Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 20 september 2018
gepubliceerd op 24 oktober 2018

Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van artikel 5, § § 3 en 4, van het decreet van 8 februari 2018 betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen, met betrekking tot de toekenningsvoorwaarden van de gezinsbijslagen aan kinderen ouder dan achttien jaar

bron
waalse overheidsdienst
numac
2018205339
pub.
24/10/2018
prom.
20/09/2018
ELI
eli/besluit/2018/09/20/2018205339/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 SEPTEMBER 2018. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van artikel 5, § § 3 en 4, van het decreet van 8 februari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/2018 pub. 01/03/2018 numac 2018201006 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen sluiten betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen, met betrekking tot de toekenningsvoorwaarden van de gezinsbijslagen aan kinderen ouder dan achttien jaar


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 8 februari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/2018 pub. 01/03/2018 numac 2018201006 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen sluiten betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen, artikel 5, § § 3 en 4;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 november 2017;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 30 november 2017;

Gelet op het advies van het Comité "Gezinnen" van het "Agence wallonne de la santé, de la protection sociale, du handicap et des familles" (Waals agentschap voor gezondheid, sociale bescherming, handicap en gezinnen), uitgebracht op 19 december 2017;

Gelet op het rapport van 23 november 2017, opgesteld overeenkomstig artikel 4, 2°, van het decreet van 3 maart 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/03/2016 pub. 14/03/2016 numac 2016201315 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen, voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet;

Gelet op advies nr. 62.973/2 van de Raad van State, uitgebracht op 12 maart 2018, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Actie;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen

Artikel 1.Dit besluit regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet aangelegenheden bedoeld in artikel 128, § 1, ervan.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° het decreet van 8 februari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/2018 pub. 01/03/2018 numac 2018201006 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen sluiten: het decreet van 8 februari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/2018 pub. 01/03/2018 numac 2018201006 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen sluiten betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 1 maart 2018;2° de Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid de gezinsbijslagen behoren. HOOFDSTUK II. - Het rechtgevend kind van minder dan eenentwintig jaar

Art. 3.§ 1. De volgende situaties vormen voor het betrokken kwartaal of de betrokken maanden een belemmering voor de toekenning van de gezinsbijslagen voor de rechtgevende kinderen bedoeld in artikel 5, § 3, van het decreet van 8 februari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/2018 pub. 01/03/2018 numac 2018201006 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen sluiten: 1° de winstgevende activiteit van het rechtgevend kind wanneer deze meer dan tweehonderdveertig uur per kwartaal bedraagt;2° het genieten van een sociale bijslag overeenkomstig een Belgisch of buitenlands stelsel in verband met ziekte, invaliditeit, arbeidsongevallen of beroepsziekten, indien deze bijslag het gevolg is van een niet-toegestane winstgevende activiteit;3° het genieten van een sociale bijslag overeenkomstig een Belgisch of buitenlands stelsel in verband met werkloosheid of een uitkering van loopbaanonderbreking bedoeld in afdeling 5 van hoofdstuk IV van de herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende sociale bepalingen;4° de ontvangst van een maandelijkse brutobezoldiging van meer dan 541,09 euro per maand, exclusief vakantiegeld, door het rechtgevend kind dat een opleiding tot bedrijfsleider of een coördinatie- en begeleidingsopleiding volgt;5° een zelfstandige activiteit die bestaat in de betaling van bijdragen als zelfstandige in hoofdberoep overeenkomstig artikel 12 van het koninklijk besluit nr.38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen.

Wat punt 1° en punt 2° betreft, is elke activiteit die wordt uitgeoefend in het kader van een arbeidsovereenkomst, een statuut of als zelfstandige een winstgevende activiteit.

Wat punt 1° betreft, worden de door het rechtgevend kind gepresteerde uren in het kader: a) van een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten, een zelfstandige activiteit die geen sociale bijdrage genereert of een alternerende opleiding, niet in aanmerking genomen voor de toepassing van dit artikel;b) van een zelfstandige activiteit die aanleiding geeft tot de betaling van verminderde sociale bijdragen verondersteld meer dan tweehonderdveertig uur per kwartaal te overschrijden, tenzij laatstgenoemde het tegendeel kan bewijzen. Het bedrag bedoeld in punt 4° wordt aan de spilindex 103,04 (basis 2013=100) gekoppeld. § 2. Voor de in artikel 5, § 2, van het decreet van 8 februari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/2018 pub. 01/03/2018 numac 2018201006 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen sluiten bedoelde rechtgevende kinderen vormen de in paragraaf 1 bedoelde situaties voor het betrokken kwartaal of de betrokken maanden een belemmering voor de toekenning van gezinsbijslagen, met uitzondering van de maandelijkse toeslag bedoeld in artikel 16 van het decreet van 8 februari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/2018 pub. 01/03/2018 numac 2018201006 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen sluiten, die gehandhaafd blijft. HOOFDSTUK III. - Het rechtgevend kind van meer dan eenentwintig jaar Afdeling 1. - Algemene bepaling

Art. 4.De belemmeringen voor de toekenning van de gezinsbijslagen bedoeld in artikel 3 zijn ook van toepassing op een rechtgevend kind van meer dan éénentwintig jaar.

Bovendien moet hij voldoen aan de voorwaarden die specifiek zijn voor zijn statuut, zoals hieronder bepaald. Afdeling 2. - Het rechtgevend kind dat een afstudeerrichting volgt

Onderafdeling 1. - Niet-hoger onderwijs

Art. 5.De kinderbijslag wordt, overeenkomstig artikel 5, § 4, eerste lid, 3°, van het decreet van 8 februari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/2018 pub. 01/03/2018 numac 2018201006 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen sluiten, toegekend aan een rechtgevend kind dat ingeschreven is in één of meer door één van de gemeenschappen erkende, georganiseerde of gesubsidieerde onderwijsinstelling, of dat permanente opleidingscursussen in de middenstand volgt, in het stadium van de opleiding tot bedrijfsleider of een coördinatie- en begeleidingsopleiding, in één of meer door één van de gemeenschappen erkende, georganiseerde of gesubsidieerde opleidingscentra.

Tevens wordt ervan uitgegaan dat aan de in het eerste lid bedoelde voorwaarden is voldaan : 1° de buiten het Rijk gevolgde opleiding, indien uit een officieel document van de instelling blijkt dat het aantal gevolgde uren is volbracht;2° het schriftelijk onderwijs of e-learning onderwijs als het kind : a) een mininum van zeventien uur per week volgt;b) deelneemt aan de examens voor alle onder a) bedoelde uren en aan alle door het programma opgelegde activiteiten. De cursussen bedoeld in de leden 1 en 2 worden gedurende ten minste zeventien uur per week gegeven. Een lesperiode van vijftig minuten wordt beschouwd als één uur. De Minister kan algemene en individuele afwijkingen van de zeventien-urige werkweeknorm toestaan.

Worden gelijkgesteld met de lesuren bedoeld in het derde lid : 1° de uren die zijn besteed aan praktische oefeningen onder het toezicht van de leerkrachten in de onderwijsinstelling;2° tot hoogstens vier uren per week, de studie-uren die verplicht onder toezicht in de onderwijsinrichting doorgebracht worden;3° de stages, als de uitvoering ervan een voorwaarde vormt voor het behalen van een wettelijk, decretaal, ordonnantieel of reglementair erkend diploma, getuigschrift of brevet;4° de stageovereenkomst bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 16 juli 1998Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 16/07/1998 pub. 22/09/1998 numac 1998027517 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende de stageovereenkomst in het kader van de permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen type besluit van de waalse regering prom. 16/07/1998 pub. 22/09/1998 numac 1998027513 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende het plan voor afwisselende opleiding in het kader van de permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen sluiten betreffende de stageovereenkomst in het kader van de Permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen.

Art. 6.De kinderbijslag wordt ook toegekend aan het volgend rechtgevend kind dat één van de volgende types onderwijs volgt, hetzij : 1° een van de types deeltijds gewoon of buitengewoon secundair onderwijs, ingericht volgens de voorwaarden bepaald door de gemeenschappen;2° een erkende opleiding bedoeld in artikel 2 van de wet van 29 juni 1983Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1983 pub. 25/01/2011 numac 2011000012 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de leerplicht. - Duitse vertaling sluiten betreffende de leerplicht.

Art. 7.De toekenning van gezinsbijslagen wordt behouden tijdens de zomervakantie, namelijk gedurende de periode tussen het einde van het schooljaar in de onderwijsinstelling waar het rechtgevend kind vóór de vakantie verblijft en het begin van het schooljaar in de onderwijsinstelling waar het kind in het volgende schooljaar of het volgende academiejaar les volgt.

De tussentijdse periode bedoeld in het eerste lid mag niet meer dan 120 dagen bedragen.

Als het kind niet werkelijk de lessen hervat, wordt de kinderbijslag toegekend tijdens de zomervakantie van de onderwijsinrichting die het kind verlaten heeft. Die vakantie wordt geacht te eindigen uiterlijk op 31 augustus.

Onderafdeling 2. - Hoger onderwijs

Art. 8.§ 1. De kinderbijslagen worden overeenkomstig artikel 5, § 4, eerste lid, 3°, van het decreet van 8 februari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/2018 pub. 01/03/2018 numac 2018201006 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen sluiten toegekend aan een rechtgevend kind dat ingeschreven is in een of meer instellingen voor het hoger onderwijs in of buiten het Rijk, met het oog op het volgen van een of meer opleidingen met een totaal van ten minste zevenentwintig studiepunten per academiejaar.

De studiepunten die worden toegekend in het kader van het schrijven van een doctoraatproefschrift worden niet in aanmerking genomen om de norm bedoeld in het eerste lid te vormen.

Het schriftelijk onderwijs of e-learningonderwijs wordt ook geacht te voldoen aan de voorwarden bedoeld in het eerste lid indien het kind : 1° hoofdzakelijk ingeschreven is voor ten minste zevenentwintig studiepunten bij een onderwijsinstelling georganiseerd en gesubsidieerd overeenkomstig artikel 5, § 4, eerste lid, 3°, of bij een buiten het Rijk gevestigde instelling overeenkomstig lid 5;2° deelneemt aan de examens voor alle onder lid 1 bedoelde studiepunten en aan alle door het programma opgelegde activiteiten. Wanneer het rechtgevend kind staat ingeschreven bij een instelling voor hoger onderwijs in het Rijk en een opleiding volgt in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte of in een andere staat die deelneemt aan een communautair actieprogramma inzake opvoeding, maakt deze opleiding noodzakelijk deel uit van het studieprogramma van die instelling voor hoger onderwijs gelegen in het Rijk en wordt zij door die instelling volledig erkend.

De buiten het Rijk gevolgde opleiding, waarvan een officieel document waaruit de omvang van de gevolgde studiepunten blijkt, wordt geacht te voldoen aan de voorwaarden van het eerste lid.

Bij gebrek aan studies uitgedrukt in aantal studiepunten, wordt het rechtgevend kind ingeschreven om minimaal dertien uur les per week te volgen. § 2. Het recht op kinderbijslag wordt verworven voor het volledige academiejaar wanneer het totaal van ten minste zevenentwintig studiepunten achtereenvolgens wordt bereikt ingevolge : 1° van een inschrijving uiterlijk op 30 november van het betreffende academiejaar;2° van verschillende inschrijvingen, waarvan de eerste uiterlijk op 30 november van het betrokken academiejaar heeft plaatsgevonden. Wanneer het totaal van zevenentwintig studiepunten wordt bereikt na één of meer inschrijvingen na 30 november van het betrokken academiejaar, wordt het recht op kinderbijslagen verworven bij die inschrijving of bij de eerste van die inschrijvingen.

De Minister kan algemene en individuele afwijkingen van de norm van de zevenentwintig studiepunten bedoeld in deze paragraaf toestaan.

Art. 9.De kinderbijslagen worden in de loop van het schooljaar niet meer uitgekeerd als het rechtgevend kind : 1° zijn inschrijving of inschrijvingen onder de drempel van zevenentwintig studiepunten brengt;2° of, tijdens het academiejaar, elke opleiding waarvoor hij zich heeft ingeschreven, beëindigt.

Art. 10.De toekenning van de kinderbijslagen wordt gehandhaafd tijdens de periode tussen twee opeenvolgende academiejaren.

De tussentijd bedoeld in het eerste lid tussen twee perioden mag niet meer dan 120 dagen bedragen.

Art. 11.Indien het rechtgevend kind zich niet inschrijft voor een nieuwe opleiding in een instelling voor hoger onderwijs, worden de kinderbijslagen enkel toegekend tijdens de zomervakantie die wordt toegekend door de instelling voor hoger onderwijs waarvan het rechtgevend kind is vertrokken. Die vakantie wordt geacht te eindigen uiterlijk op 30 september.

Onderafdeling 3. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 12.Een rechtgevend kind dat de cursussen die hij regelmatig in het buitenland heeft gevolgd gedurende de hele periode vanaf het einde van de vakantie in het buitenland tot en met juni, onderbreekt, blijft gedurende de periodes bedoeld in artikel 7, tweede lid, en 10, tweede lid, in aanmerking komen voor kinderbijslagen indien hij de cursussen hervat of zich voor een opleiding in België of een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte inschrijft op de dag waarop deze cursussen daadwerkelijk beginnen of op de dag waarop de inschrijvingen voor die opleiding zijn geopend en uiterlijk op 30 november van hetzelfde kalenderjaar.

Het recht op kinderbijslagen krachtens dit artikel begint ten vroegste op 1 juli of op de daaropvolgende datum van onderbreking van de studie in het buitenland en eindigt uiterlijk op 30 november van hetzelfde kalenderjaar.

Een kind dat in België of in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte gedurende de periode van 1 december tot het begin van de vakantieperiode in het buitenland cursussen of opleidingen onderbreekt die hij regelmatig in België of in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte heeft gevolgd, blijft tijdens de vakantieperiode in het buitenland kinderbijslagen ontvangen indien hij de cursussen in het buitenland hervat op de dag waarop deze cursussen daadwerkelijk beginnen.

De periode die overeenkomt met de feitelijke vakantie in het buitenland, waarvoor het bewijs wordt geleverd, wordt beschouwd als de periode van vakantie in het buitenland in de zin van de leden 1 en 3.

Deze periode mag niet langer duren dan 120 dagen.

Art. 13.Een kind dat voor een of meer opleidingen in het hoger onderwijs met een totaal van minder dan zevenentwintig studiepunten is ingeschreven en dat ook cursussen in het niet-hoger onderwijs volgt, heeft recht op kinderbijslag indien aan de voorwaarden van artikel 5, derde lid, is voldaan. Voor de toepassing van deze bepaling worden de studiepunten toegekend in het kader van het hoger onderwijs omgezet in lesuren. Afdeling 3. - Het rechtgevend kind dat een stage volgt met het oog op

de uitoefening van een ambt

Art. 14.De kinderbijslagen worden overeenkomstig artikel 5, § 4, eerste lid, 2°, van het decreet van 8 februari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/2018 pub. 01/03/2018 numac 2018201006 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen sluiten toegekend aan het rechtgevend kind dat een stage doorloopt als voorwaarde om in een ambt benoemd te kunnen worden voor zover het kind voor deze stage geen vergoeding of loon ontvangt. De periode gedurende welke de bijslagen worden toegekend, mag niet langer duren dan de duur van de normaal vereiste stage. Afdeling 4. - De jonge werkzoekende

Art. 15.§ 1. De kinderbijslag wordt, overeenkomstig artikel 5, § 4, eerste lid, 4°, van het decreet van 8 februari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/2018 pub. 01/03/2018 numac 2018201006 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen sluiten, voor een periode van driehonderdzestig dagen toegekend aan het rechtgevend kind dat als werkzoekende is ingeschreven en zijn beroepsinschakelingstijd aanvangt overeenkomstig de reglementering in verband met de werkloosheid. De periode voor de toekenning van de gezinsbijslag vangt aan op de datum waarop de beroepsinschakelingstijd overeenkomstig de reglementering inzake werkloosheid begint.

De ambtshalve schrapping door een gewestelijke werkgelegenheidsdienst is geen belemmering voor de toepassing van het eerste lid. § 2. De periode bedoeld in paragraaf 1 wordt, binnen de grenzen vastgesteld in de leden 2, 3 en 4, verlengd met de duur van de verlengingsperiode van de beroepsinschakelingstijd beslist door de gewestelijke werkgelegenheidsdienst totdat een tweede positieve beslissing tot evaluatie inzake het zoeken naar werk is genomen ten gunste van het rechtgevend kind.

De toekenningsperiodes tussen twee evaluaties zijn beperkt tot maximaal zes maanden.

De betalingen worden geschorst indien een periode van zes maanden tussen twee evaluaties wordt overschreden.

Overeenkomstig artikel 84, eerste lid, van het decreet van 8 februari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/2018 pub. 01/03/2018 numac 2018201006 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen sluiten gaat een nieuwe toekenningsperiode van maximaal zes maanden in zodra de gewestelijke werkgelegenheidsdienst een nieuwe evaluatie uitvoert waarbij geen inschakelingsuitkeringen kunnen worden toegekend. § 3. De in paragraaf 1 bedoelde periode wordt eveneens verlengd met de periode gedurende welke het rechtgevend kind wegens ziekte is geschorst als werkzoekende, overeenkomstig de reglementering inzake werkloosheid.

Indien het rechtgevend kind zich niet als werkzoekende kan inschrijven wegens ziekte, overeenkomstig de reglementering inzake werkloosheid, op het tijdstip waarop de in paragraaf 1 bedoelde periode had moeten ingaan, worden de kinderbijslagen toegekend gedurende de gehele periode waarin de jongere die de school heeft verlaten zich niet als werkzoekende kon inschrijven, alsmede gedurende de daaropvolgende toekenningsperiode van driehonderdzestig dagen, indien het kind zich zonder onderbreking na de ziekte als werkzoekende inschrijft.

De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing indien het kind zich na de ziekte niet herinschrijft of niet meer inschrijft als werkzoekende. HOOFDSTUK IV. - Diverse bepalingen

Art. 16.De voorwaarden met betrekking tot de onderwijsinstellingen worden in het kader van de toepassing van artikel 5, § 4 van het decreet elk jaar gecontroleerd.

De Minister kan algemene en individuele afwijkingen verlenen aan rechtgevende kinderen die ingeschreven zijn in scholen die niet georganiseerd, gesubsidieerd en erkend zijn door een van de gemeenschappen van het land. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 17.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2019.

Art. 18.De Minister bevoegd voor gezinsbijslagen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 20 september 2018.

Voor de Regering : De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Sociale Actie, Gezondheid, Gelijke Kansen, Ambtenarenzaken en Administratieve vereenvoudiging, A. GREOLI

^