Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 23 januari 2014
gepubliceerd op 12 februari 2014

Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, wat betreft de samenstelling en de werking van de "Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable"

bron
waalse overheidsdienst
numac
2014200956
pub.
12/02/2014
prom.
23/01/2014
ELI
eli/besluit/2014/01/23/2014200956/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 JANUARI 2014. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, wat betreft de samenstelling en de werking van de "Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable" (Waalse Milieuraad voor Duurzame Ontwikkeling)


De Waalse Regering, Gelet op boek I van het Milieuwetboek, inzonderheid op de artikelen D.7 en D.9;

Gelet op het regelgevend deel van Boek I van het Milieuwetboek;

Gelet op advies nr. 54.608/4 van de Raad van State, gegeven op 23 december 2013, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel R.4 van Boek I van het Milieuwetboek wordt vervangen als volgt : "Art. R.4. De Raad bestaat uit zesentwintig gewone leden en zesentwintig plaatsvervangende leden of, als de voorzitter en de ondervoorzitter gekozen worden buiten de personen bedoeld in artikel R.5, uit achtentwintig gewone leden en achtentwintig plaatsvervangende leden.

De directeur-generaal van het "D.G.A.R.N.E." (Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu) of de door hem aangewezen afgevaardigden kunnen de vergaderingen van de Raad bijwonen zonder stemgerechtigd te zijn.".

Art. 2.Artikel R.6 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt : "Art. R.6. Elke organisatie bedoeld in artikel R.5, 1° tot en met 8°, legt de Minister een dubbeltal van gewone en plaatsvervangende kandidaten per toegewezen mandaat voor. Voor de Commissies en Raden bedoeld in artikel R.5, 9°, zijn de voorzitters de gewone leden en de ondervoorzitters de plaatsvervangende leden.

De gewone en plaatsvervangende leden worden door de Regering benoemd.".

Art. 3.In artikel R.7 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : "De mandaten beginnen te lopen op de datum van ondertekening van het besluit tot benoeming van de leden van de Raad."; 2° de leden 6 tot en met 8 worden opgeheven.

Art. 4.Artikel R.8 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt : "Op de voordracht van de Minister benoemt de Regering de voorzitter en de ondervoorzitter, in voorkomend geval onder andere personen dan degenen bedoeld in artikel R.5. De ambten van voorzitter en ondervoorzitter worden toegewezen aan personen wier bevoegdheid inzake leefmilieu erkend is en die kunnen aantonen dat hun onafhankelijkheid voldoende gewaarborgd is.

Indien ze een organisatie die tot één van de categorieën bedoeld in artikel R.5, 1° tot 8° behoort, vertegenwoordigen, mogen de voorzitter en de ondervoorzitter van de CWEDD niet dezelfde organisatie of dezelfde categorie organisaties vertegenwoordigen.

In geval van ontslag of overlijden van de voorzitter bekleedt de ondervoorzitter het voorzitterschap totdat de Regering, op de voordracht van de Minister, zijn plaatsvervanger heeft aangewezen.

Na twee en een half jaar na de ondertekening van het besluit tot benoeming van de leden van de Raad worden de ambten van voorzitter en ondervoorzitter omgekeerd.".

Art. 5.Artikel R.9 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld als volgt : "Indien ze een organisatie die tot één van de categorieën bedoeld in artikel R.5, 1° tot 8° behoort, vertegenwoordigen, mogen de voorzitters van de gespecialiseerde secties niet dezelfde categorie organisaties vertegenwoordigen.".

Art. 6.Artikel R.12 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt : "Art. R.12. De leden die de in artikel R.5., 1° tot 8°, bedoelde organisaties vertegenwoordigen, zijn stemgerechtigd. De voorzitters of ondervoorzitters van de in artikel R.5., 9°, bedoelde Raden en Commissies zijn stemgerechtigd.

De Raad vergadert slechts rechtsgeldig als ten minste de helft van zijn stemgerechtigde leden aanwezig is. Hij beslist dan op geldige wijze, ongeacht het aantal aanwezige leden.

De vertegenwoordigers van de Franstalige universitaire instellingen alsmede de vertegenwoordigers afkomstig van een als auteur van een milieueffectonderzoek erkende instelling zijn niet stemgerechtigd voor aangelegenheden onderworpen aan de Raad krachtens de artikelen D.49 tot en met D.81 van het decreetgevende deel.

De beslissingen worden bij gewone meerderheid van de aanwezige leden genomen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.

Wanneer minstens een vierde van de aanwezige stemgerechtigde leden zich tegen het door de meerderheid uitgebracht advies verzet, gaat het advies vergezeld van een bericht waarin gewag wordt gemaakt van de afvallige mening.".

Art. 7.Artikel R.13 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.

Art. 8.In artikel R.15 van hetzelfde Wetboek worden de woorden "Het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu" vervangen door de woorden "De Waalse Overheidsdienst".

Art. 9.In artikel R.16, tweede lid, van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1° wordt het woord "oproepingsprocedures" opgeheven; 2° in 2° worden de woorden "alsmede het reglement m.b.t belangenconflicten die zich meer bepaald zouden kunnen voordoen in het kader van de stemmingsprocedures wanneer één of meer leden van de Raad aan een onderzoek hebben meegewerkt" opgeheven.

Art. 10.De artikelen 1 tot 5 van dit besluit treden in werking bij de eerstvolgende integrale hernieuwing van de Raad.

Art. 11.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 23 januari 2014.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY

^