Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 30 april 1998
gepubliceerd op 13 mei 1998

Besluit van de Waalse Regering betreffende het verlaagd tarief van de successierechten in geval van ondernemingsoverdracht

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
1998027295
pub.
13/05/1998
prom.
30/04/1998
ELI
eli/besluit/1998/04/30/1998027295/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 APRIL 1998. - Besluit van de Waalse Regering betreffende het verlaagd tarief van de successierechten in geval van ondernemingsoverdracht


De Waalse Regering, Gelet op het programmadecreet van 17 december 1997 houdende verschillende maatregelen inzake belastingen, taksen en retributies, huisvesting, onderzoek, milieu, plaatselijke besturen en vervoer, inzonderheid op artikel 2, waarbij een artikel 60bis is ingevoegd in het Wetboek der Successierechten;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de bepalingen voor de uitvoering van bovenbedoeld programmadecreet, dat op 1 januari 1998 in werking is getreden, zo spoedig mogelijk moeten worden aangenomen en bekendgemaakt opdat de begunstigden die in aanmerking komen voor het verlaagd tarief in geval van ondernemingsoverdracht de desbetreffende verplichtingen en voorschriften in acht kunnen nemen;

Overwegende dat dit besluit zo spoedig mogelijk moet worden aangenomen en bekendgemaakt teneinde de rechtszekerheid te waarborgen van de begunstigden die vanaf de inwerkingtreding van bovenbedoeld decreet de voorwaarden vervullen om het verlaagd tarief van de successierechten te genieten, zodat dit voordeel daadwerkelijk kan worden toegekend vóór het einde van de termijn binnen dewelke zij de aangifte van nalatenschap bij het bevoegde kantoor der successierechten moeten indienen;

Overwegende dat dit besluit uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1998;

Op de voordracht van de Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder : 1° de Minister : de Minister van Financiën;2° het decreet : hoofdstuk II van het programmadecreet van 17 december 1997 houdende verschillende maatregelen inzake belastingen, taksen en retributies, huisvesting, onderzoek, milieu, plaatselijke besturen en vervoer;3° de onderneming : elke natuurlijke of rechtspersoon in de vorm van een handelsvennootschap, zoals bedoeld in artikel 60bis, § 1, van het Wetboek der Successierechten, dat voor het Waalse Gewest bij het decreet werd ingevoegd, met uitsluiting van de vrije beroepen die individueel of in de vorm van een vennootschap worden uitgeoefend;4° het bestuur : de Algemene Directie Economie en Tewerkstelling van het Ministerie van het Waalse Gewest;5° de erfopvolgers : de personen bedoeld in artikel 38 van het Wetboek der Successierechten en in artikel 60bis van hetzelfde Wetboek, dat voor het Waalse Gewest bij het decreet werd ingevoegd;6° de tussenpersoon : de door de erfopvolgers aangewezen gemachtigde aan wie het bestuur alle betekeningen en mededelingen rechtsgeldig kan richten;7° de effecten : de aandelen en de inbreng, met uitzondering van de obligatieschuldvorderingen.

Art. 2.De directeur-generaal van het bestuur is bevoegd om de in het decreet bedoelde attesten af te geven. Hij kan deze bevoegdheid aan ambtenaren van zijn bestuur opdragen.

Art. 3.§ 1. De erfopvolgers of hun tussenpersoon moeten hun attestaanvraag bij aangetekende brief aan het bestuur richten. § 2. Het aanvraagformulier voor het attest, dat moet overeenstemmen met het model in bijlage I, bevat de volgende gegevens : 1° de naam, voornaam, geboortedatum, datum van overlijden van de de cujus en zijn laatste woonplaats;2° het volledige adres van het ontvangkantoor der successierechten waar de aangifte van nalatenschap overeenkomstig artikel 38 van het Wetboek der Successierechten is of zal worden neergelegd;3° de naam, voornamen en woonplaats van alle erfopvolgers;4° de naam of firma, het inschrijvingsnummer in het handelsregister, de BTW- en RSZ-nummers en het adres van de onderneming die het voorwerp is van de aanvraag van het voordeel bedoeld in artikel 60bis van het Wetboek der Successierechten, dat voor het Waalse Gewest bij het decreet werd ingevoegd;5° het aantal werknemers die de onderneming, in de loop van de vier kwartalen vóór het kwartaal waarin de de cujus overleden is, bij arbeidsovereenkomst voltijds in dienst genomen heeft en die onder de RSZ vallen.De werknemers bedoeld in artikel 5 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten komen niet in aanmerking; 6° de nettowaarde van de activa bedoeld in artikel 60bis, § 1, 1°, van het Wetboek der Successierechten, dat voor het Waalse Gewest bij het decreet werd ingevoegd, of van alle effecten bedoeld in artikel 60bis, § 1, 2°, dat voor het Waalse Gewest bij het decreet werd ingevoegd, berekend overeenkomstig artikel 60bis, § 2, van het Wetboek der Successierechten, alsook het percentage van degene die in handen zijn van de erflater of de erfopvolgers. § 3. Bij de attestaanvraag dient een voor eensluidend verklaard afschrift van de volgende bescheiden te worden gevoegd : 1° hetzij de jaarrekeningen van het jaar voorafgaand aan het overlijden van de de cujus, opgemaakt overeenkomstig het koninklijk besluit van 8 oktober 1976 met betrekking tot de jaarrekening van de ondernemingen of overeenkomstig de wetgeving die van toepassing is in de plaats waar de zetel van de effectieve directie van de onderneming gevestigd is, hetzij de bijlage bij de aangifte in de personenbelasting;2° hetzij de statistische RSZ-aangiften en de individuele staten voor de vier kwartalen vóór het kwartaal waarin de de cujus overleden is, hetzij gelijksoortige documenten afgegeven door de bevoegde instellingen van de lidstaten van de Europese Unie, overeenkomstig hun wetgeving, waaruit duidelijk kan worden afgeleid hoeveel voltijdse werknemers de onderneming in dienst heeft genomen;3° de afschriften van het register van de aandelen op naam en, in voorkomend geval, het register van de laatste algemene vergadering;4° in voorkomend geval, een afschrift van de aandeelhouderschapsovereenkomst bedoeld in artikel 60bis, § 1, derde lid, van het Wetboek der Successierechten, dat voor het Waalse Gewest bij het decreet werd ingevoegd. § 4. De attestaanvraag moet gedateerd en getekend worden door de erfopvolgers of hun tussenpersoon. De erfopvolgers verklaren op hun erewoord dat de verstrekte gegevens en de bijgevoegde stukken juist en volledig zijn.

Art. 4.In geval van gunstige beslissing wordt het attest, waarvan het model voorkomt in bijlage II bij dit besluit, afgegeven door het bestuur binnen een termijn van maximum dertig weekdagen, te rekenen vanaf de ontvangst van de in artikel 3 bedoelde aanvraag.

Wanneer de aanvraag niet alle in artikel 3, § 2, bedoelde gegevens bevat of niet vergezeld gaat van de in artikel 3, § 3, bedoelde bewijsstukken, begint voormelde termijn pas te lopen vanaf de datum waarop het bestuur de ontbrekende gegevens of stukken ontvangen heeft.

In dit geval verwittigt het bestuur de erfopvolgers of hun tussenpersoon binnen tien weekdagen na ontvangst van de aanvraag dat het formulier niet naar behoren is ingevuld en geeft het de ontbrekende gegevens of stukken op.

Het attest wordt afgegeven in drie exemplaren, waarvan twee originelen en één voor eensluidend verklaard afschrift, gedateerd en getekend door de Directeur-generaal van het bestuur of zijn afgevaardigde.

Het eerste originele exemplaar wordt overgemaakt aan de erfopvolgers of aan hun tussenpersoon en is bij de aangifte van nalatenschap te voegen. Het tweede originele exemplaar wordt rechtstreeks overgemaakt aan de bevoegde ontvanger der successierechten, terwijl de erfopvolgers of hun tussenpersoon het afschrift moeten bewaren.

Art. 5.§ 1. De erfopvolgers die het verlaagd tarief der successierechten hebben genoten, moeten in de loop van elk van de vijf jaren na het overlijden van de de cujus en uiterlijk aan het einde van het kwartaal van de verjaardag van zijn overlijden, bij het bestuur een aangifte indienen waarvan het model in bijlage III bij dit besluit voorkomt en waaruit blijkt dat voldaan werd aan de voorwaarden bedoeld in artikel 60bis, § 3, van het Wetboek der Successierechten, dat voor het Waalse Gewest bij het decreet werd ingevoegd.

Die aangifte vermeldt het nummer van het overeenkomstig artikel 4 afgegeven attest en gaat vergezeld van een afschrift van de jaarrekeningen, statistische aangiften, individuele RSZ-staten, alsook van het register van de aandelen op naam en, in voorkomend geval, van het register van de algemene vergadering van het afgelopen jaar na het overlijden. § 2. In geval van gunstige beslissing bezorgt het bestuur de erfopvolgers of hun tussenpersoon, binnen de in artikel 4 bedoelde termijn, een origineel exemplaar en een voor eensluidend verklaard afschrift van het attest, waarvan het model in bijlage IV bij dit besluit voorkomt. § 3. In geval van ongunstige beslissing wordt het attest afgegeven in drie exemplaren, waarvan twee originelen gedateerd en getekend door de directeur-generaal van het bestuur of zijn afgevaardigde, alsook een voor eensluidend verklaard afschrift. Het eerste originele exemplaar wordt overgemaakt aan de erfopvolgers of aan hun tussenpersoon. Het tweede exemplaar wordt rechtstreeks verzonden aan de bevoegde ontvanger der successierechten, terwijl het afschrift door de erfopvolgers of hun tussenpersoon te bewaren is.

Art. 6.In geval van ongunstige beslissing betreffende de in de artikelen 4 en 5 van dit besluit bedoelde attesten kunnen de erfopvolgers of hun tussenpersoon, binnen vijftien dagen vanaf de ontvangst van de kennisgeving van de beslissing, bij aangetekende brief beroep instellen bij het bestuur.

Het bestuur onderzoekt het beroep en de Minister geeft de erfopvolgers kennis van zijn beslissing binnen dertig dagen vanaf de ontvangst van het beroep.

Art. 7.Als de in artikel 60bis, § 3, bedoelde bepalingen niet in acht worden genomen, zijn de erfopvolgers ertoe gehouden de successierechten te vereffenen overeenkomstig hoofdstuk VII van het Wetboek der Successierechten.

Art. 8.In afwijking van de artikelen 3 en 4 van dit besluit kunnen de erfopvolgers van de tussen 1 januari 1998 en 31 maart 1998 geopende nalatenschappen het verlaagd tarief genieten onder de voorwaarden bedoeld in artikel 60bis van het Wetboek der Successierechten, dat voor het Waalse Gewest bij het decreet werd ingevoegd, door hun attest of dat van hun tussenpersoon gelijktijdig over te maken aan de bevoegde ontvanger der successierechten en aan het bestuur.

Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998.

Art. 10.De Minister van Begroting en Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 30 april 1998.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE

Bijlagen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^