Etaamb.openjustice.be
Decreet van 01 april 1999
gepubliceerd op 02 juni 1999

Decreet houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord betreffende de coördinatie en het beheer van de door de Europese Commissie verleende steun inzake human resources en betreffende de oprichting van het Agentschap Europees Sociaal Fonds, op 2 september 1998 te Brussel gesloten door de Waalse Regering, de Regering van de Franse Gemeenschap en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
1999027430
pub.
02/06/1999
prom.
01/04/1999
ELI
eli/decreet/1999/04/01/1999027430/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 APRIL 1999. - Decreet houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord betreffende de coördinatie en het beheer van de door de Europese Commissie verleende steun inzake human resources en betreffende de oprichting van het Agentschap Europees Sociaal Fonds, op 2 september 1998 te Brussel gesloten door de Waalse Regering, de Regering van de Franse Gemeenschap en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (1)


De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Enig artikel. Het Samenwerkingsakkoord waarbij een samenwerkingsstelsel wordt ingevoerd voor de coördinatie en het beheer van de door de Europese Commissie verleende steun inzake human resources en waarbij het Agentschap Europees Sociaal Fonds wordt opgericht, op 2 september 1998 te Brussel gesloten door de Waalse Regering, de Regering van de Franse Gemeenschap en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, overeenkomstig artikel 92bis van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen, wordt goedgekeurd.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 1 april 1999.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, M. LEBRUN De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, B. ANSELME De Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, G. LUTGEN De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, W. TAMINIAUX De Minister van Onderzoek, Technologische Ontwikkeling, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION _______ Nota (1) Zitting 1998-1999. Stukken van de Raad 487 (1998-1999), nrs. 1 en 2.

Volledig verslag, openbare vergadering van 31 maart 1999.

Bespreking. - Stemming.

Samenwerkingsakkoord betreffende de coördinatie en het beheer van de door de Europese Commissie verleende steun inzake human resources en betreffende de oprichting van het Agentschap Europees Sociaal Fonds Gelet op de artikelen 127 en 138 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 92 bis, ingevoegd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de wetten van 16 januari 1989, 5 mei 1993 en 16 juli 1993;

Gelet op het decreet II van de Franse Gemeenschap van 19 juli 1993 tot toekenning van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, inzonderheid op artikel 11;

Gelet op het decreet III van de Franse Gemeenschapscommissie van 22 juli 1993 tot toekenning van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, inzonderheid op artikel 11;

Gelet op het decreet II van het Waalse Gewest van 22 juli 1993 tot toekenning van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, inzonderheid op artikel 11;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 maart 1998;

Gelet op de beraadslaging van de Waalse Regering van 9 april 1998;

Gelet op de beraadslaging van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 9 juli 1998;

Gelet op het Verdrag tot Oprichting van de Europese Gemeenschap, ondertekend op 25 maart 1957 in Rome, gewijzigd bij het Verdrag over de Europese Unie, ondertekend op 7 februari 1992 te Maastricht, inzonderheid op artikel 123;

Gelet op de Europese regelgeving, met name de kaderverordening EEG nr 2081/93, de coördinatieverordening EEG nr 2082/93 en de verordening E.S.F. EEG nr 2084/93;

Overwegende dat de Regering van de Franse Gemeenschap, de Waalse Regering en het College van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest duidelijk hebben laten merken dat ze gezamenlijk willen zorgen voor het beheer van de Europese steun die zij op het gebied van human resources genieten;

Overwegende dat die beleidsvormen « Human resources », die voornamelijk medegefinancierd worden door het Europees Sociaal Fonds (E.S.F.) of door andere specifieke subsidiëringsmechanismen van de Europese Unie, door de E.S.F.-cel van de Franse Gemeenschap worden beheerd;

Overwegende dat de uitoefening van de bevoegdheid inzake beroepsomscholing en bijscholing bedoeld in artikel 4, 16°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wetten van 8 augustus 1988, 16 januari 1989 en 16 juli 1993, overgedragen werd aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie, maar dat de Franse Gemeenschap evenwel bevoegd blijft voor een aantal aangelegenheden inzake onderwijs en vorming die in aanmerking komen voor toelagen van de Europese Unie;

Overwegende dat een samenwerking noodzakelijk is om : 1. de aan eventuele begunstigden verstrekte informatie, documentatie en adviezen te optimaliseren, met name door de oprichting, op een plaats die vlot toegankelijk is voor het publiek, van een unieke structuur voor het beheer van de door de Europese Unie gesubsidieerde beleidsvormen « Human resources »;2. de toelagen van de Europese Unie, waarvoor het franstalige gedeelte van het land in aanmerking komt in het kader van de Europese programma's, zo goed mogelijk te gebruiken;3. de acties « Human resources » en de door de andere Fondsen in het kader van de Europese bijstandsverlening gefinancierde acties die een beroep doen op verschillende fondsen met structurele strekking, te integreren en wederzijds te versterken op de volgende gebieden : - voorbereiding van de plannen die vereist worden krachtens de verordeningen van de Europese Unie betreffende de communautaire Structuurfondsen; - vaststelling en onderhandeling van de communautaire bestekken; - budgettaire meerjarenplanning; - tenuitvoerlegging van de bijstandsverlening; - beoordeling vooraf, toezicht op en evaluatie achteraf van de bijstandsverlening; 4. de transparantie en samenhang van het beheer van die beleidsvormen « Human resources » te verhogen, met name door de administratieve verantwoordelijkheden en de boekhoudkundige procedures te harmoniseren, alsook door alle belanghebbende partijen bij de uitvoering daarvan te betrekken;5. de coördinaties en synergieën tussen de Europese programma's en de richtlijnen van de interne beleidsvormen van onze departementen te bevorderen met inachtneming van de subsidiariteits- en complementariteitsbeginselen : - bij de uitvoering van de verschillende Europese programma's; - bij de uitvoering van de initiatieven van de Franse Gemeenschap, van het Waalse Gewest en van de Franse Gemeenschapscommissie in het kader van de Europese programma's; - bij het tot stand brengen van en het zoeken naar partnerschappen ten bate van projecten met internationale of transnationale strekking die uitgevoerd worden in een grensoverschrijdend of transnationaal verband; - bij het toezicht en de controle op de verschillende programma's die met de Europese Unie worden uitgevoerd, alsook bij de evaluatie ervan; 6. het gebruik van de « human resources » en de materiële hulpmiddelen die voor de uitvoering van de Europese programma's bestemd zijn, te optimaliseren;7. het vermogen « onderzoek-ontwikkeling » en evaluatie vooraf en achteraf van de programma's die uitgevoerd worden door de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, te verhogen; Overwegende dat moet worden gezorgd voor samenhang en complementariteit in het beheer van de verschillende toelagen die door de Europese Commissie worden verleend;

Overwegende dat, wat de Europese bijstandsverlening betreft, de talrijke tussenkomende partijen en gegevens, en de ingewikkelde beheersprocedures een specifieke investering vereisen, Tussen : De Regering van de Franse Gemeenschap, vertegenwoordigd door Mevr.

Laurette ONKELINX, Minister-President; de heer William ANCION, Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Internationale Betrekkingen en Sport, en de heer Jean-Claude VAN CAUWENBERGHE, Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken;

De Waalse Regering, vertegenwoordigd door de heer Robert COLLIGNON, Minister-President, en de heer Jean-Claude VAN CAUWENBERGHE, Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming;

Het College van de Franse Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door de heer Hervé HASQUIN, Minister-President, belast met Begroting, Betrekkingen met de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest, alsook met Internationale Betrekkingen; de heer Eric ANDRE, Minister-lid, belast met Beroepsopleiding en Permanente Opleiding van de Middenklasse, en de heer Eric TOMAS, Minister-lid belast met Beroepsomscholing en Bijscholing, Onderwijs, Sociale Promotie, Leerlingenvervoer en Openbaar Ambt, Is overeengekomen wat volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene wijzen van samenwerking Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit akkoord betreft de door de Franse Gemeenschap uitgeoefende bevoegdheden en die bedoeld in artikel 3 van het decreet II van de Franse Gemeenschap van 19 juli 1993 tot toekenning van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie.

Art. 2.Voor de toepassing van dit samenwerkingsakkoord wordt verstaan onder : 1) Het Toezichtcomité : het beslissende partnerorgaan (Europese Commissie, bevoegde overheden van de Lidstaat), dat moet zorgen voor het toezicht op één enkel programmeringsdocument (EPD), een communautair bestek, een operationeel programma of elke andere vorm van bijstandsverlening van de Europese Unie in het kader van een beslissing van deze laatste.2) Het technisch-financieel Comité : het Orgaan dat de beslissingen van het Toezichtcomité moet voorbereiden. Afdeling 2. - Beginselen

Art. 3.§ 1. In het kader van de door de Regeringen en het College goedgekeurde plannen en programma's, dient elke beslissing i.v.m. de hiernavermelde programma's van de Europese Unie te worden genomen in onderlinge overeenstemming met de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie : 1. de programma's i.v.m. de doelstellingen 3 en 4 van de Europese Structuurfondsen, uitsluitend gefinancierd door het Europees Sociaal Fonds; 2. de Communautaire Initiatiefprogramma's, « Human resources », uitsluitend gefinancierd door het Europees Sociaal Fonds, met name « Emploi » en « Adapt »;3. de actieprogramma's « Human resources », opgemaakt overeenkomstig artikel 127 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name het programma « LEONARDO ». § 2. Het Toezichtcomité voor elk programma is samengesteld uit de Ministers die bevoegd zijn voor de aangelegenheden die in aanmerking komen voor een Europese medefinanciering, de Ministers van buitenlandse of internationale Betrekkingen van de Waalse Regering, van de Regering van de Franse Gemeenschap en van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, de Ministers van Begroting van de drie deelstaten of hun vertegenwoordigers, alsook de door de Europese Commissie aangewezen vertegenwoordigers.

Het bestaat ook uit de vertegenwoordigers van de plaatselijke en sociaal-economische partners die door de voorzitter aangewezen worden op voorstel van het Toezichtcomité en die raadgevende stem hebben. § 3. Wat betreft het Toezichtcomité voor de Communautaire Bestekken die op het federale niveau zijn opgemaakt, worden de Regeringen en het College vertegenwoordigd door een delegatie die bestaat uit, o.a., de Minister-President van de Regering van de Franse Gemeenschap en de Minister die lid is van het College van de Franse Gemeenschapscommissie en belast is met Beroepsomscholing en -bijscholing, of hun vertegenwoordigers.

Art. 4.§ 1. In het kader van de onderstaande plannen en programma's, die door de Waalse Regering zijn goedgekeurd in samenwerking met de Franse Gemeenschap wat betreft de aangelegenheden waarvoor deze laatste bevoegd is, moet elke beslissing i.v.m. de acties en maatregelen « Human resources » worden genomen in onderlinge overeenstemming met het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap : 1. de programma's van de doelstellingen 1 en 2 van de Europese Structuurfondsen;2. het(de) programma(`s) van doelstelling 5 B van de Europese Structuurfondsen; 3. de communautaire initiatiefprogramma's die uitsluitend gefinancierd worden door het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, o.a. « INTERREG » en « KMO's ». § 2. Op verzoek van de Minister van de Waalse Regering die voor Beroepsopleiding bevoegd is, kan een technisch-financieel Comité belast worden met het toezicht op de acties « Human resources » en met de voorbereiding van de beslissingen van de Toezichtcomités opgericht door de Waalse Regering voor de uitvoering van die plannen en programma's. § 3. Het technisch-financieel Comité is samengesteld uit de Ministers die bevoegd zijn voor de betrokken aangelegenheden, de Ministers van Buitenlandse of Internationale Betrekkingen en de Ministers van Begroting van de Waalse Regering en van de Regering van de Franse Gemeenschap of de vertegenwoordigers die ze aanwijzen, alsook de door de Europese Commissie aangewezen vertegenwoordigers.

Het bestaat ook uit de vertegenwoordigers van de plaatselijke en sociaal-economische partners die door de voorzitter aangewezen worden op voordracht van het Toezichtcomité en die raadgevende stem hebben.

Art. 5.§ 1. Een Begeleidingscomité bereidt de beslissingen voor van elk Toezichtcomité voor de in artikel 3 bedoelde programma's en van elk technisch-financieel Comité bedoeld in artikel 4, en neemt elke beslissing betreffende de projecten, maatregelen of acties van een Europees programma, met uitzondering van die welke aan het Toezichtcomité toegewezen worden krachtens de Europese regelgeving.

Het bestaat uit de Ministers die lid zijn van het Toezichtcomité of van het technische-financieel Comité van het betrokken programma, of hun vertegenwoordigers. § 2. Het Begeleidingscomité neemt zijn beslissingen met inachtneming van de geldende Europese regelgeving en de uitvoeringsbepalingen die bepaald worden door de Europese Commissie op grond van de plannen en in overeenstemming met de overheden die in het kader van het partnerschap verantwoordelijk zijn voor de uitwerking van die plannen.

Art. 6.Het voorzitterschap van de in artikel 3 bedoelde Toezichtcomités, de in artikel 4 bedoelde technisch-financiële Comités en de in artikel 5 bedoelde Begeleidingscomités wordt waargenomen door de Minister van de Waalse Regering die voor Beroepsopleiding bevoegd is. Die comités kunnen in voorkomend geval en in overeenstemming met de Minister van de Waalse Regering die voor Beroepsopleiding bevoegd is, een aparte voorzitter aanwijzen voor het één of ander specifiek programma. De ondervoorzitters van de Comités worden door de Begeleidingscomités aangewezen.

Art. 7.De projecten, maatregelen of acties worden voor elk programma medegefinancierd onder de verantwoordelijkheid van de bevoegde Minister(s), met inachtneming van de Europese regelgevingen.

Art. 8.In geval van geschil met de Europese Commissie, is elke Regering of het College, onverminderd artikel 16, § 3, derde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd bij de bijzondere wet van 5 mei 1993, verantwoordelijk ten belope van haar of zijn bijdrage in de financiering en minimun ten belope van de bedragen van de Europese tegemoetkoming. HOOFDSTUK 2. - Oprichting en beheer van het agentschap « Europees Sociaal Fonds » Afdeling 1. - Oprichting

Art. 9.De Franse Gemeenschap verbindt zich ertoe binnen haar diensten een dienst « Agentschap Europees Sociaal Fonds » met een gescheiden beheer op te richten. Het wordt gezamenlijk beheerd door de Waalse Regering, de Regering van de Franse Gemeenschap en het College van de Franse Gemeenschapscommissie.

Art. 10.Het Agentschap werkt mee aan de voorbereiding en zorgt voor de uitvoering, het administratief en boekhoudkundig beheer en de evaluatie van de in de artikelen 3 en 4 bedoelde programma's en acties, alsook voor het toezicht en de controle daarop.

Art. 11.De Regeringen en het College verschaffen het Agentschap de middelen die noodzakelijk zijn voor zijn werking, met inachtneming van de in onderlinge overeenstemming bepaalde regels. Afdeling 2. - Beheer

Art. 12.Het Agentschap staat onder de operationele leiding van een Beheerscomité, hierna het Comité genoemd.

De beslissingen van de Toezichtcomités voor de in de artikelen 3 en 4 bedoelde programma's worden door het Comité uitgevoerd.

Art. 13.Het Comité is samengesteld uit de Ministers van de Waalse Regering, de Regering van de Franse Gemeenschap en het College van de Franse Gemeenschapscommissie die betrokken zijn bij de in de artikelen 3 en 4 bedoelde programma's en acties, alsook uit de Ministers die belast zijn met Buitenlandse of Internationale Betrekkingen, Begroting en Ambtenarenzaken, of de vertegenwoordigers die ze aanwijzen.

Art. 14.Het Voorzitterschap van het Comité wordt waargenomen door de Minister van de Waalse Regering die voor Beroepsopleiding bevoegd is.

Twee ondervoorzitters worden in onderlinge overeenstemming door de Regeringen en het College aangewezen.

Art. 15.§ 1. Het Comité onderwerpt zijn huishoudelijk reglement aan de goedkeuring van de Regeringen en van het College. Het bepaalt met name : - de wijze van bijeenroeping van het Comité; - de regels betreffende het Voorzitterschap van het Comité, bij afwezigheid of verhindering van de voorzitter en van de ondervoorzitters; - de vaststelling van de daden van dagelijks beheer; - de vaststelling van de personeelsbehoeften van het Agentschap; - de wijze waarop de in artikel 13 bedoelde Ministers worden vertegenwoordigd, onverminderd de toepassing van de regels betreffende het administratieve en budgettaire toezicht en de controle van het Rekenhof, de bepalingen voor het toezicht op het beheer en het gebruik van de gelden van de Europese Unie. § 2. Het Comité beslist met eenparigheid van stemmen.

Art. 16.§ 1. Het dagelijkse beheer van het Agentschap wordt toevertrouwd aan een directeur en een adjunct-directeur, die aangewezen worden door de Regering van de Franse Gemeenschap na eensluidende adviezen van de Waalse Regering en van het College van de Franse Gemeenschapscommissie. § 2. De voorzitter van het Comité geeft de directeur van het Agentschap kennis van de beslissingen van de Toezichtcomités voor de in de artikelen 3 en 4 bedoelde programma's, alsook van die betreffende het beheer van het Agentschap. Afdeling 3. - Financiering

Art. 17.De middelen van het Agentschap bestaan uit : 1° toelagen van de instellingen van de Europese Unie;2° middelen die opgenomen zijn in de begrotingen van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie;3° financiële produkten die voortkomen uit het beheer van de door de Europese Unie gestorte gelden;4° gelden van derden waarover het Agentschap beschikt in het kader van de in de artikelen 3 en 4 bedoelde programma's.

Art. 18.De in artikel 17, 2°, bedoelde bedragen worden voor elke overheid verdeeld naar evenredigheid van de inbreng van de Europese Unie in de programma's bedoeld in de artikelen 3 en 4.

Die middelen worden ter beschikking gesteld van het Agentschap in vier driemaandelijkse tranches van hetzelfde bedrag en moeten uiterlijk de twintigste dag van elk kwartaal worden betaald. HOOFDSTUK III. - Begroting en Rekeningen

Art. 19.Het Agentschap maakt zijn begroting op onder het toezicht van het Comité. De begroting van het Agentschap wordt bij de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap gevoegd. Ze wordt bij de administratieve begroting van het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie gevoegd.

Art. 20.De rekening van uitvoering van de begroting en de Thesaurierekening worden uiterlijk 31 maart van het volgende boekjaar door het Beheerscomité vastgesteld. Ze worden uiterlijk 30 april aan het Rekenhof overgemaakt door de Minister van de Regering van de Franse Gemeenschap die voor de begroting bevoegd is. De rekeningen worden bij de algemene rekening van de Franse Gemeenschap gevoegd.

Art. 21.De uitgaven worden vereffend en betaald zonder de tussenkomst van het Rekenhof. Het Rekenhof kan een controle ter plaatse uitvoeren.

Art. 22.De Regering van de Franse Gemeenschap treft de nodige maatregelen voor het beheer van de specifieke rekeningen die het Agentschap heeft geopend voor het beheer van de door de Europese Unie gestorte gelden alsook van de financiële produkten die uit dat beheer voortvloeien; de specifieke rekeningen en de financiële producten worden geïntegreerd in de schalenfusie van de rekeningen van de Franse Gemeenschap. HOOFDSTUK IV. - Algemene en slotbepalingen Uitvoering

Art. 23.De bepalingen voor de uitvoering van dit samenwerkingsakkoord, met name die betreffende de werking, het personeel, de goederen, de financiering, de begroting en de rekeningen van het Agentschap worden bepaald door de Regering van de Franse Gemeenschap na eensluidend advies van de Waalse Regering en van het College van de Franse Gemeenschapscommissie.

Die bepalingen worden genomen binnen de maand volgend op de bekrachtiging van het decreet houdende goedkeuring van dit akkoord.

Overgangsbepalingen

Art. 24.Vanaf de datum van inwerkingtreding van het decreet II van 19 juli 1993 tot toekenning van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie tot de datum van tenuitvoerlegging van dit akkoord, moet de Cel Europees Sociaal Fonds van de Franse Gemeenschap het vroegere en het huidige beheer waarop dit akkoord betrekking heeft, voortzetten onder het toezicht van de Regering van de Franse Gemeenschap.

Art. 25.Dit akkoord wordt gesloten voor de duur van één jaar. Het wordt van rechtswege stilzwijgend vernieuwd als het zes volle maanden vóór het einde ervan niet wordt opgezegd.

Voor de Regering van de Franse Gemeenschap : Mevr. L. ONKELINX, Minister-President W. ANCION, Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Internationale Betrekkingen en Sport J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE, Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken Voor de Waalse Regering : R. COLLIGNON, Minister-President J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE, Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming Voor het College van de Franse Gemeenschapscommissie, H. HASQUIN, Minister-President, belast met Begroting, Betrekkingen met de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest, alsook met Internationale Betrekkingen E. TOMAS, Minister-lid belast met Beroepsomscholing en Bijscholing, Onderwijs, Sociale Promotie, Leerlingenvervoer en Openbaar Ambt, E. ANDRE, Minister-lid, belast met Beroepsopleiding en Permanente Opleiding van de Middenklasse.

^