Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 18 november 1999
gepubliceerd op 26 november 1999

Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 30 september 1999 inzake het toekennen van een tegemoetkoming van het Waarborgfonds en van een rentetoelage aan de bedrijven die schade ondervonden hebben naar aanleiding van de dioxinecrisis van 1999

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
1999027792
pub.
26/11/1999
prom.
18/11/1999
ELI
eli/besluit/1999/11/18/1999027792/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 NOVEMBER 1999. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 30 september 1999 inzake het toekennen van een tegemoetkoming van het Waarborgfonds en van een rentetoelage aan de bedrijven die schade ondervonden hebben naar aanleiding van de dioxinecrisis van 1999


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 30 september 1999 inzake het toekennen van een tegemoetkoming van het Waarborgfonds en van een rentetoelage aan de bedrijven die schade ondervonden hebben naar aanleiding van de dioxinecrisis van 1999, inzonderheid op de artikelen 3, tweede lid, 4, tweede lid en 6, § 3;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 22 oktober 1999;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 27 oktober 1999;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat bovenvermeld decreet van 30 september 1999 zo spoedig mogelijk moet worden toegepast teneinde de activiteiten van de bedrijven die door de dioxinecrisis van 1999 getroffen zijn, voort te kunnen zetten;

Overwegende dat dit besluit uitwerking moet hebben met ingang van 13 oktober 1999, datum waarop voorvermeld decreet van 30 september 1999 in werking is gekomen;

Overwegende dat het om een tijdelijke maatregel gaat die slechts betrekking heeft op door de bedrijven vóór 31 januari 2000 in te dienen dossiers;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 10 november 1999, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Op de voordracht de Minister van Economie, KMO's, Onderzoek en Nieuwe Technologieën;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Begripsbepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Minister : de Minister van Economie en KMO's;2° decreet : het decreet van 30 september 1999 inzake het toekennen van een tegemoetkoming van het Waarborgfonds en van een rentetoelage aan de bedrijven die schade ondervonden hebben naar aanleiding van de dioxinecrisis van 1999;3° bedrijf : het in artikel 1 van het decreet bedoelde bedrijf;4° evaluatiecomité : de in artikel 6 van het decreet bedoelde commissie;5° bestuur : het Directoraat-generaal Economie en Tewerkstelling van het Ministerie van het Waalse Gewest;6° krediet : het in artikel 2 van het decreet bedoelde krediet;7° rentetoelage : de in artikel 3 van het decreet bedoelde rentetoelage;8° waarborg : de in artikel 4 van het decreet bedoelde waarborg. HOOFDSTUK II. - Verkiesbaarheidsvereisten

Art. 2.§ 1. De waarborg, de rentetoelage en het forfaitaire bedrag van 10.000 BEF worden toegekend op voorwaarde dat de omzet van het bedrijf vanaf begin juni tot eind september 1999 over drie al dan niet opeenvolgende maanden met minstens 20 % is gedaald, of over twee al dan niet opeenvolgende maanden met minstens 25 % is gedaald, of over één maand met minstens 40 % is gedaald en dit ten opzichte van de gemiddelde omzet van de overeenstemmende maand(en) van de jaren 1996, 1997 en 1998. § 2. Het bedrijf moet bewijzen dat het op 27 mei 1999 de voorwaarden voor het failliet of voor het gerechtelijk akkoord niet vervulde en dat het geen belangrijke achterstallige betalingen had wat betreft de belastingen, de sociale lasten, de bezoldigingen of de schulden t.o.v. kredietinstellingen, tenzij het een door zijn schuldeisers goedgekeurde terugbetalingsplan kan voorleggen. § 3. Voor de sinds minstens drie jaar opgerichte bedrijven wordt § 1 prorata temporis toegepast op grond van de beschikbare cijfergetallen. HOOFDSTUK III. - Tegemoetkoming van het Waarborgfonds

Art. 3.De waarborg dekt een evenredig bedrag van hoogstens 50 % van het door de kredietinstelling toegestane krediet.

Art. 4.De aanvraag om waarborg wordt door de kredietinstelling bij het evaluatiecomité ingediend. Het dossier moet gewag maken van de voorwaarden waaronder de kredietinstelling het krediet verleent en de gronden die de toekenning van de waarborg rechtvaardigen.

Het evaluatiecomité kan om elke bijkomende informatie verzoeken die het nodig acht om advies uit te brengen.

Na ontvangst van het volledige dossier deelt het evaluatiecomité binnen tien werkdagen zijn advies mede aan het Comité van het Waarborgfonds.

Art. 5.Het Comité van het Waarborgfonds beslist over de toekenning van de waarborg binnen vijf werkdagen na ontvangst van het door het evaluatiecomité medegedeelde advies en deelt zijn beslissing mede aan de kredietinstelling en aan het bedrijf. HOOFDSTUK IV. - Toekenning van de rentetoelage

Art. 6.§ 1. De toegekende rentetoelage is gelijk aan : 1° het geheel van de renten voor de kredieten waarvan de hoofdsom geen 10 miljoen BEF bedraagt of voor de eerste tien miljoen van een hoger krediet;2° 3 of 2 % voor het gedeelte van elk krediet van meer dan 10 miljoen BEF, al naar gelang het bedrijf respectievelijk minder dan 50 personen of van 50 tot minder dan 250 personen tewerkstelt. § 2. De terugbetaling van het krediet kan vergezeld gaan van een franchise voor maximum één jaar.

Art. 7.De aanvraag om rentetoelage wordt door het bedrijf aan het bestuur gericht volgens een door hem opgemaakt formulier.

Art. 8.Na ontvangst van het behoorlijk ingevulde formulier maakt het bestuur het zo spoedig mogelijk over aan het evaluatiecomité dat over tien werkdagen beschikt om een met redenen omkleed advies aan de Minister uit te brengen.

Art. 9.De Minister beslist over de toekenning van de rentetoelage uiterlijk binnen vijf werkdagen na ontvangst van het door het evaluatiecomité overgemaakte advies en deelt zijn beslissing aan het bedrijf mede.

Het bestuur deelt de beslissing van de Minister aan de kredietinstelling mede.

Art. 10.De rentetoelage wordt aan de kredietinstelling gestort. Deze moet haar aanvraag om betaling aan het bestuur overmaken waarin de rekening van het gestorte bedrag wordt bepaald.

In ieder geval moet de schuldvordering hetgeen volgt vermelden : 1° het bedrag van de gedurende het afgelopen jaar geheven schijven;2° de datum van elke heffing;3° het bedrag van de voor elke geheven schijf nog verschuldigde renten. HOOFDSTUK V. - Algemene bepalingen

Art. 11.De Minister benoemt de voorzitter van het evaluatiecomité alsmede het lid van het comité van het Waarborgfonds. Hij benoemt de andere leden van het evaluatiecomité onder de personen ingeschreven op de tabel van de beroepsinstituten bedoeld in artikel 6, § 2, van het decreet.

Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 13 oktober 1999.

Art. 13.De Minister van Economie en KMO's is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 18 november 1999.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Economie, KMO's, Onderzoek en Nieuwe Technologieën, S. KUBLA

^