Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 16 januari 2003
gepubliceerd op 11 februari 2003

Besluit van de Waalse Regering over de beheerswijze van de financiële centralisatie van de thesaurieën van de Waalse instellingen van openbaar nut waarvan de opdrachten de in de artikelen 127 en 128 van de Grondwet bedoelde aangelegenheden aangaan

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2003200079
pub.
11/02/2003
prom.
16/01/2003
ELI
eli/besluit/2003/01/16/2003200079/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 JANUARI 2003. - Besluit van de Waalse Regering over de beheerswijze van de financiële centralisatie van de thesaurieën van de Waalse instellingen van openbaar nut waarvan de opdrachten de in de artikelen 127 en 128 van de Grondwet bedoelde aangelegenheden aangaan


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 19 december 2002 houdende invoering van een financiële centralisatie van de thesaurieën van de Waalse instellingen van openbaar nut;

Gelet op het decreet van 19 december 2002 houdende invoering van een financiële centralisatie van de thesaurieën van de Waalse instellingen van openbaar nut waarvan de opdrachten de in de artikelen 127 en 128 van de Grondwet bedoelde aangelegenheden aangaan;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 18 december 2002;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 19 december 2002;

Gelet op de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996, inzonderheid op artikel 84, eerste lid, 2°;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op de beslissing van de Waalse Regering van 19 oktober 2002 om de financiële centralisatie van de thesaurieën van de Waalse instellingen van openbaar nut door te voeren;

Overwegende dat die beslissing getroffen is in het kader van de uitwerking van de initiële begroting 2003;

Overwegende dat die financiële centralisatie dringend operationeel gemaakt moet worden om een gunstige budgetaire impact op de uitvoering van de begroting 2003 te bewerkstelligen;

Op de voordracht van de Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt aan aangelegenheid bedoeld in de artikelen 127 en 128 van de Grondwet, krachtens artikel 138 van de Grondwet.

Art. 2.In de zin van dit besluit dient te worden verstaan onder : - instelling : de publiekrechtelijke rechtspersoon of de dienst met afzonderlijk beheer bedoeld in de decreten van 19 december 2002 houdende invoering enerzijds van een financiële centralisatie van de thesaurieën van de Waalse instellingen van openbaar nut en anderzijds van een financiële centralisatie van de thesaurieën van de Waalse instellingen van openbaar nut waarvan de opdrachten de in de artikelen 127 en 128 van de Grondwet bedoelde aangelegenheden aangaan; - centrale kasbeheerder : de kredietinstelling die door de Regering aangewezen is overeenkomstig de decreten van 19 december 2002 houdende invoering enerzijds van een financiële centralisatie van de thesaurieën van de Waalse instellingen van openbaar nut en anderzijds van een financiële centralisatie van de thesaurieën van de Waalse instellingen van openbaar nut waarvan de opdrachten de in de artikelen 127 en 128 van de Grondwet bedoelde aangelegenheden aangaan; - Minister : de Minister bevoegd voor begrotingszaken; - globale stand : nettostand van de thesaurie zoals bepaald op grond van de saldo's van alle rekeningen van het Waalse Gewest en van de instellingen bedoeld bij de decreten van 19 december 2002, in bedrag en valutadag.

Art. 3.Elke instelling is ertoe gehouden om al zijn financiële rekeningen te openen bij de centrale kasbeheerder en er al zijn activa en beleggingen te storten.

Elke instelling beschikt over zijn eigen rekeningen, waarbij zijn autonomie geëerbiedigd wordt.

Art. 4.Elke instelling vertrouwt de centrale kasbeheerder de materiële uitvoering van diens ontvangst- en uitgavenverrichtingen toe, evenals het houden van al zijn financiële rekeningen volgens de algemene voorwaarden die door het Waalse Gewest en de centrale kasbeheerder zijn vastgelegd.

De nomenclatuur van de financiële rekeningen die de instelling bij de centrale kasbeheerder reeds geopend heeft, wordt niet gewijzigd.

De Minister kan kennis nemen van de rekeningstand van de instellingen.

Art. 5.De instellingen die houder zijn van één of meerdere rekeningen en/of beleggingen bij een andere kredietinstelling dan de centrale kasbeheerder, zijn ertoe gehouden die rekeningen af te sluiten.

Art. 6.De centrale kasbeheerder bepaalt de globale stand op de valutadag. Die globale stand wordt door de Afdeling Thesaurie van het Ministerie van het Waalse Gewest beheerd.

De financiële rekeningen van de instellingen die in de globale stand opgenomen worden, dragen geen credit- of debetrente ten overstaan van de houder van de rekeningen.

In afwijking van het vorig lid worden de opbrengsten van leningen die nog niet besteed en op een beleggingsrekening van een instelling gestort zijn, met instemming van de Minister niet opgenomen in de bepaling van de globale stand; die rekeningen zullen een rente dragen die opgenomen zal worden in de financiële opbrengsten van de betrokken instellingen.

Art. 7.Behoudens met redenen omklede afwijking die door de Minister wordt toegestaan, zijn de instellingen niet gemachtigd om een kredietlijn te openen op hun lopende rekening.

Art. 8.Elke instelling maakt jaarlijks een kalender op met de ontvangsten en uitgaven van het kalenderjaar, verdeeld per maand, en maakt hem over aan de Afdeling Thesaurie van het Minister van het Waalse Gewest. Die kalender wordt elk kwartaal bijgewerkt.

Elke instelling maakt aan de Afdeling Thesaurie van het Ministerie van het Waalse Gewest op de laatste werkdag van de lopende week uiterlijk om tien uur een rekeningafschrift over, opgesteld op de valutadag, van de ontvangsten en uitgaven van de lopende week, samen met een kalender van alle ontvangsten en uitgaven die in het vooruitzicht zijn gesteld voor de vier volgende weken.

Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking vanaf 1 januari 2003.

Art. 10.De Minister van Begroting is belast met de uitvoering van dit decreet.

Namen, 16 januari 2003.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, M. DAERDEN

^