Etaamb.openjustice.be
Decreet van 16 november 2018
gepubliceerd op 04 december 2018

DECREET houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft directe lijnen en directe leidingen

bron
vlaamse overheid
numac
2018032340
pub.
04/12/2018
prom.
16/11/2018
ELI
eli/decreet/2018/11/16/2018032340/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 NOVEMBER 2018. - DECREET houdende wijziging van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 09/06/2009 numac 2009035487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het REG-decreet van 2 april 2004, wat de uitbreiding tot luchtvaartactiviteiten betreft sluiten, wat betreft directe lijnen en directe leidingen (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet houdende wijziging van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 09/06/2009 numac 2009035487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het REG-decreet van 2 april 2004, wat de uitbreiding tot luchtvaartactiviteiten betreft sluiten, wat betreft directe lijnen en directe leidingen

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2.Artikel 4.5.1 van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 09/06/2009 numac 2009035487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het REG-decreet van 2 april 2004, wat de uitbreiding tot luchtvaartactiviteiten betreft sluiten, vervangen door het decreet van 8 juli 2011 en gewijzigd bij het decreet van 16 maart 2012, wordt vervangen door wat volgt: "Art. 4.5.1. § 1. De aanleg en het beheer van een directe lijn of een directe leiding die de grenzen van de eigen site niet overschrijdt om elektriciteit of aardgas te leveren, is altijd toegelaten.

De beheerder van de directe lijn of directe leiding, vermeld in het eerste lid, meldt elektronisch binnen de dertig dagen volgende op de ingebruikname dat die directe lijn of directe leiding in gebruik werd genomen en de ligging ervan: 1° aan de VREG wanneer het eilandwerking betreft.De VREG stelt daarvoor een meldingsformulier ter beschikking op zijn website; 2° aan de netbeheerder op wiens net de afnemer van die directe lijn is aangesloten.De netbeheerder stelt daarvoor een meldingsformulier ter beschikking op zijn website. De netbeheerder stelt de ontvangen gegevens op eerste vraag ter beschikking aan de VREG. § 2. De aanleg en het beheer van een directe lijn of een directe leiding die de grenzen van de eigen site overschrijdt om elektriciteit of aardgas te leveren, is alleen toegestaan na een voorafgaande toelating van de VREG. De VREG stelt daarvoor een aanvraagformulier ter beschikking op zijn website. De Vlaamse Regering kan voorwaarden vastleggen waaraan een directe lijn of directe leiding die de grenzen van de eigen site overschrijdt moet voldoen om te worden toegelaten.

De VREG beslist over de toelating binnen een termijn van zestig dagen nadat hij een aanvraag heeft ontvangen. De VREG wint in het kader van een aanvraag tot het verkrijgen van de toelating het advies in van de netbeheerder in wiens geografisch gebied de directe lijn of directe leiding gelegen is. Deze adviestermijn bedraagt vijftien dagen.

De VREG kan een aanvraag als vermeld in het eerste lid alleen weigeren in een van de hierna volgende gevallen: 1° de installaties die achter verschillende toegangspunten liggen worden met elkaar verbonden;2° de rechten van afnemers worden niet gewaarborgd;3° er is niet voldaan aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, die de Vlaamse Regering vastgesteld heeft;4° de veiligheid van het net van de netbeheerder in wiens geografisch gebied de directe lijn of directe leiding is gelegen, komt aantoonbaar in het gedrang. Onverminderd het derde lid houdt de VREG bij het beoordelen van een aanvraag als vermeld in het eerste lid met betrekking tot bestaande productie-installaties die voor 1 januari 2019 reeds zijn aangesloten op een net en die vanaf 1 januari 2019 hun aansluiting willen wijzigen om een directe lijn of directe leiding aan te leggen, bijkomend rekening met de risico's inzake inefficiëntie en de impact op de distributienettarieven.

De VREG brengt de aanvrager van de toelating en de netbeheerder in wiens geografisch gebied de directe lijn of directe leiding gelegen is, op de hoogte van zijn beslissing.

De VREG publiceert op zijn website een actuele lijst van de directe lijnen en de directe leidingen, waarvoor conform deze paragraaf een toelating is verleend, alsook van de beheerders van die directe lijnen en directe leidingen. § 3. Als de aanleg van een directe lijn of een directe leiding de eigen site overschrijdt en als het openbaar domein daarbij wordt doorkruist, zijn de procedure en de voorwaarden, vermeld in artikel 4.1.27 en artikel 4.1.28, van overeenkomstige toepassing. De beheerder van de directe lijn of de directe leiding kan de procedure pas starten als hij de toelating van de VREG, vermeld in paragraaf 2, gekregen heeft.".

Art. 3.Aan het opschrift van hoofdstuk II van titel XIV van hetzelfde decreet worden de woorden "van de heffing op de afnamepunten op elektriciteit" toegevoegd.

Art. 4.Artikel 14.2.1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2014 pub. 29/01/2015 numac 2015035095 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 30/12/2014 numac 2014036946 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 sluiten, wordt opgeheven.

Art. 5.Aan titel XIV van hetzelfde decreet wordt een hoofdstuk III toegevoegd, dat luidt als volgt: "Hoofdstuk III. Heffing op de exploitatie van een directe lijn in het Vlaamse Gewest".

Art. 6.In hetzelfde decreet wordt aan hoofdstuk III, toegevoegd bij artikel 5, een afdeling I toegevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling I. Belastbare materie en tarief van de heffing op de exploitatie van een directe lijn in het Vlaamse Gewest".

Art. 7.In hetzelfde decreet wordt aan afdeling I, toegevoegd bij artikel 6, een artikel 14.3.1 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 14.3.1. Er wordt een heffing ingesteld op de exploitatie van een toegelaten directe lijn die de grenzen van de eigen site overschrijdt, vermeld in artikel 4.5.1, § 2, en die gelegen is in het Vlaamse Gewest.

De heffing wordt berekend op een hoeveelheid elektrische stroom uitgedrukt in megawattuur, die gelijk is aan de hoeveelheid stroom die jaarlijks in de directe lijn wordt geïnjecteerd.

De beheerder van de directe lijn, vermeld in het eerste lid, die voor de toepassing van dit hoofdstuk de heffingsplichtige is, is de heffing verschuldigd.".

Art. 8.In hetzelfde decreet wordt aan afdeling I, toegevoegd bij artikel 6, een artikel 14.3.2 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 14.3.2. Het tarief van de heffing, vermeld in artikel 14.3.1, bedraagt: 1° voor een directe lijn die de grenzen van de eigen site overschrijdt en waar de afnemer aangesloten is op laagspanning: 53,83 euro per geïnjecteerd megawattuur;2° voor een directe lijn die de grenzen van de eigen site overschrijdt en waar de afnemer aangesloten is op middenspanning: 5,95 euro per geïnjecteerd megawattuur;3° voor een directe lijn die de grenzen van de eigen site overschrijdt en waar de afnemer aangesloten is op hoogspanning of in eilandwerking is: 0,36 euro per geïnjecteerd megawattuur. Indien de afnemer, vermeld in het eerste lid, op diens eigen site echter aangesloten is op meerdere spanningsniveaus, dan wordt het tarief gehanteerd dat behoort tot het hoogste spanningsniveau waarop deze is aangesloten.".

Art. 9.In hetzelfde decreet wordt aan afdeling I, toegevoegd bij artikel 6, een artikel 14.3.3 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 14.3.3. § 1. De heffing, vermeld in dit hoofdstuk, wordt van rechtswege met ingang van heffingsjaar 2020 jaarlijks op 1 januari geïndexeerd door het tarief, vermeld in artikel 14.3.2, te vermenigvuldigen met het gewogen gemiddelde van het elektriciteitsdistributienettarief per kilowattuur voor afname dat is toegewezen voor de financiering van de openbaredienstverplichtingen, dat per 1 januari van toepassing is, en te delen door het gewogen gemiddelde van het elektriciteitsdistributienettarief per kilowattuur voor afname dat is toegewezen voor de financiering van de openbaredienstverplichtingen dat op 31 december 2018 van toepassing was. De VREG stelt daarvoor de nodige gegevens ter beschikking aan de Vlaamse Belastingdienst. § 2. In afwijking van paragraaf 1 wordt het tarief voor een directe lijn die de grenzen van de eigen site overschrijdt en waar de afnemer aangesloten is op hoogspanning of in eilandwerking is als vermeld in artikel 14.3.2, 3°, geïndexeerd aan de hand van het gewogen gemiddelde van het gedeelte van het elektriciteitsdistributienettarief per kilowattuur voor afname dat is toegewezen voor de financiering van de openbaredienstverplichtingen dat van toepassing is op zij die rechtstreeks aangesloten zijn op de transformatoren tussen het hoogspanningsnet en het middenspanningsnet. § 3. Het gewogen gemiddelde, vermeld in paragraaf 1 en 2, wordt berekend door de optelsom van de getallen die bekomen worden door het van toepassing zijnde standaardtarief voor openbaredienstverplichtingen per netbeheerder te vermenigvuldigen met het aantal afnamepunten waarop dit tarief op de betreffende datum van toepassing is, te delen door het totale aantal afnamepunten in het Vlaamse Gewest die op de betreffende datum zijn aangesloten op het betrokken spanningsniveau.".

Art. 10.In hetzelfde decreet wordt aan hoofdstuk III, toegevoegd bij artikel 5, een afdeling II toegevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling II. Inning en invordering van de heffing op de exploitatie van een directe lijn in het Vlaamse Gewest".

Art. 11.In hetzelfde decreet wordt aan afdeling II, toegevoegd bij artikel 10, een artikel 14.3.4 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 14.3.4. De elektriciteitsdistributienetbeheerder in wiens geografisch gebied de directe lijn, vermeld in artikel 14.3.1, gelegen is, meet de elektriciteit die op jaarbasis in de directe lijn geïnjecteerd wordt. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen aangaande hoe die elektriciteit wordt gemeten.

De elektriciteitsdistributienetbeheerder, vermeld in het eerste lid, zorgt ervoor dat voor een nieuwe toegelaten directe lijn als vermeld in artikel 4.5.1, § 2, in gebruik wordt genomen, ze wordt uitgerust met een meter die toelaat de elektriciteit die in de directe lijn geïnjecteerd wordt te meten als vermeld in dit hoofdstuk. De VREG bezorgt de elektriciteitsdistributienetbeheerders de nodige informatie om die installatie mogelijk te maken. De kost van deze meter en de plaatsing ervan is ten laste van de beheerder van de directe lijn.

De elektriciteitsdistributienetbeheerders, vermeld in het eerste lid, melden voor 1 februari van het jaar dat volgt op het heffingsjaar aan de Vlaamse Belastingdienst voor elke directe lijn die in hun gebied ligt als vermeld in artikel 14.3.1, de hoeveelheid elektriciteit die gedurende het vorige kalenderjaar in die lijn werd geïnjecteerd.".

Art. 12.In hetzelfde decreet wordt aan afdeling II, toegevoegd bij artikel 10, een artikel 14.3.5 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 14.3.5. § 1. Vóór 1 april van het jaar dat volgt op het heffingsjaar, wordt de heffing in het kohier ingeschreven en uitvoerbaar verklaard door de ambtenaar die de Vlaamse Regering daarvoor heeft aangewezen.

De kohieren bevatten op straffe van nietigheid: 1° de naam van de heffingsplichtige;2° de verwijzing naar dit decreet;3° het heffingsjaar;4° de berekening en het bedrag van de verschuldigde heffing;5° de datum van uitvoerbaarverklaring;6° de handtekening van de ambtenaar die ermee belast is het kohier uitvoerbaar te verklaren. Ter uitvoering van het kohier worden de aanslagbiljetten naar de heffingsplichtigen gestuurd. Deze aanslagbiljetten bevatten: 1° de verzendingsdatum;2° de datum van uitvoerbaarverklaring van het kohier;3° het kohierartikel;4° het heffingsjaar;5° de grondslag van de belasting;6° het te betalen bedrag en de berekeningswijze ervan;7° de uiterste betaaldatum;8° de termijn waarin de belastingschuldige bezwaar kan indienen, de benaming en het adres van de entiteit van de Vlaamse administratie die bevoegd is om het bezwaar te ontvangen, en de formaliteiten die daarbij moeten worden nageleefd. De heffingsplichtige moet de heffing betalen binnen twee maanden nadat het aanslagbiljet is verzonden. § 2. Binnen een termijn van drie maanden nadat het aanslagbiljet is verzonden, kan de heffingsplichtige beroep aantekenen bij de Vlaamse Belastingdienst. Dat beroep vermeldt, op straffe van nietigheid, de naam van de heffingsplichtige, het kohiernummer, het heffingsjaar en de motieven van het beroep. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere modaliteiten van dat administratief beroep.

De beslissing wordt schriftelijk meegedeeld en ze vermeldt de wijze waarop ertegen in rechte kan worden getreden. De beslissing is onherroepelijk als er geen vordering bij de rechtbank van eerste aanleg is ingesteld binnen de termijn, vermeld in artikel 1385undecies van het Gerechtelijk Wetboek. § 3. Als er door deze titel niet van wordt van afgeweken, zijn op deze heffing de bepalingen van titel III van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 van overeenkomstige toepassing.".

Art. 13.Aan titel XIV van hetzelfde decreet wordt een hoofdstuk IV toegevoegd, dat luidt als volgt: "Hoofdstuk IV. Inkomsten uit de energieheffingen".

Art. 14.In hetzelfde decreet wordt aan hoofdstuk IV, toegevoegd bij artikel 13, een artikel 14.4.1 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 14.4.1. De inkomsten die voortvloeien uit de opbrengst van de heffingen, vermeld in deze titel, worden rechtstreeks toegewezen aan het Energiefonds, vermeld in artikel 3.2.1.".

Art. 15.In titel XV, hoofdstuk III, van hetzelfde decreet wordt artikel 15.3.5/7, ingevoegd bij het decreet van 27 november 2015Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/11/2015 pub. 10/12/2015 numac 2015036535 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake energie sluiten, vervangen door wat volgt: "Art. 15.3.5/7. De elektriciteitsdistributienetbeheerders in wiens geografisch gebied op de datum van de inwerkingtreding van dit artikel al toegelaten directe lijnen als vermeld in artikel 4.5.1 liggen, zorgen ervoor dat die lijnen uiterlijk op 31 december 2018 uitgerust zijn met een meter die toelaat de hoeveelheid elektriciteit die in de directe lijn geïnjecteerd wordt, te meten voor de berekening van de heffing, vermeld in titel XIV, hoofdstuk III. De VREG bezorgt de elektriciteitsdistributienetbeheerders de nodige informatie om die installatie mogelijk te maken. De kost van deze meter en de plaatsing ervan is ten laste van de beheerder van de directe lijn.".

Art. 16.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2019, met uitzondering van artikel 15, dat in werking treedt op de datum van de bekendmaking van dit decreet in het Belgisch Staatsblad.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 16 november 2018.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, B. TOMMELEIN _______ Nota (1) Zitting 2017-2018 Stukken: - Ontwerp van decreet : 1664 - Nr.1 Zitting 2018-2019 - Verslag : 1664 - Nr. 2 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1664 - Nr. 3 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 7 november 2018.

^