantie binnen acht dagen na ontvangst van het bezwaarschrift.

De beslissing wordt door het representatief orgaan van de door de federale overheid erkende islamitische eredienst binnen drie dagen bij ter post aangetekend schrijven meegedeeld aan de eiser en aan de voorzitter van het comité.

Art. 11.In het proces-verbaal van de verkiezing wordt melding gemaakt van de vervulling van de in artikel 9 bedoelde formaliteiten, alsmede van de eventuele bezwaarschriften en van het gevolg dat eraan gegeven werd. De verkiezing gebeurt bij geheime stemming. Bij staking van stemmen wordt herstemd. Indien de tweede stemming dezelfde uitslag oplevert, wordt de oudste kandidaat aangewezen.

Art. 12.De leden van het comité worden gekozen voor een verlengbare termijn van vijf jaar.

Voldoet één van hen niet meer aan één van de verkiesbaarheidsvereisten of maakt hij om enige andere reden geen deel meer uit van het comité, dan wordt hij vervangen door de eerste plaatsvervanger. De aldus gekozen kandidaat voltooit het mandaat van degene die hij vervangt Het ontslag van een lid of van een plaatsvervanger wordt schriftelijk meegedeeld aan de voorzitter van het comité, die daarvan kennis geeft op de volgende vergadering van bedoeld comité, dat daarvan akte neemt.

Art. 13.Het comité benoemt voor de duur van hun mandaat een voorzitter, een secretaris en een penningmeester onder zijn gekozen leden. De secretaris en de penningmeester zijn verantwoordelijk voor de uitoefening van hun ambt jegens het comité dat hen elk ogenblik mag verzoeken om elk gegeven i.v.m. de functies die ze uitoefenen.

Art. 14.Het comité kan pas beraadslagen als de meerderheid van de gekozen leden aanwezig is. De beslissingen worden genomen bij meerderheid van de stemmen van de leden van het comité. Bij staking van de stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.

Art. 15.Het comité vergadert minstens vier keer per jaar in de moskee, telkens in de loop van de eerste maand van elk kalendertrimester.

Er wordt een vergadering in de loop van de maand april belegd voor de goedkeuring van de rekeningen.

Art. 16.De beslissing waarbij het comité zijn huishoudelijk reglement vastlegt, kan alleen onder de volgende voorwaarden genomen worden : a) de imam, of zijn afgevaardigde, en vier gekozen leden zijn aanwezig;b) de beslissing wordt goedgekeurd door vier leden van het comité. Het representatief orgaan van de door de federale overheid erkende islamitische eredienst onderwerpt het huishoudelijk reglement aan de goedkeuring van de Minister bevoegd voor de inrichtingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten HOOFDSTUK III. - Begrotingen en Rekeningen.

Art. 17.De begroting van het comité wordt vóór 10 mei samen met alle bewijsstukken in vijfvoud door het comité aan de provinciegriffier overgemaakt.

Art. 18.Na advies van het provinciecollege maakt de provinciegriffier de begroting vóór 30 juni samen met alle bewijsstukken in vijfvoud over aan het representatief orgaan van de door de federale overheid erkende islamitische eredienst.

Het representatief orgaan van de door de federale overheid erkende islamitische eredienst legt de uitgaven betreffende de celebratie van de eredienst definitief vast en keurt de begroting goed, die het vóór 1 september naar de provinciegriffier terugstuurt.

Art. 19.De begroting wordt onderworpen aan de goedkeuring van de Minister bevoegd voor de inrichtingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten, die de uitgavenposten betreffende de celebratie van de eredienst niet mag wijzigen. De Minister beslist vóór 15 november.

Een afschrift van de beslissing van de Minister bevoegd voor de inrichtingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten wordt onmiddellijk overgemaakt aan betrokken comité, aan het provinciecollege en aan het representatief orgaan van de door de federale overheid erkende islamitische eredienst.

Art. 20.In geval van bezwaarschrift van ofwel het representatief orgaan van de door de federale overheid erkende islamitische eredienst, ofwel de voorzitter van het provinciecollege, ofwel betrokken comité, wordt de beslissing bij een met redenen omkleed besluit van de Regering genomen.

Het beroep wordt ingesteld binnen dertig dagen na de datum van terugzending van de afschriften.

Art. 21.De penningmeester wordt ertoe gehouden zijn jaarrekeningen aan het comité over te leggen tijdens de verplichte vergadering in de maand april.

Art. 22.De rekeningen worden vóór 10 mei samen met alle bewijsstukken in vijfvoud door het comité aan de provinciegriffier overgemaakt.

Art. 23.Na advies van het provinciecollege maakt de provinciegriffier de rekeningen onmiddellijk vóór 30 juni samen met alle bewijsstukken in vijfvoud over aan het representatief orgaan van de door de federale overheid erkende islamitische eredienst. Het orgaan legt de uitgaven die binnen de perken van de begroting voor de celebratie van de eredienst gedaan zijn, definitief vast, keurt het overschot van de rekeningen goed en stuurt het geheel vóór 1 september terug naar de provinciegriffier

Art. 24.De rekeningen worden onderworpen aan de goedkeuring van de Minister bevoegd voor de inrichtingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten, die vóór 15 november beslist.

Een afschrift van de beslissing van de Minister bevoegd voor de inrichtingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten wordt onmiddellijk overgemaakt aan betrokken comité, aan het representatief orgaan van de door de federale overheid erkende islamitische eredienst en aan het provinciecollege.

Art. 25.In geval van bezwaarschrift van ofwel het representatief orgaan van de door de federale overheid erkende islamitische eredienst, ofwel de voorzitter van het provinciecollege, ofwel betrokken comité, wordt de beslissing bij een met redenen omkleed besluit van de Regering genomen.

Het beroep wordt binnen dertig dagen na de datum van terugzending van de afschriften ingesteld. HOOFDSTUK IV. - Opheffingsbepaling

Art. 26.Het koninklijk besluit van 3 mei 1978 tot inrichting van de comités belast met het beheer van de temporaliën van de erkende islamitische gemeenschappen wordt opgeheven. HOOFDSTUK V. - Diverse bepalingen

Art. 27.Dit besluit treedt in werking op de dag van diens bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Het is uitsluitend van toepassing op de gemeenschappen waarvan het ambtsgebied binnen de grenzen van het Franse taalgebied ligt.

Art. 28.De Minister bevoegd voor de inrichtingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 13 oktober 2005.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ph. COURARD

^