Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 31 januari 2019
gepubliceerd op 26 maart 2019

Besluit van de Waalse Regering houdende uitvoering van Hoofdstuk II van Titel IV van het Waalse Landbouwwetboek betreffende de opleidingsactiviteiten voor de hobbyistenverenigingen in de tuinbouwsector en voor het kleinvee

bron
waalse overheidsdienst
numac
2019201389
pub.
26/03/2019
prom.
31/01/2019
ELI
eli/besluit/2019/01/31/2019201389/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

31 JANUARI 2019. - Besluit van de Waalse Regering houdende uitvoering van Hoofdstuk II van Titel IV van het Waalse Landbouwwetboek betreffende de opleidingsactiviteiten voor de hobbyistenverenigingen in de tuinbouwsector en voor het kleinvee


De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Landbouwwetboek, de artikelen D.11, D.13, D.14, D.103, D109, D.110, D.113 en D.114;

Gelet op het decreet van 15 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/12/2011 pub. 29/12/2011 numac 2011027237 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende organisatie van de begroting en van de boekhouding van de diensten van de Waalse Regering sluiten houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de verslaggeving van de Waalse openbare bestuurseenheid, zoals gewijzigd bij de decreten van 23 december 2013, 17 december 2015, 21 december 2016 en 16 februari 2017;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 2 februari 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 02/02/2017 pub. 28/02/2017 numac 2017201196 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van Hoofdstuk II van Titel IV van het Waalse Landbouwwetboek betreffende de opleidingsactiviteiten voor de hobbyistenverenigingen in de tuinbouwsector en voor het kleinvee sluiten houdende uitvoering van Hoofdstuk II van Titel IV van het Waalse Landbouwwetboek betreffende de opleidingsactiviteiten voor de hobbyistenverenigingen in de tuinbouwsector en voor het kleinvee;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 december 2018;

Gelet op de instemming van de minister van Begroting, gegeven op 13 december 2018;

Gelet op het rapport van 21 november 2018 opgesteld overeenkomstig artikel 4, 2°, van het decreet van 3 maart 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/03/2016 pub. 14/03/2016 numac 2016201315 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen, voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet;

Gelet op het verzoek om adviesverlening binnen een termijn van dertig dagen, gericht aan de Raad van State op 17 december 2018, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het gebrek aan adviesverlening binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling en begripsomschrijvingen

Artikel 1.Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 127 ervan.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit en van de uitvoeringsbesluiten ervan, wordt verstaan onder: 1° Administratie : het Departement Ontwikkeling van de Administratie, zoals bedoeld in artikel D.3, 3°, van het Wetboek; 2° hobbyistenvereniging : een vereniging bedoeld in de artikelen D.100 en D.109 van het Wetboek; 3° Wetboek;het Waalse Landbouwwetboek; 4° federatie : een vereniging die verschillende hobbyistenverenigingen bundelt;5° opleidingswerker: de dienstverlener van de opleidingsactiviteiten of van de andere kennisoverdracht, zoals bedoeld in artikel 3, § 5; 6° opleiding: de opleiding bedoeld in artikel D.100 van het Wetboek in de tuinbouwsector en voor het kleinvee; 7° Minister : de Minister van Landbouw;8° studiesessie : de praktische of theoretische opleidingsactiviteit die in een lokaal plaatsvindt;9° rondleiding : de praktische of theoretische opleidingsactiviteit die plaatsvindt via een terreinbezoek of via een demonstratieactie. De in het eerste lid bedoelde begripsomschrijvingen kunnen door de Minister bepaald worden. HOOFDSTUK II. - Inhoud van de opleidingsactiviteit

Art. 3.§ 1. De door een hobbyistenvereniging georganiseerde opleidingsactiviteit beoogt het vergaren en de actualisering van de kennis van de hobbyisten inzake: 1° goede tuinbouwpraktijken;2° goede fytotechnische praktijken, met name de vermindering van het gebruik van fytosanitaire producten;3° goede teeltpratijken;4° de wetgeving met betrekking tot de punten 1° tot 3°. De Administratie kan bepalen welke kennis bedoeld in het eerste lid bij voorrang moet worden verworven of bijgewerkt. § 2. De opleiding : 1° bestaat in een studiesessie, met inbegrip van een conferentie, of in een rondleiding;2° heeft betrekking op één of meerdere aangelegenheden bedoeld in paragraaf 1;3° bevat een uiteenzetting en, in voorkomend geval, een debat;4° kan vergezeld gaan van informatiedocumenten. § 3. De Minister kan de volgende elementen vaststellen : 1° een minimale duur van de opleidingsactiviteit;2° een minimaal aantal hobbyisten per opleiding;3° een minimaal aantal opleidingen per aangelegenheid bedoeld in paragraaf 1;4° een minimale geografische dekking. Een vereniging van hobbyisten organiseert jaarlijks minstens drie en hoogstens twaalf opleidingen. § 4. De Minister kan de modaliteiten inzake de organisatie van de opleidingen vaststellen. § 5. De opleidingsactiviteit wordt gegeven door een erkende opleider.

De federaties dragen de nieuwe te erkennen opleiders bij de Administratie voor en zenden een lijst van deze opleiders en de door de Minister vastgestelde bewijsstukken toe die de erkenning mogelijk maken. HOOFDSTUK III. - Financiering Afdeling 1. - Beginsel

Art. 4.Overeenkomstig artikel D.109, § 3, van het Wetboek, worden toelagen toegekend aan de federaties die aan de voorwaarden van dit besluit voldoen.

De toelagen worden toegekend voor een duur van twee jaar en dekken de kosten in verband met: 1° de opleiding en de werking van de hobbyistenverenigingen;2° de werking van de federaties. De toelagen bedoeld in het tweede lid, met betrekking tot de werkingskosten, worden toegekend om een deel van de administratieve kosten te dekken, die door de federaties en hobbyistenverenigingen worden opgelegd om te zorgen voor het goede verloop van de opleidingen van de hobbyistenverenigingen.

Art. 5.De aanvragen om toelagen bedoeld in artikel 3 worden ingediend door de federaties volgens de modaliteiten bepaald door de Minister, bij elk middel dat een vaste datum aan de verzending verleent in de zin van artikel D.15 van het Wetboek, aan de hand van het formulier dat door de Minister wordt vastgesteld en door de Administratie ter beschikking wordt gesteld op het Waalse Landbouwportaal.

Art. 6.§ 1. De aanvraag om toelage bedoeld in artikel 4, 1°, omvat minstens: 1° een attest op erewoord van de voorzitter van de federatie om te zorgen voor de coördinatie van de opleidingen georganiseerd door de hobbyistenverenigingen;2° het bewijs dat de hobbyistenverenigingen en hun federatie geen winstoogmerk hebben en dat de toegekende toelage geen aanleiding geeft tot winsten;3° het bewijs dat de hobbyistenverenigingen en hun federatie een exploitatiezetel hebben, gelegen op het grondgebied van het Waalse Gewest;4° het bewijs dat de hobbyistenverenigingen opleidingen organiseren;5° de inhoud van het programma van de opleidingen van de hobbyistenverenigingen. De aanvraag om toelage bedoeld in het eerste lid geldt als aanvraag om erkenning in de zin van artikel D.109, § 2, van het Wetboek. § 2. De Minister kan het type opleiding bepalen die in aanmerking komt voor de in artikel 4, tweede lid, bedoelde toelagen. § 3. De Minister kan : 1° procedurele bijkomende voorwaarden toevoegen aan de aanvraag om toelage;2° de lijst opstellen van de documenten die bij elke aanvraag om toelage moeten worden gevoegd.

Art. 7.Komt niet in aanmerking voor de toelage: 1° de natuurlijke of rechtspersoon die via zijn opleidingsactiviteit publicitaire of commerciële doeleinden heeft;2° de opleidingsactiviteit die reeds door een openbare overheid gesubsidieerd wordt. Afdeling 2. - Toekenningsmodaliteiten van de subsidies

Art. 8.De federatie die een aanvraag om toelage indient overeenkomstig artikel 6, § 1, kan in aanmerking komen voor de toelage bedoeld in artikel 4, 2°.

Art. 9.§ 1. De toelage bedoeld in artikel 4, tweede lid, betreffende de werkingskosten, wordt vastgesteld als volgt: 1.000 euro per jaar voor de federaties met hoogstens tien aangesloten hobbyistenverenigingen; b) 1.500 euro per jaar voor de federaties met meer dan tien aangesloten hobbyistenverenigingen; c) 280 euro per jaar voor elke hobbyistenverenigingen aangegeven door de federaties. Om in aanmerking te komen voor de toelage bedoeld in artikel 4, tweede lid, organiseert minstens de helft van de hobbyistenverenigingen binnen een federatie opleidingen in het kader van de aanvraag om toelage. § 2. Het bedrag van de toelage bedoeld in artikel 4, tweede lid, met betrekking tot de opleidingskosten wordt bepaald door de Minister.

Art. 10.Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten, kan de Minister, in januari van elk jaar, de krachtens artikel 9 vastgestelde bedragen, indexeren op grond van de gezondheidsindex 2013 door de bedoelde bedragen te vermenigvuldigen met de gezondheidsindex van december van het vorige jaar gedeeld door de gezondheidsindex van december van het jaar 2018.

Art. 11.De toelagen bedoeld in artikel 4 worden toegekend op grond van de volgende documenten: 1° een origineel en ondertekend exemplaar op papier van de door de federaties geconsolideerde schuldvorderingsverklaring, die de volledige identificatie van de hobbyistenverenigingen vermeldt, voor zichzelf en de hobbyistenverenigingen;2° het geheel van de originele bewijsstukken, alsook een afschrift van het bewijs van de uitgaven met betrekking tot de werkingskosten van de federaties en hobbyistenverenigingen ter hoogte van de toegekende forfaitaire bedragen en voor de opleidingskosten van de hobbyistenverenigingen;3° het bewijs van de betaling van de toelage bedoeld in artikel 4, 1°, aan de hobbyistenverenigingen op het rekeningnummer vermeld door de hobbyistenvereniging. Voor de toepassing van het eerste lid, 1°, bevat de schuldvorderingsverklaring de volgende documenten: 1° een exemplaar van de afrekening van de inkomsten en uitgaven van elke hobbyistenvereniging, vergezeld van de originele bewijsstukken met de volledige referenties;2° een exemplaar van de lijst van de opleidingen verstrekt door elke hobbyistenvereniging. Deze informatie wordt meegedeeld volgens de modellen die beschikbaar zijn op het Waalse Landbouwportaal.

De Minister kan de toekenningsvoorwaarden en -modaliteiten bedoeld in het eerste tot en met het derde lid bepalen. Afdeling 3. - Betaling van de subsidies

Art. 12.De toelage bedoeld in artikel 4 wordt via de federaties, die verantwoordelijk zijn voor de verdeling van de toelagen tussen hun leden, aan de hobbyistenverenigingen gestort.

In afwijking van het eerste lid, kan een hobbyistenvereniging, die geen lid is van een federatie, in aanmerking komen voor een toelage voor de organisatie van opleidingen.

In dit geval bepaalt de Minister de bijzondere voorwaarden en modaliteiten voor de toekenning van de afwijking bedoeld in het tweede lid.

De storting van de toelage bedoeld in artikel 4 heeft de erkenning van de begunstigde federaties en hobbyistenverenigingen tot gevolg.

Art. 13.De uitgaven die in aanmerking komen voor de toelage bedoeld in artikel 4, tweede lid, betreffende de opleidingskosten, zijn de volgende: 1° de bezoldigingen van de theoretische en praktische opleiders;2° de kosten van de: a) huur van het lokaal en de daarop betrekking hebbende lasten;b) zendingen;c) kopieën, het drukken van syllabi of informatiedocumenten;d) verplaatsing van de opleidingswerkers in het kader van de organisatie van de opleidingsactiviteiten;e) investeringen gebonden aan opleidingsactiviteiten zoals de aankoop van informaticamateriaal en pedagogisch materiaal;f) verzekeringen gebonden aan opleidingsactiviteiten. Voor de toepassing van het eerste lid, 2°, d), is de kilometervergoeding dezelfde als degene die aan de gewestelijke personeelsleden wordt uitbetaald, overeenkomstig de Waalse Ambtenarencode.

Art. 14.De Minister bepaalt de modaliteiten: 1° voor de vereffening van de toelagen aan de federaties;2° voor de indiening van de schuldvorderingsverklaringen. De Minister kan een voorschot op de toelagen bedoeld in artikel 4 aan de federaties toekennen.

De modaliteiten en voorschotten bedoeld in het eerste en het tweede lid zijn ook van toepassing op de hobbyistenverenigingen die geen lid zijn van een federatie. HOOFDSTUK IV. - Controle, sancties en beroep

Art. 15.De Administratie controleert of de hobbyistenverenigingen over bevoegde opleiders beschikt om de opleidingen tot een goed einde te brengen.

De Administratie zorgt voor het beheer en de administratieve en financiële controle van de dossiers, met inbegrip van de vaststelling van de onrechtmatige betalingen.

Art. 16.Wanneer de federatie of hobbyistenvereniging de verplichtingen bedoeld in het Wetboek of in dit besluit niet naleeft, wordt het deel van de haar verschuldigde toelage bedoeld in artikel 4, verminderd naar verhouding van de ernst van de niet-naleving van die verplichtingen en van de financiële gevolgen van de onregelmatigheid.

De Minister kan de berekeningswijze van de vermindering bedoeld in het eerste lid bepalen.

Art. 17.De federatie of de vereniging beschikt, op straffe van onontvankelijkheid, over dertig dagen na de verzending van elke bezwarende beslissing om haar bezwaren aan de Administratie mee te delen door elk middel dat een vaste datum aan de verzending verleent overeenkomstig de artikelen D.15 en D.16 van het Wetboek. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 18.Het besluit van de Waalse Regering van 2 februari 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 02/02/2017 pub. 28/02/2017 numac 2017201196 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van Hoofdstuk II van Titel IV van het Waalse Landbouwwetboek betreffende de opleidingsactiviteiten voor de hobbyistenverenigingen in de tuinbouwsector en voor het kleinvee sluiten tot uitvoering van Hoofdstuk II van Titel IV van het Waalse Landbouwwetboek betreffende de opleidingsactiviteiten voor de hobbyistenverenigingen in de tuinbouwsector en voor het kleinvee, wordt opgeheven.

Art. 19.Dit besluit treedt in werking de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 20.De Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 31 januari 2019.

Voor de Regering : De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Landbouw, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme, Erfgoed en afgevaardigd bij de Grote Regio, R. COLLIN

^