27 MEI 2009. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 30 april 2009 waarbij wijzigingen aangebracht worden in het decreet van 29 januari 2004 betreffende het begeleidingsplan inzake omschakelingen

De Waalse Regering, Gelet op artikel 108 van de Grondwet en op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

Gelet op het decreet van 30 april 2009 waarbij wijzigingen aangebracht worden in het decreet van 29 januari 2004 betreffende het begeleidingsplan inzake omschakelingen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 mei 2009;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 27 mei 2009;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de huidige economische conjunctuur nadelige gevolgen voor de tewerkstelling heeft;

Overwegende dat ze vooral de interimwerknemers en de werknemers onder arbeidscontract van bepaalde duur treffen;

Overwegende dat de overige werknemers ook bedreigd worden of al het voorwerp zijn van massaontslagen;

Overwegende dat dringend een spoedig antwoord ontwikkeld moet worden op het gezamenlijke grondgebied van het Waalse Gewest met het oog op het onthaal van alle werknemers die door de crisis getroffen worden;

Overwegende dat de Regering dringend haar steun moet verlenen aan het geheel van de werknemers en werkgevers getroffen door de economische crisis en de maatregelen moet uitvoeren waartoe besloten werd in het kader van het "Plan Anticrise" (Anticrisisplan) van 5 december 2008;

Overwegende dat de interimwerknemers (onder CBD of COD) bijgevolg onmiddellijk ten laste genomen moeten worden in het kader van een intensieve en gespecialiseerde begeleiding binnen het stelsel van de begeleidingsplannen inzake omschakelingen;

Overwegende dat bijgevolg voorzien moet worden in de organisatie van de begeleiding van de werknemers getroffen door een vertraging van de activiteit (interimwerknemers of werknemers onder CBD) of door een herstructurering (collectieve ontslagen) door hen een toegang te waarborgen tot een doeltreffend en coherent Waals stelsel t.o.v. de federale verplichtingen;

Overwegende dat de maatregelen die op federaal niveau zijn genomen krachtens de Economische herstelwet van 27 maart 2009 en meer bepaald hoofdstuk I van Titel IV ervan, dringend ten uitvoer gelegd moeten worden;

Op de voordracht van de Minister van Economie, Tewerkstelling, Buitenlandse Handel en Patrimonium;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt gedeeltelijk een materie bedoeld in artikel 127, § 1, en 128, § 1, van de Grondwet, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet.

Art. 2.Er wordt binnen de "Conseil économique et social de la Région wallonne" (Sociaal-economische raad van het Waalse Gewest) een Oriënteringscomité voor de begeleiding inzake omschakelingen opgericht, hierna "Oriënteringscomité " genoemd. Het wordt ermee belast op eigen initiatief of op verzoek van de Minister van Tewerkstelling adviezen en aanbevelingen te geven i.v.m. de uitvoering van het decreet van 29 januari 2004 betreffende het begeleidingsplan inzake omschakelingen, zoals gewijzigd, alsook i.v.m. alle vraagstukken betreffende het beleid inzake de herstructureringen van ondernemingen, die onder de gewestelijke bevoegdheden ressorteren.

Art. 3.Het "Oriënteringscomité" is samengesteld uit : 1° een voorzitter en een ondervoorzitter;2° vier gewone en evenveel plaatsvervangende leden ter vertegenwoordiging van de representatieve werkgeversorganisaties;3° vier gewone en evenveel plaatsvervangende leden ter vertegenwoordiging van de representatieve werknemersorganisaties;4° een gewoon en een plaatsvervangend lid ter vertegenwoordiging van de Minister van Tewerkstelling;5° een gewoon en een plaatsvervangend lid ter vertegenwoordiging van de Minister van Vorming;6° twee gewone en evenveel plaatsvervangende leden ter vertegenwoordiging van de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi (Waalse Dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling), zoals ingesteld bij het decreet van 6 mei 1999 betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi", hierna de "Dienst" genoemd. De Minister van Tewerkstelling benoemt de leden bedoeld in het eerste lid, 4° en 5°, en wijst de in het eerste lid, 1°, 2°, 3° en 6°, bedoelde leden aan op de voordracht van de instellingen die zij vertegenwoordigen.

De voorzitter en de ondervoorzitter worden aangewezen onder en door de leden bedoeld in het eerste lid, 2° en 3°.

De Minister van Tewerkstelling keurt het huishoudelijk reglement van het Oriënteringscomité goed. Dat reglement voorziet o.a. in de modaliteiten voor de werking van het Comité overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 6 november 2008 houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet.

Art. 4.Overeenkomstig artikel 3, tweede lid, van voornoemd decreet van 29 januari 2004 is de Minister van Tewerkstelling bevoegd om op voorstel van het beheerscomité van de Dienst de lijst aan te vullen van de werknemers die in aanmerking genomen zullen worden bij de berekening van het aantal bedoeld in het eerste lid van artikel 3 van voornoemd decreet als het collectief ontslag een duidelijk nadelige weerslag op de tewerkstelling van andere werknemers heeft.

Art. 5.Overeenkomstig artikel 5, § 1, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt het typebestek door de Minister van Tewerkstelling goedgekeurd.

Art. 6.De subsidie bedoeld in artikel 6, § 1, tweede lid, van het decreet bedraagt 420.000 euro per jaar. De Minister van Tewerkstelling bepaalt de modaliteiten voor de verdeling en de betaling van die subsidie op voorstel van de Dienst en na advies van het Oriënteringscomité. De Minister van Tewerkstelling kan het bedrag van de jaarlijkse subsidie wijzigen.

Art. 7.Er wordt een permanent platform per gewestelijke directie van de Dienst opgericht. De Minister van Tewerkstelling bepaalt, overeenkomstig artikel 7, tweede lid, van voornoemd decreet, het aantal sociale begeleiders en de middelen bestemd voor de platforms en de omschakelingscellen.

Art. 8.Per werknemer of uitzendwerknemer wordt een maximale tegemoetkoming van gemiddeld 375 euro verleend voor : 1° de betalende opleidingen ten gunste van de ontslagen werknemers, met name de specifieke opleidingen of de opleidingen ter aanvulling van die geboden door de openbare vormingsoperatoren;2° de uurvergoedingen;3° de verplaatsingskosten. De Minister van Tewerkstelling kan de maximale gemiddelde tegemoetkomingsprijs per werknemer of uitzendwerknemer wijzigen en vermeldt de kosten die hij dekt.

Art. 9.Het decreet van 30 april 2009 waarbij wijzigingen aangebracht worden in het decreet van 29 januari 2004 betreffende het begeleidingsplan inzake omschakelingen en dit besluit treden in werking op 1 juni 2009.

Art. 10.De Minister van Tewerkstelling is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 27 mei 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Economie, Tewerkstelling, Buitenlandse Handel en Patrimonium, J.-C. MARCOURT