Etaamb.openjustice.be
Decreet van 13 maart 2003
gepubliceerd op 30 oktober 2003

Besluit tot uitvoering van het decreet van 25 mei 1999 houdende regeling van de erkenning en de subsidiëring van kamermuziekensembles

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2003033064
pub.
30/10/2003
prom.
13/03/2003
ELI
eli/besluit/2003/03/13/2003033064/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 MAART 2003. - Besluit tot uitvoering van het decreet van 25 mei 1999 houdende regeling van de erkenning en de subsidiëring van kamermuziekensembles


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 25 mei 1999 houdende regeling van de erkenning en de subsidiëring van kamermuziekensembles, gewijzigd bij het programmadecreet 2002 van 3 februari 2003;

Gelet op het gunstig advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 februari 2003;

Gelet op de gecoördineerde wetten op de Raad van State, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het noodzakelijk is zo snel mogelijk de bepalingen tot uitvoering van het decreet van 25 mei 1999 houdende regeling van de erkenning en de subsidiëring van kamermuziekensembles, gewijzigd bij het programmadecreet 2002 van 3 februari 2003, uit te vaardigen, zodat de maatregelen kunnen worden genomen die noodzakelijk zijn om de rangschikking 2003 van de ensembles en kamermuziekensembles te kunnen organiseren;

Op de voordracht van de Minister bevoegd inzake Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme en na beraadslaging van de Regering op 13 maart 2003, Besluit :

Artikel 1.De deskundigencommissie, bedoeld in artikel 9bis , 2°, van het decreet van 25 mei 1999 houdende regeling van de erkenning en de subsidiëring van kamermuziekensembles, gewijzigd bij het programmadecreet van 3 februari 2003, is samengesteld uit ten minste drie bekwame leden, aangewezen door de bevoegde Minister op het ogenblik waarop een advies moet worden uitgebracht.

Art. 2.De deskundigencommissie, bedoeld in artikel 9bis , 2°, van het bovenvermelde decreet kan overeenstemmen met de jury die met het oog op de subsidiëring van prestaties in opdracht van de Regering samengesteld en met de rangschikking belast wordt.

Art. 3.Verenigingen die bij de in artikel 2 vermelde rangschikking ten minste 90 % van het maximaal aantal punten in de hoogste categorie verkrijgen, worden resp. blijven als kamermuziekensembles met hoge kunstwaarde erkend.

Art. 4.De erkenning als kamermuziekensemble met hoge kunstwaarde moet om de vier jaar door een deskundigencommissie, op basis van de prestaties van de vereniging, bevestigd worden.

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 2003.

Art. 6.De Minister bevoegd inzake Cultuur wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 13 maart 2003.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme, B. GENTGES

^