Etaamb.openjustice.be
Decreet van 04 juni 2007
gepubliceerd op 11 september 2007

Decreet betreffende de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden en de psychiatrische verzorgingstehuizen

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2007033054
pub.
11/09/2007
prom.
04/06/2007
ELI
eli/decreet/2007/06/04/2007033054/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 JUNI 2007. - Decreet betreffende de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden en de psychiatrische verzorgingstehuizen (1)


Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit decreet verstaat men onder : 1° bejaarden : de personen van ten minste 60 jaar;2° inwonenden : de personen die, met toepassing van dit decreet, een beroep doen op de in artikel 2, § 1, 1°, 2°, 7°, en in artikel 2, § 2, beschreven woonstructuren;3° gebruikers : de bejaarden die een beroep doen op de in artikel 2, § 1, 3°, 4°, 5° en 6° vermelde aanbiedingen;4° inrichtende macht van een zorgaanbod : elke natuurlijke of rechtspersoon die een in dit decreet gedefinieerd zorgaanbod levert;5° vertegenwoordiger : - de wettelijke of de door de rechter aangewezen vertegenwoordiger van de inwonende bij een inrichting; - de door de inwonende van een inrichting bij notariële akte aangewezen gevolmachtigde, met uitzondering van de personen die werkzaam zijn in de inrichting waarin de inwonende verblijft; 6° afdeling : de afdeling van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap bevoegd inzake Gezondheid;7° Regering : de Regering van de Duitstalige Gemeenschap. Toepassingsgebied

Art. 2.§ 1 - Dit decreet is van toepassing op de hierna volgende aanbiedingen op het gebied van de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden in het Duitse taalgebied, hierna « zorgaanbiedingen » genoemd : 1° Rustoord voor bejaarden of rust-en verzorgingstehuis : inrichting waar bejaarden verblijven en verzorgings- en begeleidingsprestaties, medische verzorging alsmede een huishoudelijke dienst genieten;2° Serviceflatgebouw : inrichting die aan de bejaarden - in één of meerdere gebouwen - individuele woningen, activiteitsmogelijkheden alsmede huishoudelijke dienstprestaties aanbiedt waarop de inwonenden vrij een beroep kunnen doen alsmede een dienst voor noodhulp die door het verzorgingspersoneel van het rustoord voor bejaarden of van het rust- of verzorgingstehuis wordt waargenomen.In zo'n inrichting kunnen verzorgingsprestaties niet voortdurend worden gewaarborgd; 3° Dagopvangcentrum : inrichting die bejaarden overdag begeleidt en hen activiteitsmogelijkheden alsmede maaltijden aanbiedt;4° Dagverzorgingscentrum : inrichting die bejaarden overdag verzorgt, begeleidt en hen activiteitsmogelijkheden alsmede maaltijden aanbiedt;5° Nachtverzorgingscentrum : inrichting die bejaarden uitsluitend 's nachts verzorgt en begeleidt;6° Plaats voor kort verblijf : dienstaanbod in een rustoord voor bejaarden of een rust- of verzorgingstehuis dat het verblijf, de verzorging en de begeleiding van bejaarden voor een maximale duur van drie maanden per kalenderjaar inhoudt;7° Seniorenresidentie : inrichting die in één of meerdere gebouwen barrièrevrije individuele woningen alsmede huishoudelijke dienstprestaties aanbiedt die door de inwonenden georganiseerd worden en waarop deze vrij een beroep kunnen doen.In zo'n inrichting kunnen verzorgingsprestaties niet worden gewaarborgd. § 2 - Dit decreet is ook van toepassing op psychiatrische verzorgingstehuizen geregeld bij het koninklijk besluit van 10 juli 1990. § 3 - De aanbiedingen inzake thuiszorg vallen niet onder het toepassingsgebied van dit decreet. § 4 - Bejaarden die begeleid worden door verwanten tot de derde graad, vallen niet onder het toepassingsgebied van dit decreet. Bovendien is dit decreet niet van toepassing op personen die ten hoogste 2 bejaarden begeleiden, voor zover bewezen wordt dat ze geen winstoogmerk nastreven. HOOFDSTUK II. - Erkenning, toelating en voorlopige erkenning Afdeling 1 - Toelating

Art. 3.Onverminderd artikel 9 moet de inrichtende macht van een zorgaanbod of een psychiatrische verzorgingstehuis, in de volgende gevallen, vóór de voorlopige erkenning bij de Regering een toelating aanvragen om : 1° een zorgaanbod of een psychiatrisch verzorgingstehuis aan te bieden of te creëren;2° een bestaand gebouw om te bouwen of in gebruik te nemen ten einde een zorgaanbod of een psychiatrisch verzorgingstehuis te leveren resp. aan te bieden; 3° de opvangcapaciteit van een bestaand zorgaanbod of psychiatrisch verzorgingstehuis te wijzigen. De toelating mag slechts worden toegekend, als het project op het tijdstip van de aanvraag deel uitmaakt van een programma opgesteld door de Regering van de Duitstalige Gemeenschap of door de Federale Regering.

De toelating wordt voor ten hoogste 3 jaar toegekend. Afdeling 2 - Voorlopige erkenning

Art. 4.§ 1 - De inrichtende macht van een zorgaanbod of van een psychiatrisch verzorgingstehuis kan een aanvraag tot voorlopige erkenning indienen vóór het verstrijken van de met toepassing van artikel 3 toegekende toelating.

De Regering kent een voorlopige erkenning toe, wanneer aan de in uitvoering van artikel 5, § 3, vastgelegde voorwaarden wordt voldaan.

In het kader van de voorlopige erkenning kan de Regering, in bijzonder gerechtvaardigde gevallen, afwijkingen van de door haar vastgelegde voorwaarden toestaan.

De voorlopige erkenning wordt voor 6 maanden toegekend en kan, in bijzonder gerechtvaardigde uitzonderingsgevallen, voor ten hoogste 6 maanden worden verlengd. § 2 - Indien erkende rustoordplaatsen in verzorgingstehuisplaatsen omgevormd worden, kan de Regering met toepassing van artikel 5, § 2, lid 2, en § 3, een erkenning toekennen zonder de inrichtende macht vooraf een voorlopige erkenning te verlenen. De inrichtende machten die vanwege de omvorming van rustoordplaatsen over verzorgingstehuisplaatsen beschikken, dienen zowel de normen vereist voor de erkenning van een rustoord voor bejaarden als die vereist voor de erkenning van een rust- en verzorgingstehuis te vervullen. Afdeling 3 - Erkenning

Art. 5.§ 1 - Alle inrichtende machten van zorgaanbiedingen of van psychiatrische verzorgingstehuizen die onder het toepassingsgebied van dit decreet vallen, moeten erkend worden. § 2 - De inrichtende macht van een zorgaanbod of van een psychiatrisch verzorgingstehuis kan een aanvraag tot erkenning indienen vóór het verstrijken van de met toepassing van artikel 4 toegekende voorlopige erkenning. Onverminderd artikel 9 kent de Regering deze erkenning slechts na het verstrijken van de voorlopige erkenning toe.

De Regering kent een inrichtende macht een erkenning toe, wanneer het zorgaanbod of het psychiatrisch verzorgingstehuis aan de door de bevoegde overheden vastgelegde voorwaarden voldoet. In bijzonder gerechtvaardigde uitzonderingsgevallen kan de Regering, in het kader van de erkenning, afwijkingen van de door haar vastgelegde voorwaarden toestaan. § 3 - Behalve voor de seniorenresidenties betreffen de door de Regering vastgelegde erkenningsvoorwaarden in het bijzonder : 1° de inachtneming van de persoonlijke rechten van de inwonenden en van de gebruikers, rekening houdend met de ideologische, filosofische en godsdienstige overtuigingen;2° het eerbiedigen van het privé-leven en van de waardigheid van de inwonenden en gebruikers;3° de inachtneming van de onafhankelijkheid en keuzevrijheid van de inwonenden en gebruikers alsmede van het recht tot zelfverwezenlijking;4° de opvang en de opzegging;5° de maaltijden, de hygiëne en de verzorging;6° de inrichting van de ruimten;7° de specifieke veiligheidsmaatregelen;8° het aantal en de kwalificatie van de personeelsleden;9° het medebeslissingsrecht van de inwonenden en gebruikers, inzonderheid wat het vaststellen van de levensomstandigheden in de inrichting betreft; 10° het concept m.b.t. de organisatie van het zorgaanbod; 11° de boekhouding;12° de rechten en plichten van de vertegenwoordiger, onverminderd andersluidende bindende bepalingen;13° het beheer van de klachten;14° de maatregelen tot kwaliteitsverzekering;15° het concept « begeleiding van de stervenden ». De door de Regering voor de seniorenresidenties vastgelegde erkenningsvoorwaarden betreffen in het bijzonder de punten 1° tot 4°, 6°, 7° en 10°. § 4 - Een erkenning wordt voor een bepaalde inrichtende macht en voor een bepaalde vestiging toegekend. Een verkoop of aanschaffing van plaatsen of dienstprestaties van een zorgaanbod of van een psychiatrisch verzorgingstehuis zijn verboden, tenzij de Regering het op verzoek en in bijzonder gerechtvaardigde uitzonderingsgevallen uitdrukkelijk toelaat. De overname van plaatsen of dienstprestaties door een inrichtende macht zonder vestigingsplaatswijziging is echter toegelaten. In dit geval moet de nieuwe inrichtende macht een nieuwe erkenningsaanvraag indienen. § 5 - De erkenning wordt voor ten hoogste 6 jaar toegekend en kan meermaals voor ten hoogste 6 jaar worden verlengd. Afdeling 4 - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 6.Met het oog op de toelating of erkenning moeten de in artikel 2, § 1, 2°, 4°, 5° en 6°, vermelde zorgaanbiedingen bij een rustoord voor bejaarden of een rust- of verzorgingstehuis worden aangesloten.

Art. 7.De inrichtende macht mag slechts vanaf de inwerkingtreding van de voorlopige erkenning of van de erkenning een zorgaanbod leveren.

Art. 8.De in artikel 2, § 1, gedefinieerde zorgaanbiedingen zijn slechts voor bejaarden toegankelijk.

In gerechtvaardigde uitzonderingsgevallen kan de Regering andere leeftijdsklassen de toegang tot deze zorgaanbiedingen toestaan.

Art. 9.De inrichtende macht van seniorenresidenties is slechts aan de erkenningsplicht onderworpen.

Art. 10.Onverminderd andersluidende bindende bepalingen legt de Regering de voorwaarden en de procedure m.b.t. de toekenning, weigering of intrekking van de toelating, van de voorlopige erkenning, de erkenning alsmede m.b.t. de verlenging ervan vast. HOOFDSTUK III. - Pilootprojecten

Art. 11.In het kader van een overeenkomst afgesloten tussen de Regering en de inrichtende macht kan de Regering pilootprojecten ondersteunen. Pilootprojecten moeten innovatieve aanbiedingen op het gebied van de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden zijn.

Eén jaar na de verwezenlijking van het project dient de inrichtende macht een evaluatie bij de Regering in. De Regering beslist over de verdere promotie van het project op basis van de evaluatie en van het advies van de afdeling, na de inrichtende macht te hebben gehoord. HOOFDSTUK IV. - Subsidiëring

Art. 12.§ 1 - Onder de door de Regering vastgelegde voorwaarden kan de inrichtende macht van een erkend dagopvangscentrum een werkingstoelage aanvragen. De inrichtende macht dient een aanvraag bij de Regering in. De Regering beslist na advies van de afdeling. § 2 - De inrichtende macht van een pilootproject kan in het kader van een overeenkomst met de Regering een werkingsubsidie aanvragen. De Regering beslist na advies van de afdeling. De aanvraag moet de volgende gegevens omvatten : 1° de identiteit en de statuten van de inrichtende macht;2° de gedetailleerde beschrijving van het project waaruit het innovatief karakter ervan blijkt;3° de timing van de verwezenlijking van het project; 4° de evaluatiecriteria m.b.t. het project; 5° de kostenraming. § 3 - Onder de in het kader van het decreet van 18 maart 2002 betreffende de infrastructuur bepaalde voorwaarden kan de inrichtende macht van een seniorenresidentie een subsidie aanvragen voor de oprichting van een communautaire ruimte. De inrichtende macht dient een aanvraag in overeenkomstig de in het kader van het decreet bepaalde procedures in. § 4 - De Regering legt het bedrag en de modaliteiten vast voor de subsidiëringsmogelijkheden inzake infrastructuur bepaald in de §§ 1 en 2 van voorliggend artikel. HOOFDSTUK V. - Toezichtsbepalingen

Art. 13.De in dit decreet vermelde zorgaanbiedingen en psychiatrische verzorgingstehuizen zijn aan het toezicht van de door de Regering aangewezen ambtenaren onderworpen. Met het oog op de uitoefening van hun opdracht mogen deze ambtenaren een beroep doen op de steun van vertegenwoordigers van de openbare macht.

De met het toezicht belaste ambtenaren mogen alle onderzoeken, controles en opsporingen uitvoeren en alle inlichtingen verzamelen die zij noodzakelijk achten om zich te vergewissen dat de bepalingen van dit decreet en de uitvoeringsbepalingen ervan nageleefd worden. Zij kunnen inzonderheid : 1° iedere persoon ondervragen over feiten waarvan de bekendheid nuttig kan zijn voor de uitoefening van het toezicht;2° ter plaatse kennis nemen van alle boeken en bescheiden voorgeschreven door dit decreet en zijn uitvoeringsbepalingen en afschriften of uittreksels ervan vervaardigen;3° alle boeken en bescheiden inzien die noodzakelijk zijn om hun opdracht te vervullen;4° op om het even welk ogenblik alle ruimten van de inrichting bezoeken die geen woning zijn;5° de woningen mist toestemming van de inwonende bezoeken;6° in de uitoefening van hun ambt een beroep doen op de hulp van de gemeentelijke of federale politie;7° de onderzoeken en controles uitvoeren zonder voorafgaande aanmelding en zonder door een vertegenwoordiger van de inrichtende macht begeleid te worden.In dit geval krijgt de vertegenwoordiger van de inrichtende macht onmiddellijk feedback. HOOFDSTUK VI. - Strafbepalingen Administratieve straffen

Art. 14.§ 1 - De Regering kan de inrichtende macht haar toelating, voorlopige erkenning of erkenning intrekken als de vereiste voorwaarden niet meer vervuld zijn. § 2 - De weigering of intrekking van de voorlopige erkenning resp. de erkenning heeft de sluiting van de in artikel 2 bepaalde aanbiedingen tot gevolge, behalve wat de seniorenresidenties betreft. Indien een inrichtende macht een in artikel 2 gedefinieerd zorgaanbod verleent zonder de dienovereenkomstige toelating of erkenning, dan spreekt de Regering de sluiting van het zorgaanbod uit.

Vanaf de betekening van de beslissing m.b.t. de weigering of intrekking van de erkenning als seniorenresidentie mag de inrichtende macht de benaming « seniorenresidentie » niet meer gebruiken voor zijn aanbod. § 3 - Overeenkomstig de door haar vastgelegde voorwaarden kan de Regering besluiten een in artikel 2 vermeld aanbod dringend te sluiten om volksgezondheids- of veiligheidsredenen of wegens kennelijke niet-naleving van de toepasselijke bepalingen. De sluiting kan ook voorlopig zijn, als de omstandigheden die tot die sluiting leidden niet meer bestaan. § 4 - Indien in het kader van de uitoefening van het toezicht ernstige tekortkomingen in verband met de opdracht worden vastgesteld en worden deze niet binnen de gestelde termijn door de inrichtende macht opgeheven, dan kan de Regering ten laste van de inrichtende macht een commissaris aanwijzen om de directie van het zorgaanbod of van het psychiatrisch verzorgingstehuis waar te nemen, en dit onverminderd de mogelijkheid de toelating, de erkenning of de voorlopige erkenning in te trekken. De Regering bepaalt de modaliteiten en voorwaarden terzake alsmede de rechten en plichten van de commissaris. § 5 - Voordat de Regering met toepassing van voorliggend artikel een beslissing neemt, heeft de inrichtende macht het recht door haar gehoord te worden. De Regering bepaalt de modaliteiten en voorwaarden terzake.

Strafrechtelijke sancties

Art. 15.Wordt gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en/of met een geldboete van 26 tot 5.000 EUR wie 1° zonder toelating of erkenning of na de intrekking ervan een zorgaanbod of psychiatrisch verzorgingstehuis, waarop dit decreet toepasselijk is, levert resp.aanbiedt; 2° de erkenning waarin dit decreet voorziet illegaal aanvoert;3° de uitoefening van het toezicht, waarin artikel 13 voorziet, weigert of belemmert. HOOFDSTUK VII : Slotbepalingen Overgangsbepaling

Art. 16.§ 1 - Zorgaanbiedingen die vóór de inwerkingtreding van dit decreet met toepassing van het decreet van 9 mei 1994 betreffende de toelating, de erkenning en subsidiëring van opvangvoorzieningen voor bejaarden erkend werden, hebben na de inwerkingtreding van dit decreet één jaar tijd om aan de voorwaarden ervan. § 2 - Zorgaanbiedingen die met toepassing van het decreet van 9 mei 1994 betreffende de toelating, de erkenning en subsidiëring van opvangvoorzieningen voor bejaarden geen toelating of erkenning nodig hadden op grond van het aantal begeleide bejaarden, mogen hun activiteit zonder toelating of erkenning voortzetten tot het overlijden van de bejaarden die bij de inwerkingtreding van voorliggend besluit begeleid worden.

Opheffingsbepaling

Art. 17.Het decreet van 9 mei 1994 betreffende de toelating, de erkenning en subsidiëring van opvangvoorzieningen voor bejaarden wordt opgeheven.

Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.

Eupen op 4 juni 2007.

K.-H. LAMBERTZ Minister-President van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Minister van Lokale Besturen B. GENTGES Vice-Minister-President van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme O. PAASCH Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek Mevr. I. WEYKMANS Minister van Cultuur en Media, Monumentenzorg, Jeugd en Sport _______ Nota (1) Zitting 2006-2007 Parlementaire stukken : 89 (2006-2007) Nr 1 Ontwerp van decreet 89 (2006-2007) Nr 2+3 Voorstellen tot wijziging 89 (2006-2007) Nr 4 Verslag Integraal verslag.- Bespreking en aanneming. Zitting van 4 juni 2007

^