Etaamb.openjustice.be
Decreet van 17 februari 2017
gepubliceerd op 21 maart 2017

Decreet houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van een Vlaamse organisatie ter ondersteuning van welzijnsbevordering en samenlevingsopbouw

bron
vlaamse overheid
numac
2017011139
pub.
21/03/2017
prom.
17/02/2017
ELI
eli/decreet/2017/02/17/2017011139/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 FEBRUARI 2017. - Decreet houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van een Vlaamse organisatie ter ondersteuning van welzijnsbevordering en samenlevingsopbouw (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van een Vlaamse organisatie ter ondersteuning van welzijnsbevordering en samenlevingsopbouw HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder de organisatie: de Vlaamse organisatie ter ondersteuning van welzijnsbevordering en samenlevingsopbouw. HOOFDSTUK 2. - Missie en kernopdrachten

Art. 3.De organisatie levert een bijdrage aan een sociaal rechtvaardige en duurzame samenleving die voor elke burger de grondrechten garandeert en een goede kwaliteit van leven nastreeft.

Daarvoor ondersteunt ze de praktijk van actoren die, al dan niet beroepsmatig, een individueel, collectief en structureel antwoord bieden op welzijnsproblemen, sociale uitsluiting en maatschappelijke achterstelling om de levenskwaliteit te bevorderen van personen die zulke problemen hebben of die zich in een dergelijke situatie bevinden. De organisatie stimuleert de complementariteit en de synergie van die praktijken vanuit een nabije opstelling bij het werkveld. Vanuit een autonome positie verbindt ze die praktijk met onderzoek en opleiding, met organisaties en samenwerkingsverbanden, met de overheden en met de bredere samenleving.

Art. 4.De organisatie ontwikkelt haar aanbod in elk geval prioritair op het terrein van het algemeen welzijnswerk, de jeugdhulp, het maatschappelijk opbouwwerk, het straathoekwerk, de schuldhulpverlening en de ondersteuning van personen en organisaties die personen met een handicap ondersteunen buiten de jeugdhulp.

In het eerste lid wordt verstaan onder: 1° algemeen welzijnswerk: de psychosociale hulp- en dienstverlening die ter beschikking staat van alle personen van wie de welzijnskansen bedreigd of verminderd zijn door gebeurtenissen in de persoonlijke levenssfeer, door problemen ten gevolge van gebeurtenissen in een context van criminaliteit of door problemen van meervoudige kwetsbaarheid ten gevolge van een proces van sociale uitsluiting, met uitzondering van de hulp- en dienstverlening die onder de jeugdhulp valt;2° jeugdhulp: de vraaggestuurde hulp- en zorgverlening die zich richt tot minderjarigen, of tot minderjarigen en hun ouders, hun opvoedingsverantwoordelijken of personen uit hun leefomgeving en die wordt aangeboden met toepassing van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp, met inbegrip van de indicatiestelling en de jeugdhulpregie die worden verricht door de toegangspoort, vermeld in artikel 2, § 1, 52°, van het voormelde decreet, en de opdrachten die worden uitgevoerd door de gemandateerde voorzieningen, vermeld in artikel 2, § 1, 17°, van het voormelde decreet;3° maatschappelijk opbouwwerk: het op methodische en intentionele wijze met en door de bevolking bevorderen van het op het welzijn gerichte functioneren van de samenleving als zodanig door omstandigheden, structuren en relaties te scheppen die bijdragen tot een grotere participatie en integratie in het maatschappelijk leven;4° personen met een handicap: personen met een langdurig en belangrijk participatieprobleem dat te wijten is aan het samenspel tussen functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke aard, beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten en persoonlijke en externe factoren;5° schuldhulpverlening: de dienstverlening die wordt aangeboden met toepassing van het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van de instellingen voor schuldbemiddeling;6° straathoekwerk: op methodische en intentionele wijze contact leggen met sociaal uitgesloten mensen door in hun leefwereld te werken, gericht op de realisatie van een kwaliteitsvol bestaan en sociale grondrechten. De Vlaamse Regering kan bepalen dat de organisatie haar aanbod ook ontwikkelt op andere prioritaire terreinen binnen het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin die ze aanwijst.

Art. 5.De organisatie kan haar aanbod zowel op het niveau van de Vlaamse Gemeenschap als op een bovenlokaal niveau organiseren.

Bij de organisatie van haar aanbod vertrekt de organisatie zowel van het beleid van de Vlaamse overheid als van signalen vanuit het terrein, de samenleving of de wetenschap.

De organisatie engageert zich in internationale netwerken.

Art. 6.De organisatie vervult, in samenwerking met de actoren op de terreinen, vermeld in artikel 4, eerste en derde lid, de volgende kernopdrachten: 1° opbouw en borging van kennis en expertise: de organisatie verzamelt, ontwikkelt, onderbouwt en ontsluit relevante kennis, expertise en registratiegegevens op het vlak van praktijk, beleid en onderzoek;2° organisatie van contexten en processen die het leren bevorderen van personen en organisaties die werken op de terreinen, vermeld in artikel 4, eerste en derde lid, om hun deskundigheid te verhogen en de kwaliteit van hun hulp- en dienstverlening te verbeteren;3° praktijk- en methodiekontwikkeling: de organisatie ondersteunt de ontwikkeling van nieuwe praktijken en methodieken, de borging en opwaardering van bestaande praktijken en methodieken en de verspreiding en de implementatie ervan.De organisatie promoot de maatschappelijke relevantie van die praktijken; 4° dienstverlening: de organisatie levert ondersteunende diensten aan personen en organisaties die werken op de terreinen, vermeld in artikel 4, eerste en derde lid;5° beleidsgerichte acties: de organisatie levert beleidswerk ten aanzien van overheden, organisaties en instanties.Beleidsgerichte acties zijn gebaseerd op behoeften en knelpunten in de praktijk op de terreinen, vermeld in artikel 4, eerste en derde lid; 6° informatie en sensibilisering: de organisatie ontwikkelt en ondersteunt informerende en sensibiliserende acties, met inbegrip van preventieve acties, die gericht zijn op de brede bevolking of op een of meer specifieke doelgroepen, met specifieke aandacht voor de meest kwetsbaren, en ze draagt bij tot een genuanceerde beeldvorming over behoeften en problemen in de samenleving. De organisatie vervult de opdrachten, vermeld in het eerste lid, uit eigen beweging of op verzoek van de actoren op de terreinen, vermeld in artikel 4, eerste en derde lid, of van de Vlaamse overheid.

De Vlaamse Regering kan de opdrachten, vermeld in het eerste lid, nader bepalen. HOOFDSTUK 3. - Erkenning

Art. 7.De Vlaamse Regering erkent de organisatie voor onbepaalde duur. Ze bepaalt de erkenningsprocedure, alsook de procedure voor het intrekken van de erkenning als de organisatie niet langer voldoet aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 8, of als de organisatie niet meewerkt aan het toezicht, vermeld in artikel 14.

Art. 8.Met behoud van de toepassing van artikel 3 tot en met 6 voldoet de organisatie, om erkend te worden en te blijven, aan de volgende voorwaarden: 1° opgericht zijn als een vereniging zonder winstoogmerk;2° een intern beleid voeren over kwaliteit en de beginselen van deugdelijk bestuur toepassen;3° geleid worden door een bestuurslichaam waarin ook het perspectief van de actoren en de gebruikers op de terreinen, vermeld in artikel 4, eerste en derde lid, aanwezig is;4° autonoom werken ten opzichte van de actoren en de gebruikers op de terreinen, vermeld in artikel 4, eerste en derde lid, de wetenschap, de overheid en de onderwijsinstellingen. In het eerste lid wordt verstaan onder: 1° deugdelijk bestuur: de wijze waarop de organisatie de onderlinge samenhang waarborgt van het sturen, beheersen en toezicht houden van de organisatie, gericht op een efficiënte en effectieve realisatie van de doelstellingen, alsook de open communicatie daarover en het afleggen van verantwoording tegenover belanghebbenden;2° gebruiker: een natuurlijke persoon die al dan niet vrijwillig een beroep doet op dienst-, hulp- of zorgverlening die wordt verstrekt op de terreinen, vermeld in artikel 4, eerste en derde lid. De Vlaamse Regering kan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in het eerste lid, 2° tot en met 4°, nader bepalen en aanvullen met inachtneming van de bepalingen van hoofdstuk 2. HOOFDSTUK 4. - Subsidiëring

Art. 9.Om in aanmerking te komen voor de subsidie, vermeld in artikel 10, moet de organisatie beschikken over een door de Vlaamse Regering goedgekeurd strategisch meerjarenplan voor een periode van vijf jaar, dat een opgave van de resultaatsgebieden en de te behalen resultaten bevat. Het meerjarenplan vertrekt van een omgevingsanalyse waarin een beeld wordt gegeven van de behoeften die zich aandienen in het kader van de missie en kernopdrachten van de organisatie. Vanuit die omgevingsanalyse legt de organisatie, rekening houdend met de beschikbare middelen, prioriteiten om haar missie en kernopdrachten te realiseren.

In het eerste lid wordt verstaan onder strategisch meerjarenplan: een dynamisch instrument waarin de organisatie de integrale visie en strategische planning weergeeft voor haar opdrachten.

De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor het meerjarenplan.

Art. 10.Binnen de beschikbare begrotingskredieten kent de Vlaamse Regering aan de organisatie die ze heeft erkend, voor de duur van het meerjarenplan, vermeld in artikel 9, een jaarlijkse forfaitaire subsidie toe. De subsidie wordt verleend in het raam van een overeenkomst die tussen de organisatie en de Vlaamse Regering voor de voormelde duur wordt gesloten en waarvan het meerjarenplan deel uitmaakt. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor de overeenkomst en de subsidie, met behoud van de toepassing van artikel 11 en 12.

Art. 11.De regels betreffende de aanwending van de subsidie, betreffende de verantwoording van die aanwending en betreffende de aanleg en de aanwending van reserves, die bepaald zijn ter uitvoering van artikel 57 van het decreet van 8 juli 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/07/2011 pub. 05/08/2011 numac 2011035642 bron vlaamse overheid Decreet houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof sluiten houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof, zijn van toepassing op de subsidie, vermeld in artikel 10.

Art. 12.De Vlaamse Regering kan de subsidie verminderen, schorsen of stopzetten als de organisatie: 1° de bepalingen van dit decreet, van de uitvoeringsbesluiten ervan of van de overeenkomst, vermeld in artikel 10, eerste lid, niet naleeft;2° niet meewerkt aan het toezicht, vermeld in artikel 14. De Vlaamse Regering beslist tot terugvordering van de subsidie conform artikel 13 van de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof en de regels, bepaald ter uitvoering van artikel 57 van het decreet van 8 juli 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/07/2011 pub. 05/08/2011 numac 2011035642 bron vlaamse overheid Decreet houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof sluiten houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof.

Art. 13.Binnen de beschikbare begrotingskredieten kan de Vlaamse Regering naast de subsidie, vermeld in artikel 10, aan de organisatie een subsidie verlenen om projecten uit te voeren. Ze bepaalt de nadere regels.

Een project is een bijzonder initiatief met een tijdelijk, vernieuwend en experimenteel karakter met betrekking tot een problematiek die zich voordoet op een of meer terreinen binnen het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. HOOFDSTUK 5. - Toezicht

Art. 14.De Vlaamse Regering organiseert het toezicht op de naleving van de bepalingen van dit decreet, van de uitvoeringsbesluiten ervan en van de overeenkomst, vermeld in artikel 10, door de organisatie.

De personen die met het toezicht belast zijn, hebben het recht de organisatie te bezoeken. De organisatie stelt aan die personen alle gegevens ter beschikking die voor het toezicht noodzakelijk zijn. Ze staat die personen toe om ter plaatse de naleving van de bepalingen, vermeld in het eerste lid, te verifiëren en alle stappen te ondernemen die daarvoor nodig zijn.

Van hun vaststellingen maken de personen, vermeld in het tweede lid, een verslag op. Het verslag heeft bewijswaarde tot het tegenbewijs.

Van het verslag wordt een afschrift gestuurd naar de organisatie. HOOFDSTUK 6. - Wijzigingsbepalingen

Art. 15.In artikel 2, 5°, van het decreet van 26 juni 1991 betreffende de erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk, vervangen bij het decreet van 10 juli 2008, worden de woorden "één Vlaams instituut ter bevordering en ondersteuning van het maatschappelijk opbouwwerk en" opgeheven.

Art. 16.In het opschrift van het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van de instellingen voor schuldbemiddeling en tot subsidiëring van een Vlaams Centrum Schuldenlast, vervangen bij het decreet van 10 juli 2008, worden de woorden "en tot subsidiëring van een Vlaams Centrum Schuldenlast" opgeheven.

Art. 17.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 28 april 2006, 10 juli 2008 en 21 juni 2013, wordt hoofdstuk III, dat bestaat uit artikel 10ter, opgeheven.

Art. 18.In artikel 19 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 08/07/2009 numac 2009202913 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het algemeen welzijnswerk sluiten betreffende het algemeen welzijnswerk wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 19.Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 december 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/12/2002 pub. 29/01/2003 numac 2003035091 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de erkenning en subsidiëring van een steunpunt voor kennisbeheer en netwerkvorming met betrekking tot de hulp- en dienstverlening aan specifieke subdoelgroepen van personen met een handicap sluiten betreffende de erkenning en subsidiëring van een steunpunt voor kennisbeheer en netwerkvorming met betrekking tot de hulp- en dienstverlening aan specifieke subdoelgroepen van personen met een handicap, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 14 december 2007, 7 oktober 2011, 20 juni 2014 en 29 mei 2015, wordt opgeheven. HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen

Art. 20.Conform artikel 7 erkent de Vlaamse Regering de vereniging, opgericht door de vzw Samenlevingsopbouw Vlaanderen, de vzw Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, de vzw Steunpunt Expertisenetwerken, de vzw Steunpunt Jeugdhulp en de vzw Vlaams Centrum Schuldenlast, als de organisatie op voorwaarde dat de vereniging voldoet aan de bepalingen van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan.

Art. 21.De verenigingen, vermeld in artikel 20, dragen de financiële reserves waarover ze beschikken op de datum van inwerkingtreding van dit decreet, integraal over aan de organisatie.

Art. 22.In afwijking van artikel 9 kan de Vlaamse Regering bepalen dat de organisatie tot en met het jaar 2020 wordt gesubsidieerd op basis van een door de Vlaamse Regering goedgekeurd plan dat is opgesteld voor een periode die korter is dan vijf jaar. Ze kan de nadere regels voor dat plan bepalen.

Art. 23.De Vlaamse Regering bepaalt voor iedere bepaling van dit decreet de datum van inwerkingtreding.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 17 februari 2017.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN _______ Nota Zitting 2016-2017 Document. - Ontwerp van decreet : 1027 - Nr. 1 - Verslag : 1027 - Nr. 2. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1027 - Nr.3 Handelingen. - Bespreking en aanneming: Vergadering van 8 februari 2017.

^