Etaamb.openjustice.be
Decreet van 03 april 2009
gepubliceerd op 30 april 2009

Decreet houdende erkenning en subsidiëring van de verenigingen voor stadscentrumbeheer

bron
waalse overheidsdienst
numac
2009201869
pub.
30/04/2009
prom.
03/04/2009
ELI
eli/decreet/2009/04/03/2009201869/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 APRIL 2009. - Decreet houdende erkenning en subsidiëring van de verenigingen voor stadscentrumbeheer (1)


Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Verenigingen voor stadscentrabeheer Afdeling 1. - Doel, partnerschap en opdrachten

Artikel 1.§ 1. De vereniging voor stadscentrabeheer, hierna "de vereniging" genoemd, beoogt voornamelijk de promotie, de animatie en de duurzame ontwikkeling van een stadscentrum of van verschillende stadscentra. Ze bevordert de creatie van banen via multidisciplinaire en transversale acties. § 2. De vereniging is gevestigd op het grondgebied van één enkele stad of van één enkele gemeente die minstens 20.000 inwoners telt. § 3. In de zin van dit decreet wordt onder "stadscentra" verstaan één of meer zones afgebakend naar gelang van de sterke concentratie van de commerciële of culturele diensten en de dienstverlening aan de burger en van de aantrekkingskracht die ze op de randwijken of op de naburige steden en gemeenten uitoefenen. § 4. De Regering kan op voorstel van haar diensten en na advies van de Opvolgingscommissie afwijken van het criterium bedoeld in § 2.

Art. 2.§ 1. De vereniging berust op een partnerschap dat tussen de publieke en de privé-partners gesloten wordt met het oog op een betere stedelijke levenssfeer.

In de zin van dit decreet wordt verstaan onder : 1° "publieke partner", elke publiekrechtelijke rechtspersoon waarvan minstens één vertegenwoordiger zitting heeft in de algemene vergadering van de vereniging of elke natuurlijke persoon die officieel gemandateerd is door een plaatselijk bestuur;2° "privé-partner ", elke privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon die zitting heeft in de algemene vergadering van de vereniging. § 2. De publieke partners en de privé-partners worden paritair vertegenwoordigd binnen de raad van bestuur van de vereniging, waarvan het voorzitterschap voor de eerste helft van de erkenningsperiode waargenomen wordt door een lid dat eerst door de publieke en vervolgens door de privé-partners is voorgedragen.

De sectoren en de publieke partners die binnen de raad van bestuur van de vereniging vertegenwoordigd moeten worden, alsook het aantal bestuurders daarvan, kunnen nader bepaald worden door de Regering. § 3. De functie van bestuurder binnen de raad van bestuur van de vereniging is onverenigbaar met : 1° de functie van voorzitter van de raad van bestuur en de functie van voorzitter, penningmeester, afgevaardigd bestuurder of afgevaardigde voor het dagelijks beheer binnen een plaatselijke middenstandersvereniging;2° het feit dat men als bestuurder en binnen vijf jaar voor de aanwijzing als bestuurder veroordeeld is wegens een overtreding van de reglementaire of wetsbepalingen betreffende de fiscale of sociale aangelegenheden.

Art. 3.In het raam van het partnerschap bedoeld in artikel 2 vervult de vereniging de volgende opdrachten : 1° een strategisch plan zoals bedoeld in artikel 4 uitwerken en ter goedkeuring aan de Regering overleggen volgens de procedure die zij bepaalt;2° een kadaster van gegevens bijhouden in het raam van het statistische beheersinstrument dat tot stand is gebracht door de instelling bedoeld in artikel 25;3° de creatie van nieuwe banen, beroepen of diensten in het stadscentrum (de stadscentra) bevorderen;4° deelnemen aan het netwerk van de verenigingen voor stadscentrabeheer en zodoende bijdragen in het uitwisselen van kennis en goede praktijken; 5° instaan voor de periodieke organisatie van : a) thematische ontmoetingen onder partners i.v.m. de domeinen betreffende het leven in de stadscentra; b) gedachtewisselingen over de toekomst van de steden en stadscentra, meer bepaald in samenhang met de overige ontwikkelingsassen van de stad of gemeente en de rand ervan;c) evenementen die economisch interessant zijn voor de zaken die in het stadscentrum (de stadscentra) gevestigd zijn, met dien verstande dat die evenementen niet de hoofdactiviteit van de vereniging zijn;d) elke actie die de creatie van één of meer leefbare, drukke, attractieve en duurzame stadscentra beoogt door het beheer, de promotie en de ontwikkeling ervan te bevorderen. De opdrachten bedoeld in het eerste lid kunnen nader bepaald worden door de Regering.

Art. 4.§ 1. Het strategische plan bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1°, is een document ter oriëntering en programmering van de acties die de vereniging ten uitvoer moet leggen. Ze moet er voor zorgen dat de verschillende publieke en privé-partners actief betrokken worden bij die acties.

Het strategische plan wordt opgemaakt voor dezelfde duur als die waarvoor de erkenning wordt verleend.

Vooraleer het ontwerp van strategisch plan aan de Regering wordt gericht, wordt het ter goedkeuring overgelegd aan de betrokken gemeenteraad en voor informatie overgemaakt aan de beheersorganen van elk van de publieke en privé-partners vertegenwoordigd binnen de raad van bestuur van de vereniging.

Het strategische plan wordt vervolgens ter goedkeuring aan de Regering overgelegd, na advies van de in artikel 22 bedoelde Opvolgingscommissie betreffende de verenigingen voor stadscentrabeheer,.

Het model van strategisch plan en de desbetreffende proceduremodaliteiten worden door de Regering vastgelegd. § 2. Het strategische plan wordt ten uitvoer gelegd via een jaarlijks actieplan dat door de raad van bestuur van de vereniging goedgekeurd wordt. Afdeling 2. - Uitvoerende cel

Art. 5.De vereniging beschikt over een uitvoerende cel, die samengesteld is uit minstens een manager, desgevallend een adjunct, en, naar gelang van de behoeften, stewards en stadsarbeiders. Die personen worden door de vereniging in dienst genomen op grond van een arbeidsovereenkomst.

Art. 6.§ 1. Het dagelijkse beheer van de vereniging wordt door de manager waargenomen. In die hoedanigheid zorgt hij ervoor dat zijn personeel de opleidingen volgt die door of op verzoek van de Regering georganiseerd worden, meer bepaald de personeelsleden in dienst genomen krachtens het decreet van 17 juli 1997 houdende creatie van een doorstromingsprogramma of krachtens de wet van 24 december 1999 houdende verschillende sociale bepalingen. § 2. De manager stimuleert en ontwikkelt de partnerschapsrelaties, o.a. op basis van zijn analyse van de stadsomgeving en de identificering van de behoeften i.v.m. de commerciële ontwikkeling van het stadscentrum (de stadscentra).

De manager coördineert de acties waarin het strategische plan en het jaarlijkse actieplan voorzien. Desgevallend zorgt hij voor de cohesie ervan met andere publieke, privé- of gemengde partnerschappen. In die hoedanigheid zorgt hij in het bijzonder voor de cohesie en de complementariteit met de acties gevoerd door een plaatselijk ontwikkelingsagentschap, zoals ingesteld bij het decreet van 25 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/03/2004 pub. 29/04/2004 numac 2004201079 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de erkenning van en de toekenning van subsidies aan de plaatselijke ontwikkelingsagentschappen sluiten betreffende de erkenning van en de toekenning van subsidies aan de plaatselijke ontwikkelingsagentschappen, wanneer het voor het geheel of een gedeelte van hetzelfde grondgebied erkend is. § 3. De vertegenwoordigings- en public relationsopdrachten van de vereniging worden door de manager vervuld.

Art. 7.De Regering bepaalt welke titels en ervaringen vereist worden om de functie van manager te mogen uitoefenen.

Art. 8.Een persoon die lid is van een instelling, partij, vereniging of rechtspersoon die zich vijandig opstelt t.o.v. de democratische principes zoals vermeld in het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in de in België van kracht zijnde Protocollen die dat Verdrag aanvullen, in de wet van 30 juli 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/1981 pub. 20/05/2009 numac 2009000343 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot bestraffing van bepaalde door racisme en xenofobie ingegeven daden of in de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd of van elke andere vorm van genocide, mag niet als manager aangewezen worden.

De functie van manager is onverenigbaar met elk mandaat of elke functie van lid van een Executieve of van een gemeente- of provincieraad, alsook van elk orgaan dat er rechtstreeks onder ressorteert.

Art. 9.Alvorens aangewezen te worden belooft de manager op zijn erewoord : 1° het eerlijkheidsbeginsel in acht te nemen t.o.v. het geheel van de leden van de raad van bestuur van de vereniging; 2° niet op een kieslijst te staan tijdens de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst;3° op de hoogte te blijven van de evolutie van de wetgeving en de algemene en sectorale reglementen betreffende zijn functie en de opdrachten van de vereniging en zich in dat verband permanent te vormen.

Art. 10.§ 1. De adjunct vervult voornamelijk de administratieve taken van de vereniging.

Hij kan desgevallend instaan voor bepaalde specifieke acties, zoals communicatie, animatie of andere taken die de manager hem uitdrukkelijk opdraagt. § 2. De Regering bepaalt welke titels en ervaringen vereist worden om de functie van adjunct te mogen uitoefenen. § 3. De artikelen 8 en 9 zijn ook van toepassing op de functie van adjunct.

Art. 11.Wanneer de behoeften het rechtvaardigen, kan de vereniging een beroep doen op de diensten van één of meer stadsstewards, die voornamelijk voor de volgende uitvoeringstaken instaan : 1° het dagelijkse leven van de inwoners, van de winkeliers en hun klanten vergemakkelijken; 2° het imago van het stadscentrum verbeteren, o.a. door toe te zien op de kwaliteit van het leefmilieu; 3° het veiligheidsgevoel van de burgers vergroten;4° informatie inzamelen bij de winkeliers, de klanten en de inwoners van het stadscentrum (de stadscentra);5° micro-economische gegevens over het stadscentrum (de stadscentra) inzamelen ter bijwerking van het statistische beheersinstrument waarover de vereniging beschikt.De opdrachten bedoeld in het eerste lid kunnen nader bepaald worden door de Regering.

Art. 12.§ 1. Wanneer de behoeften het rechtvaardigen, kan de vereniging een beroep doen op één of meer stadsarbeiders, die binnen een interventiezone waarvan de omtrek in het strategische plan of het jaarlijkse actieplan vastligt, ervoor moeten zorgen dat het stadscentrum gastvrij blijft, door in nauwe samenwerking met de bevoegde gemeentelijke diensten werken uit te voeren, zoals, voornamelijk, het onderhoud, de reiniging of het oppervlakkige herstel van de wegenis of van het stadsmeubilair. § 2. Met inachtneming van de artikelen 31 en 32 van de wet van 24 juli 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten betreffende de tijdelijke arbeid, de interimarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers van gebruikers, kunnen de werken waarmee de stadsarbeiders belast worden uitgevoerd worden onder het toezicht van een gekwalificeerd gemeentelijk personeelslid of volgens de door hem gegeven technische richtlijnen.

In het raam van de uitvoering van de werken die aan de stadsarbeiders toevertrouwd worden, oefent de manager of diens adjunct als vertegenwoordiger van de vereniging ten volle zijn gezag op hen uit.

Art. 13.Wanneer de behoeften het rechtvaardigen, kan de vereniging een beroep doen op het materiaal en de grondstoffen die nodig zijn voor de uitvoering van de opdrachten van de stadsarbeiders en die haar geleend kunnen worden door de dienst van de werken van betrokken stad of gemeente, onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat daartoe een specifieke overeenkomst is gesloten.

Art. 14.Wanneer de vereniging een beroep op stadsstewards of -arbeiders doet in het raam van een arbeidsovereenkomst, zorgt zij ervoor dat zij werkzoekenden in dienst neemt krachtens het decreet van 17 juli 1997 houdende creatie van een doorstromingsprogramma of krachtens de wet van 24 december 1999 houdende verschillende sociale bepalingen. HOOFDSTUK II. - Erkenning en toekenning van subsidies Afdeling 1. - Voorwaarden voor de verlening en het behoud van de

erkenning

Art. 15.§ 1. Elke vereniging wordt door de Regering, op voorstel van de diensten die de Regering aanwijst, als vereniging voor stadscentrumbeheer erkend als ze de volgende voorwaarden vervult : 1° opgericht zijn in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk overeenkomstig de wet van 27 juni 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1921 pub. 19/08/2013 numac 2013000498 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten over de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen;2° een doel hebben dat overeenstemt met het doel bedoeld in artikel 1;3° een partnerschap zoals bedoeld in artikel 2 gesloten hebben;4° de in artikel 3 bedoelde opdrachten vervullen;5° beschikken over een maatschappelijke zetel die aan de volgende voorwaarden voldoet : a) hij stemt overeen met de hoofdplaats van de activiteiten;b) hij is niet gevestigd op het adres van een winkeliersvereniging of van een plaatselijk ontwikkelingsagentschap; 6° zich verbinden tot de tenlasteneming, gedurende de gezamenlijke erkenningsperiode, van een gedeelte van allerlei kosten i.v.m. de uitvoering van de acties waarin het strategische plan voorziet, ten belope van minstens 30 % van de subsidies verleend overeenkomstig artikel 18, §§ 1 en 2, waarvan de helft noodzakelijkerwijs van de privé-partners moet komen; 7° zich verbinden tot het verstrekken, op gewoon verzoek van de Regering of van de Commissie bedoeld in artikel 22, van alle informatie over de wijzigingen i.v.m. haar rechtsvorm, de samenstelling van haar sociale organen, de personen bevoegd om haar te vertegenwoordigen, alsook van alle informatie die nuttig geacht wordt om na te gaan of de erkenningsvoorwaarden vervuld zijn; 8° zich ertoe verbinden in de loop van het jaar van de erkenning een arbeidsreglement te laten registreren bij het gewestelijk kantoor voor de controle op de sociale wetten.Onder "hoofdplaats van de activiteiten" in de zin van het eerste lid, 5°, a), wordt verstaan de plaats waar voortdurend voorzien wordt in de menselijke hulpkrachten en waar de recurrente activiteiten uitgeoefend worden i.v.m. het doel van de vereniging. § 2. De verbintenis bedoeld in § 1, eerste lid, 6°, wordt in de jaarrekeningen van de vereniging geconcretiseerd voor het einde van het eerste jaar na de datum van inwerkingtreding van de erkenning.

Zoniet kan de beslissing tot toekenning van de erkenning opgeschort of ingetrokken worden volgens de procedure bedoeld in artikel 17.

Art. 16.De Regering erkent de vereniging voor een aanvankelijke duur van hoogstens drie jaar. Op basis van de evaluatie bedoeld in artikel 26 is die duur verlengbaar met periodes van vijf jaar.

Art. 17.Wanneer in de loop van de erkenning blijkt dat de vereniging klaarblijkelijk verzuimt het geheel of een deel van haar verbintenissen na te komen of niet meer in staat is ze voldoende na te komen voor het einde van de erkenning, kan de Regering de erkenning opschorten of intrekken.

De erkenning kan pas opgeschort of ingetrokken worden na advies van de Commissie, die vooraf de vertegenwoordigers van betrokken vereniging hoort.

De Regering bepaalt de procedure voor de opschorting en de intrekking van de erkenning.

De erkende vereniging kan een gemotiveerd beroep bij de Regering indienen tegen de beslissing tot opschorting of intrekking van de erkenning.

De Regering bepaalt de beroepsprocedure. Afdeling 2. - Toekenning van subsidies aan de vereniging

Art. 18.§ 1. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten kan de Regering een basissubsidie aan de erkende vereniging verlenen ter dekking van de loonkost die door haar daadwerkelijk gedragen wordt voor de functie van manager.

De Regering indexeert het bedrag van die subsidie jaarlijks in januari na vermenigvuldiging van het bedrag van het vorige jaar door het gemiddelde van de indexcijfers van de consumptieprijzen (gezondheidsindex) van de maanden september en oktober van het vorige jaar, gedeeld door het gemiddelde van de indexcijfers van de consumptieprijzen (gezondheidsindex) van de maanden september en oktober van het jaar dat aan het vorige jaar voorafgaat. § 2. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten kan de Regering een variabele subsidie verlenen ter dekking van : 1° de loonkost die door de vereniging daadwerkelijk gedragen wordt i.v.m. de functie van adjunct; 2° de werkings- en uitrustingskosten die door de vereniging gedragen worden;3° de bijkomende behoeften voor de totstandbrenging van één of meer specifieke, originele of buitengewone acties. De Regering bepaalt wat onder "daadwerkelijk gedragen loonkost" verstaan wordt.

De Regering bepaalt het bedrag van de variabele subsidie op grond van de volgende criteria : 1° het aantal inwoners van betrokken stad of gemeente;2° het totaalaantal werknemers tewerkgesteld binnen de vereniging, berekend in voltijds equivalent en per type contract;3° het activiteitenrapport van het vorige jaar, alsook de jaarrekeningen van het vorige boekjaar;4° desgevallend, een uitvoerige begrotingsprognose per actie. § 3. De Regering kan, volgens de modaliteiten die zij bepaalt, een bijkomende tegemoetkoming verlenen voor elke stadsstewards- of stadsarbeiderspost bekleed door een werknemer in dienst genomen krachtens het decreet van 17 juli 1997 houdende creatie van een doorstromingsprogramma of krachtens de wet van 24 december 1999 houdende verschillende sociale bepalingen.

Art. 19.§ 1. De basissubsidie bedoeld in artikel 18, § 1, wordt jaarlijks in één keer betaald uiterlijk aan het einde van het eerste kwartaal van bedoeld boekjaar. § 2. De variabele subsidie bedoeld in artikel 18, § 2, wordt betaald als volgt : 1° een eerste schijf van vijfenzeventig percent uiterlijk aan het einde van het eerste kwartaal van bedoeld boekjaar;2° een tweede schijf van vijfentwintig percent, uiterlijk binnen zestig dagen na goedkeuring van het in artikel 26 bedoelde activiteitenrapport door de Commissie. § 3. De Regering bepaalt de modaliteiten voor de betaling van de bijkomende tegemoetkoming bedoeld in artikel 18, § 3.

Art. 20.De jaarrekeningen van de vereniging zijn conform de wet van 27 juni 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1921 pub. 19/08/2013 numac 2013000498 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten over de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen.

Art. 21.De vereniging verbindt zich ertoe voor haar financieel evenwicht te zorgen.

Wanneer de vereniging een financieel onevenwicht vertoont, zoals bepaald door de Regering, legt ze binnen de maand na de kennisgeving van de vaststelling van dat onevenwicht een saneringsplan ter goedkeuring aan de Regering voor. Dat saneringsplan wordt eerst voor advies overgelegd aan de Commissie bedoeld in artikel 22.

Indien het saneringsplan niet binnen de voorgeschreven termijnen wordt overgelegd, kan de Regering de erkenning van de betrokken vereniging volgens de in artikel 17 bedoelde procedure opschorten of intrekken, na advies van de Commissie. HOOFDSTUK III. - Opvolgingscommissie betreffende de verenigingen voor stadscentrabeheer

Art. 22.Er wordt bij de Diensten van de Regering een opvolgingscommissie betreffende de verenigingen voor stadscentrabeheer opgericht, hierna de "Commissie" genoemd, die de volgende opdrachten vervult : 1° advies uitbrengen m.b.t. de opschorting of de intrekking van een erkenning; 2° op eigen initiatief of op verzoek van de Regering advies uitbrengen over elk vraagstuk i.v.m. de verenigingen voor stadscentrabeheer; 3° advies uitbrengen over het strategische plan van elke vereniging en de uitvoering van de acties waarin het voorziet regelmatig evalueren. Indien de Regering om advies verzoekt, wordt het binnen veertig dagen door de Commissie uitgebracht. Zoniet wordt het advies niet meer vereist.

In geval van gemotiveerde dringende noodzakelijkheid kan het advies binnen tien dagen gevraagd worden. Als die termijn niet in acht genomen wordt, wordt het advies niet meer vereist.

Art. 23.De Commissie is samengesteld uit de volgende gewone en plaatsvervangende leden : 1° één vertegenwoordiger van de Diensten van de Regering;2° één vertegenwoordiger van de dienst ad hoc van de "Université Catholique de Louvain";3° één vertegenwoordiger van de dienst ad hoc van de "Université de Liège";4° één vertegenwoordiger van het "Institut de gestion de l'Environnement et d'Aménagement du Territoire de l'Université libre de Bruxelles";5° één vertegenwoordiger van de "Union des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" (Unie van de Steden, Gemeenten en Provincies van Wallonië);6° één vertegenwoordiger van de Minister van Tewerkstelling;7° één vertegenwoordiger van de Minister van Economie;8° één vertegenwoordiger van de Minister van Ruimtelijke Ordening;9° één vertegenwoordiger van de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden. De leden bedoeld in het eerste lid, 2° tot 5°, zijn stemgerechtigd, de andere hebben raadgevende stem.

De Commissie kan een beroep doen op elke deskundige die ze nodig acht voor de goede werking van de werken.

Bovendien wordt een vertegenwoordiger van het ministerieel departement dat voor het grotenstedenbeleid bevoegd is erom verzocht de werken van de Commssie met raadgevende stem bij te wonen.

Art. 24.De Regering benoemt de gewone en plaatsvervangende leden voor een hernieuwbare duur van vijf jaar. De mandaten worden integraal hernieuwd na afloop van elke periode van vijf jaar. HOOFDSTUK IV. - Het in netverband brengen en de professionalisering van de verenigingen voor stadscentrabeheer

Art. 25.De Regering belast een door haar aangewezen orgaan met de volgende opdrachten : 1° het netwerk van de verenigingen voor stadscentrabeheer coördineren en stimuleren;2° de economische en politieke actoren sensibiliseren voor het beheer van de stadscentra;3° beheersinstrumenten ontwikkelen en ter beschikking stellen van elke vereniging, meer bepaald inzake statistieken en evaluatie;4° specifieke opleidingen organiseren die voornamelijk voor de managers bestemd zijn;5° zorgen voor een technische begeleiding van de managers. HOOFDSTUK V. - Evaluatie en controle

Art. 26.§ 1. De evaluatie van de vereniging wordt aan de Commissie toevertrouwd volgens de criteria die de Regering bepaalt. Op grond van die evaluatie kan de Regering nagaan of de vereniging voldoet aan de verplichtingen die haar krachtens de erkenning opgelegd worden.

Opdat de Regering en de Commissie kunnen nagaan of de bepalingen van dit decreet in acht genomen worden, bezorgt de vereniging de Commissie jaarlijks uiterlijk 1 maart een activiteitenrapport dat is goedgekeurd door het gemeentecollege en haar raad van bestuur.

Dat activiteitenrapport vermeldt, o.a., de mate van uitvoering van de opdrachten, zoals omschreven in artikel 3, en bevat een overzicht van de staat van vordering van het strategische plan, een lijst van de maatregelen die tot de vervaldatum van de erkenning genomen zullen worden om de doelstellingen van het strategische plan te halen, alsook de jaarrekeningen goedgekeurd door de algemene vergadering en gecertificeerd door een expert-boekhouder volgens de modaliteiten die de Regering bepaalt.

In de veronderstelling dat een plaatselijk ontwikkelingsagentschap, zoals ingesteld bij het decreet van 25 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/03/2004 pub. 29/04/2004 numac 2004201079 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de erkenning van en de toekenning van subsidies aan de plaatselijke ontwikkelingsagentschappen sluiten betreffende de erkenning van en de toekenning van subsidies aan de plaatselijke ontwikkelingsagentschappen, voor het geheel of een gedeelte van hetzelfde grondgebied erkend wordt, vermeldt het activiteitenrapport specifiek de complementariteiten en de cohesie van de door de vereniging gevoerde acties.

De Regering bepaalt het model van het activiteitenrapport. § 2. De Commissie legt jaarlijks een globaal rapport over het geheel van de verenigingen voor stadscentrabeheer over aan de Regering, die het aan het Parlement overmaakt.

Art. 27.De controle en het toezicht op de inachtneming van dit decreet en de desbetreffende uitvoeringsbesluiten worden uitgeoefend overeenkomstig het decreet van 5 februari 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/02/1998 pub. 20/02/1998 numac 1998027078 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende toezicht en controle op de naleving van de wetgeving betreffende de omscholing en de bijscholing type decreet prom. 05/02/1998 pub. 20/02/1998 numac 1998027077 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende toezicht en controle op de naleving van de wetgeving betreffende het tewerkstellingsbeleid sluiten betreffende het toezicht en de controle op de wetgevingen op het tewerkstellingsbeleid. HOOFDSTUK VII. - Overgangs-, afwijkings- en slotbepalingen

Art. 28.Artikel 1, 2°, van het decreet van 6 november 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/11/2008 pub. 19/12/2008 numac 2008204572 bron waalse overheidsdienst Kaderdecreet houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet type decreet prom. 06/11/2008 pub. 18/12/2008 numac 2008204571 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie sluiten houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie wordt aangevuld als volgt : "-Opvolgingscommissie betreffende de verenigingen voor stadscentrabeheer;".

Art. 29.De verenigingen voor stadscentrabeheer die hun activiteiten uitoefenen op de datum van inwerkingtreding van dit decreet, blijven hun activiteiten uitoefenen en genieten de desbetreffende subsidies.

Ze moeten evenwel binnen drie maanden na de inwerkingtreding van dit decreet een erkenningsaanvraag krachtens dit decreet indienen.

In afwijking van artikel 16 wordt die erkenningsaanvraag beschouwd als een hernieuwing van erkenning voor de duur van vijf jaar.

Onverminderd wat voorafgaat, is artikel 1, § 2, niet toepasselijk op de verenigingen die een erkenning in het raam van de proeffase genieten op de datum van inwerkingtreding van dit decreet.

Art. 30.De Regering bepaalt de datum waarop dit decreet in werking treedt, uiterlijk 1 juli 2009.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 3 april 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE De Minister van Begroting, Financiën en Uitrusting, M. DAERDEN De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ph. COURARD. De Minister van Economie, Tewerkstelling, Buitenlandse Handel en Patrimonium, J.-C. MARCOURT De Minister van Onderzoek, Nieuwe Technologieën en Buitenlandse Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Minister van Vorming, M. TARABELLA De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, D DONFUT De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN Nota (1) Zitting 2008-2009. Stukken van het Waals Parlement, 952 (2008-2009). Nrs. 1 tot 4.

Volledig verslag, openbare vergadering van 1 april 2009.

Bespreking - Stemmingen.

^