Etaamb.openjustice.be
Decreet van 13 september 2018
gepubliceerd op 16 oktober 2018

Decreet houdende wijziging van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, en het decreet van 2 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de directeurs

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2018031957
pub.
16/10/2018
prom.
13/09/2018
ELI
eli/decreet/2018/09/13/2018031957/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 SEPTEMBER 2018. - Decreet houdende wijziging van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, en het decreet van 2 februari 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/02/2007 pub. 15/05/2007 numac 2007201245 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van het statuut van de directeurs sluiten tot vaststelling van het statuut van de directeurs


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Bepaling houdende wijziging van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen en van het koninklijk besluit van 22 juli 1969 tot vaststelling van de regels voor de rangschikking van de kandidaten voor een tijdelijke aanstelling in het rijksonderwijs

Artikel 1.In het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, wordt een artikel 24bis ingevoegd, luidend als volgt : "

Artikel 24bis.- De hoofden van de inrichtingen voor het onderwijs met volledig leerplan en onderwijs voor sociale promotie, evenals deze van de autonome internaten en opvangtehuizen, delen aan de Minister een inventaris van de bezetting van de betrekkingen mee voor het lopende schooljaar, waarbij een schattend plan van de behoeften inzake personeel voor het volgende schooljaar is gevoegd, op basis van het model dat door de Regering is vastgesteld. Deze inventaris en dit schattend plan worden aan de minister meegedeeld uiterlijk op 15 april voor het onderwijs met volledig leerplan, alsook voor de autonome internaten en opvangtehuizen, en tijdens de tweede helft van mei voor het onderwijs voor sociale promotie.

De inventaris bevat inzonderheid de volgende gegevens : een beschrijving van de inrichting en de mogelijke vestigingen ervan, voor elk van de ambten die door elk personeelslid in de inrichting worden uitgeoefend; de naam, voornaam, stamnummer, bekwaamheidstitel, omvang van de opdracht en de administratieve stand van het personeelslid dat het ambt bekleedt. Het schattend plan bevat de volgende gegevens : het geschatte aantal werkuren per ambt, of de betrekking vacant is of niet; en als de betrekking niet vacant is, indien van toepassing, de geschatte duur van de terbeschikkingstelling ervan. ". HOOFDSTUK II . - Bepalingen houdende wijziging van het decreet van 2 februari 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/02/2007 pub. 15/05/2007 numac 2007201245 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van het statuut van de directeurs sluiten tot vaststelling van het statuut van de directeurs

Art. 2.Artikel 2, § 1, van het decreet van 2 februari 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/02/2007 pub. 15/05/2007 numac 2007201245 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van het statuut van de directeurs sluiten tot vaststelling van het statuut van de directeurs, wordt aangevuld met een punt 3° en een punt 4°, luidend als volgt : "3° " inrichtende macht " : de overheid of de rechtspersoon die de verantwoordelijkheid draagt voor de organisatie van een school die door de Franse Gemeenschap wordt georganiseerd of gesubsidieerd; 4° "lokale organen voor sociaal overleg : de instanties voor plaatselijk overleg ingesteld krachtens de wet van 19 december 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/12/1974 pub. 05/10/2012 numac 2012000586 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven, van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 13 september 1995 betreffende de oprichting, samenstelling en bevoegdheid van de plaatselijke paritaire commissies in het officieel gesubsidieerd onderwijs, het besluit van de Regering van de Gemeenschap van 27 maart 1996 dat de beslissing van 24 januari 1996 van de Paritaire Commissie voor het vrij confessioneel basisonderwijs, betreffende de oprichting van een plaatselijk overlegorgaan tussen de inrichtende machten en vakbondsafvaardigingen, bindend verklaart en het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 juni 1999 waarbij de beslissing van 31 mei 1999 van de Paritaire Commissie voor het niet-confessioneel vrij basisonderwijs betreffende het model-huishoudelijk reglement van de plaatselijke instantie voor overleg tussen de inrichtende machten en de syndicale afvaardigingen verplicht wordt verklaard, inzonderheid : a) in het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap, het basisoverlegcomité;b) in het officiële gesubsidieerde onderwijs, de plaatselijke paritaire commissie;c) in het vrij gesubsidieerd onderwijs, de ondernemingsraad of, bij gebreke daaraan, het Comité voor de preventie en bescherming op de arbeidsplaats of, bij gebreke daaraan, de plaatselijke overleginstantie of, bij gebreke daaraan, de vakbondsafvaardiging."

Art. 3.Bij titel II, hoofdstuk I, van hetzelfde decreet, wordt een afdeling IV ingevoegd, luidend als volgt : "Afdeling IV - Specifieke bepalingen inzake personeelsbeheer Artikel 11bis - § 1. De algemene organisatiecompetentie bedoeld in artikel 5 omvat het beheer van de human resources van de instelling in overleg met de inrichtende macht, wat inzonderheid inhoudt dat de directeur aan de samenstelling van het opvoedingsteam bedoeld in artikel 7 deelneemt. § 2. Behoudens in gevallen waarin de inrichtende macht overeenkomstig artikel 30, lid 2, tweede alinea, een delegatie aan de directeur heeft verleend met betrekking tot aangelegenheden van nieuwaanwerving en / of de samenstelling van haar opvoedingsteam, wordt een overlegvergadering georganiseerd tussen de inrichtende macht of haar afgevaardigde en de directeur over de volgende aangelegenheden : 1° de organisatie, in overeenstemming met de toepasselijke wettelijke bepalingen, van het wervingsbeheer en, voor zover mogelijk, van de ontmoetingen van de kandidaten met de directeur;2° het gebruik van de databank bedoeld in artikel 27 van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 10/10/2014 numac 2014029467 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs sluiten tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs;3° de activering van de verbindingen cursus/ambt waarnaar wordt verwezen in titel I, hoofdstuk III, van het voornoemde decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 10/10/2014 numac 2014029467 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs sluiten;4° nieuwaanwervingen in de zin van artikel 25 van het bovengenoemde besluit van 11 april 2014;5° afwijkingen van de prioriteitstelling van de bekwaamheidsbewijzen bedoeld in de artikelen 31bis, 32 en 33 van voormeld decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 10/10/2014 numac 2014029467 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs sluiten;6° andere benoemingen, wervingen en wijzigingen van opdracht, in overeenstemming met de toepasselijke statutaire bepalingen. In afwijking van het vorige lid, betreft het hoger genoemde overleg bedoeld onder 2 ° tot 5 ° niet het onderwijs voor sociale promotie en het kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan. § 3. Op het einde van het in paragraaf 2 bedoelde overleg, deelt de inrichtende macht of haar afgevaardigde haar (zijn) voorstel van beslissing aan de directeur mee.

Na ontvangst van het voorstel van beslissing van de inrichtende macht of haar afgevaardigde, heeft de directeur het recht om een tweede overlegsessie met de inrichtende macht te eisen.

De termijn waarbinnen de directeur de mogelijkheid heeft om de tweede overlegsessie te eisen, wordt gespecificeerd in het opdrachtenblad, overeenkomstig artikel 30, § 2, en bedraagt minstens één werkdag.

Als de directeur niet een nieuwe overlegsessie bedoeld in lid 2 eist, a) wordt het in lid 1 bedoelde voorstel definitief zoals verwoord door de inrichtende macht b) wordt het in lid 1 bedoelde voorstel aan de inrichtende macht voorgelegd indien het door haar afgevaardigde verwoord werd;als de inrichtende macht het voorstel van haar afgevaardigde niet definitief maakt, biedt ze een tweede overlegsessie met de directeur aan. § 4. De uitwisselingen tussen de directeur en de leden of vertegenwoordigers van de inrichtende macht die hebben deelgenomen aan de overlegsessies bedoeld in de §§ 2 en 3 blijven geheim ".

Art. 4.Artikel 30 wordt vervangen door een tekst, luidend als volgt : "

Artikel 30.- § 1. Zodra de directeur zijn ambt bekleedt, verleent hem de inrichtende macht een opdrachtenblad. § 2. Erin specificeert de inrichtende macht de opdrachten van de directeur en de aan hem toegewezen prioriteiten, in functie van de behoeften van de inrichting waar de directeur aangesteld is.

In het opdrachtenblad worden de aard en omvang van de aan de directeur verleende delegaties gespecificeerd, inzonderheid op de volgende gebieden : a) de samenstelling van haar pedagogisch team en inzonderheid de nieuwwerving van haar personeelsleden in overeenstemming met de toepasselijke wettelijke bepalingen;b) het beheer van het werkliedenpersoneel;c) de uitvoering van kleine werken;d) het financieel beheer en de aanwending van de werkingskosten. Het specificeert ook de termijn waarnaar wordt verwezen in artikel 11bis, § 3. § 3. Voorafgaand aan het opstellen van het opdrachtenblad raadpleegt de inrichtende macht de lokale sociale overleginstantie.

Het opdrachtenblad wordt opgesteld na overleg met de directeur. "

Art. 5.In artikel 31 van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2, eerste lid en derde lid, worden de woorden "de Regering of" geschrapt;2° in § 3, worden de woorden "in artikel 30, § 1, derde lid" afgeschaft en vervangen door de woorden "in artikel 30, § 3".

Art. 6.In artikel 32 van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, worden de woorden "eerste lid" geschrapt;2° in § 3, worden de woorden "in artikel 30, § 1, derde en vierde leden" afgeschaft en vervangen door de woorden "in artikel 30, § 3".

Art. 7.§ 1. In de artikelen 32, § 1, leden 1 et 2; 32, § 2, lid 2; 33, § 3, a), leden 2 et 5; 33, § 3, b), lid 2; 33, § 4; 33, § 5, lid 4; 34, § 2, et 131, § 1 van hetzelfde decreet, worden de woorden « Regering of de" telkens geschrapt. . § 2. In artikel 33, § 5, vierde lid, worden de woorden "respectief aan de Regering of aan" geschrapt.

Art. 8.In artikel 34, § 1, derde lid van hetzelfde decreet, worden de woorden "de Regering of" geschrapt.

Art. 9.In artikel 35, § 1, eerste lid en § 2, eerste en tweede lid van hetzelfde decreet, wordt het woord "Regering" vervangen door de woorden "inrichtende macht".

Art. 10.In artikel 113, § 2 van hetzelfde decreet, worden de woorden "De Regering, voor het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap, en elke inrichtende macht, voor het onderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, bepalen" vervangen door de woorden "Elke inrichtende macht bepaalt".

Art. 11.In artikel 119, § 2, van hetzelfde decreet, worden de woorden "de Regering" vervangen door de woorden "de inrichtende macht".

Art. 12.In artikel 131, § 2, van hetzelfde decreet, worden de woorden "respectievelijk de Evaluatiecommissie of" geschrapt. HOOFDSTUK III. - Bepaling houdende wijziging van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving

Art. 13.Artikel 2, derde lid, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, wordt vervangen door een tekst, luidend als volgt : ""De inrichtende macht van een school is de overheid of de rechtspersoon die verantwoordelijk is voor de organisatie van een school die door de Franse Gemeenschap wordt georganiseerd of gesubsidieerd."

Art. 14.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2019.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 13 september 2018.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Vice-President en Minister van Cultuur en Kind, A. GREOLI De Vice-President en Minister van Hoger Onderwijs, Media en Wetenschappelijk Onderzoek, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Sport en Promotie van Brussel, belast met het toezicht op de Franse Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, R. MADRANE De Minister van Onderwijs, M.-M. SCHYNS De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, A. FLAHAUT De Minister van Onderwijs voor Sociale Promotie, Jeugd, Vrouwenrechten en Gelijke Kansen, I. SIMONIS _______ Nota Zitting 2018-2019 Stukken van het Parlement.- Ontwerp van decreet, nr. 671-1.- Commissieverslag, nr. 671-2.- Vergaderingsamendementen, nr. 671-3.- In voltallige vergadering aangenomen tekst, nr. 671-4.

Integraal verslag.- Bespreking en aanneming.- Vergadering van 12 september 2018.

^