Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 17 juli 2003
gepubliceerd op 23 september 2003

Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de voorwaarden waaronder een natuurlijke persoon belast kan worden met de afgifte of de weigering van stedenbouwkundige conformiteitsattesten en tot vaststelling van de vorm van die attesten

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2003200949
pub.
23/09/2003
prom.
17/07/2003
ELI
eli/besluit/2003/07/17/2003200949/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 JULI 2003. - Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de voorwaarden waaronder een natuurlijke persoon belast kan worden met de afgifte of de weigering van stedenbouwkundige conformiteitsattesten en tot vaststelling van de vorm van die attesten


De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, inzonderheid op artikel 139, vervangen bij het decreet van 18 juli 2002;

Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 6 december 1985 houdende de bijlagen bij het Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw;

Gelet op het advies van de « Commission régionale d'Aménagement du Territoire » (Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening), uitgebracht op 27 februari 2003;

Gelet op het advies van de « Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne » (Hoge Raad van Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), uitgebracht op 18 februari 2003;

Gelet op het advies van de Nationale Raad van de Orde der Architecten, gegeven op 21 februari 2003;

Gelet op het advies van de koninklijke federatie van Belgische verenigingen van burgerlijk ingenieurs en landbouwingenieurs, gegeven op 6 februari 2003;

Gelet op het advies van de « Union des professions immobilières de Belgique » (Unie van de vastgoedberoepen van België), gegeven op 15 februari 2003;

Gelet op het advies van de « Chambre des urbanistes de Belgique » (Beroepsorganisatie van de Franstalige stedenbouwers van België), gegeven op 13 februari 2003;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 14 mei 2003;

Op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In titel I van boek IV van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium wordt een hoofdstuk XXV ingevoegd, luidend als volgt : « Hoofdstuk XXV. - Voorwaarden waaronder een natuurlijke persoon belast kan worden met de afgifte of de weigering van stedenbouwkundige conformiteitsattesten en tot vaststelling van de vorm van die attesten.

Art. 452/43.Voor elke buitendienst van het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium erkent de Minister één of meerdere ambtenaren of personeelsleden als gewestelijk certificeerder. De aldus erkende ambtenaar of het aldus erkende personeelslid kunnen de overtredingen van dit Wetboek noch vaststellen noch vervolgen, noch deelnemen aan de behandeling van de regularisatievergunningsaanvragen die op grond van een door hem afgeleverd conformiteitsattest worden ingediend.

Art. 452/44.Als gemeentelijk certificeerder worden erkend de ambtenaren en personeelsleden die houder zijn van het diploma of de titel van : 1o burgerlijk ingenieur-architect; 2o architect; 3o burgerlijk ingenieur bouw; 4o industrieel ingenieur bouw; 5o ingenieur technicus bouw; 6o landmeter-vastgoedexpert; 7o vastgoedexpert.

Elke ambtenaar en elk personeelslid zijn bevoegd over het gehele grondgebied waarop ze hun ambt uitoefenen.

De gemeentelijke ambtenaren en personeelsleden die als certificeerder erkend zijn kunnen niet aangewezen worden overeenkomstig artikel 451.

Zij kunnen niet deelnemen aan de behandeling van de regularisatievergunningsaanvragen die ingevoerd zijn overeenkomstig artikel 139, § 6, op grond van het stedenbouwkundig conformiteitsattest dat ze zelf hebben afgeleverd.

Art. 452/45.De natuurlijke personen die houder zijn van het diploma of de titel als volgt, zijn gemachtigd om privé-certificeerder te zijn : 1o burgerlijk ingenieur-architect; 2o architect; 3o burgerlijk ingenieur bouw; 4o industrieel ingenieur bouw; 5o ingenieur technicus bouw; 6o landmeter-vastgoedexpert; 7o vastgoedexpert.

Art. 452/46.De ambtenaren of personeelsleden of de natuurlijke personen bedoeld in de artikelen 452/43, 452/44, 452/45 die daarnaast een opleiding of een nuttige ervaring aantonen ten opzichte van de doelstellingen inzake ruimtelijke ordening of stedenbouw zoals vermeld in artikel 1, § 1, worden erkend in de hoedanigheid van gewestelijk, gemeentelijk of privé-certificeerder door de Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium na advies van de erkenningscommissie bedoeld in artikel 281.

De erkenning wordt verleend voor een hernieuwbare periode van vier jaar die ingaat op de datum van de kennisgeving ervan.

De erkenning wordt uitsluitend in het kader van de in artikel 139, § 5, van het Wetboek omschreven opdracht aan de gewestelijke ambtenaren of personeelsleden verleend.

Art. 452/47.De certificeerder mag zijn opdracht niet uitoefenen indien hij ofwel persoonlijk ofwel door toedoen van een persoon enig belang heeft dat zijn opdracht zou kunnen beïnvloeden.

Het bestaan van een dergelijk belang wordt vermoed : 1o zodra er bloed- of aanverwantschap tot in de vierde graad bestaat tussen de certificeerder en de vergunningsgerechtigde, de overdrager of hun echtgenoot; 2o wanneer de certificeerder in ondergeschikt verband staat ten opzichte van of contractueel verbonden is aan de vergunningsgerechtigde, de overdrager of hun echtgenoot.

De certificeerder is gehouden tot de naleving van een discretieplicht zowel ten opzichte van de partijen als van de derden.

Zijn verslag dient uiterlijk binnen de maand volgend op het schriftelijk verzoek dat hem per aangetekend schrijven toegestuurd wordt door de vergunningsgerechtigde, de overdrager of, in voorkomend geval, door de gemeente of diens gemachtigde, opgesteld te zijn. Die termijn gaat evenwel pas in vanaf de betaling van de door de certificeerder gevraagde provisie.

Elke overtreding van dit artikel geeft de vergunningsgerechtigde of de overdrager het recht om een omstandig bezwaarschrift bij de Minister van Ruimtelijke Ordening in te dienen. Dat bezwaarschrift wordt in overweging genomen bij het eventuele verzoek tot hernieuwing van de erkenning die door de certificeerder wordt ingediend.

Art. 452/48.De verloning van de prestaties van de ambtenaar of het personeelslid bedoeld in artikel 452/44 of van de natuurlijke persoon bedoeld in artikel 452/45 mag niet meer bedragen dan 200 euro voor het eerste gepresteerde uur en 100 euro voor elk bijkomend gepresteerd uur.

De gemaakte kosten, meer bepaald de verplaatsings- en kantoorkosten, mogen 10 % van het ereloon bedoeld in het eerste lid niet overschrijden.

Voor de bouwwerken waarvan het globale volume lager is dan of gelijk is aan 1 500 m3 wordt de verloning evenwel beperkt tot 250 euro.

De prestaties van de gewestelijke certificeerder zijn om niet.

De verloning van de prestaties van de gemeentelijke certificeerder zijn aan de gemeente verschuldigd.

Art. 452/49.De erkennings- of hernieuwingsaanvraag die aan de Minister van Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw wordt gericht, wordt bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstbericht ingediend bij het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium. Daarbij worden de titels gevoegd bedoeld in de artikelen 452/43, 452/44 en 452/45 en, al naar gelang het geval, de referenties die een opleiding of een nuttige ervaring aantonen.

Het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium maakt het dossier inzake de erkennings- of hernieuwingsaanvraag over aan de erkenningscommissie bedoeld in artikel 281, binnen de tien dagen na ontvangst ervan. De erkenningscommissie brengt haar advies uit binnen de zestig dagen na de aanvraag van het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium; bij gebreke van een uitdrukkelijk advies wordt het advies geacht gunstig te zijn.

Voor een gunstig advies uit te brengen, wordt de aanvrager uitgenodigd voor de commissie te verschijnen. In dat geval wordt de termijn bedoeld in het tweede lid op vijfenzeventig dagen gebracht.

De beslissing van de Minister van Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw wordt aan de aanvrager medegedeeld door het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium binnen de negentig dagen na ontvangstbericht van de erkenningsaanvraag.

Indien de aanvrager uitgenodigd wordt om voor de commissie te verschijnen, wordt de termijn bedoeld in het vierde lid op honderd twintig dagen gebracht.

Art. 452/50.De Minister van Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw kan de erkenning van de ambtenaren, personeelsleden en natuurlijke personen bedoeld in de artikelen 452/43, 452/44 en 452/55 intrekken indien de houder ervan : 1o de verplichtingen die hem bij dit Wetboek opgelegd zijn, niet heeft nageleefd; 2o een ernstige beroepsfout begaan heeft.

Voor elke beslissing tot intrekking wordt de erkenningscommissie bedoeld in artikel 281 geraadpleegd.

De commissie maakt zijn advies over binnen zestig dagen na de aanvraag die de Minister van Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw ingediend heeft, na de houder van de erkenning verzocht te hebben voor haar te verschijnen. Indien het advies niet binnen de termijn is overgemaakt, kan de Minister onverwijld zijn beslissing treffen na de houder van de erkenning uitgenodigd te hebben om voor hem te verschijnen.

De intrekking van de erkenning wordt aan de certificeerder per aangetekend schrijven medegedeeld.

Personen wier erkenning ingetrokken werd, kunnen pas een nieuwe erkenningsaanvraag indienen na een termijn die door de Minister van Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw in de beslissing tot intrekking is vastgesteld.

Art. 452/51.Elke beslissing inzake erkenning, hernieuwing of intrekking van de erkenning worden bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

Art. 452/52.De stedenbouwkundige conformiteitsattesten, de voorlopige stedenbouwkundige conformiteitsattesten en de weigeringen van de stedenbouwkundige conformiteitsattesten worden respectievelijk vastgesteld volgens de in de bijlagen 46 tot en met 48 bij dit Wetboek opgenomen typeformulieren.

Art. 452/53.In het geval van een enige vergunning die afgeleverd wordt overeenkomstig de artikelen 81 en volgende van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning is artikel 139 enkel van toepassing op de handelingen en werken die onderworpen zijn aan de stedenbouwkundige vergunning.

De overdrachtsakten en de werken, voor zover zij geheel of gedeeltelijk betrekking hebben op de gemeenschappelijke delen van de onroerende goederen die onder het stelsel van het gedwongen medeëigenaarschap geplaatst zijn zoals geregeld bij de artikelen 577-3 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, met inbegrip van de goederen waarvoor een proces-verbaal van niet-toepassing van de wet van 30 juni 1994 tot wijziging en aanvulling van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek betreffende het medeëigenaarschap is opgesteld, zijn niet onderworpen aan artikel 139.

De vrijstelling slaat evenwel niet op de werken die op initiatief van het medeëigenaarschap worden uitgevoerd. »

Art. 2.Artikel 85, § 3, van hetzelfde Wetboek, ingevoerd bij artikel 30 van het decreet van 18 juli 2002 tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium treedt in werking op dezelfde dag als dit besluit.

Artikel 139 van hetzelfde Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 64 van het decreet van 18 juli 2002 tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium treedt in werking op dezelfde dag als dit besluit.

Artikel 139 van hetzelfde Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 1 van het decreet van 27 november 2002 tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium blijft van toepassing op de werken en handelingen die vergund zijn voor de datum die is vastgesteld overeenkomstig artikel 3 van dit besluit.

Art. 3.Onder overdrachtsakte zoals bedoeld in artikel 85, § 3, van hetzelfde Wetboek, ingevoerd bij artikel 30 van het decreet van 18 juli 2002 tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium dienen de overdrachtsakten te worden verstaan die verleden zijn te rekenen vanaf de termijn van één jaar volgend op de inwerkingtreding van dit besluit.

Onder stedenbouwkundige vergunning zoals bedoeld in artikel 139, § 1, eerste lid, van dit Wetboek, gewijzigd bij artikel 64 van het decreet van 18 juli 2002 tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium dienen de de stedenbouwkundige vergunningen te worden verstaan die afgeleverd zijn te rekenen vanaf de termijn van één jaar volgend op de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 4.De bijlagen bij dit besluit vormen de bijlagen 46 tot en met 48 bij het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag van diens bekendmaking in het Belgisch Staatsblad .

Art. 6.De artikelen 36 en 77 van het decreet van 18 juli 2002 tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium treden in werking de dag van bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.

Art. 7.De Minister van Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 17 juli 2003.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 2003 tot bepaling van de voorwaarden waarin een natuurlijke persoon belast kan worden met de afgifte of de weigering van stedenbouwkundige conformiteitsattesten en tot vaststelling van de vorm van die certificaten.

Namen, 17 juli 2003.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 2003 tot bepaling van de voorwaarden waarin een natuurlijke persoon belast kan worden met de afgifte of de weigering van stedenbouwkundige conformiteitsattesten en tot vaststelling van de vorm van die certificaten.

Namen, 17 juli 2003.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 2003 tot bepaling van de voorwaarden waarin een natuurlijke persoon belast kan worden met de afgifte of de weigering van stedenbouwkundige conformiteitsattesten en tot vaststelling van de vorm van die certificaten.

Namen, 17 juli 2003.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET

^