Etaamb.openjustice.be
Decreet van 06 juli 2012
gepubliceerd op 30 augustus 2012

Decreet tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, met het oog op de invoering van een deels op socio-economische leerlingenkenmerken gebaseerd omkaderingssysteem, waarbij het kleuteronderwijs evenwaardig omkaderd wordt als het lager onderwijs

bron
vlaamse overheid
numac
2012035980
pub.
30/08/2012
prom.
06/07/2012
ELI
eli/decreet/2012/07/06/2012035980/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 JULI 2012. - Decreet tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, met het oog op de invoering van een deels op socio-economische leerlingenkenmerken gebaseerd omkaderingssysteem, waarbij het kleuteronderwijs evenwaardig omkaderd wordt als het lager onderwijs (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, met het oog op de invoering van een deels op socio-economische leerlingenkenmerken gebaseerd omkaderingssysteem, waarbij het kleuteronderwijs evenwaardig omkaderd wordt als het lager onderwijs HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen aan het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997

Art. 2.In artikel 3 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 1° wordt de zinsnede « voor godsdienst, niet-confessionele zedenleer, cultuurbeschouwing, lichamelijke opvoeding en » opgeheven;2° punt 33° wordt vervangen door wat volgt : « 33° lestijdenpakket : a) in het gewoon basisonderwijs : pakket lestijden dat bestaat uit de lestijden volgens de schalen, de SES-lestijden en de aanvullende lestijden, toegekend aan een school om de financierbare of subsidieerbare personeelsformatie van het onderwijzend personeel te bepalen, inclusief de eventuele lesopdracht van de directie;b) in het buitengewoon basisonderwijs : het pakket lestijden dat bestaat uit de lestijden volgens de schalen en de aanvullende lestijden, toegekend aan een school om de financierbare of subsidieerbare personeelsformatie van het onderwijzend personeel te bepalen, inclusief de eventuele lesopdracht van de directie;»; 3° punt 34° wordt vervangen door wat volgt : « 34° lestijden volgens de schalen : resultaat van de verrekening van het aantal regelmatige leerlingen op een welbepaalde teldag of tijdens een welbepaalde telperiode aan de hand van schalen of bekomen als additionele lestijden volgens de schalen volgens de berekeningswijzen vermeld in dit decreet;»; 4° er worden een punt 52bis/1 en 52bis/2 ingevoegd, die luiden als volgt : « 52° bis/1 SES-lestijden : lestijden, toegekend op basis van de socio-economische status van leerlingen in het gewoon basisonderwijs die gevat wordt door leerlingkenmerken;52° bis/2 thuisloze : de leerling is tijdelijk of permanent buiten het eigen gezin verband opgenomen door een gezin of persoon, een voorziening of een sociale dienst, bedoeld in het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand, met uitzondering van de internaten die gefinancierd of gesubsidieerd worden door het Departement Onderwijs en Vorming van de Vlaamse Gemeenschap;»; 5° punt 55° bis wordt opgeheven.

Art. 3.In artikel 47, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 juli 2003, wordt punt 5° vervangen door wat volgt : « 5° de wijze waarop de school via haar zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid werkt aan de optimale leer- en ontwikkelingskansen van al haar leerlingen. ».

Art. 4.In artikel 78, § 2, 2°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 4 juli 2008, wordt de zinsnede « 139bis, § 1, 2°, » vervangen door de zinsnede « 3, 52° bis/2, ».

Art. 5.In artikel 130, § 2, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 14 juli 1998, 10 juli 2003, 7 juli 2006 en 4 juli 2008, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « Het aantal financierbare of subsidieerbare betrekkingen in de ambten van het onderwijzend personeel is afhankelijk van het toegekende lestijdenpakket en van het aantal toegekende extra of bijkomende lestijden. ».

Art. 6.In hoofdstuk IX, afdeling 2, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 mei 2009, wordt het opschrift van onderafdeling A vervangen door wat volgt : « Onderafdeling A. - Basisomkadering ».

Art. 7.In hoofdstuk IX, afdeling 2, onderafdeling A, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 22 juni 2007, wordt een sectie 1 ingevoegd, die luidt als volgt : « Sectie 1. - Basisomkadering in het gewoon basisonderwijs ».

Art. 8.In hetzelfde decreet wordt in sectie 1, ingevoegd bij artikel 7, een subsectie 1 ingevoegd, die luidt als volgt : « Subsectie 1. - Samenstelling van de basisomkadering ».

Art. 9.In hetzelfde decreet wordt in subsectie 1, ingevoegd bij artikel 8, artikel 131, opgeheven door het decreet van 22 juni 2007, opnieuw opgenomen in de volgende lezing : «

Art. 131.De basisomkadering in het gewoon basisonderwijs bestaat uit de lestijden volgens de schalen en de SES-lestijden.

Die lestijden worden, per niveau, aan de scholen toegekend volgens de bepalingen van subsecties 2, 3 en 4. Er kan, om budgettaire redenen, een aanwendingspercentage vastgelegd worden dat voor één of meerdere schooljaren toegepast moet worden op de basisomkadering verkregen volgens subsecties 2, 3 en 4. ».

Art. 10.In hetzelfde decreet wordt in sectie 1, ingevoegd bij artikel 7, een subsectie 2 ingevoegd, die luidt als volgt : « Subsectie 2. - Lestijden volgens de schalen ».

Art. 11.In hetzelfde decreet wordt in subsectie 2, ingevoegd bij artikel 10, artikel 132, vervangen bij het decreet van 22 juni 2007, vervangen door wat volgt : «

Art. 132.§ 1. De lestijden volgens de schalen worden ieder schooljaar per niveau en per school berekend.

Het aantal lestijden volgens de schalen waarop de school per niveau recht heeft, is het aantal lestijden dat verkregen wordt door het aantal regelmatige leerlingen, ingeschreven in het betrokken niveau op de eerste schooldag van februari van het voorgaande schooljaar, af te zetten op de lestijdschaal, vermeld in bijlage 2, en te vermenigvuldigen met een SES-percentage van 97,16. Als het resultaat van die vermenigvuldiging voor een niveau in een school kleiner is dan 26, dan heeft de school voor dat niveau recht op 26 lestijden.

De lestijden volgens de schalen worden per niveau binnen een school als volgt afgerond : als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier, wordt er afgerond naar het hogere geheel getal. Als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier wordt er afgerond naar het lagere geheel getal. § 2. In afwijking van paragraaf 1 is de teldag voor de berekening van de lestijden volgens de schalen voor scholen in het gewoon onderwijs in programmatie de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar. Die teldag geldt voor de hele school voor het schooljaar van oprichting en voor de vijf daaropvolgende schooljaren. § 3. In afwijking van paragraaf 1 is de teldag voor de berekening van de lestijden volgens de schalen voor scholen die betrokken zijn bij een herstructurering, de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar. § 4. Voor de toepassing van dit artikel op CKG-scholen worden de woorden « de eerste schooldag van oktober » telkens gelezen als de woorden « de maand september » en wordt het woord « teldag » telkens gelezen als het woord « telperiode ».

Voor de toepassing van dit artikel op CKG-scholen worden de woorden « door het aantal regelmatige leerlingen ingeschreven in het betrokken niveau op de eerste schooldag van februari » gelezen als de woorden « door het gemiddeld aantal regelmatige leerlingen, ingeschreven in het betrokken niveau tijdens de periode van twaalf maanden die voorafgaat aan de eerste schooldag van februari ». ».

Art. 12.In hetzelfde decreet wordt in sectie 1, ingevoegd bij artikel 7, een subsectie 3 ingevoegd, die luidt als volgt : « Subsectie 3. - SES-lestijden ».

Art. 13.In hetzelfde decreet wordt in subsectie 3, ingevoegd bij artikel 12, artikel 133, opgeheven door het decreet van 22 juni 2007, opnieuw opgenomen in de volgende lezing : «

Art. 133.§ 1. Voor de toepassing van de subsecties 3, 4, 5 en 6 gelden de volgende leerlingkenmerken : a) het opleidingsniveau van de moeder : de moeder is niet in het bezit van een diploma van het secundair onderwijs of van een studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het beroepssecundair onderwijs of van een daarmee gelijkwaardig studiebewijs, hierna leerlingkenmerk 1 te noemen;b) het krijgen van een schooltoelage : er wordt een schooltoelage gegeven aan de leerling, als vermeld in het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap, uitbetaald ten gunste van de leerling, hierna leerlingkenmerk 2 te noemen.Voor de toepassing van dit artikel worden de leerlingen die met toepassing van voornoemd decreet alleen door ongewettigde afwezigheid of onvoldoende aanwezigheid geen recht op een schooltoelage hadden, eveneens meegerekend; c) de taal die de leerling in het gezin spreekt en die verschilt van de onderwijstaal : daaronder wordt de taal verstaan die de leerling meestal spreekt met moeder, vader of broers en zussen, hierna leerlingkenmerk 3 te noemen.De taal die de leerling in het gezin spreekt is niet de onderwijstaal, indien de leerling in het gezin met niemand of in een gezin met drie gezinsleden (de leerling niet meegerekend) met maximum één gezinslid de onderwijstaal spreekt.

Broers en zussen worden als één gezinslid beschouwd. § 2. De regering bepaalt de wijze waarop de leerlingkenmerken worden vastgesteld en legt de procedure vast volgens welke de gegevens door het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming worden verzameld. ».

Art. 14.In hetzelfde decreet wordt in subsectie 3, ingevoegd bij artikel 12, artikel 134, opgeheven door het decreet van 22 juni 2007, opnieuw opgenomen in de volgende lezing : «

Art. 134.§ 1. Het aantal SES-lestijden waarop de school voor het kleuteronderwijs recht heeft, voor het schooljaar (J)-(J+1), is de som van A, B en C waarbij : 1° A = het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal regelmatige kleuters, die beantwoorden aan leerlingkenmerk 1, dat de school telt op de teldag, vermeld in artikel 132, met 0,2710 lestijden;2° B = S x het aantal regelmatige kleuters dat de school telt op de teldag, vermeld in artikel 132, vermenigvuldigd met 0,11917 lestijden, waarbij : S = X / het aantal regelmatige leerlingen dat de school telde op de eerste schooldag van februari van het jaar J-1, waarbij : X = het aantal regelmatige leerlingen die beantwoorden aan de volgende cumulatieve voorwaarden : i° ze beantwoorden uiterlijk op 28 februari J aan leerlingkenmerk 2 voor het schooljaar (J-2)-(J-1); ii° ze zijn op de eerste schooldag van februari van het jaar J-1 regelmatig ingeschreven in de school; 3° in afwijking van punt 2° is B, voor scholen voor gewoon basisonderwijs die zijn opgericht vanaf 1 september 2011, gedurende hun twee eerste bestaansjaren gelijk aan het resultaat van 0,25 x het aantal regelmatige kleuters dat de school telt op de teldag, vermeld in artikel 132, vermenigvuldigd met 0,11917 lestijden. In afwijking van punt 2° is B, voor scholen voor gewoon basisonderwijs die, zoals bepaald in artikel 3, 15°, fusioneren gedurende het schooljaar dat de fusie uitwerking heeft en het daaropvolgende schooljaar gelijk aan het resultaat van 0,25 x het aantal regelmatige kleuters dat de school telt op de teldag, vermeld in artikel 132, vermenigvuldigd met 0,11917 lestijden; 4° C = het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal regelmatige kleuters, die beantwoorden aan leerlingkenmerk 3, dat de school telt op de teldag, vermeld in artikel 132, met 0,29116 lestijden. § 2. Het aantal SES-lestijden waarop de school voor het lager onderwijs recht heeft, voor het schooljaar (J)-(J+1), is de som van A, B en C waarbij : 1° A = het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal regelmatige leerlingen lager onderwijs, die beantwoorden aan leerlingkenmerk 1, dat de school telt op de teldag, vermeld in artikel 132, met 0,26710 lestijden;2° B = S x het aantal regelmatige leerlingen lager onderwijs dat de school telt op de teldag, vermeld in artikel 132, vermenigvuldigd met 0,11917 lestijden, waarbij : S = X / het aantal regelmatige leerlingen dat de school telde op de eerste schooldag van februari van het jaar J-1, waarbij : X = het aantal regelmatige leerlingen die beantwoorden aan de volgende cumulatieve voorwaarden : i° ze beantwoorden uiterlijk op 28 februari J aan leerlingkenmerk 2 voor het schooljaar (J-2)-(J-1); ii° ze zijn op de eerste schooldag van februari van het jaar J-1 regelmatig ingeschreven in de school; 3° in afwijking van punt 2° is B, voor scholen voor gewoon basisonderwijs die zijn opgericht vanaf 1 september 2011 gedurende hun twee eerste bestaansjaren gelijk aan het resultaat van 0,25 x het aantal regelmatige leerlingen lager onderwijs dat de school telt op de teldag, vermeld in artikel 132, vermenigvuldigd met 0,11917 lestijden. In afwijking van punt 2° is B, voor scholen voor gewoon basisonderwijs die, zoals bepaald in artikel 3, 15°, fusioneren gedurende het schooljaar dat de fusie uitwerking heeft en het daaropvolgende schooljaar gelijk aan het resultaat van 0,25 x het aantal regelmatige leerlingen lager onderwijs dat de school telt op de teldag, vermeld in artikel 132, vermenigvuldigd met 0,11917 lestijden; 4° C = het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal regelmatige leerlingen lager onderwijs, die beantwoorden aan leerlingkenmerk 3, dat de school telt op de teldag, vermeld in artikel 132, met 0,29116 lestijden. § 3. De SES-lestijden verkregen volgens paragraaf 1 en paragraaf 2 worden per niveau als volgt afgerond : als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier wordt er afgerond naar het hogere gelegen geheel getal. Als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier wordt er afgerond naar het lagere gelegen geheel getal. § 4. Voor de toepassing van dit artikel op CKG-scholen is artikel 132, § 4, niet van toepassing. ».

Art. 15.In hetzelfde decreet wordt in sectie 1, ingevoegd bij artikel 7, een subsectie 4 ingevoegd, die luidt als volgt : « Subsectie 4. - Additionele lestijden volgens de schalen ».

Art. 16.In hetzelfde decreet wordt in subsectie 4, ingevoegd bij artikel 15, artikel 135, vervangen door wat volgt : «

Art. 135.§ 1. Er worden additionele lestijden volgens de schalen voor het lager onderwijs toegekend aan scholen die aan de voorwaarde, zoals bepaald in paragraaf 2, voldoen. Deze lestijden worden berekend volgens de bepalingen van paragraaf 3. § 2. Om recht te hebben op additionele lestijden volgens de schalen voor het lager onderwijs dient de school aan de volgende voorwaarde te voldoen : Het resultaat van de breuk 24*A/B is groter dan 18,5.

Waarbij : 1° A = het aantal regelmatige leerlingen lager onderwijs dat de school telt op de teldag voor de berekening van de lestijden volgens de schalen zoals bepaald in artikel 132.2° B = de som van de lestijden volgens de schalen van de school in het lager onderwijs, zoals bepaald in artikel 132, en de SES-lestijden van de school in het lager onderwijs, zoals bepaald in artikel 134, § 2. De lestijden bepaald in artikel 173quater worden niet in rekening gebracht bij het bepalen van deze som. § 3. De additionele lestijden volgens de schalen toegekend aan de school voor het lager onderwijs worden als volgt berekend : Het verschil van C en D wordt gemaakt en afgerond naar het bovenliggende geheel getal.

Waarbij : - C = 24*A / 18,5 waarbij A = het aantal regelmatige leerlingen lager onderwijs dat de school telt op de teldag voor de berekening van de lestijden volgens de schalen zoals bepaald in artikel 132. - D : de som van de lestijden volgens de schalen van de school in het lager onderwijs, zoals bepaald in artikel 132, en de SES-lestijden van de school in het lager onderwijs, zoals bepaald in artikel 134, § 2.

De lestijden bepaald in artikel 173quater worden niet in rekening gebracht bij het bepalen van deze som. § 4. Er worden additionele lestijden volgens de schalen voor het kleuteronderwijs toegekend aan scholen die aan de voorwaarde, zoals bepaald in paragraaf 5, voldoen. Deze lestijden worden berekend volgens de bepalingen van paragraaf 6. § 5. Om recht te hebben op additionele lestijden volgens de schalen voor het kleuteronderwijs dient de school aan de volgende voorwaarde te voldoen : Het resultaat van de breuk 24*A/B is groter dan 18,5.

Waarbij : 1° A = het aantal regelmatige leerlingen kleuteronderwijs dat de school telt op de teldag voor de berekening van de lestijden volgens de schalen zoals bepaald in artikel 132.2° B = de som van de lestijden volgens de schalen van de school in het kleuteronderwijs, zoals bepaald in artikel 132, en de SES-lestijden van de school in het kleuteronderwijs, zoals bepaald in artikel 134, § 1.De lestijden bepaald in artikel 141, § 2, worden niet in rekening gebracht bij het bepalen van deze som. § 6. De additionele lestijden volgens de schalen toegekend aan de school voor het kleuteronderwijs worden als volgt berekend : Het verschil van C en D wordt gemaakt en afgerond naar het bovenliggende geheel getal.

Waarbij : - C = 24*A / 18,5 waarbij A = het aantal regelmatige leerlingen kleuteronderwijs dat de school telt op de teldag voor de berekening van de lestijden volgens de schalen zoals bepaald in artikel 132. - D : de som van de lestijden volgens de schalen van de school in het kleuteronderwijs, zoals bepaald in artikel 132, en de SES-lestijden van de school in het kleuteronderwijs, zoals bepaald in artikel 134, § 1. De lestijden bepaald in artikel 141, § 2, worden niet in rekening gebracht bij het bepalen van deze som.

Art. 17.In hetzelfde decreet wordt in sectie 1, ingevoegd bij artikel 7, een subsectie 5 ingevoegd, die luidt als volgt : « Subsectie 5. - Aanwending ».

Art. 18.In hetzelfde decreet wordt in subsectie 5, ingevoegd bij artikel 17, artikel 136 vervangen door wat volgt : «

Art. 136.De regering bepaalt de ambten waarin een school met de basisomkadering, zoals bepaald in artikel 131, betrekkingen kan inrichten en de wijze waarop de omrekening gebeurt van de basisomkadering, zoals bepaald in artikel 131, naar deze betrekkingen.

Art. 19.In hetzelfde decreet wordt in sectie 1, ingevoegd bij artikel 7, een subsectie 6 ingevoegd, die luidt als volgt : « Subsectie 6. - Monitoring ».

Art. 20.In hetzelfde decreet wordt in subsectie 6, ingevoegd bij artikel 19, artikel 137 vervangen door wat volgt : «

Art. 137.Het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming voert jaarlijks een monitoring uit van de bepalingen in deze sectie. Hierbij wordt bijzondere aandacht besteed aan de evolutie van de verschillende componenten van de basisomkadering. De resultaten van deze monitoring worden aan de Regering bezorgd. ».

Art. 21.In hoofdstuk IX, afdeling 2, onderafdeling A, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 mei 2009, wordt een sectie 2 ingevoegd, die luidt als volgt : « Sectie 2. - Lestijden volgens de schalen in het buitengewoon basisonderwijs ».

Art. 22.In hetzelfde decreet wordt in sectie 2, ingevoegd bij artikel 21, een artikel 137bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 137bis.§ 1. De lestijden volgens de schalen worden ieder schooljaar per school berekend op basis van het aantal regelmatige leerlingen die zijn ingeschreven op de eerste schooldag van februari van het voorgaande schooljaar en aan de hand van de lestijdenschalen die door de regering worden vastgelegd. § 2. In afwijking van paragraaf 1 is de teldag voor de berekening van de lestijden volgens de schalen voor scholen in het buitengewoon onderwijs in programmatie, de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar. Die teldag geldt voor de hele school voor het schooljaar van oprichting en voor de twee daaropvolgende schooljaren. § 3. In afwijking van paragraaf 1 is de teldag voor de berekening van de lestijden volgens de schalen voor scholen die betrokken zijn bij een herstructurering, de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar. § 4. Voor de toepassing van dit artikel op scholen voor type 5 worden de woorden « de eerste schooldag van oktober » telkens gelezen als de woorden « de maand september » en wordt het woord « teldag » telkens gelezen als het woord « telperiode ».

Voor de toepassing van dit artikel op scholen voor type 5 worden de woorden « op basis van het aantal regelmatige leerlingen die zijn ingeschreven op de eerste schooldag van februari » gelezen als de woorden « op basis van het gemiddeld aantal regelmatige leerlingen die zijn ingeschreven tijdens de periode van twaalf maanden die voorafgaat aan de eerste schooldag van februari ». § 5. De lestijden volgens de schalen van een school voor type 5 kunnen uitsluitend volledig worden aangewend als een door de regering vastgelegd gemiddelde van onderwijsdagen per kind gedurende de telperiode wordt bereikt. Als dat gemiddelde niet wordt bereikt, worden de lestijden volgens de schalen evenredig verminderd. § 6. In afwijking van paragraaf 1 is het aantal lestijden volgens de schalen voor scholen voor type 5 die betrokken zijn bij of die ontstaan zijn door een fusie, gelijk aan de som van de lestijdenpakketten van de scholen in kwestie. ».

Art. 23.In hetzelfde decreet wordt in sectie 2, ingevoegd bij artikel 21, een artikel 137teringevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 137ter.De regering legt voor het buitengewoon basisonderwijs lestijdenschalen vast voor elk type. ».

Art. 24.In hetzelfde decreet wordt in sectie 2, ingevoegd bij artikel 21, een artikel 137quater ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 137quater.De regering bepaalt de ambten waarin een school met de lestijden volgens de schalen betrekkingen kan inrichten, en op welke wijze de omrekening gebeurt van de lestijden volgens de schalen naar de gefinancierde of gesubsidieerde betrekkingen die in deze ambten worden ingericht. ».

Art. 25.In hetzelfde decreet wordt in sectie 2, ingevoegd bij artikel 21, een artikel 137quinquies ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 137quinquies.De regering kan voor het buitengewoon basisonderwijs, om budgettaire redenen, aanwendingspercentages vastleggen die voor een of meer schooljaren op de lestijden volgens de schalen moeten worden toegepast. ».

Art. 26.In artikel 138, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 28 juni 2002, 7 juli 2006, 22 juni 2007, 4 juli 2008 en 8 mei 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 5° wordt opgeheven;2° aan punt 6° worden de woorden « in het buitengewoon basisonderwijs » toegevoegd;3° aan punt 7° worden tussen het woord « lestijden » en het woord « ter » de woorden « in het buitengewoon basisonderwijs » ingevoegd;4° punt 8° wordt opgeheven.

Art. 27.In artikel 139 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 7 juli 2006 en gewijzigd bij het decreet van 4 juli 2008, wordt de zinsnede « 3° bis, 4°, 5° en 7° » vervangen door de zinsnede « 3° bis, 4° en 7° ».

Art. 28.In hoofdstuk IX, afdeling 2, onderafdeling B, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 mei 2009, wordt sectie 2, dat bestaat uit artikel 139bis tot en met 139novies, opgeheven.

Art. 29.Artikel 140 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 14 juli 1998 en 28 juni 2002, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 140.§ 1. Bij het tellen van de leerlingen in het gewoon basisonderwijs gelden de volgende regels : 1° er wordt afzonderlijk geteld per taalstelsel;2° de leerlingen van het kleuteronderwijs en het lager onderwijs worden afzonderlijk geteld;3° in een school met verschillende vestigingsplaatsen worden, voor de berekening van de lestijden volgens de schalen, de leerlingen van alle vestigingsplaatsen samengeteld.Er is echter een afzonderlijke telling voor de vestigingsplaatsen die op 1 februari van het voorgaande schooljaar gelegen zijn op ten minste 1,5 kilometer, in een rechte lijn gemeten, van elke andere vestigingsplaats behorende tot dezelfde groep en gelegen in dezelfde stad of gemeente, waar onderwijs van hetzelfde onderwijsniveau wordt georganiseerd. Een niveau kleuter- of lager onderwijs dat het enige niveau kleuter- of lager onderwijs is van een groep in een welbepaalde stad of gemeente telt per definitie apart, behalve in zijn eerste bestaansjaar. Een niveau in een vestigingsplaats dat op 1 september wordt opgericht, zal voor het eerste schooljaar geen afzonderlijke telling van haar leerlingen hebben. De regering bepaalt de wijze waarop de vestigingsplaatsen gegeopositioneerd worden. De afstand tussen de gegeopositioneerde vestigingsplaatsen wordt berekend volgens de formule vervat in bijlage 3; 4° alleen de regelmatige leerlingen worden geteld;5° elke leerling telt voor één teleenheid;6° in afwijking van punt 5° wordt, voor de berekening van de lestijden volgens de schalen, zoals bepaald in artikel 132, en voor de berekening van de aanvullende lestijden voor elke erkende godsdienst en voor de niet-confessionele zedenleer of voor cultuurbeschouwing, zoals bepaald in artikel 138, § 1, 1°, de coëfficiënt 1,5 toegepast op de leerlingen : a) die verblijven in een centrum voor kinderzorg en gezinsondersteuning;b) die verblijven in tehuizen voor kinderen van wie de ouders geen vaste verblijfplaats hebben;c) die geplaatst zijn door de jeugdrechter of door de comités voor bijzondere jeugdzorg;d) van wie de ouders tot de trekkende bevolking behoren;e) die thuisloos zijn, zoals bepaald in artikel 3, 52° bis/2. De regering bepaalt de wijze waarop wordt vastgesteld of aan die criteria is voldaan.

De wegingen van 1,5 kunnen niet cumulatief gebeuren; 7° in afwijking van punt 5° wordt, voor de berekening van de lestijden volgens de schalen, zoals bepaald in artikel 132, op de leerlingen van vestigingsplaatsen die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest liggen, de coëfficiënt 1,11 toegepast;8° in afwijking van punten 5°, 6° en 7° wordt, voor de berekening van de lestijden volgens de schalen, zoals bepaald in artikel 132, op een leerling die in aanmerking komt voor zowel een weging van 1,11 als een weging van 1,5, een weging van 1,665 toegepast;9° in afwijking van punt 5° wordt, voor de berekening van de lestijden volgens de schalen, zoals bepaald in artikel 132, op de leerlingen van vestigingsplaatsen die in gemeenten met een bevolkingsdichtheid van minder dan 100 inwoners per vierkante kilometer, de coëfficiënt 1,05 toegepast;10° in afwijking van punten 5°, 6° en 9° wordt, voor de berekening van de lestijden volgens de schalen, zoals bepaald in artikel 132, op een leerling die in aanmerking komt voor zowel een weging van 1,05 als een weging van 1,5, een weging van 1,575 toegepast;11° alvorens artikel 132 toe te passen wordt het gewogen aantal leerlingen per niveau als volgt afgerond op het niveau van de samengetelde vestigingsplaatsen of desgevallend apart tellende vestigingsplaatsen : als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier, wordt er afgerond naar het hogere geheel getal.Als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier, wordt er afgerond naar het lagere geheel getal. § 2. Bij het tellen van de leerlingen in het buitengewoon basisonderwijs gelden de volgende regels : 1° er wordt afzonderlijk geteld per taalstelsel;2° in het buitengewoon onderwijs worden de leerlingen per type geteld, kleuteronderwijs en lager onderwijs samen;3° in een school met verschillende vestigingsplaatsen worden de leerlingen van alle vestigingsplaatsen samengeteld;4° alleen de regelmatige leerlingen worden geteld;5° elke leerling telt voor één teleenheid.».

Art. 30.In artikel 141 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 14 juli 1998, wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt : « § 2. Onder de voorwaarden die de regering bepaalt, worden de lestijden volgens de schalen in het gewoon kleuteronderwijs, op de instapdata vermeld in artikel 12, § 2, 5°, 6° en 7°, herberekend tijdens het lopende schooljaar.

Onder de voorwaarden die de regering bepaalt, worden de lestijden volgens de schalen in het gewoon kleuteronderwijs, van scholen die, na hun programmatieperiode, een vestigingsplaats met kleuteronderwijs opgericht hebben conform artikel 108bis, gedurende het tweede, derde en vierde bestaansjaar van deze vestigingsplaats, voor zover het niveau kleuter in deze vestigingsplaats nog bestaat, op de instapdag vermeld in artikel 12, § 2, 1°, 5°, 6° en 7°, herberekend tijdens het lopende schooljaar.

Onder de voorwaarden die de regering bepaalt, worden de lestijden volgens de schalen in het gewoon kleuteronderwijs, van scholen die, na hun programmatieperiode, een niveau kleuter opgericht hebben conform artikel 110, gedurende het tweede, derde en vierde bestaansjaar van dit niveau, voor zover dit niveau nog bestaat, op de instapdag vermeld in artikel 12, § 2, 1°, 5°, 6° en 7°, herberekend tijdens het lopende schooljaar. ».

Art. 31.In artikel 143 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 juli 2003, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « De in artikel 142 bedoelde herverdeling mag niet voor gevolg hebben dat personeelsleden ter beschikking gesteld worden wegens ontstentenis van betrekking tenzij de terbeschikkinggestelde personeelsleden voor de hele verdere duur van het schooljaar in een school van hetzelfde schoolbestuur en/of van dezelfde scholengemeenschap overeenkomstig de geldende reglementering kunnen worden gereaffecteerd of wedertewerkgesteld.

De in artikel 142 bedoelde overdracht mag niet voor gevolg hebben dat personeelsleden ter beschikking gesteld worden wegens ontstentenis van betrekking. ».

Art. 32.In artikel 148 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 22 juni 2006, wordt de zinsnede « artikel 132 » vervangen door de zinsnede « artikel 137bis ».

Art. 33.In hetzelfde decreet wordt in hoofdstuk XIIter, ingevoegd bij het decreet van 9 juli 2010, een artikel 173quinquies/1 ingevoegd dat luidt als volgt : « Artikel 173quinquies/1. § 1. Voor het schooljaar (X, X+1) worden er aan de scholen voor gewoon basisonderwijs, die op basis van artikel 132, § 1, tellen en die deel uitmaken van een schoolbestuur of voor wat het gemeenschapsonderwijs betreft van een scholengroep zoals bepaald in het bijzonder decreet betreffende het gemeenschapsonderwijs van 14 juli 1998 dat een stijging van 12 kleuters kent op de eerste schooldag van oktober van het kalenderjaar X in vergelijking met de eerste schooldag van oktober van het kalenderjaar X-1, bijkomende lestijden volgens de schalen voor het kleuteronderwijs toegekend op de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar op voorwaarde dat de scholen liggen in gemeenten die aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoen : 1° a) ofwel gelegen zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op voorwaarde dat dit gewest een totale bevolkingsaangroei kent van meer dan 4 000 personen zoals berekend door de federale instantie die bevoegd is voor de coördinatie van de openbare statistiek en zoals dat op de eerste schooldag van februari voorafgaand aan de start van het schooljaar gepubliceerd is op de website van deze federale overheidsdienst in de statistiek loop van de bevolking';b) ofwel gelegen zijn in administratieve arrondissementen van het Vlaamse Gewest die een totale bevolkingsaangroei kennen van meer dan 4 000 personen zoals berekend door de federale instantie die bevoegd is voor de coördinatie van de openbare statistiek en zoals dat op de eerste schooldag van februari voorafgaand aan de start van het schooljaar gepubliceerd is op de website van deze federale overheidsdienst in de statistiek 'loop van de bevolking';2° voor het schooljaar (X, X+1) moet de totale aangroei van het aantal regelmatige leerlingen gewoon basisonderwijs die ingeschreven waren in de scholen op het grondgebied van deze gemeenten op de eerste schooldag van februari van het kalenderjaar X minstens 240 leerlingen bedragen ten opzichte van de eerste schooldag van februari van het kalenderjaar X-5. § 2. De berekening van de bijkomende lestijden volgens de schalen voor het kleuteronderwijs gebeurt per schooljaar (X, X+1) als volgt : 1° het resultaat van A min B wordt berekend, waarbij : A = het aantal regelmatige leerlingen in het kleuteronderwijs die ingeschreven zijn in de school op de eerste schooldag van oktober van het kalenderjaar X; B = het aantal regelmatige leerlingen in het kleuteronderwijs die ingeschreven waren in de school op de eerste schooldag van februari van het kalenderjaar X. Indien het resultaat van A min B groter of gelijk is aan 12, dan worden er bijkomende lestijden volgens de schalen voor het kleuteronderwijs toegekend aan de school voor het schooljaar (X, X+1). 2° indien het resultaat groter of gelijk is aan 12, dan heeft de school, voor het schooljaar (X, X+1), recht op een aantal bijkomende lestijden volgens de schalen voor het kleuteronderwijs dat gelijk is aan het resultaat van A min B. § 3. Het aantal bijkomende lestijden volgens de schalen, bekomen ten gevolge van de herberekening, wordt gefinancierd of gesubsidieerd vanaf 1 september tot 30 juni van het lopende schooljaar. § 4. Te veel ingerichte betrekkingen vanaf 1 september van het schooljaar (X, X+1) vallen ten laste van het schoolbestuur. § 5. De regering bepaalt de ambten waarin een school met deze bijkomende lestijden volgens de schalen betrekkingen kan inrichten en de wijze waarop de omrekening gebeurt van deze bijkomende lestijden volgens de schalen naar deze betrekkingen. § 6. Voor de toepassing van dit artikel op CKG-scholen worden de woorden « aantal regelmatige leerlingen in het kleuteronderwijs die ingeschreven zijn in de school op de eerste schooldag van oktober » gelezen als de woorden « gemiddeld aantal regelmatige leerlingen in het kleuteronderwijs die ingeschreven zijn in de school tijdens de maand september ».

Voor de toepassing van dit artikel op CKG-scholen worden de woorden « aantal regelmatige leerlingen in het kleuteronderwijs die ingeschreven waren in de school op de eerste schooldag van februari » gelezen als de woorden « gemiddeld aantal regelmatige leerlingen in het kleuteronderwijs die ingeschreven waren in de school tijdens de periode van twaalf maanden die voorafgaat aan de eerste schooldag van februari ». ».

Art. 34.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 23 december 2011, wordt een hoofdstuk XIIquater ingevoegd, dat luidt als volgt : « HOOFDSTUK XIIquater. - Waarborgregeling lichamelijke opvoeding ».

Art. 35.In hetzelfde decreet wordt in Hoofdstuk XIIquater, ingevoegd bij artikel 33, een artikel 173sexies ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 173sexies.Elke school voor gewoon basisonderwijs wendt per niveau, voor lichamelijke opvoeding, ten minste het aantal lestijden aan volgens de regeling die door de regering vastgelegd wordt. De regering baseert zich hierbij op het systeem van aanvullende lestijden lichamelijke opvoeding dat per niveau toegekend werd voor het schooljaar 2011-2012. ».

Art. 36.Artikel 194 van hetzelfde decreet, hersteld bij het decreet van 7 mei 2004, wordt opgeheven.

Art. 37.Artikel 194ter van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 13 juli 2001, wordt opgeheven.

Art. 38.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 23 december 2010, wordt er, aan afdeling 3. Overgangsbepalingen, een artikel 194octies toegevoegd dat luidt als volgt : «

Art. 194octies.Er wordt, voor de schooljaren 2012-2013, 2013-2014 en 2014-2015 voorzien in een sociale overgangsmaatregel voor de scholen die aan de voorwaarden vervat in bijlage 4 van dit decreet voldoen en dit volgens de bepalingen van deze bijlage. ».

Art. 39.Aan hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 23 december 2011, wordt een bijlage 2 toegevoegd, die bij dit decreet is gevoegd.

Art. 40.Aan hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 23 december 2011, wordt een bijlage 3 toegevoegd, die bij dit decreet is gevoegd.

Art. 41.Aan hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 23 december 2011, wordt een bijlage 4 toegevoegd, die bij dit decreet is gevoegd. HOOFDSTUK 3. - Inwerkingtreding

Art. 42.Dit decreet treedt in werking op 1 september 2012.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 6 juli 2012.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, P. SMET _______ Nota (1) Zitting 2011-2012. Stukken. - Ontwerp van decreet, 1591 - Nr. 1. - Amendementen, 1591 - Nr. 2. - Verslag over hoorzitting, 1591 - Nr. 3. - Verslag, 1591 - Nr. 4. - Amendementen voorgesteld na indiening van het verslag, 1591 - Nr.5. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 1591 - Nr.6.

Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 27 juni 2012.

Bijlagen bij het decreet van 6 juli 2012 tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, met het oog op de uitvoering van een deels op socio-economische leerlingenkenmerken gebaseerd omkaderingssysteem, waarbij het kleuteronderwijs evenwaardig omkaderd wordt als het lager onderwijs Bijlage 2 bij het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 Bijlage 2. - Lestijdenschaal gewoon basisonderwijs bij het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Bijlage 3 bij het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 Bijlage 3. - Formule voor de berekening van de afstand in meters tussen twee vestigingsplaatsen bij het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Bijlage 4 bij het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 Bijlage 4. - Sociale maatregel in het kader van het nieuwe omkaderingssysteem in het gewoon basisonderwijs tijdens de schooljaren 2012-2013, 2013-2014 en 2014-2015 bij het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 A. Lager onderwijs I. De additionele lestijden volgens de schalen voor het lager onderwijs worden, in het kader van de sociale maatregel voor het schooljaar 2012-2013, toegekend aan scholen die aan de voorwaarde, zoals bepaald in II, voldoen en worden berekend volgens de bepalingen van III. II. Om recht te hebben op additionele lestijden volgens de schalen voor het lager onderwijs dient de school aan de volgende voorwaarde te voldoen : Het quotiënt 24A/B is groter dan 16. Waarbij : 1° A = het aantal regelmatige leerlingen lager onderwijs dat de school telt op de teldag voor de berekening van de lestijden volgens de schalen voor het schooljaar 2012-2013 zoals bepaald in artikel 132.2° B = de som van de lestijden volgens de schalen van de school in het lager onderwijs, zoals bepaald in artikel 132, en de SES-lestijden van de school in het lager onderwijs, zoals bepaald in artikel 134, § 2, en de additionele lestijden volgens de schalen in het lager onderwijs, zoals bepaald in artikel 135, § 1, in het schooljaar 2012-2013.De lestijden bepaald in artikel 173quater worden niet in rekening gebracht bij het bepalen van deze som.

III. § 1. De additionele lestijden volgens de schalen toegekend aan de school voor het lager onderwijs zijn gelijk aan K op voorwaarde dat K een positief getal is en voor afronding groter of gelijk is aan 1. In alle andere gevallen ontvangt de school geen additionele lestijden volgens de schalen voor het lager onderwijs.

Waarbij K het resultaat is van volgende berekening : K = G - (C+2) Waarbij : o K als volgt wordt afgerond : als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier wordt er afgerond naar het hogere gelegen geheel getal. Als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier wordt er afgerond naar het lagere geheel getal. o C = de som van de lestijden volgens de schalen van de school in het lager onderwijs, zoals bepaald in artikel 132, en de SES-lestijden van de school in het lager onderwijs, zoals bepaald in artikel 134, § 2, en de additionele lestijden volgens de schalen in het lager onderwijs, zoals bepaald in artikel 135, § 1, in het schooljaar 2012-2013. De lestijden bepaald in artikel 173quater worden niet in rekening gebracht bij het bepalen van deze som. o G = (E/D)*F waarbij : o E = de som van : ° het aantal lestijden volgens de schalen, uitgezonderd de lestijden toegekend op basis van artikel 173 quater, waar de school voor het lager onderwijs in het schooljaar 2011-2012 recht op had; ° het aantal aanvullende lestijden voor lichamelijke opvoeding waar de school in het lager onderwijs in het schooljaar 2011-2012 recht op had; ° het aantal aanvullende lestijden voor het voeren van een gelijke kansenbeleid waar de school in het schooljaar 2011-2012 recht op had, met uitzondering van diegene toegekend in het kader van de kleuterparticipatie, vermenigvuldigd met het aantal regelmatige leerlingen lager onderwijs in de school op de teldag voor de berekening van de lestijden volgens de schalen in het schooljaar 2011-2012, gedeeld door het aantal regelmatige leerlingen in de school op dezelfde teldag. ° het aantal aanvullende lestijden ter ondersteuning van de integratie van de anderstalige leerlingen voor de Nederlandstalige scholen in de rand- en taalgrensgemeenten, voor de scholen in de gemeenten die grenzen aan de randgemeenten en/of aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en voor de scholen in de gemeenten die bepaald worden door de Vlaamse Gemeenschap waar de school in het schooljaar 2011-2012 recht op had, vermenigvuldigd met het aantal regelmatige leerlingen lager onderwijs in de school op de teldag voor de berekening van de lestijden volgens de schalen in het schooljaar 2011-2012, gedeeld door het aantal regelmatige leerlingen in de school op dezelfde teldag. o D = het aantal regelmatige leerlingen lager onderwijs dat de school telde op de teldag voor de berekening van de lestijden volgens de schalen voor het schooljaar 2011-2012. o F = het aantal regelmatige leerlingen lager onderwijs dat de school telde op de teldag voor de berekening van de lestijden volgens de schalen voor het schooljaar 2012-2013. o Als het resultaat van E/D groter is dan 1,6, dan wordt E/D gelijkgesteld aan 1,6. § 2. In afwijking van § 1 worden, voor een school die ontstaat op 1 september 2012 uit een fusie, zoals bepaald in artikel 3, 15°, D en E als volgt bepaald : o D = het aantal regelmatige leerlingen lager onderwijs dat de verschillende scholen die fusioneren telden op de teldag voor de berekening van de lestijden volgens de schalen voor het schooljaar 2011 - 2012. o E = de som van : ° het aantal lestijden volgens de schalen, uitgezonderd de lestijden toegekend op basis van artikel 173 quater, waar de scholen die fusioneren voor het lager onderwijs in het schooljaar 2011-2012 recht op hadden; ° het aantal aanvullende lestijden voor lichamelijke opvoeding waar de scholen die fusioneren in het lager onderwijs in het schooljaar 2011-2012 recht op hadden; ° het aantal aanvullende lestijden voor het voeren van een gelijke kansenbeleid waar de scholen die fusioneren in het schooljaar 2011-2012 recht op hadden, met uitzondering van diegene toegekend in het kader van de kleuterparticipatie, vermenigvuldigd met het aantal regelmatige leerlingen lager onderwijs in de scholen die fusioneren op de teldag voor de berekening van de lestijden volgens de schalen in het schooljaar 2011-2012, gedeeld door het aantal regelmatige leerlingen in de scholen die fusioneren op dezelfde teldag. ° het aantal aanvullende lestijden ter ondersteuning van de integratie van de anderstalige leerlingen voor de Nederlandstalige scholen in de rand- en taalgrensgemeenten, voor de scholen in de gemeenten die grenzen aan de randgemeenten en/of aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en voor de scholen in de gemeenten die bepaald worden door de Vlaamse Gemeenschap waar de scholen die fusioneren in het schooljaar 2011-2012 recht op hadden, vermenigvuldigd met het aantal regelmatige leerlingen lager onderwijs in de scholen die fusioneren op de teldag voor de berekening van de lestijden volgens de schalen in het schooljaar 2011-2012, gedeeld door het aantal regelmatige leerlingen in de scholen die fusioneren op dezelfde teldag. § 3. Het aantal additionele lestijden volgens de schalen, bekomen ten gevolge van de berekening, wordt gefinancierd of gesubsidieerd vanaf 1 september 2012 tot 31 augustus 2013. § 4. Te veel ingerichte betrekkingen vanaf 1 september van het schooljaar 2012-2013 vallen ten laste van het schoolbestuur. § 5. Uit de additionele lestijden volgens de schalen bekomen ten gevolge van de berekening kunnen betrekkingen en opdrachten worden ingericht in de volgende ambten : - de onderwijsopdracht van de directeur en adjunct-directeur; - de betrekkingen in het ambt van onderwijzer; - de betrekkingen in het ambt van leermeester lichamelijke opvoeding.

IV. § 1. De additionele lestijden volgens de schalen in het kader van de sociale maatregel voor het schooljaar 2013-2014 = K*(2/3), als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier wordt er afgerond naar het hogere gelegen geheel getal. Als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier wordt er afgerond naar het lagere geheel getal. § 2. Het aantal additionele lestijden volgens de schalen, bekomen ten gevolge van de berekening, wordt gefinancierd of gesubsidieerd vanaf 1 september 2013 tot 31 augustus 2014. § 3. Te veel ingerichte betrekkingen vanaf 1 september van het schooljaar 2013-2014 vallen ten laste van het schoolbestuur. § 4. Uit de additionele lestijden volgens de schalen bekomen ten gevolge van de berekening kunnen betrekkingen en opdrachten worden ingericht in de volgende ambten : - de onderwijsopdracht van de directeur en adjunct-directeur; - de betrekkingen in het ambt van onderwijzer; - de betrekkingen in het ambt van leermeester lichamelijke opvoeding.

V. § 1. De additionele lestijden volgens de schalen in het kader van de sociale maatregel voor het schooljaar 2014-2015 = K*(1/3), als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier wordt er afgerond naar het hogere gelegen geheel getal. Als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier wordt er afgerond naar het lagere geheel getal. § 2. Het aantal additionele lestijden volgens de schalen, bekomen ten gevolge van de berekening, wordt gefinancierd of gesubsidieerd vanaf 1 september 2014 tot 31 augustus 2015. § 3. Te veel ingerichte betrekkingen vanaf 1 september van het schooljaar 2014-2015 vallen ten laste van het schoolbestuur. § 4. Uit de additionele lestijden volgens de schalen bekomen ten gevolge van de berekening kunnen betrekkingen en opdrachten worden ingericht in de volgende ambten : - de onderwijsopdracht van de directeur en adjunct-directeur; - de betrekkingen in het ambt van onderwijzer; - de betrekkingen in het ambt van leermeester lichamelijke opvoeding.

B. Kleuteronderwijs VI. De additionele lestijden volgens de schalen voor het kleuteronderwijs worden, in het kader van de sociale maatregel voor het schooljaar 2012-2013, toegekend aan scholen die aan de voorwaarde, zoals bepaald in VII, voldoen en worden berekend volgens de bepalingen van VIII. VII. Om recht te hebben op additionele lestijden volgens de schalen voor het kleuteronderwijs dient de school aan de volgende voorwaarde te voldoen : Het quotiënt van 24A/B is groter dan 16.

Waarbij : 1° A = het aantal regelmatige leerlingen kleuteronderwijs dat de school telt op de teldag voor de berekening van de lestijden volgens de schalen voor het schooljaar 2012-2013 zoals bepaald in artikel 132.2° B = de som van de lestijden volgens de schalen van de school in het kleuteronderwijs, zoals bepaald in artikel 132, en de SES-lestijden van de school in het kleuteronderwijs, zoals bepaald in artikel 134, § 1, en de additionele lestijden volgens de schalen in het kleuteronderwijs, zoals bepaald in artikel 135, § 4, in het schooljaar 2012-2013.De lestijden bepaald in artikel 141, § 2, worden niet in rekening gebracht bij het bepalen van deze som.

VIII. § 1. De additionele lestijden volgens de schalen toegekend aan de school voor het kleuteronderwijs zijn gelijk aan K op voorwaarde dat K een positief getal is en voor afronding groter of gelijk is aan 1. In alle andere gevallen ontvangt de school geen additionele lestijden volgens de schalen voor het kleuteronderwijs. Waarbij K het resultaat is van volgende berekening : K = G - (C+2) Waarbij : o K als volgt wordt afgerond : als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier wordt er afgerond naar het hogere gelegen geheel getal. Als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier wordt er afgerond naar het lagere geheel getal. o C = de som van de lestijden volgens de schalen van de school in het kleuteronderwijs, zoals bepaald in artikel 132, en de SES-lestijden van de school in het kleuteronderwijs, zoals bepaald in artikel 134, § 1, en de additionele lestijden volgens de schalen in het kleuteronderwijs, zoals bepaald in artikel 135, § 4, in het schooljaar 2012-2013. De lestijden bepaald in artikel 141, § 2, worden niet in rekening gebracht bij het bepalen van deze som. o G = (E/D)*F waarbij : o E = de som van : ° het aantal lestijden volgens de schalen, uitgezonderd de lestijden bepaald in artikel 141, § 2, waar de school voor het kleuteronderwijs in het schooljaar 2011-2012 recht op had; ° het aantal aanvullende lestijden voor lichamelijke opvoeding, uitgezonderd de herrekende lestijden op de instapdagen, waar de school in het kleuteronderwijs in het schooljaar 2011-2012 recht op had; ° het aantal aanvullende lestijden voor het voeren van een gelijke kansenbeleid waar de school in het schooljaar 2011-2012 recht op had, met uitzondering van diegene toegekend in het kader van de kleuterparticipatie, vermenigvuldigd met het aantal regelmatige leerlingen kleuteronderwijs in de school op de teldag voor de berekening van de lestijden volgens de schalen in het schooljaar 2011-2012, gedeeld door het aantal regelmatige leerlingen in de school op dezelfde teldag. ° het aantal aanvullende lestijden voor het voeren van een gelijke kansenbeleid, toegekend in het kader van de kleuterparticipatie, waar de school in het schooljaar 2011-2012 recht op had. ° het aantal aanvullende lestijden ter ondersteuning van de integratie van de anderstalige leerlingen voor de Nederlandstalige scholen in de rand- en taalgrensgemeenten, voor de scholen in de gemeenten die grenzen aan de randgemeenten en/of aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en voor de scholen in de gemeenten die bepaald worden door de Vlaamse Gemeenschap waar de school in het schooljaar 2011-2012 recht op had, vermenigvuldigd met het aantal regelmatige leerlingen kleuteronderwijs in de school op de teldag voor de berekening van de lestijden volgens de schalen in het schooljaar 2011-2012, gedeeld door het aantal regelmatige leerlingen in de school op dezelfde teldag. o D = het aantal regelmatige leerlingen kleuteronderwijs dat de school telde op de teldag voor de berekening van de lestijden volgens de schalen voor het schooljaar 2011-2012. o F = het aantal regelmatige leerlingen kleuteronderwijs dat de school telde op de teldag voor de berekening van de lestijden volgens de schalen voor het schooljaar 2012-2013. o Als het resultaat van E/D groter is dan 1,6, dan wordt E/D gelijkgesteld aan 1,6. § 2. In afwijking van § 1 worden, voor een school die ontstaat op 1 september 2012 uit een fusie, zoals bepaald in artikel 3, 15°, D en E als volgt bepaald : o D = het aantal regelmatige leerlingen kleuteronderwijs dat de verschillende scholen die fusioneren telden op de teldag voor de berekening van de lestijden volgens de schalen voor het schooljaar 2011-2012. o E = de som van : ° het aantal lestijden volgens de schalen, uitgezonderd de lestijden bepaald in artikel 141, § 2, waar de scholen die fusioneren voor het kleuteronderwijs in het schooljaar 2011-2012 recht op hadden; ° het aantal aanvullende lestijden voor lichamelijke opvoeding, uitgezonderd de herrekende lestijden op de instapdagen, waar de scholen die fusioneren in het kleuteronderwijs in het schooljaar 2011-2012 recht op hadden; ° het aantal aanvullende lestijden voor het voeren van een gelijke kansenbeleid waar de scholen die fusioneren in het schooljaar 2011-2012 recht op hadden, met uitzondering van diegene toegekend in het kader van de kleuterparticipatie, vermenigvuldigd met het aantal regelmatige leerlingen kleuteronderwijs in de scholen die fusioneren op de teldag voor de berekening van de lestijden volgens de schalen in het schooljaar 2011-2012, gedeeld door het aantal regelmatige leerlingen in de scholen die fusioneren op dezelfde teldag. ° het aantal aanvullende lestijden voor het voeren van een gelijke kansenbeleid, toegekend in het kader van de kleuterparticipatie, waar de scholen die fusioneren in het schooljaar 2011-2012 recht op hadden. ° het aantal aanvullende lestijden ter ondersteuning van de integratie van de anderstalige leerlingen voor de Nederlandstalige scholen in de rand- en taalgrensgemeenten, voor de scholen in de gemeenten die grenzen aan de randgemeenten en/of aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en voor de scholen in de gemeenten die bepaald worden door de Vlaamse Gemeenschap waar de scholen die fusioneren in het schooljaar 2011-2012 recht op hadden, vermenigvuldigd met het aantal regelmatige leerlingen kleuteronderwijs in de scholen die fusioneren op de teldag voor de berekening van de lestijden volgens de schalen in het schooljaar 2011-2012, gedeeld door het aantal regelmatige leerlingen in de scholen die fusioneren op dezelfde teldag. § 3. Het aantal additionele lestijden volgens de schalen, bekomen ten gevolge van de berekening, wordt gefinancierd of gesubsidieerd vanaf 1 september 2012 tot 31 augustus 2013. § 4. Te veel ingerichte betrekkingen vanaf 1 september van het schooljaar 2012-2013 vallen ten laste van het schoolbestuur. § 5. Uit de additionele lestijden volgens de schalen bekomen ten gevolge van de berekening kunnen betrekkingen en opdrachten worden ingericht in de volgende ambten : - de onderwijsopdracht van de directeur en adjunct-directeur; - de betrekkingen in het ambt van kleuteronderwijzer; - de betrekkingen in het ambt van leermeester lichamelijke opvoeding.

IX. § 1. De additionele lestijden volgens de schalen in het kader van de sociale maatregel voor het schooljaar 2013-2014 = K*(2/3), als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier wordt er afgerond naar het hogere gelegen geheel getal. Als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier wordt er afgerond naar het lagere geheel getal. § 2. Het aantal additionele lestijden volgens de schalen, bekomen ten gevolge van de berekening, wordt gefinancierd of gesubsidieerd vanaf 1 september 2013 tot 31 augustus 2014. § 3. Te veel ingerichte betrekkingen vanaf 1 september van het schooljaar 2013-2014 vallen ten laste van het schoolbestuur. § 4. Uit de additionele lestijden volgens de schalen bekomen ten gevolge van de berekening kunnen betrekkingen en opdrachten worden ingericht in de volgende ambten : - de onderwijsopdracht van de directeur en adjunct-directeur; - de betrekkingen in het ambt van kleuteronderwijzer; - de betrekkingen in het ambt van leermeester lichamelijke opvoeding.

X. § 1. De additionele lestijden volgens de schalen in het kader van de sociale maatregel voor het schooljaar 2014-2015 = K*(1/3), als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier wordt er afgerond naar het hogere gelegen geheel getal. Als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier wordt er afgerond naar het lagere geheel getal. § 2. Het aantal additionele lestijden volgens de schalen, bekomen ten gevolge van de berekening, wordt gefinancierd of gesubsidieerd vanaf 1 september 2014 tot 31 augustus 2015. § 3. Te veel ingerichte betrekkingen vanaf 1 september van het schooljaar 2014-2015 vallen ten laste van het schoolbestuur. § 4. Uit de additionele lestijden volgens de schalen bekomen ten gevolge van de berekening kunnen betrekkingen en opdrachten worden ingericht in de volgende ambten : - de onderwijsopdracht van de directeur en adjunct-directeur; - de betrekkingen in het ambt van kleuteronderwijzer; - de betrekkingen in het ambt van leermeester lichamelijke opvoeding.

^