Etaamb.openjustice.be
Decreet van 11 juli 2002
gepubliceerd op 13 augustus 2002

Decreet houdende organisatie van het statuut van de « Société wallonne de financement et de garantie des petites et moyennes entreprises » , in het kort « SOWALFIN » (1)

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2002027685
pub.
13/08/2002
prom.
11/07/2002
ELI
eli/decreet/2002/07/11/2002027685/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 JULI 2002. - Decreet houdende organisatie van het statuut van de « Société wallonne de financement et de garantie des petites et moyennes entreprises » (Waalse maatschappij voor de financiering en de waarborg van de kleine en middelgrote ondernemingen), in het kort « SOWALFIN » (1)


De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Statuut en organisatie van de SOWALFIN Afdeling I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.De « Société wallonne de financement et de garantie des petites et moyennes entreprises » (Waalse maatschappij voor de financiering en de borgstelling van de kleine en middelgrote ondernemingen, in het kort « SOWALFIN ») is een vennootschap van openbaar nut die opgericht wordt onder de vorm van een naamloze vennootschap waarvan de maatschappelijke zetel in het Waalse Gewest gevestigd is.

De statuten van de SOWALFIN worden per authentieke akte vastgesteld, mits ze vooraf door de Regering worden goedgekeurd. Wijzigingen hierin moeten vooraf worden goedgekeurd door de Regering.

Voor al wat niet bij dit decreet geregeld is, valt de SOWALFIN onder de bepalingen van het Wetboek van de vennootschappen. Zijn daden worden geacht daden van koophandel te zijn.

Het verband tussen de SOWALFIN en diens personeelsleden is van contractuele aard.

Al zijn interventies in ogenschouw genomen waakt de SOWALFIN er, door de regels inzake zorgvuldig industrieel, financieel en commercieel beheer toe te passen, over een globale rentabiliteit te bereiken.

Art. 2.De effecten die het SOWALFIN-kapitaal vertegenwoordigen, zijn op naam.

Te allen tijde dient de meerderheid van het kapitaal en van het stemrecht van de SOWALFIN in handen van het Gewest te zijn. Het restkapitaal kan enkel in handen zijn van financiële instellingen die door de Regering erkend zijn.

Art. 3.De SOWALFIN heeft tot doel de creatie en de ontwikkeling van Waalse kleine en middelgrote ondernemingen te bevorderen door alleen of samen met derden financieringen, waarborgen, herverzekeringen of kredieten voor professioneel gebruik toe te kennen in diverse vormen.

Daarnaast voert de SOWALFIN de opdrachten uit die hem bij decreet of door de Regering overgedragen zijn en die verband houden met zijn maatschappelijk doel, op de wijze bepaald door de Regering. Het Gewest verstrekt de SOWALFIN de financiële middelen die nodig zijn voor het invullen van diens opdrachten en het dekken van de lasten die hieruit voortvloeien. In de rekeningen worden de verrichtingen van de SOWALFIN in toepassing van bedoelde opdrachten, afzonderlijk vermeld.

Art. 4.§ 1. Voor de toepassing van dit decreet worden de kleine en middelgrote ondernemingen omschreven overeenkomstig de Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor de kleine en middelgrote ondernemingen, bekendgemaakt in het Publicatieblad L10/33 van 13 januari 2001, als ondernemingen : - met een werknemersbestand van minder dan tweehonderd vijftig personen en met : * ofwel een jaarlijks omzetcijfer dat het bedrag van 40 miljoen euro niet overschrijdt; * ofwel een totaal op de jaarlijkse balans dat het bedrag van 27 miljoen euro niet overschrijdt; en die de zelfstandigheidsnorm naleven, zoals hierna omschreven.

Indien het nodig is om een onderscheid te maken tussen een kleine en een middelgrote onderneming wordt de kleine onderneming omschreven als zijnde een onderneming : - met een werknemersbestand van minder dan vijftig personen, en met : * ofwel een jaarlijks omzetcijfer dat het bedrag van 7 miljoen euro niet overschrijdt; * ofwel een totaal op de jaarlijkse balans dat het bedrag van 5 miljoen euro niet overschrijdt; en die de zelfstandigheidsnorm naleeft, zoals hierna omschreven.

Als zelfstandig worden beschouwd de ondernemingen die niet voor 25 % of meer van hun kapitaal of stemrecht in handen zijn van één of verschillende ondernemingen die niet beantwoorden aan de omschrijving van de kleine en de middelgrote onderneming of, respectievelijk, de kleine onderneming. Bedoelde drempel mag in twee gevallen overschreden worden : - als de onderneming in handen is van openbare participatiemaatschappijen, maatschappijen met risicokapitaal of institutionele investeerders en op voorwaarde dat door hen noch een individuele, noch een gezamenlijke controle uitgeoefend wordt op de onderneming; - als uit de kapitaalspreiding blijkt dat het onmogelijk is te weten wie het kapitaal in handen heeft en als de onderneming verklaart dat ze wettig kan veronderstellen dat ze niet in handen is voor 25 % of meer van een onderneming of, gezamenlijk, van verscheidene ondernemingen die niet beantwoorden aan de omschrijving van de kleine en de middelgrote onderneming of, respectievelijk, de kleine onderneming.

De drempels bedoeld in leden één en twee worden berekend door de gegevens van de gerechtigde onderneming en van alle ondernemingen waarvan ze rechtsreeks of onrechtstreeks 25 % of meer van het kapitaal of van het stemrecht in handen heeft, op te tellen.

Indien de micro-ondernemingen van de andere types kleine en middelgrote ondernemingen onderscheiden dienen te worden, worden de eerstgenoemden omschreven als ondernemingen met minder dan tien werknemers in loondienst.

Indien een onderneming op de datum waarop zijn balans afgesloten wordt, bovengenoemde drempels inzake werknemersbestand of geldmiddelen overschrijdt of eronder zakt, verwerft of verliest bedoelde onderneming zijn hoedanigheid van « K.M.O. », middelgrote onderneming, kleine onderneming of micro-onderneming pas indien die omstandigheid zich gedurende twee opeenvolgende werkjaren voordoet.

Het aantal tewerkgestelde personen stemt overeen met het aantal werkeenheden per jaar, namelijk het aantal werknemers in loondienst die gedurende één jaar voltijds werkzaam zijn, waarbij deeltijdse dan wel seizoensgebonden arbeid breukgetallen van werkeenheden per jaar vormen. Het jaar dat in overweging dient te worden genomen, is het laatst afgesloten boekjaar.

De drempels die in acht genomen worden voor het omzetcijfer of het totaal op de balans zijn de drempels met betrekking tot het laatst afgesloten boekjaar van twaalf maanden. Voor pas in het leven geroepen ondernemingen waarvan er nog geen rekening afgesloten is, worden de in overweging genomen drempels te goeder trouw geschat in de loop van het boekjaar. § 2. De Regering kan de begripsomschrijving als kleine of middelgrote onderneming wijzigen en aanpassen aan de wijzigingen die deze begripsomschrijving in het Europese recht zou hebben ondergaan.

Art. 5.Het Gewest draagt de SOWALFIN op om tegen commissie een gedeeltelijke en aanvullende waarborg te verlenen voor de terugbetaling in kapitaal en interest van de leningen en kredieten die worden toegestaan door : 1° krediet- en geldinstellingen die erkend zijn door de Commissie voor het Bank- en Financiewezen;2° maatschappijen die gespecialiseerd zijn in de financiering van de verrichtingen voor de creatie en de ontwikkeling van kleine en middelgrote ondernemingen, met uitzondering van de ondernemingen waarvan de overheid rechtstreeks of onrechtstreeks meerderheidsaandeelhouder is en van de ondernemingen die in aanmerking komen voor een trekkingsrecht of een gewestelijke financiering. De raad van bestuur van de SOWALFIN bepaalt de wijze van berekening van het niveau van de commissies al naar gelang het gelopen risico, evenals de wijze waarop bedoelde opdracht wordt uitgevoerd.

Bedoelde opdracht heeft betrekking op volgende verrichtingen : 1° het investeringskrediet en de leasing voor : a .de financiering van bebouwde en onbebouwde onroerende goeden voor een maximumduur van vijfentwintig jaar; b . de financiering van machines voor een maximumduur van tien jaar; c . de financiering van materieel, kantoormeubelen of outillering met een maximumduur van vijf jaar; d . de financiering, met een maximumduur van vijf jaar, van immateriële investeringen zoals marktonderzoek, het organiseren, het onderzoeken en het afstellen van prototypes, van nieuwe producten, nieuwe fabricatieprocédés, commercialiseringsmethodes, handelsfondsen en de aankoop van vergunningen en brevetten; 2° het krediet voor de samenstelling, de versterking of de wedersamenstelling van het bedrijfskapitaal dat wegens de financiering van eerdere investeringen zoals bedoeld onder 1° afgenomen is;3° het krediet voor de verhoging van de eigen middelen of semi-eigen middelen van een kleine of middelgrote onderneming waarvan het merendeel der aandelen in handen is van natuurlijke personen en dat door minstens één van bedoelde personen beheerd wordt;4° het krediet voor de verwerving van aandelen of deelbewijzen in het kader van de overdracht of de aankoop van kleine en middelgrote ondernemingen;5° het krediet voor de goede afloop van betalingen. De Regering kan in voorkomend geval de verrichtingen bedoeld onder het derde lid aanvullen, nauwkeuriger bepalen of inperken.

Het uitstaand bedrag van de vastleggingen van de SOWALFIN voor de opdracht bedoeld in deze paragraaf wordt vastgesteld op een maximumbedrag van 400 miljoen euro. Bedoeld bedrag kan bij beslissing door de Regering vermeerderd worden tot 25 %.

De Regering bepaalt de de sectoren die niet in aanmerking kunnen komen voor de bepalingen bedoeld in de artikelen 3 en 5.

Art. 6.Indien de SOWALFIN eigen fondsen aanwendt, kan hij leningen aangaan die worden gedekt door de waarborg van het Gewest, tegen de voorwaarden bepaald door de Regering.

De SOWALFIN kan eveneens niet-converteerbare obligatieleningen uitgeven. Voor bedoelde publieke uitgifte is de machtiging van de Regering nodig, die daar de voorwaarden voor moet goedkeuren en ze met de waarborg van het Gewest kan voorzien, tegen de voorwaarden die de Regering bepaalt.

Het uitstaand bedrag van de vastleggingen van de SOWALFIN die door het Gewest gewaarborgd zijn in toepassing van het eerste en het tweede lid, wordt vastgesteld op een maximumbedrag van 250 miljoen euro.

De uitgaven waartoe het Gewest verplicht zou zijn krachtens bedoelde waarborg, worden in hoofdsom terugbetaald, vermeerderd met de interest tegen dezelfde voet als de rentevoet die voor de gewaarborgde leningen geldt. De terugbetalingen die de SOWALFIN verschuldigd is, worden uitsluitend via winstopneming verricht.

Art. 7.Voor de uitvoering van opdrachten die hem worden overgedragen of indien hij eigen middelen aanwendt, kan de SOWALFIN meer bepaald met het oog op een betere verwezenlijking van zijn maatschappelijk doel : 1° associatieovereenkomsten afsluiten, deelnemen aan verenigingen, groepen of vakverenigingen of er belangen in nemen;2° een dochteronderneming oprichten, een deelbewijs verwerven in het kapitaal van een vennootschap door inbreng, afstand, inschrijving of elk ander middel, voor zover het maatschappelijk doel van de dochteronderneming of van de vennootschap waarin ze een deelbewijs heeft verworven, overeenstemt met het maatschappelijk doel van de SOWALFIN;3° inschrijven op, in voorkomend geval converteerbare, obligatieleningen met of zonder inschrijvingsrecht, leningen uitgeven, waarborgen toestaan;4° alle persoonlijke of zakelijke waarborgen en zekerheden nemen, meer bepaald, een pandrecht op een handelszaak;5° een beroep doen op diensten van derden en hen belasten met elke opdracht die nuttig is voor de verwezenlijking van het maatschappelijk doel;6° elke roerende zaak verwerven in het kader van zijn schatkistbeheer. De SOWALFIN kan de verrichtingen bedoeld onder 1° en 2° slechts doorvoeren mits hij de uitdrukkelijke machtiging van de Regering krijgt. De verrichtingen bedoeld onder 3°, 4°, 5° en 6° kunnen doorgevoerd worden zonder machtiging van de Regering.

De artikelen 31 en 33 van de wet van 2 april 1962 tot oprichting van een Nationale Investeringsmaatschappij en van de gewestelijke investeringsmaatschappijen zijn van toepassing.

Art. 8.De SOWALFIN ontwikkelt en houdt een website bij waarop algemene informatie ter beschikking van het publiek wordt gesteld met betrekking tot zijn activiteiten, zijn doel, zijn actiemiddelen en de daarmee verband houdende modaliteiten, evenals andere gegevens en inlichtingen die hij nuttig zou achten.

Hij stelt eveneens schriftelijke documentatie met een gelijkwaardig informatieniveau ter beschikking van elke persoon die daarom verzoekt.

Jaarlijks maakt de SOWALFIN een verslag over zijn toestand en zijn activiteiten bekend. Bedoeld verslag is beschikbaar op de website bedoeld in het eerste lid en op een papieren informatiedrager. Afdeling 2. - Organen

Art. 9.De SOWALFIN wordt bestuurd door een raad van bestuur bestaande uit veertien leden die benoemd en ontslagen worden door de algemene vergadering.

Elf bestuurders worden benoemd op de voordracht van het Gewest. De drie andere bestuurders worden benoemd op de voordracht van de andere aandeelhouders, op de wijze die in de statuten is bepaald, voorzover bedoelde andere aandeelhouders samen minstens 5 % van het kapitaal en van het stemrecht van de SOWALFIN in handen hebben.

De duur van het mandaat van de bestuurders wordt in de statuten vastgelegd. Ze kan de zes jaar niet overschrijden.

Uit zijn leden benoemt de raad van bestuur op eensluidend advies van de Regering een voorzitter en twee ondervoorzitters.

Leden van de wetgevende Kamers, van het Europese Parlement, van de Raden van de Gewesten en Gemeenschappen, de personen die de hoedanigheid van minister of staatssecretaris of lid van een Gemeenschaps- of Gewestregering bezitten, van bestendig afgevaardigde, van voorzitter van een intercommunale, van burgemeester, van schepen, van voorzitter van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van een gemeente van meer dan dertigduizend inwoners mogen niet in de raad van bestuur zetelen noch bevoegdheden krijgen die onder de raad van bestuur ressorteren.

Voor de personen die één van de ambten bedoeld in het vijfde lid opnemen eindigt het mandaat van lid van de raad van bestuur van de SOWALFIN van rechtswege bij hun eedaflegging of vanaf het uitoefenen van bedoelde ambten.

Art. 10.Naast de bevoegdheden die hem toegekend zijn krachtens het Wetboek van de vennootschappen, heeft de raad van bestuur volgende opdrachten : 1° het algemene beleid van de SOWALFIN uitstippelen;2° de wijze en de algemene voorwaarden bepalen waarop en, respectievelijk, waaronder de SOWALFIN intervenieert, zowel in de uitvoering van de hem toevertrouwde opdrachten in het kader van de door de Regering bepaalde beleidslijnen als voor de aanwending van de eigen middelen;3° de statutenwijzigingen die hem gepast lijken, aan de Regering ter goedkeuring voorleggen en de Regering van advies dienen over projecten zoals wijzigingen waarvoor de Regering het initiatief neemt;4° jaarlijks de Regering in de loop van het jaar volgend op het einde van het werkingsjaar een verslag overleggen over de activiteit van de SOWALFIN, waarin meer bepaald een sectorengewijze analyse van de activiteiten opgenomen is.Bedoeld verslag wordt door de Regering ter inlichting overgemaakt aan de Waalse Gewestraad, binnen een termijn van minder dan één maand.

Art. 11.Er wordt binnen de SOWALFIN een directiecomité opgericht, bestaande uit een voorzitter en twee andere leden die benoemd worden door de raad van bestuur.

De raad van bestuur kiest de voorzitter van het directiecomité uit zijn leden, welke een andere persoon moet zijn dan de voorzitter en de twee ondervoorzitters, op eensluidend advies van de Regering. De twee andere leden van het directiecomité worden door de raad van bestuur gekozen buiten diens kring en wonen aan de vergaderingen van de raad van bestuur met raadgevende stem bij.

De leden van het directiecomité oefenen hun ambt uit in het kader van een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur. Artikel 9, vijfde en zesde lid, is van toepassing op hen.

De leden van het directiecomité vormen een college.

Art. 12.Het directiecomité heeft volgende opdrachten : 1° ervoor zorgen dat de opdrachten die het van de raad van bestuur heeft gekregen, worden uitgevoerd;2° het dagelijks beheer van de SOWALFIN op zich nemen.

Art. 13.De algemene vergadering oefent de bevoegdheden uit die hem krachtens het Wetboek van de vennootschappen worden toegekend.

De algemene vergadering legt het bedrag van de vergoeding en van de emolumenten van de bestuurders vast.

Art. 14.De statuten voorzien in de organisatie van één of meerdere kredietcomités met als doel, op de voordracht van het directiecomité te beslissen over het toekennen van financieringen, kredieten, waarborgen en tegengaranties, evenals hun eventuele opzegging.

Elk kredietcomité bestaat uit de voorzitter en de ondervoorzitters van de raad van bestuur, evenals de leden van het directiecomité. Elk dezer leden heeft een raadgevende stem. De raad van bestuur kan beslissen over de toevoeging van één of verschillende leden die gekozen worden wegens hun competentie of hun ervaring. In dat geval geeft de raad van bestuur aan of het lid dan wel de leden al dan niet een raadgevende stem hebben.

Elk kredietcomité is een collegiale instantie die beslist bij gewone meerderheid van stemmen.

Art. 15.De statuten moeteen een oriëntatiecomité voorzien en organiseren, dat ermee belast is in overleg te voorzien met de sociale partners. Afdeling 3. - Controle

Art. 16.§ 1. De Regering benoemt en ontslaat drie commissarissen, « commissarissen van de Regering » genaamd en die als opdracht hebben erover te waken dat de SOWALFIN in al zijn activiteiten en verrichtingen de wetten, decreten, besluiten, statuten of elke contractuele bepaling naleeft die in voorkomend geval van toepassing zou zijn.

De SOWALFIN betaalt aan de commissarissen van de Regering een vergoeding uit die door de Regering is vastgesteld. § 2. Elke commissaris van de Regering heeft het recht om kennis te nemen van elke beslissing van de algemene vergadering, van de raad van bestuur en van het directiecomité; om alle nodige nazichten te verrichten en zich alle inlichtingen of stukken te laten verstrekken dan wel overhandigen die nuttig zijn voor de uitvoering van zijn opdracht. § 3. Elke commissaris van de Regering heeft het recht om met raadgevende stem de vergaderingen van de raad van bestuur bij te wonen. § 4. De commissarissen van de Regering brengen regelmatig verslag uit aan de Regering over de uitvoering van hun opdracht en delen al hun waarnemingen mee die in dat verband nuttig zijn. Te allen tijde houden ze volledige inlichtingen ter beschikking van de Regering aangaande de financiële toestand van de SOWALFIN en diens activiteiten. § 5. Elke commissaris van de Regering geeft, na het advies van zijn collega's te hebben ingewonnen, elke handeling of nalatigheid die volgens hem gelijkstaat met een onbehoorlijke uitvoering, door de SOWALFIN, van diens opdrachten, bij de Regering aan. § 6. Bovendien kunnen minstens twee commissarissen van de Regering die samen handelen elke beslissing van de raad van bestuur die strijdig is met de wetten, de decreten, de besluiten of de statuten van de SOWALFIN opschorten.

De commissarissen van de Regering beschikken over vier werkdagen om hun opschortingsbevoegdheid uit te oefenen. Bedoelde termijn gaat in vanaf de dag waarop de vergadering waarop de opgeschorte beslissing getroffen is, voor zover de commissarissen van de Regering naar behoren werden opgeroepen en, in het tegenovergestelde geval, vanaf de dag waarop ze er kennis van hebben genomen.

Indien de Regering niet beslist heeft in een termijn van vijftien dagen na de opschorting, kan de beslissing worden uitgevoerd.

Indien de beslissing te niet is gedaan, wordt daar door de Regering onverwijld kennis van gegeven door de SOWALFIN.

Art. 17.De controle over de financiële toestand, de jaarrekeningen en over de conformiteit van de verrichtingen die in de jaarrekeningen dienen te worden vastgesteld met het wetboek der vennootschappen en met de statuten wordt toevertrouwd aan één of meerdere commissarissen die door de algemene vergadering worden aangewezen uit de leden van het Instituut der Bedrijfsrevisoren. Afdeling 4. - Diverse bepalingen

Art. 18.Tijdens de hele periode waarin de SOWALFIN in de eigen middelen of als gedelegeerde opdracht een deelbewijs van 25 % of eer van een vennootschap in handen heeft, heeft hij het recht om alle inlichtingen over deze vennootschap op te vragen. Zonder verplaatsing neemt hij kennis van de boeken, de briefwisseling, de notulen en, in het algemeen, van alle geschriften van bedoelde vennootschap.

Art. 19.Onverminderd de verplichtingen die voortvloeien uit wet of decreet, en buiten de gevallen om waarin zij voor de rechtbank moeten getuigen, is het de voorzitter, ondervoorzitters en de leden van de raad van bestuur, de leden van het directiecomité, de leden van een kredietcomité, de leden van het oriëntatiecomité, de commissarissen, de commissarissen van de Regering, evenals het personeel van de SOWALFIN verboden om vertrouwelijke informatie of vertrouwelijke feiten naar buiten te brengen waarvan zijn wegens hun ambtsinvulling op de hoogte zijn gebracht.

Art. 20.§ 1. Met een gevangenisstraf van één maand tot één jaar en een boete van 300 tot 1.000 euro of met één van deze straffen wordt gestraft hij die weigert de inlichtingen te verschaffen die hij verplicht is te verstrekken krachtens artikel 18; hij die willens en wetens onjuiste of onvolledige inlichtingen verschaft; of hij die willens en wetens de de verbintenissen die jegens de SOWALFIN zijn aangegaan, niet naleeft. § 2. Elke inbreuk op artikel 19 wordt gestraft met een gevangenisstraf van één maand tot één jaar of met een boete van 300 tot 1.000 euro. § 3. De bepalingen van boek I van het Strafwetboek, zonder uitzondering van hoofdstuk VII en van artikel 85, zijn van toepassing op de inbreuken bedoeld in de paragrafen 1 en 2.

Art. 21.Het bestuur van het kadaster, de registratie en de domeinen is bevoegd om de authenticiteit te verlenen aan elke akte die betrekking heeft op de organisatie en het interne bestuur van de SOWALFIN.

Art. 22.De ontbinding én vereffening van de SOWALFIN kunnen slechts uitgesproken worden bij decreet waarbij vereffeningswijze en -voorwaarden worden bepaald. HOOFDSTUK II. - Naleving van het Europese mededingingsrecht

Art. 23.Elke financiële maatregel die door de SOWALFIN toegekend wordt aan de kleine en middelgrote ondernemingen, wordt toegekend met inachtneming van de Verordening (EG) nr. 69/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op de minimis-steun, bekendgemaakt in het Publicatieblad L10/30 van 13 januari 2001 en, mocht het bij bedoelde verordening vastgestelde maximumbedrag worden overschreden, overeenkomstig de Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor de kleine en middelgrote ondernemingen, bekendgemaakt in het Publicatieblad L10/33 van 13 januari 2001 en overeenkomstig elke andere Europese norm waarmee bedoelde teksten aangevuld dan wel gewijzigd zouden worden. HOOFDSTUK III. - Overgangs- en opheffingsbepalingen

Art. 24.De naamloze vennootschap « Société wallonne de participation et de financement des petites et moyennes industries » (Waalse participatie- en financieringsmaatschappij voor kleine en middelgrote industriebedrijven), waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is te 4000 Luik, avenue Maurice Destenay, wordt de SOWALFIN na wijziging van diens benaming tot SOWALFIN en goedkeuring van de nieuwe statuten overeenkomstig de bepalingen van dit decreet.

Art. 25.§ 1. Het decreet van 6 mei 1999 waarbij de « Société de garantie régionale wallonne » (Waalse Gewestelijke Waarborgmaatschappij, in het kort S.G.R.W.) is opgericht, wordt opgeheven. § 2. De « Société de garantie régionale wallonne » wordt ontbonden en vereffend.

Voor al wat niet bij dit decreet wordt geregeld, zijn de bepalingen van het Wetboek van de vennootschappen die verband houden met de vereffening, van toepassing.

De vereffenaar(s), aangewezen door de algemene vergadering, heeft (hebben) meer bepaald als dringende opdracht : - de toestand van de personeelsleden van de S.G.R.W. te regelen, daarbij inbegrepen de toestand van de leden van diens directiecomité; - alle activa, rechten en verplichtingen die onontbeerlijk zijn voor het blijven uitvoeren van de opdracht die overgedragen is in toepassing van artikel 5, daarbij inbegrepen de huurrechten, voor één euro over te dragen aan de SOWALFIN, die verplicht is te aanvaarden; - het eventuele positieve saldo van de vereffening aan de SOWALFIN over te dragen.

De aldus overgedragen rechtsvorderingen die verband houden met de rechten en de verplichtingen van de S.G.W.R. worden als gedelegeerde opdracht aangespannen of vervolgd door de SOWALFIN als eiser of verweerder, zonder hervatting van het rechtsgeding. § 3. In Afdeling II - Waarborgfonds worden de artikelen 12 tot en met 27 van de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering opgeheven voor wat betreft het Waalse Gewest.

Art. 26.De SOWALFIN neemt als gedelegeerde opdracht de rechten en verplichtingen van het Waarborgfonds dat is opgericht binnen de naamloze vennootschap Beroepskrediet die ontstaan zijn uit het herverzekeringsbeleid van de maatschappijen voor onderlinge borgstelling over, evenals de rechten en de verplichtingen momenteel bedoeld in artikel 13 van het decreet van 6 mei 1999 waarbij de « Société de garantie régionale wallonne » is opgericht.

Art. 27.De Regering bepaalt de inwerkingtreding van dit decreet.

Bedoelde inwerkingtreding kan pas plaatsvinden na de wijziging van de benaming van de F.W.P.M.I. in SOWALFIN en na goedkeuring van de nieuwe statuten zoals vastgesteld en goedgekeurd overeenkomstig artikel 1.

De Regering kan in een uitgestelde inwerkingtreding voorzien voor sommige bepalingen van dit decreet.

Kondigen dit decreet af en bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 11 juli 2002.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën, S. KUBLA De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, M. DAERDEN De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ch. MICHEL De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE De Minister van Tewerkstelling en Vorming, Mevr. M. ARENA _______ Nota's Zitting 2001-2002 .

Stukken van de Raad 371 (2001-2002) nrs. 1 t.e.m. 9.

Volledig verslag , openbare zitting van 9 juli 2002.

Bespreking - Stemming.

^