Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 26 september 2019

Uittreksel uit arrest nr. 69/2019 van 16 mei 2019 Rolnummer 6815 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 2262bis, § 1, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek en de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan person Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. L(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2019203934
pub.
26/09/2019
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 69/2019 van 16 mei 2019 Rolnummer 6815 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 2262bis, § 1, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek en de wet van 27 februari 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/02/1987 pub. 18/10/2004 numac 2004000528 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten Duitse vertaling sluiten betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap, gesteld door het Arbeidshof te Luik, afdeling Namen.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman en M. Pâques, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging Bij arrest van 9 januari 2018Relevante gevonden documenten type arrest prom. 09/01/2018 pub. 25/01/2018 numac 2018010092 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Besluit tot toekenning van een wapendrachtvergunning als lesgever aan de heer JANSSEN Georg sluiten in zake P.M. tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 16 januari 2018, heeft het Arbeidshof te Luik, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Schenden artikel 2262bis, § 1, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek en de wet van 27 februari 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/02/1987 pub. 18/10/2004 numac 2004000528 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten Duitse vertaling sluiten betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, door de vordering van de Belgische Staat tot terugbetaling van voorschotten die zijn betaald aan een persoon met een handicap, te onderwerpen aan een verjaringstermijn van tien jaar, terwijl de vordering tot terugbetaling van ten onrechte betaalde tegemoetkomingen, die eveneens door de Belgische Staat wordt ingesteld ten aanzien van een persoon met een handicap, krachtens artikel 16 van de wet van 27 februari 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/02/1987 pub. 18/10/2004 numac 2004000528 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten Duitse vertaling sluiten aan een verjaringstermijn van, naar gelang van het geval, één, drie of vijf jaar wordt onderworpen ? 2. Schenden artikel 2262bis, § 1, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek en de wet van 27 februari 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/02/1987 pub. 18/10/2004 numac 2004000528 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten Duitse vertaling sluiten betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, door de vordering van de Belgische Staat tot terugbetaling van voorschotten die zijn betaald aan een persoon met een handicap, te onderwerpen aan een verjaringstermijn van tien jaar, terwijl de vorderingen tot terugbetaling die door andere socialezekerheidsinstellingen zijn ingesteld ten aanzien van sociaal verzekerden die voorschotten in de aangelegenheden van de arbeidsongevallen of van de werkloosheidsverzekering hebben genoten, bij respectievelijk artikel 69, eerste en tweede lid, van de arbeidsongevallen wet van 10 april 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1971 pub. 17/10/2014 numac 2014000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet type wet prom. 10/04/1971 pub. 23/03/2018 numac 2018030615 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet sluiten en artikel 7, § 13, tweede lid, van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type besluitwet prom. 28/12/1944 pub. 01/12/2009 numac 2009000782 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Besluit-wet betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders aan een verjaringstermijn van, naar gelang van het geval, drie of vijf jaar worden onderworpen ? ». (...) III. In rechte (...) B.1.1. Artikel 2262bis, § 1, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek bepaalt : « Alle persoonlijke rechtsvorderingen verjaren door verloop van tien jaar ».

B.1.2. Artikel 7 van de wet van 27 februari 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/02/1987 pub. 18/10/2004 numac 2004000528 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten Duitse vertaling sluiten betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap (hierna : de wet van 27 februari 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/02/1987 pub. 18/10/2004 numac 2004000528 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten Duitse vertaling sluiten), zoals gewijzigd bij artikel 121 van de programmawet (I) van 24 december 2002, bepaalt : « § 1. De in artikel 1 bedoelde tegemoetkomingen kunnen enkel toegekend worden indien het bedrag van het inkomen van de persoon met een handicap en het bedrag van het inkomen van de persoon met wie hij een huishouden vormt, het in artikel 6 bedoelde bedrag van de tegemoetkomingen niet [overschrijden]. [...] § 2. De persoon met een handicap en de persoon met wie hij een huishouden vormt, moeten hun rechten laten gelden : 1° op de uitkeringen en vergoedingen waarop hij aanspraak kan maken krachtens een andere Belgische of buitenlandse wetgeving of krachtens de regels van toepassing op het personeel van een internationale openbare instelling, en die hun grond vinden in een beperking van het verdienvermogen, in een gebrek aan of vermindering van de zelfredzaamheid of in de artikelen 1382 en volgende van het Burgerlijk Wetboek betreffende de burgerlijke aansprakelijkheid;2° op sociale uitkeringen inzake ziekte en invaliditeit, werkloosheid, arbeidsongevallen, beroepsziekten, rust- en overlevingspensioenen, de inkomensgarantie voor ouderen en het gewaarborgd inkomen voor bejaarden. [...] § 4. De in artikel 1 bedoelde tegemoetkomingen kunnen aan de aanvrager worden toegekend als voorschot op de uitkeringen en vergoedingen bedoeld in § 2.

De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, onder welke voorwaarden, op welke wijze en tot welk bedrag deze voorschotten kunnen worden toegekend, alsmede de wijze waarop ze kunnen worden teruggevorderd. De uitbetalingsdienst of -instelling treedt in de rechten van de gerechtigde tot het bedrag van de toegekende voorschotten ».

Artikel 16, § 1, van dezelfde wet bepaalt : « De terugvordering van de ten onrechte betaalde tegemoetkomingen verjaart na drie jaar te rekenen vanaf de datum waarop de uitbetaling is geschied.

De in het eerste lid voorgeschreven termijn wordt teruggebracht tot één jaar indien de betaling enkel het gevolg is van een vergissing van een administratieve dienst of instelling, waarvan de betrokkene zich normaal geen rekenschap kan geven.

De in het eerste lid voorgeschreven verjaringstermijn wordt op vijf jaar gebracht wanneer de onverschuldigde sommen werden verkregen door bedrieglijke handelingen of door valse of bewust onvolledige verklaringen. Deze termijn van vijf jaar geldt eveneens ten aanzien van sommen die ten onrechte werden uitbetaald wegens het niet afleggen, door de schuldenaar, van een verklaring die is voorgeschreven door een wets- of verordenende bepaling of die volgt uit een vroeger aangegane verbintenis ».

Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag B.2.1. Met de eerste prejudiciële vraag wenst het verwijzende rechtscollege van het Hof te vernemen of de voormelde bepalingen bestaanbaar zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij een verschil in behandeling tussen personen met een handicap in het leven roepen door de terugvordering door de Belgische Staat van voorschotten die zijn betaald aan een persoon met een handicap, te onderwerpen aan een verjaringstermijn van tien jaar, terwijl de vordering tot terugbetaling van ten onrechte betaalde tegemoetkomingen door de Belgische Staat krachtens het voormelde artikel 16 van de wet van 27 februari 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/02/1987 pub. 18/10/2004 numac 2004000528 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten Duitse vertaling sluiten aan een verjaringstermijn van één, drie of vijf jaar wordt onderworpen.

B.2.2. Uit de feiten en uit de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat bij het verwijzende rechtscollege een geschil aanhangig is gemaakt dat betrekking heeft op een terugvordering door de Staat van voorschotten betaald aan een persoon met een handicap, ten gevolge van een verkeersongeval. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de verjaringstermijn die op een dergelijke vordering van toepassing is.

In de interpretatie die door de verwijzende rechter aan het Hof is voorgelegd, is het de in artikel 2262bis, § 1, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek bedoelde gemeenrechtelijke verjaringstermijn die van toepassing moet zijn, aangezien de wet van 27 februari 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/02/1987 pub. 18/10/2004 numac 2004000528 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten Duitse vertaling sluiten niet in een specifieke verjaringstermijn voorziet voor de terugvordering van voorschotten die door de Staat aan een persoon met een handicap zijn betaald.

B.3. Luidens de artikelen 1 en 2 van de wet van 27 februari 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/02/1987 pub. 18/10/2004 numac 2004000528 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten Duitse vertaling sluiten kunnen personen met een handicap drie types van tegemoetkoming krijgen : de inkomensvervangende tegemoetkoming, die wordt toegekend aan de persoon met een handicap die 21 tot 65 jaar oud is, wiens lichamelijke of psychische toestand zijn verdienvermogen in aanzienlijke mate heeft verminderd; de integratietegemoetkoming, die wordt toegekend aan de persoon met een handicap die 21 tot 65 jaar oud is, bij wie een gebrek aan of een vermindering van zelfredzaamheid is vastgesteld; de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, die wordt toegekend aan de persoon met een handicap die ten minste 65 jaar oud is en bij wie een gebrek aan of een vermindering van zelfredzaamheid is vastgesteld.

Die tegemoetkomingen vormen een financiële hulp waarvan het bedrag prioritair de bestaanszekerheid van de minstbedeelden moet waarborgen.

Het bedrag van die tegemoetkomingen is vastgelegd bij artikel 6 van de wet.

B.4. Daarenboven, en teneinde te voorkomen dat de persoon met een handicap zonder inkomsten blijft tijdens een relatief lange periode vóór de toekenning van andere uitkeringen, met name de vergoedingen die uit de toepassing van de regels van de aansprakelijkheid voortvloeien wanneer de handicap wordt veroorzaakt door een ongeval, maakt artikel 7, § 4, van de wet van 27 februari 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/02/1987 pub. 18/10/2004 numac 2004000528 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten Duitse vertaling sluiten het hem mogelijk inkomensvervangende tegemoetkomingen, als voorschot, zoals te dezen, aan te vragen.

Daaruit volgt dat, wanneer de FOD Sociale Zekerheid in rechte treedt tegen de gerechtigde op de op grond van artikel 7, § 4, van de in het geding zijnde wet toegekende voorschotten, de in artikel 16 van dezelfde wet bedoelde verjaringstermijn niet van toepassing is, aangezien die bepaling betrekking heeft op de terugvordering van onverschuldigde tegemoetkomingen, hetgeen de op grond van artikel 7, § 4, aan de persoon met een handicap toegekende voorschotten niet zijn.

Aldus, bij gebrek aan een bijzondere verjaringstermijn in een specifieke wet, zijn het de algemene bepalingen van het Burgerlijk Wetboek ter zake die van toepassing zijn en, te dezen, de verjaringstermijn van tien jaar, overeenkomstig artikel 2262bis, § 1, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek.

Het aanvangspunt van die tienjarige termijn is, met betrekking tot sommen waarvan het terugbetaalbare en opeisbare karakter niet bestaat op het ogenblik van de betaling ervan door de Staat, het ogenblik waarop het recht op die uitkeringen of vergoedingen definitief wordt vastgesteld, overeenkomstig artikel 2257 van het Burgerlijk Wetboek.

B.5. Met betrekking tot die voorschotten wordt in de parlementaire voorbereiding van de wet van 27 februari 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/02/1987 pub. 18/10/2004 numac 2004000528 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten Duitse vertaling sluiten vermeld : « De toekenning van deze sociale uitkeringen laat soms lang op zich wachten (b.v. bij een betwisting inzake een arbeidsongeval) en er dient vermeden dat de gehandicapten ondertussen elke aangepaste sociale uitkering [zouden] ontberen. Daarom wordt voorgesteld de tegemoetkomingen in dergelijke gevallen als terugvorderbare voorschotten toe te kennen » (Parl. St., Kamer, 1985-1986, nr. 448-1, p. 3). « Artikel 13 concretiseert in § 1 het suppletief karakter van de tegemoetkomingen, door te stellen dat zij niet kunnen gecumuleerd worden met uitkeringen verleend krachtens een andere Belgische of vreemde wetgeving en die er op gericht zijn het inkomen van de gehandicapte geheel of gedeeltelijk te vervangen of de beperking van de zelfredzaamheid te compenseren.

De toekenning van deze uitkeringen laat soms lang op zich wachten (bvb. bij een betwisting inzake een verkeersongeval) en er dient vermeden dat de gehandicapte ondertussen zonder inkomen en zonder uitkering zou blijven. Daarom voorziet § 2 dat in dergelijke gevallen terugvorderbare voorschotten kunnen toegekend worden. Om te voorkomen dat bij een latere uitkering krachtens een andere regeling tot een terugvordering t.a.v. de gehandicapte moet worden overgegaan, werd een wettelijke subrogatie ingevoerd ten voordele van de uitbetalende dienst of instelling tot beloop van het bedrag van de verstrekte voorschotten » (ibid., pp. 7-8).

B.6.1. De voorschotten die de Staat kan toekennen aan een persoon met een handicap op grond van het voormelde artikel 7, § 4, van de wet van 27 februari 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/02/1987 pub. 18/10/2004 numac 2004000528 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten Duitse vertaling sluiten, onderscheiden zich dus van de in de artikelen 1 en 2 van dezelfde wet bedoelde tegemoetkomingen, in zoverre zij voorlopig worden toegekend, in afwachting dat de vergoedingen worden betaald door de persoon die aansprakelijk is verklaard voor de schade die aan de oorsprong van de handicap ligt.

De persoon met een handicap die die voorschotten aanvraagt, kent het precaire, subsidiaire en voorlopige karakter ervan in afwachting van een definitieve beslissing over de schadeloosstelling voor het nadeel dat in het gemeen recht is geleden.

B.6.2. De regeling in verband met de tegemoetkomingen aan personen met een handicap vormt een bijzonder stelsel van maatschappelijke dienstverlening. In tegenstelling tot het traditionele stelsel van de sociale zekerheid, dat de betaling van bijdragen inhoudt, wordt dit bijzonder stelsel volledig gefinancierd door de algemene inkomsten van de Staat en wil het een door de wet bepaald inkomen verschaffen aan diegenen die niet over voldoende andere bestaansmiddelen beschikken.

B.6.3. Ten slotte, in tegenstelling tot de terugvordering van sommen die ten onrechte zijn betaald als tegemoetkomingen aan personen met een handicap, die aan de in artikel 16 van de wet van 27 februari 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/02/1987 pub. 18/10/2004 numac 2004000528 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten Duitse vertaling sluiten bedoelde kortere verjaringstermijnen zijn onderworpen, houdt de terugvordering van de op grond van artikel 7, § 4, betaalde voorschotten verband met schadeloosstellingen die zijn betaald door de derde die aansprakelijk is voor een schade en in het kader van een procedure waarin de Staat aanvankelijk niet optreedt, en vervolgens enkel als zijnde gesubrogeerd in de rechten van het slachtoffer en soms zelfs, zoals in het voorliggende geval, nadat het slachtoffer rechtstreeks werd vergoed, met andere woorden zonder dat enige subrogatie heeft kunnen plaatsvinden.

B.7. Het criterium van onderscheid tussen de in artikel 16 van de wet van 27 februari 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/02/1987 pub. 18/10/2004 numac 2004000528 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten Duitse vertaling sluiten bedoelde kortere verjaringstermijnen die van toepassing zijn op de terugvordering van onverschuldigde tegemoetkomingen die zijn betaald aan personen met een handicap en de tienjarige verjaring die van toepassing is op de terugvordering van voorschotten die aan personen met een handicap zijn betaald op grond van artikel 7, § 4, is bijgevolg pertinent en redelijk verantwoord ten opzichte van het doel dat erin bestaat het de Staat mogelijk te maken over een langere termijn te beschikken om als voorschot betaalde sommen terug te vorderen waarvan de gerechtigde vanaf het begin het voorlopige en precaire karakter kent, in tegenstelling tot onverschuldigde tegemoetkomingen.

B.8. De eerste prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord.

Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag B.9. Met de tweede prejudiciële vraag vraagt het verwijzende rechtscollege aan het Hof of de voormelde bepalingen bestaanbaar zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij een verschil in behandeling in het leven roepen door de terugvordering van tegemoetkomingen die als voorschot aan een persoon met een handicap zijn betaald, aan een termijn van tien jaar te onderwerpen, terwijl de terugvordering van tegemoetkomingen die door andere socialezekerheidsinstellingen is ingesteld ten aanzien van sociaal verzekerden die voorschotten in de aangelegenheden van de arbeidsongevallen of van de werkloosheidsverzekering hebben genoten, respectievelijk bij artikel 69, eerste en tweede lid, van de arbeidsongevallen wet van 10 april 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1971 pub. 17/10/2014 numac 2014000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet type wet prom. 10/04/1971 pub. 23/03/2018 numac 2018030615 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet sluiten en bij artikel 7, § 13, tweede lid, van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type besluitwet prom. 28/12/1944 pub. 01/12/2009 numac 2009000782 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Besluit-wet betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders aan een verjaringstermijn van, naar gelang van het geval, drie of vijf jaar wordt onderworpen.

B.10. Artikel 69, eerste en tweede lid, van de arbeidsongevallen wet van 10 april 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1971 pub. 17/10/2014 numac 2014000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet type wet prom. 10/04/1971 pub. 23/03/2018 numac 2018030615 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet sluiten bepaalt : « De rechtsvordering tot betaling van de vergoedingen verjaart na drie jaar. De rechtsvordering tot terugvordering van onverschuldigde vergoedingen verjaart na drie jaar.

De rechtsvordering tot terugvordering van onverschuldigde vergoedingen die door bedrieglijke handelingen of door valse of opzettelijk onvolledige verklaringen werden bekomen, verjaart na vijf jaar ».

Artikel 7, § 13, eerste en tweede lid, van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type besluitwet prom. 28/12/1944 pub. 01/12/2009 numac 2009000782 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Besluit-wet betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders bepaalt : « De rechtsvorderingen tot uitbetaling van werkloosheidsuitkeringen verjaren na drie jaar. Deze termijn gaat in de eerste dag van het kalenderkwartaal dat volgt op dat waarop de uitkeringen betrekking hebben.

Het recht van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening om de terugbetaling van onverschuldigd betaalde werkloosheidsuitkeringen te bevelen, alsmede de rechtsvorderingen van de uitbetalingsinstellingen tot terugbetaling van onverschuldigd betaalde werkloosheidsuitkeringen verjaren na drie jaar. Die termijn wordt op vijf jaar gebracht wanneer de onverschuldigde betaling het gevolg is van arglist of bedrog van de werkloze ».

B.11. In tegenstelling tot de terugvordering van voorschotten die door de Staat aan personen met een handicap zijn betaald op grond van artikel 7, § 4, van de wet van 27 februari 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/02/1987 pub. 18/10/2004 numac 2004000528 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten Duitse vertaling sluiten, dat betrekking heeft op precair en voorlopig betaalde sommen, heeft de terugvordering van de in beide voormelde bepalingen bedoelde vergoedingen betrekking op geldsommen die ten onrechte werden betaald door de socialezekerheidsinstellingen.

Daarenboven, zoals in de prejudiciële vraag wordt vermeld, werden die sommen betaald aan sociaal verzekerden die bijdragen tot de financiering van de sociale zekerheid, in tegenstelling tot de gerechtigden op de in artikel 7, § 4, van de wet van 27 februari 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/02/1987 pub. 18/10/2004 numac 2004000528 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten Duitse vertaling sluiten bedoelde voorschotten, die onder een niet op bijdragen berustend stelsel vallen.

B.12. Het criterium van onderscheid tussen, enerzijds, de kortere verjaringstermijnen die van toepassing zijn op de terugvordering van de vergoedingen die in het kader van arbeidsongevallen of van de werkloosheidsverzekering aan sociaal verzekerden zijn betaald en, anderzijds, de tienjarige verjaring die van toepassing is op de terugvordering van voorschotten die op grond van artikel 7, § 4, van de wet van 27 februari 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/02/1987 pub. 18/10/2004 numac 2004000528 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten Duitse vertaling sluiten zijn betaald, is pertinent en redelijk verantwoord ten aanzien van de aard van de betaalde sommen die moeten worden teruggevorderd, alsook ten aanzien van het kader waarin het stelsel van maatschappelijke dienstverlening en de socialezekerheidsstelsels passen.

B.13. De tweede prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord.

Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 2262bis, § 1, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.

Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 16 mei 2019.

De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, F. Daoût

^