Etaamb.openjustice.be
Decreet van 20 december 1996
gepubliceerd op 12 september 1997

Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1997

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1997035791
pub.
12/09/1997
prom.
20/12/1996
ELI
eli/decreet/1996/12/20/1997035791/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 DECEMBER 1996. Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1997 (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Voor de uitgaven met betrekking tot de werkingskosten van de organen en de diensten van de Vlaamse Gemeenschap worden voor het begrotingsjaar 1997 kredieten geopend ten bedrage van : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 2.Voor de uitgaven van de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot de bevoegdheden bedoeld in artikelen 127 tot 129 van de Grondwet, worden voor het begrotingsjaar 1997 kredieten geopend ten bedrage van : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 3.Voor de uitgaven van de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot de bevoegdheden bedoeld in art. 39 van de Grondwet worden voor het begrotingsjaar 1997 kredieten geopend ten bedrage van : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 4.Voor de uitgaven met betrekking tot de werkingskosten van de organen en de diensten van de Vlaamse Gemeenschap worden voor het begrotingsjaar 1997 de variabele kredieten geraamd op : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 5.Voor de uitgaven van de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot de bevoegdheden bedoeld in art. 127 tot 129 van de Grondwet worden voor het begrotingsjaar 1997 de variabele kredieten geraamd op : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 6.Voor de uitgaven van de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot de bevoegdheden bedoeld in art. 39 van de Grondwet worden voor het begrotingsjaar 1997 de variabele kredieten geraamd op : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Geldvoorschotten

Art. 7.In afwijking op de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof mogen geldvoorschotten tot een maximumbedrag van 25 000 000 frank worden verleend aan de buitengewone rekenplichtigen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en van de provinciale gouvernementen.

Voor de buitengewone rekenplichtigen van de afdeling Leerlingenvervoer wordt het maximumplafond der geldvoorschotten evenwel vastgesteld op 100 000 000 frank.

Voor de buitengewoon rekenplichtige van de Afdeling Zeewezen-kust, (Belgisch Loodswezen te Vlissingen) wordt het maximumplafond der geldvoorschotten vastgesteld op 80 000 000 frank.

Voor de buitengewoon rekenplichtigen van de afdeling AOSO - Elektriciteit en Mechanica (buitenafdelingen te Gent en Antwerpen), wordt het maximumplafond der geldvoorschotten m.b.t. de elektriciteitsrekeningen vastgesteld op 200 000 000 frank Voor de buitengewone rekenplichtige van de afdeling Gebouwen wordt het maximumplafond der geldvoorschotten vastgesteld op 40 000 000 frank.

Voor de buitengewoon rekenplichtige van de afdeling Maritieme Schelde belast met de declaraties in toepassing van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest inzake de verruiming van de vaarweg in de Westerschelde, wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 400 000 000 frank.

Art. 8.Onverminderd de bepalingen van de wet van 29 oktober 1846 gewijzigd bij de wet van 3 april 1995 op de inrichting van het Rekenhof : a) mogen geldvoorschotten worden verleend aan de buitengewone rekenplichtige bij de Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management voor de terugbetaling van ten onrechte geïnde ontvangsten (b.a. 34.01, PR. 1O, O.A. 24) en voor de betaling van schadevergoedingen waarvan de bedragen 300 000 frank per rechthebbende niet overschrijden. De uitbetaling van schadevergoedingen op basis van een uitvoerbaar vonnis of arrest mag gebeuren zonder tussenkomst van de Deposito- en Consignatiekas in afwijking van artikel 100, tweede lid van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit; b) mogen geldvoorschotten worden verleend voor de vereffening van hulpgelden en toelagen van sociale aard;c) mogen geldvoorschotten worden aangewend voor de betaling van de honoraria van de experts uit het buitenland ongeacht het bedrag ervan en voor het betalen van toelagen voortvloeiend uit regelingen met vreemde landen waarvan het bedrag 50 000 frank per begunstigde niet bereikt;d) onverminderd wat voorafgaat, mogen geldvoorschotten gebruikt worden voor de uitbetaling van lonen en allerlei bijslagen en vergoedingen aan het door de Vlaamse Gemeenschap bezoldigd personeel;e) mogen de buitengewone rekenplichtigen voorschotten betalen voor buitenlandse zendingen, ongeacht het bedrag ervan;f) wordt de buitengewone rekenplichtige van de Administratie Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek ertoe gemachtigd, door middel van geldvoorschotten, de reiskosten te betalen van de personen die uit het buitenland komen of zich naar het buitenland begeven, ongeacht het bedrag ervan;g) mogen geldvoorschotten worden verleend voor de betaling van werkingskosten, ongeacht het bedrag op onderstaande basisallocaties : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld h) mogen geldvoorschotten worden verleend aan de buitengewone rekenplichtige van de afdeling Zeewezen en Kust (Belgisch Loodswezen te Vlissingen) voor de betaling van wedden en vergoedingen (in guldens) en van de algemene werkingskosten in guldens) en dit ongeacht het bedrag op onderstaande basisallocaties : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld i) mogen geldvoorschotten worden verleend voor de betaling van de algemene werkingskosten, huren inbegrepen, en dit ongeacht het bedrag op onderstaande basisallocatie : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld j) mogen met geldvoorschotten worden betaald alle schuldvorderingen voortvloeiend uit overheidsopdrachten die niet vooraf aan het visum van de controleur van de vastleggingen moeten worden voorgelegd.k) mogen de buitengewone rekenplichtigen en de rekenplichtigen van gemengde rekeningen op hun kas aan de personeelsleden van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en aan kabinetsverantwoordelijken tegen ontvangstbewijs voorschotten verstrekken voor het betalen in speciën van kleine en dringende uitgaven. Het bedrag van deze voorschotten wordt beperkt tot 50 000 frank. l) mogen, binnen het plafond bepaald in artikel 7 van dit decreet, geldvoorschotten worden aangewend voor de betaling van de algemene werkingskosten van het leerlingenvervoer, ongeacht het bedrag ervan.m) mag de buitengewone rekenplichtige van de administratie buitenlands beleid aan de personeelsleden van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, tegen ontvangstbewijs, voorschotten verstrekken voor het betalen in speciën van kleine en dringende uitgaven.Het bedrag van deze voorschotten wordt beperkt tot 50 000 frank. n) mogen geldvoorschotten worden verleend aan de buitengewone rekenplichtige van de afdeling Maritieme Schelde voor de betaling van de declaraties in toepassing van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaamse Gewest, inzake de verruiming van de vaarweg in de Westerschelde en dit ongeacht het bedrag op onderstaande basisallocatie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Vaste uitgaven Art.9. Mogen in de vorm van vaste uitgaven uitbetaald worden : a) de wedden en weddetoelagen der personeelsleden van het kunstonderwijs, van het zeevaartonderwijs, van het zeevisserijonderwijs en van de Nederlandstalige peutertuinen en kinderdagverblijven en van de personeelsleden van het voor- en naschoolse toezicht verbonden aan de scholen van het Gemeenschapsonderwijs te Brussel-Hoofdstad, alsmede de weddetoelagen voor het leidinggevend en technisch personeel van de erkende openbare gemeentelijke, provinciale en privaatrechtelijke bibliotheken;b) de wedden en weddetoelagen van de personeelsleden van het basis-, secundair-, hoger met uitzondering van het universitair onderwijs, het buitengewoon onderwijs en het onderwijs voor sociale promotie, de diensten voor beroepsoriëntering en de psycho-medisch-sociale centra; de onderwijsinspectie en de pedagogische begeleidingsdiensten; c) de vergoedingen wegens begrafeniskosten en de geboortetoelagen;d) de toelagen voor derving van het vrij genot van woning, de gevaartoelagen en de toelagen voor elektrische bediening, de toelagen voor de inning van scheepvaartrechten, de toelagen voor bijkomende en onregelmatige prestaties, de vergoedingen voor bureauonkosten, de vergoedingen voor rijwielen met hulpmotor, alsmede de verplichte bijdrage van de werkgever in de kosten van het woon- werkverkeer van de werknemer;e) de toelagen wegens buitengewone prestaties;f) zonder tussenkomsten van de Deposito- en Consignatiekas : de schadevergoedingen toegewezen op basis van een uitvoerbaar vonnis of arrest in afwijking van artikel 100, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit.Deze schadevergoedingen slaan zowel op de hoofdsom als op de eventuele intresten; g) de aflossingen van kapitaal en intrest voorzien onder organisatieafdeling 24, programma 40 en programma 80;h) de intresten en terugbetaling in hoofdsom van de geprefinancierde trekkingsrechten op het investeringsfonds, voorzien op ba.21.02 en 61.01 van PR. 53.1 Overdrachten kredieten

Art. 10.§ 1. In afwijking van artikel 34 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, mag het saldo in vastleggings- en ordonnanceringskrediet van de onderstaande basisallocaties op 31 december 1997 naar het begrotingsjaar 1998 overgedragen worden en samengevoegd met de overeenstemmende kredieten voor het begrotingsjaar 1998 : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. In afwijking op artikel 35 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit wordt het saldo in vastleggings- en ordonnanceringskrediet, op 31 december 1996 overgedragen naar het jaar 1997 voor onderstaande basisallocatie : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deze saldi worden samengevoegd met de overeenstemmende kredieten voor het begrotingsjaar 1997. § 3. In afwijking op artikel 35 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit wordt het saldo, in vastleggings- en ordonnanceringskrediet, op 31 december 1997 naar het jaar 1998 overgedragen voor onderstaande basisallocaties : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deze saldi worden samengevoegd met de overeenstemmende kredieten voor het begrotingsjaar 1998. § 4. In afwijking van artikel 34 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit mag het saldo in vastleggings- en ordonnanceringskrediet op 31 december 1996 naar het begrotingsjaar 1997 overgedragen worden en samengevoegd met de overeenstemmende kredieten voor het begrotingsjaar voor onderstaande basisallocaties : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 5. In afwijking van artikel 35 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit wordt het saldo in ordonnanceringskrediet op 31 december 1996 overgedragen naar het jaar 1997 en samengevoegd met het beschikbaar ordonnanceringskrediet van het jaar 1997 voor b.a. 43.11 van pr. 53.20.

Uitgaven vorige jaren

Art. 11.§ 1. Onderstaande basisallocaties mogen uitgaven dekken met betrekking tot vorige begrotingsjaren en dit tot beloop van en in de mate dat het uitgaven betreft met betrekking tot in annulatie gevallen voorheen vastgelegde kredieten in uitvoering van artikel 34 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. Onderstaande basisallocaties mogen uitgaven dekken met betrekking tot vorige begrotingsjaren : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 3. De basisallocaties 12.06 van de diverse programma's betrekking hebbend op kabinetsbegrotingen mogen uitgaven dekken met betrekking tot vorige jaren.

Art. 12.De ordonnanceringen van de uitgaven die in de loop van de vorige begrotingsjaren werden vastgelegd ten laste van vastleggingskredieten en vastleggingsmachtigingen van basisallocaties of artikels waarvan de nummering inmiddels gewijzigd werd of overgegaan zijn in andere basisallocaties of begrotingsartikels mogen worden aangerekend op de overeenstemmende programmakredieten en basisallocaties van de begroting voor het jaar 1997.

Subsidies

Art. 13.Binnen de perken van de betrokken basisallocatie kunnen de volgende subsidies worden toegekend : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 14.Aan de instellingen van openbaar nut kunnen binnen de perken van de betrokken basisallocaties dotaties worden verstrekt zelfs indien de wet of het decreet houdende oprichting van deze instelling dit niet uitdrukkelijk voorziet.

Leningsmachtigingen

Art. 15.De minister bevoegd voor de huisvesting wordt ertoe gemachtigd het Vlaams Woningfonds van de grote gezinnen toe te laten verbintenissen aan te gaan tot beloop van 5 318 800 000 frank in het kader van de sociale huisvesting.

De minister bevoegd voor financiën en begroting, wordt ertoe gemachtigd, op voorstel van de minister bevoegd voor de huisvesting, om leningsmachtigingen, met de waarborg van het Vlaamse Gewest, toe te kennen aan voormelde instelling voor het voormelde bedrag.

Vastleggingsmachtigingen

Art. 16.De Autonome Raad voor het Gemeenschapsonderwijs wordt ertoe gemachtigd verbintenissen aan te gaan ten belope van 835 746 325 frank voor het beheer, onderhoud en investeringen in schoolgebouwen van het Gemeenschapsonderwijs.

Art. 17.De Investeringsdienst van de Vlaamse Autonome Hogescholen wordt ertoe gemachtigd verbintenissen aan te gaan ten belope van 383 234 339 frank voor het beheer, onderhoud en investeringen in schoolgebouwen van de Vlaamse Autonome Hogescholen.

Art. 18.De Dienst voor Infrastructuurwerken voor het Gesubsidieerd Onderwijs wordt ertoe gemachtigd de hiernavolgende verbintenissen aan te gaan voor het beheer onderhoud en investeringen in schoolgebouwen : - 668 247 668 frank ten behoeve van het gesubsidieerd officieel onderwijs, waarvan 108 114 177 frank voor de gesubsidieerde officiële hogescholen; - 3 030 931 122 frank ten behoeve van het gesubsidieerd vrij onderwijs, waarvan 676 708 903 frank voor de gesubsidieerde vrije hogescholen.

Art. 19.De trekkingsrechten te verdelen in functie van het decreet van 20 maart 1991 houdende instelling van een investeringsfonds ter verdeling van de subsidies voor bepaalde onroerende investeringen die in de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest door of op initiatief van de provincies, de gemeenten of de Vlaamse Gemeenschapscommissie worden gedaan, worden voor het begrotingsjaar 1997 vastgesteld op 4 856 685 782 frank waarvan 62 856 158 frank bestemd is voor gemeenschapsaangelegenheden in Brussel-Hoofdstad.

De minister bevoegd voor binnenlandse aangelegenheden wordt gemachtigd om aan het Gemeentekrediet van België de rentelasten te betalen van de in de loop van het begrotingsjaar opgenomen voorschotten op de trekkingsrechten.

Art. 20.Het Vlaams Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie wordt gemachtigd verbintenissen aan te gaan ten belope van maximaal 102 000 000 frank voor zijn eigen investeringen.

Art. 21.Toerisme-Vlaanderen wordt gemachtigd verbintenissen aan te gaan ten belope van 439 800 000 frank voor zijn investeringen en investeringstoelagen.

Art. 22.Aan het Vlaams Instituut voor de Bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek in de Industrie wordt machtiging verleend om in l997 nieuwe verbintenissen aan te gaan ten belope van l 694 000 000 frank in het kader van zijn opdracht vastgesteld in het decreet van 23 januari 1991.

Art. 23.Het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap is overeenkomstig het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, gemachtigd om voor een maximumbedrag van 644 400 000 frank vastleggingen te verrichten met het oog op het toekennen van toelagen voor aankoop, bouw, verbouwingswerken, uitrusting en apparatuur betreffende voorzieningen die in het kader van de programmatie terzake hiervoor in aanmerking komen.

Art. 24.Kind en Gezin is overeenkomstig het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden gemachtigd om voor een maximum bedrag van 40 000 000 frank vastleggingen te verrichten met het oog op het toekennen van toelagen voor de aankoop, bouw, verbouwing, uitbreiding en uitrusting van kinderkribben.

Waarborg

Art. 25.De intrestlasten van de leningen die de v.z.w. "Bond van Grote en Jonge Gezinnen" onder waarborg van de Gemeenschap uitgeeft voor haar studiefonds, zullen voor het jaar 1997 gedeeltelijk door de Gemeenschap en gedeeltelijk door de v.z.w. "Bond van Grote en Jonge Gezinnen" gedragen worden volgens een tussen de minister bevoegd voor onderwijs en de lener overeen te komen verdeelsleutel, te weten maximaal tweederden van vernoemde intrestlasten worden ten laste genomen door de Gemeenschap en minimaal één derde door de v.z.w. "Bond van de Grote en Jonge Gezinnen".

Het plafond van de gewaarborgde leningen bedraagt 125 000 000 frank.

Art. 26.De minister bevoegd voor financiën en begroting, op de voordracht van de minister die de watervoorziening in zijn bevoegdheid heeft, wordt ertoe gemachtigd de waarborg van het Vlaamse Gewest te hechten aan de leningen uit te geven en de kredieten per jaar op te nemen door de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening.

Deze verbintenissen mogen een totaal bedrag van 2 000 000 000 frank niet overschrijden.

Art. 27.De minister bevoegd voor financiën en begroting wordt ertoe gemachtigd, op voordracht van de minister bevoegd voor het vervoer, de waarborg van het Vlaamse Gewest te hechten aan de leningen, aangegaan door de Vlaamse Vervoermaatschappij met het oog op de vernieuwing of uitbreiding van haar voertuigenpark of voor de herfinanciering ervan.

Het plafond van de gewaarborgde leningen bedraagt 1 600 000 000 frank.

Art. 28.De minister bevoegd voor financiën en begroting wordt, op de voordracht van de minister bevoegd voor economie, ertoe gemachtigd de waarborg van het Vlaamse Gewest te hechten aan de leningen en participaties aangegaan door de organisaties aangesloten bij de vzw "Samenwerkingsverband Sociale Economie n. met het oog op de gedeeltelijke dekking van het verlies dat deze organisaties gebeurlijk dragen als gevolg van de economische mislukking van projecten inzake sociale economie. De gewaarborgde leningen en participaties mogen een totaal bedrag van 100 000 000 frank niet overschrijden.

Art. 29.De minister bevoegd voor financiën en begroting wordt, op de voordracht van de minister bevoegd voor externe betrekkingen, ertoe gemachtigd de waarborg van het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap te hechten aan de leningen en participaties, aangegaan door de Niet- Gouvernementele Ontwikkelingsorganisaties, met het oog op de gedeeltelijke dekking van het verlies dat deze organisaties gebeurlijk dragen als gevolg van de economische mislukking van ontwikkelings-projecten in de derde wereld. De gewaarborgde leningen en participaties mogen een totaal bedrag van 200 000 000 frank niet overschrijden.

Art. 30.De minister bevoegd voor financiën en begroting wordt, op de voordracht van de minister bevoegd voor de huisvesting, ertoe gemachtigd de waarborg van het Vlaamse Gewest, beperkt tot 90 %, te hechten aan de leningen aan te gaan door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij ten belope van onderstaande bedragen, voor de financiering van het investeringsprogramma van deze maatschappij : - sector huurwoningen : 1 040 300 000 frank - sector eigendomswoningen : 1 763 200 000 frank

Art. 31.De minister bevoegd voor het leefmilieu en de minister bevoegd voor financiën en begroting worden gemachtigd de waarborg van het Vlaamse Gewest te hechten aan leningen aan te gaan door de N.V. Aquafin tot beloop van 3 000 000 000 frank, met het oog op het uitvoeren van de beheersovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en de N.V. Aquafin.

Het Vlaamse Gewest zal slechts gehouden zijn tot betaling van de uitstaande saldi van de in het eerste lid bedoelde leningen, indien de uitwinning van de waarborg niet het gevolg is van : - de foutieve uitvoering door de N.V. Aquafin van de beheersovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en de N.V. Aquafin; - of van de uitvoering door de N.V. Aquafin van overeenkomsten met derde partijen.

Debetpositie

Art. 32.§ 1. De schatkist wordt gemachtigd voorschotten toe te staan aan private promotoren wanneer de derdengeldrekening "prefinanciering" bij de administratie Werkgelegenheid, afdeling Europa Werkgelegenheid uitgeput is en er nog door de bevoegd Vlaamse Comités van toezicht en/of internationale instellingen in het kader van het beroepsopleidings- of tewerkstellingsbeleid goedgekeurde projecten een prefinancieringsbehoefte hebben. § 2. Voor deze voorschotten dient een rente betaald die gelijk is aan deze die voor de Vlaamse Gemeenschap van toepassing is voor kortlopend krediet bij haar kassier. Deze rente zal per dag worden berekend en aangerekend op programma 52.4, basisallocatie 01.02. § 3. De debettoestand wordt beperkt tot maximaal 500 000 000 frank.

Art. 33.§ 1. De lonen en de vergoedingen van sommige personeelsleden van het Loodswezen mogen worden betaald ten laste van een Thesaurierekening. De Schatkist wordt ertoe gemachtigd voorschotten toe te staan ten aanzien van deze Thesaurierekening indien de verrichtingen een debettoestand van die Thesaurierekening veroorzaken. § 2. Deze debettoestand wordt beperkt tot een maximaal bedrag van 260 000 000 frank.

Art. 34.§ 1. De schatkist wordt gemachtigd voorschotten toe te staan wanneer de verrichtingen in verband met de betaling van de controleorganen van de instellingen van openbaar nut een debettoestand van hun rekening veroorzaken. § 2. Indien de betrokken instellingen niet overgaan tot storting van de gevraagde provisies, wordt tot een ambtshalve inhouding van een corresponderend deel van het dotatiebedrag overgegaan. § 3. De debettoestand wordt beperkt tot maximaal 1 000 000 frank.

Art. 35.De schatkist wordt ertoe gemachtigd tot een maximaal bedrag van 300 000 000 frank de nodige provisies te verstrekken om de uitbetaling, lastens de basisallocaties van de programma's 40 en 80, organisatieafdeling 24, te verzekeren met verplichting deze provisies uiterlijk tegen 31 december 1998 te regulariseren.

Art. 36.De rekening 091-2222019-69, Directe Schuld, van de Vlaamse Gemeenschap mag voor het begrotingsjaar 1997 een negatief saldo, ten belope van maximaal de hoofdsom van de te herfinancieren leningen, zoals bepaald in titel III van dit decrcet, vertonen.

Art. 37.§ 1. De minister bevoegd voor financiën en begroting wordt ertoe gemachtigd voorschotten toe te staan wanneer de betaling van de bezoldigingen en andere personeelsuitgaven van BLOSO, Toerisme Vlaanderen, DIGO en OVAM, een debettoestand op de daartoe voorziene orderrekening veroorzaken. § 2. Voor de voorschotten die de hieronder vermelde respectieve bedragen overschrijden BLOSO 110,0 miljoen frank Toerisme Vlaanderen 20,0 miljoen frank DIGO 20,0 miljoen frank OVAM 30,0 miljoen frank zullen de respectieve instellingen aan de Vlaamse Gemeenschap een rente betalen die gelijk is aan deze die voor de Vlaamse Gemeenschap van toepassing is voor kortlopend krediet bij haar kassier. Deze rente zal per dag worden berekend.

Overschrijvingen

Art. 38.§ 1. De dotatie aan de Autonome Raad voor het Gemeenschapsonderwijs is de som van de diverse basisallocaties 41.11, 41.13, 41.16 en 61.01 in de programma's 10 van de organisatieafdeling 31 20 van de organisatieafdeling 31 10 van de organisatieafdeling 32 20 van de organisatieafdeling 32 20 van de organisatieafdeling 34 20 van de organisatieafdeling 35 30 van de organisatieafdeling 35 40 van de organisatieafdeling 35 § 2. De in strijd met bestaande wettelijke decretale reglementaire bepalingen toegekende wedden en daarmee gelijkgestelde vergoedingen aan personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs, werkingsmiddelen en investerings-middelen bedoeld in artikel 16 van dit decreet worden in mindering gebracht op de laatste schijf van de aan het Gemeenschapsonderwijs of aan de aan zijn instellingen toegekende werkingsmiddelen conform artikel 192 van het decreet betreffende het onderwijs II van 31 juli 1990.

Art. 39.De minister bevoegd voor cultuur wordt ertoe gemachtigd overschrijvingen te verrichten tussen de ordonnanceringskredieten van de basisallocaties van Afdeling I die onder zijn bevoegdheid ressorteren en die behoren tot het investeringsprogramma.

Art. 40.§ 1. Onverminderd het bepaalde in § 2 van dit artikel wordt de Vlaamse regering ertoe gemachtigd de hierna vermelde basisallocatie geheel of gedeeltelijk over te schrijven naar de in de tweede kolom vermelde basisallocatie : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De kredieten ingeschreven onder b.a. 01.02 en 43.01 van het programma 52.40, voor die gedeelten van de onderscheidene tewerkstellingsprogramma's die worden weerhouden voor regularisering, kunnen, bij besluit van de Vlaamse regering, overgeschreven worden naar door de Vlaamse regering aan te duiden programma's en basisallocaties.

Art. 41.De minister bevoegd voor onderwijs wordt ertoe gemachtigd het krediet ingeschreven onder b.a. 12.11, programma 20, organisatieafdeling 39, geheel of gedeeltelijk over te schrijven naar de hieronder vermelde basisallocaties : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 42.De minister bevoegd voor financiën en begroting wordt ertoe gemachtigd, en dit binnen de perken van de kredieten geopend voor organisatieafdeling 24, Programma's 40 en 80, overschrijvingen te verrichten tussen basisallocaties betrekking hebbende op intrest- en aflossingslasten over de programma's heen.

Art. 43.De Vlaamse regering wordt ertoe gemachtigd op voorstel van de minister bevoegd voor de begroting, overschrijvingen te verrichten gedurende het begrotingsjaar 1997, tussen de gesplitste ordonnanceringskredieten van de basisallocaties van het Departement 6-LIN, van Afdeling I van de algemene uitgavenbegroting.

Provisionele kredieten

Art. 44.§ 1. Het provisioneel krediet ingeschreven onder de basisallocatie 00.02 van het programma 60 van de organisatieafdeling 24 mag aangewend worden tot dekking van de lasten, met inbegrip van deze die betrekking hebben op vorige begrotingsjaren, voor de hele begroting, voortvloeiend uit een eventuele stijging van de prijsindex die berekend en benoemd wordt voor de toepassing van artikel 2 van het K.B. van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van het concurrentievermogen en toepassing van de sociale programmatie. Het mag volgens de behoeften worden verdeeld over de passende organisatieafdelingen, programma's en basisallocaties van de begroting door middel van een besluit van de Vlaamse regering. § 2. Het provisioneel krediet ingeschreven onder b.a. 00.20 van het programma 60 van de organisatieafdeling 24 mag aangewend worden m.b.t. de werking en uitrusting van de kabinetten met inbegrip van tekorten op loonkredieten. Het mag volgens de behoeften verdeeld worden over de passende organisatieafdelingen, programma's en basisallocaties van de begroting door middel van een Besluit van de Vlaamse regering.

Art. 45.§ 1. Het provisioneel krediet ingeschreven onder de basisallocatie 11.11 van het programma 10 van de organisatieafdeling 39 mag aangewend worden tot dekking van de uitgaven voor wedden en weddetoelagen van het onderwijspersoneel die in het lopend jaar met betrekking tot prestaties van het voorgaand begrotingsjaar verschuldigd zijn.

Deze basisallocatie kan bij besluit van de Vlaamse regering geheel of gedeeltelijk overgedragen worden naar de desbetreffende basisallocaties van de onderstaande programma's.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De overdracht mag gebeuren in 3 schijven te weten : een eerste schijf vanaf 1 mei op basis van de op 30 april gekende uitgaven; een tweede schijf vanaf 1 september op basis van de op 31 augustus gekende uitgaven; een derde schijf vanaf 1 december op basis van de op 30 november gekende uitgaven. § 2. Aan het decreet van 22 december 1995 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1996 wordt onder artikel 48 toegevoegd : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 46.Het provisioneel krediet ingeschreven onder de basisallocatie 00.08 van het programma 10 van de organisatieafdeling 39 mag aangewend worden tot dekking van de uitgaven voor administratieve ondersteuning in het basisonderwijs.

Deze basisallocatie kan bij besluit van de Vlaamse regering overgedragen worden naar de desbetreffende basisallocaties 11.20, 43.40, 43.48, 44.60 en 44.68 van de programma's 31.1 en 31.2.

Art. 47.Het provisioneel gesplitst ordonnanceringskrediet ingeschreven onder b.a. 01.01 van het programma 69.90 mag volgens de behoeften worden verdeeld over de passende organisatieafdelingen, programma's en gesplitste basisallocaties van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap door middel van een besluit van de Vlaamse regering.

Art. 48.Het provisioneel gesplitst ordonnanceringskrediet ingeschreven onder b.a. 01.01 van het programma 49.90 mag volgens de behoeften worden verdeeld over de passende organisatieafdelingen, programma's en gesplitste basisallocaties van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap door middel van een besluit van de Vlaamse regering.

Visum van de controleur van de vastleggingen en controle door het Rekenhof

Art. 49.§ 1. Elke verbintenis aan te gaan krachtens de artikelen 15, 16, 17, 18, 20, 21, 22, 23, 24, 84, 89, 101, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 110, 111 en 112 van dit decreet wordt onderworpen aan het visum van de controleur der vastleggingen en aan het Rekenhof.

Voor de tiende van iedere maand legt de controleur der vastleggingen aan het Rekenhof een in drievoud opgemaakte lijst met de verantwoordingsstukken voor die enerzijds het bedrag vermeldt van de vastleggingen die tijdens de afgelopen maand geviseerd werden en anderzijds het bedrag aangeeft van de vastleggingen die geviseerd werden sinds het begin van het jaar.

De lijst van de maand december maakt de jaarlijkse verzamelstaat uit.

Binnen de tien dagen na ontvangst van de jaarlijkse verzamelstaat zendt het Rekenhof twee door het Hof afgesloten exemplaren naar de Regering terug. § 2. De opdrachten en betalingen in verband met schuldvorderingen waarvan het bedrag 300 000 frank niet overschrijdt, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van de controleur van de vastleggingen.

Art. 50.In verband met toelagen voor investeringen van openbaar nut kunnen zowel voor de aangelegenheden bedoeld in artikel 127 tot 129 als voor de aangelegenheden bedoeld in artikel 39 van de Grondwet voorschotten ten belope van maximum 90 procent van de toelage worden verstrekt onder bij besluit van de Vlaamse regering bepaalde voorwaarden.

De ordonnanties van betaling, betreffende voorschotten op toelagen in kapitaal worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof. Zij zijn onderworpen aan de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en aan de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit.

De betaling van het saldo van de toelage in kapitaal of het beschikbaar stellen door het Gemeentekrediet van België van het saldo der toelage door deze instelling gefinancierd, wordt voorafgaandelijk aan het visum van het Rekenhof voorgelegd, gestaafd door de goedgekeurde eindafrekening en alle andere bewijsstukken.

Bij het ter beschikking stellen van het saldo van de toelage door het Gemeentekrediet van België zijn, in voorkomend geval, de bepalingen van de 2e, 3e en 4e alinea van artikel 14 van de organieke wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof van toepassing.

Art. 51.Onverminderd de in artikel 41 en artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit bepaalde regels, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof voorschotten ten belope van maximum 90 procent van de bedragen voorzien onder de betreffende basisallocaties voor onderstaande begunstigden : Muziek, Letteren en Podiumkunsten : - VZW Philharmonie van Vlaanderen - VZW Koninklijk Ballet van Vlaanderen - VZW de Singel - VZW Festival van Vlaanderen Gent en Historische Steden - VZW Festival van Vlaanderen Brugge - VZW Festival van Vlaanderen Kortrijk - VZW Festival van Vlaanderen Antwerpen - VZW Festival van Vlaanderen Tongeren - VZW Festival van Vlaanderen Mechelen - VZW Jeugd en Muziek - Begunstigden gesubsidieerd op basis van het decreet van 13 juni 1975 (overgangsmaatregel) - Vaste orkesten en ensembles - Centrum voor de Bibliografie en voor de neerlandistiek - Dienstencentrum voor muziek in Vlaanderen - de Nederlandse Taalunie - VZW Paleis - VZW Ancienne Belgique - VZW Beursschouwburg - het Nationaal Fonds voor de Letterkunde - begunstigden gesubsidieerd op basis van het decreet van 27 januari 1993 (tekst- en figurentheater, kunstencentra, muziektheater, dans) - VZW Troubleyn - VZW Behoud en de Begeerte - de literaire verengingen - literaire, cultuurpolitieke en kunstkritische tijdschriften - VZW Theater Stap - VZW Vlaams Theater Instituut (V.T.I.) - Brussels Jeugdtheater Bronks - VZW Centrum voor Cultuurbeleid - VZW Lunatheater - de Brusselse podia - VZW Beethoven Academie - VZW I Fiamminghi - de VZW Festival van Vlaanderen Vlaams Brabant - de VZW Symfonie Orkest van Vlaanderen - de VZW Festival van Vlaanderen-Brussel - de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde - de concertverenigingen Beeldende Kunst en Musea : - VZW M.U.H.K.A. - VZW Kunst in Huis Jeugdwerk : - De begunstigden gesubsidieerd op basis van het decreet van 22 januari 1975 - De begunstigden gesubsidieerd op basis van het decreet van 9 juni 1993 - De subsidies aan regionale jeugdverenigingen - VZW C.J.P. - Europees Muziekfestival van de jeugd te Neerpelt - VZW A.D.J. - VZW V.V.J. - VZW JINT Volksontwikkeling en Bibliotheken : - de begunstigde gesubsidieerd op basis van de decreten van 19 april 1995 (verenigingen, instellingen en diensten) - de begunstigden gesubsidieerd op basis van het decreet van 24 juli 1991 (AKB) (Culturele Centrale) - de begunstigden gesubsidieerd op basis van het decreet van 2 januari 1976 (koepelorganisaties|M* - de begunstigden gesubsidieerd op basis van de decreten van 27 juni 1985 (politieke vormingsinstellingen en de archief- en documentatiecentra) - VZW Contact- en Cultuurcentrum - VZW Federatie van Vlaamse erkende culturele centra (FEVECC) - VZW Vlaamse vereniging voor Bibliotheek, Archief- en Documentatiecentra - het cultureel centrum Baarle - VZW Intercultureel centrum voor migranten - VZW Mediatheek van de Vlaamse Gemeenschap VLACAM - de organisatie van de toneelwedstrijd het Landjuweel - VZW historisch centrum Alden Biesen - VZW Nationale vrouwenraad - Nederlandstalige afdeling - de subsidies aan erkende vakantiecentra - VZW Vlaams centrum voor volksontwikkeling (VCVO) - VZW centrum voor amateurkunsten (CVA) - VZW De Rand - VZW Cultureel Centrum Koningslo te Vilvoorde

Art. 52.Onverminderd de in artikel 41 en artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit bepaalde regels, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof voorschotten ten belope van maximum 90 % van de bedragen voorzien onder de betreffende basisallocaties voor onderstaande begunstigden : 1. Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (V.I.P.A.) 2. Het Vlaams Fonds voor Lastendelging (VFLD) 3.Het Limburgfonds (L.F.) 4. Het Fonds voor het industrieel onderzoek in Vlaanderen.(FIOV) 5. Het Fonds voor bijzondere jeugdbijstand.6. Kind en Gezin.7. Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap. (VFSIPH) 8. Toerisme Vlaanderen.(T.V.) 9. Vlaamse Gemeenschapscommissie.(V.G.C.) 10. Vlaamse Vervoermaatschappij.(V.V.M.) 11. Vlaamse Landmaatschappij.(V.L.M.) 12. Dienst voor de Scheepvaart.(D.S.) 13. Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding. (V.D.A.B.) 14. Vlaams Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie.(BLOSO) 15. Vlaamse Milienmaatschappij.(V.M.M.) 16. Vlaamse Huisvestingsmaatschappij of door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij erkende lokale sociale huisvestingsmaatschappijen.17. De Nederlandse Radio- en Televisieuitzendingen in België, Omroep van Vlaamse Gemeenschap (BRTN) 18.Vlaams Instituut voor het zeIfstandig ondernemen. (V.I.Z.O.) 19. Vlaamse Instelling voor Technologisch onderzoek.(V.I.T.O.) 20. Vlaams Instituut voor de bevordering van het wetenschappelijk technologisch onderzoek in de industrie.(I.W.T.) 21. De Dienst met Afzonderlijk Beheer "Fonds voor de Preventie en Sanering inzake Leefmilieu en Natuur".(MINA) 22. De Dienst met Afzonderlijk Beheer "Bijzondere Jeugdzorg".23. De Dienst met Afzonderlijk Beheer "Hogere Zeevaartschool" 24.De Autonome Raad voor het Gemeenschapsonderwijs. (ARGO) 25. De Dienst voor Infrastructuurwerken voor het Gesubsidieerd Onderwijs.(DIGO) 26. De Dienst met Afzonderlijk Beheer "Provinciale Gouvernementen" (artikel 51, wet 20 juli 1991).27. de subsidies voorzien onder de betreffende basisallocaties voor de universiteiten.28. de subsidies voorzien onder de betreffende basisallocaties voor de havenbesturen.29. de Vlaamse Onderwijsraad.(VLOR) 30. de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Instituut voor het archeologisch Patrimonium" 31.de Dienst met Afzonderlijk Beheer "De Brakke Grond" 32. de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Kasteel van Gaasbeek" 33.de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Koninklijk Museum voor Schone Kunsten - Antwerpen (K.M.S.K.A.) " 34. het Investeringsfonds voor grond- en woonbeleid voor Vlaams-Brabant.35. de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Vlaams Infrasfructuur Fonds. (V.I.F.)" 36. de Dienst met Afzonderlijk Beheer " Fonds voor de financiering van het urgentie-plan voor de Sociale huisvesting" 37.de begunstigden gesubsidieerd op basis van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap (art. 167,168,169 en 169bis) 38. de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen.39. het Amortisatiefonds van leningen voor de sociale huisvesting (ALESH) 40.het Fonds Film in Vlaanderen 41. de Dienst met Afzonderlijk Beheer Investeren in Vlaanderen 42.het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds 43. de v.z.w. Vlaams Promotiecentrum voor Agro- en Visserijmarketing 44. de subsidies aan het N.F.W.O. voor de ondersteuning van het niet-gericht wetenschappelijk onderzoek. 45. de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Landcommanderij Alden Biesen" 46.de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Vlaams Centrum voor het Openbaar Bibliotheekwerk (V.C.O..B.)" 47. de N.V. Zeekanaal en Watergebonden grondbeheer Vlaanderen 48. het Fonds voor de Economische Expansie en de Regionale Reconversie - Middelgrote en Grote Ondernemingen 49.het Fonds voor de Economische Expansie en de Regionale Reconversie - Kleine Ondernemingen 50. de Vlaamse Raad voor het Wetenschapsbeleid.51. het secretariaat van de internationale Maas- en Scheldecommissie. 52. de huurdersorganisaties bedoeld bij b.a. 33.61 PR 62.4 53. de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Schoonmaak" 54.de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Fonds voor vernieuwing van de leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten" 55. de werkingssubsidie voorzien onder de betreffende basisallocaties van de hogescholen 56.VZW Egalisatiefonds Responsabiliseringsbijdrage Vlaams Pensioenfonds 57. De subsidies verstrekt aan de lokale besturen onder b.a. 43.11 PR 53.2 58. de Vlaamse Openbare Instelling "Vlaamse Opera" (VLOPERA) 59.Export Vlaanderen 60. het Fonds Vlaanderen-Azie Art.53. § 1. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof, de voorschotten ten belope van maximum 90 procent van de subsidies verstrekt aan de centra voor geestelijke gezondheidszorg erkend op basis van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 1988 inzake erkenning en betoelaging van de centra voor geestelijke gezondheidszorg. § 2. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof, de voorschotten ten belope van maximum 90 procent van de subsidies verstrekt aan de equipes en de centra voor medisch schooltoezicht erkend op basis van het besluit van de Vlaamse regering van 30 juli 1985 betreffende de verplichtingen en de opdrachten inzake medisch schooltoezicht, en houdende de erkenningsvoorwaarden en subsidiëring van equipes en centra voor medisch schooltoezicht. § 3. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof de studietoelagen toegekend aan leerlingen en studenten in toepassing van de wet van 19 juli 1971. § 4. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof de tegemoetkomingen toegekend in de last van hypothecaire leningen aangegaan met het oog op het bouwen, kopen of verbouwen van woningen. § 5. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof, de tegemoetkomingen toegekend in het kader van de bevordering van deeltijdarbeid en in het kader van het Vlaams Werkgelegenheidsplan. § 6. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof, de ordonnanties van betaling voor eigen investeringen tot beloop van 75 % per aannemingsopdracht voor infrastructuurwerken of buitengewoon onderhoud aangerekend op gesplitste kredieten. § 7. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof voorschotten ten belope van maximum 90 % van de bedragen voorzien onder de hiernavermelde basisallocaties : - de subsidie voor de instandhouding, herstelling en het onderhoud van het IJzermonument en het omringende domein te Diksmuide (decreet 23.12.1986) - de subsidie aan de V.Z.W. Stichting Vlaams Erfgoed - de subsidie aan de V.Z.W. Monumentenwacht Vlaanderen - de subsidie aan de VZW Vlaams Centrum voor ambacht en restauratie - de subsidie aan de VZW Parkstichting. § 8. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof voorschotten ten belope van maximaal 90 % van de subsidies verstrekt lastens b.a. 33.04 van het programma 41.70.

Voorschotten

Art. 54.De bevoegde minister wordt ertoe gemachtigd provisies te verlenen aan de advocaten, experts en gerechtsdeurwaarders die voor rekening van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest optreden.

Art. 55.Ten laste van het krediet van de basisallocatie 85.10 van het programma 12.10 mag aan de Gemeenschapsattachés een bestendig voorschot van maximaal 1 000 000 frank per attaché worden verleend voor de prefinanciering van de uitgaven die betrekking hebben op activiteiten, manifestaties, zakenreizen en administratieve kosten van de attachés en op de werkingskosten van de Vlaamse Huizen en Vertegenwoordigers in het buitenland.

De geprefinancierde uitgaven zuilen worden aangerekend op de respectievelijke basisallocaties 12.26 en 12.60 van het programma 12.10.

Op basis van de ingediende verantwoordingsstukken mag de buitengewone rekenplichtige van de administratie buitenlands beleid het voorschot aanvullen tot maximaal het toegekende bedrag.

Art. 56.Met betrekking tot de basisallocatie 12.32 van het programma 10 van de organisatieafdeling 62 mogen voorschotten toegekend worden aan de ontwerpers belast met de studie en het opmaken van plannen voor ontwikkeling en ordening van de streken en gewesten.

Diverse andere bepalingen

Art. 57.De minister bevoegd voor ambtenarenzaken wordt er toe gemachtigd lastens basisallocatie 11.05 PR 99.10 aanwervingen te doen ten belope van 75 400 000 miljoen frank berekend in functie van de totale weddelast gedurende een volledig jaar van voltijdse equivalenten.

Art. 58.De bevoegde minister, na akkoord van de minister bevoegd voor financiën en begroting wordt ertoe gemachtigd vergoedingen of hulpgelden te verlenen onder de voorwaarden die hij zal vaststellen, aan gewezen personeelsleden al of niet gepensioneerd ten gevolge van dienst- of arbeidsongeval of om gezondheidsredenen, om deze niet minder gunstig te behandelen dan de werklieden die zich in gelijkaardige voorwaarden bevinden, en zulks niettegenstaande de bepalingen van de wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke pensioenen.

Art. 59.De minister bevoegd voor cultuur wordt gemachtigd subsidies te verstrekken of specifieke opdrachten te geven aan instellingen, groepen of personen voor de uitvoering van internationale uitvoeringsprojecten ook wanneer deze instellingen, groepen of personen, al dan niet nominatim, gesubsidieerd worden op andere basisallocaties met betrekking tot het cultuurbeleid binnen de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 60.De minister bevoegd voor het leefmilieu wordt ertoe gemachtigd, na advies van de Inspectie van Financiën, gebruikstoestemmingen te verlenen, hetzij van beperkte, hetzij van onbeperkte duur, van de domeinen, gronden en gebouwen verworven of te verwerven lastens artikel 3.6 van de begroting van het MINA-fonds bestemd ter aankoop van gronden voor de aanleg van openbare groene zones.

Deze gebruikstoestemmingen mogen, zonder kosteloos opzegbaar te zijn door de Vlaamse Gemeenschap, de duur van negen jaar niet overschrijden behalve na instemming van de Vlaamse regering.

Art. 61.De minister die de ruilverkavelingen in zijn bevoegdheid heeft, wordt ertoe gemachtigd overeenkomsten voor technisch beheer af te sluiten, hetzij van beperkte duur, hetzij van onbeperkte duur, ten einde de uitvoering van de passende beheersmaatregelen te verzekeren op de onroerende goederen verworven krachtens de bepalingen van de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet, aangevuld door de wet van 11 augustus 1978 houdende bijzondere bepalingen eigen aan het Vlaamse Gewest en van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen.

Deze overeenkomsten mogen de duur van drie jaar niet overschrijden, behalve na instemming van de Vlaamse regering.

Art. 62.De minister die het natuurbehoud en de groenvoorziening in zijn bevoegdheid heeft wordt er binnen de perken van basisallocatie 63.61 van het programma 30 van de organisatieafdeling 61 toe gemachtigd om, na goedkeuring door de Vlaamse regering, de bedragen te vereffenen, voortvloeiend uit de vaste belofte van toelage aan de ondergeschikte besturen, welke groene ruimten. of gronden daartoe bestemd, hebben verworven op basis van een belofte van subsidie door de bevoegde Vlaamse minister verleend en vastgelegd lastens de betrokken basisallocatie van het begrotingsjaar 1990 en vroegere begrotingsjaren.

Art. 63.Onverminderd de bepalingen van de wet van 28 december 1967 wordt de minister die de ruilverkaveling in zijn bevoegdheid heeft ertoe gemachtigd binnen de perken van basisallocatie 12.28 van het programma 50 van de organisatieafdeling 61 de lopende uitgaven van welkdanige aard zij mogen zijn te dragen met het oog op de afwatering, al dan niet door middel van kunstwerken, van de waterlopen van eerste categorie bedoeld door de wet van 28 december 1967 en met het oog op de versteviging en bescherming van de dijken en van de oevers van de onbevaarbare waterlopen.

Art. 64.In afwijking van de besluitwet van 5 december 1946 waarbij aan de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening en/of rechtsvoorganger subsidies verleend worden ter aanvulling van deze bepaald bij de wet van 26 augustus 1943, houdende oprichting van deze maatschappij, kan de minister die de watervoorziening in zijn bevoegdheid heeft ten laste van basisallocatie 51.80 van het programma 50 van de organisatieafdeling 61 subsidies ten bedrage van de volledige kostprijs toekennen aan de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening voor allerhande uitgaven in verband met studies en werken, die op verzoek van de Vlaamse regering uitgevoerd worden met het oog op de realisatie van verbindingen met de waterleidingssystemen van andere drinkwatermaatschappijen en -diensten binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten.

Art. 65.De Vlaamse regering wordt ertoe gemachtigd een deel van haar thesauriemiddelen geplafoneerd tot 40 000 000 frank te laten storten op een financiële rekening geopend op haar naam bij een financiële instelling. Volgende voorwaarden dienen in acht genomen : 1. de wedersamenstelling van hoger vermeld bedrag zal geschieden in functie van de waarborguitvoering waartoe het Vlaams Gewest gehouden is en de desbetreffende stortingen zullen worden aangerekend op basisallocatie 51.01 van het programma 30 van de organisatieafdeling 24; 2. aanstelling van een rekenplichtige bij de Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management, wiens beheer en verantwoordelijkheid beperkt blijft tot het hierboven genoemd plafond van 40 000 000 frank;3. de opbrengsten van de rente zullen jaarlijks (per 31 december) worden gestort op de ontvangstenrekening van de Vlaamse Gemeenschap;4. het Rekenhof heeft toezicht en controle op de verrichte boekingen.

Art. 66.De minister bevoegd voor de openbare werken wordt ertoe gemachtigd aan de Administrateur-generaal van de Dienst voor de Scheepvaart, en dit binnen het kader opgelegd door de Vlaamse regering met betrekking tot de administratieve en begrotingscontrole, per afzonderlijk project, mandaat te verlenen voor het uitvoeren van buitengewone onderhoudswerken ten belope van maximaal 20 000 000 frank op de waterwegen beheerd door de Dienst voor de Scheepvaart en aan te rekenen lastens de DAB Vlaams Infrastructuurfonds, b.a. 73.21 van het programma 00 van de organisatie-afdeling 64, dit m.i.v. de vereffening van de in de vorige begrotingsjaren vastgelegde buitengewone onderhoudswerken ten belope van maximaal 20 000 000 frank per project.

Art. 67.De minister bevoegd voor de openbare werken wordt ertoe gemachtigd nieuwe verbintenissen tot beloop van maximum 10 000 000 frank, alsmede herzieningen, verrekeningen en schadeclaims in verband met de moderniseringswerken die binnen het Vlaamse Gewest werden uitgevoerd door de N.V. Zeekanaal en Watergebonden grondbeheer Vlaanderen te laten aanrekenen op de begroting van de DAB V.I.F., b.a. 73.21 van het programma 00 van de organisatieafdeling 64.

Art. 68.De minister bevoegd voor de openbare werken wordt ertoe gemachtigd aan de administrateur-generaal van de N.V. Zeekanaal en Watergebonden grondbeheer Vlaanderen en dit binnen het kader opgelegd door de Vlaamse regering met betrekking tot de administratieve en begrotingscontrole, per afzonderlijk project, mandaat te verlenen voor het uitvoeren van buitengewone onderhoudswerken ten belope van maximaal 20 000 000 frank op de waterwegen beheerd door de N.V. Zeekanaal en Watergebonden grondbeheer Vlaanderen en aan te rekenen lastens b.a. 73.21 van het programma 00 van de organisatieafdeling 64 van de DAB Vlaams Infrastructuurfonds en dit met inbegrip van de vereffening van de in de vorige begrotingsjaren vastgelegde buitengewone onderhoudswerken ten belope van maximaal 20 000 000 frank per project.

Art. 69.De minister bevoegd voor de openbare werken wordt ertoe gemachtigd om, binnen de perken van de begroting het Vlaams aandeel in de herstelling van de oevers van de Westerschelde, noodzakelijk wegens de versnelde inscharing ingevolge de baggerwerken, en in uitvoering van het verdiepingsprogramma 48'/43'/38' van de Westerschelde, aan te rekenen en te vereffenen ten laste van de basisallocatie 54.01, programma 20, organisatieafdeling 64.

Art. 70.De minister bevoegd voor de openbare werken wordt ertoe gemachtigd investeringen uit te voeren in de door de lagere openbare besturen beheerde havens op gronden die hun eigendom zijn of door hen beheerd worden.

Art. 71.De minister bevoegd voor de openbare werken en het vervoer wordt gemachtigd met de N.M.B.S.. en Spoorwegoperatoren onderhandelingen te voeren en gezamenlijke initiatieven te nemen voor het opzetten van blok- of shuttletreinen gaande van en naar de Vlaamse zeehavens. De overeenkomsten kunnen betrekking hebben op een kapitaalsinbreng of subsidie. Deze overeenkomsten mogen de duur van twee jaar niet overschrijden behalve met instemming van de Vlaamse regering.

Art. 72.De minister bevoegd voor het vervoer wordt ertoe gemachtigd het gedeelte van de loodsgelden dat het volgens de vastgestelde verdeling aan België toekomende aandeel overstijgt terug te betalen aan Nederland.

Art. 73.De Vlaamse minister bevoegd voor verkeer en vervoer wordt gemachtigd om aan de federale overheid te betalen de som van 66 628 397 frank tot nazicht en sluiten van de schuld op 31.12.1995 tussen de Vlaamse Gemeenschap, de federale staat en de Regie voor Maritiem Transport. Het te betalen bedrag is het verschil tussen wat de Vlaamse Gemeenschap aan de federale Regie voor Maritiem Transport verschuldigd is voor gepresteerde diensten (309 758 253 frank) en wat de federale staat, ministerie van Verkeer en Infrastructuur, bestuur van de Maritieme Zaken en van de Scheepvaart aan de Vlaamse Gemeenschap verschuldigd is in uitvoering van de overeenkomst van dienstverlening van 7.10.1992 (243 129 856 frank).

Deze machtigingen worden uitgebreid tot het bedrag van de geactualiseerde berekening, rekening houdend met de nalatigheidsintrest die verschuldigd is op datum van voormelde betaling.

De betaling gebeurt ten laste van artikel 91.08 van de DAB Vlaams Infrastructuurfonds.

Art. 74.§ 1. Met betrekking tot het Fonds voor de Economische Expansie en de Regionale Reconversie - Middelgrote en Grote Ondernemingen, het Fonds voor de Economische Expansie en Regionale Reconversie - Kleine Ondernemingen, wordt de minister bevoegd voor economie ertoe gemachtigd uitgaven kleiner of gelijk aan 20 000 000 frank aan te gaan kaderend in het sociaal, economisch en regionaal beleid van de Vlaamse regering. § 2. Met betrekking tot het Fonds voor Industrieel Onderzoek in Vlaanderen wordt de bevoegde minister ertoe gemachtigd uitgaven kleiner of gelijk aan 20 000 000 frank aan te gaan kaderend in het sociaal, economisch en regionaal beleid van de Vlaamse regering. § 3. Met betrekking tot het Limburgfonds wordt de bevoegde minister ertoe gemachtigd uitgaven kleiner of gelijk aan 20 000 000 frank aan te gaan, kaderend in het sociaal, economisch en regionaal beleid van de Vlaamse regering.

Art. 75.§ 1. In afwijking van de artikelen 1, 7 en 8 van het Koninklijk Besluit van 22 april 1958 tot reglementering van de toekenning van subsidies aan de musea welke niet van de Staat afhangen wordt, overeenkomstig artikel 66 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 m.b.t. de Brusselse instellingen, het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie gemachtigd een jaarlijkse subsidie te verlenen volgens de in het K.B. vermelde bepalingen aan de musea van de provincies, gemeenten en particulieren waarvan de verzamelingen betrekking hebben op Kunsten en Letteren en die gelegen zijn in Brussel-Hoofdstad. § 2. De correlatieve middelen ter financiering van de in vorige paragraaf vermelde subsidies worden ingeschreven onder basisallocatie 41.01, programma 10, organisatieafdeling 11 als dotatie aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie te Brussel.

Art. 76.Het Fonds voor Bijzondere Jeugdbijstand wordt ertoe gemachtigd de kredieten ingeschreven onder basisallocatie 41.02 van het programma 20 van de organisatieafdeling 41 aan te wenden voor de uitgaven voortvloeiend uit het openen, ten name van de in de pleeggezinnen geplaatste minderjarigen, van een spaarrekening waarop een compensatoire vergoeding gestort wordt die een deel van het bedrag van de kinderbijslag vervangt.

Art. 77.§ 1. In afwijking van artikel 5 van het Koninklijk Besluit nr. 81 van 10 november 1967 zal het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap voor personen die op 31 december 1990 bij beslissing van de jeugdrechtbank in een instelling verbleven erkend in het kader van voormeld Fonds. de tegemoetkomingen ten zijne laste nemen tot het einde van de maatregel van de jeugdrechtbanken. § 2. Voor personen bedoeld in § 1 die op 31 december 1990 de volle leeftijd van twaalf jaar hebben bereikt, zullen tevens de bijzondere kosten zoals voorzien in de subsidieregels van toepassing op erkende voorzieningen bijzondere jeugdbijstand, worden ten laste genomen worden door vermeld Fonds.

Art. 78.De minister bevoegd voor financiën en begroting wordt ertoe gemachtigd, namens het Gewest, de verbintenissen aan te gaan tot het betalen op de vervaldag aan de financiële instellingen van : 1° de intrest lastens basisallocatie 41.03, programma 80, organisatieafdeling 24 en de aflossing lastens basisallocatie 61.03, programma 80, organisatieafdeling 24 van de leningen, overgenomen door de Vlaamse Milieumaatschappij in toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 16 januari 1985 houdende bepalingen van de nadere regelen voor de toepassing van artikel 32quinquies van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, aangevuld bij decreet van 5 april 1984, zoals gewijzigd bij de decreten van 12 december 1990 en 1 juli 1992; 2° de intrest lastens basisallocatie 41.04, programma 80 organisatieafdeling 24 en de aflossing lastens basisallocatie 61.04, programma 80, organisatieafdeling 24 van de volgende door de Vlaamse Milieumaatschappij aangegane eigen leningen : 1) lening van 1 000 000 000 frank bij de ASLK aangegaan voor de terugbetaling aan de gemeenten en intercommunales van kosten van het verleden Saldo op 1 januari 1997 : 886 748 377 frank Gewaarborgd bij Ministerieel Besluit van 17 december 1991 2) lening 35 van 500 000 000 frank bij GKB aangegaan voor de terugbetaling aan de gemeenten en intercommunales van kosten van het verleden Saldo op 1 januari 1997 : 450 052 587 frank Gewaarborgd bij Ministerieel Besluit van 19 november 1992 3) lening 15 van 60 000 000 frank bij GKB aangegaan voor de aankoop en renovatie van het kantoorgebouw Osbroek te Aalst Saldo op 1 januari 1997 : 51 960 000 frank Gewaarborgd bij Ministerieel Besluit van 20 december 1989 4) lening 105 van 77 000 000 frank bij GKB aangegaan voor de oprichting van het kantoorgebouw te Oostende Saldo op 1 januari 1997 : 49 665 000 frank Gewaarborgd bij brief van 31 januari 1980 van het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin en dit in toepassing van artikel 2 van het Ministerieel Besluit van 7 oktober 1975.

Art. 79.In afwachting van de organieke regeling betreffende de organisatie en de financiering van het open hoger onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap, draagt de Vlaamse Gemeenschap bij in de dekking van de kosten van ondersteuning en begeleiding van de studenten die in Vlaanderen een inschrijving hebben genomen voor een cursus van het open hoger onderwijs in het kader van de samenwerkingsovereenkomst met de Open Universiteit Nederland.

De subsidies worden deels of geheel uitbetaald aan de studiecentra gevestigd te Antwerpen, Brussel, Gent, Hasselt, Kortrijk en Leuven.

Het bedrag van de subsidies bestaat uit een vaste component - 1 000 000 frank per studiecentrum - en een variabele component berekend op basis van het aantal inschrijvingen met examenrechten omgerekend naar het aantal eenheidsmodulen. Het maximum per eenheidsmodule bedraagt maximaal 10 000 frank.

De Vlaamse regering stelt met betrekking tot het voorgaande nadere uitvoeringsregels vast.

Art. 80.De Vlaamse Gemeenschap wordt ertoe gerechtigd om bijkomende dotaties te verstrekken aan universitaire instellingen, die deze kunnen aanwenden voor de aflossing van de leningen, aangegaan in het kader van de wet van 2 augustus 1960, betreffende de tussenkomst van de Staat in de financiering van de vrije universiteiten en van diverse inrichtingen voor hoger onderwijs en voor wetenschappelijk onderzoek, gewijzigd inzonderheid bij de wetten van 9 april 1995,16 juli 1970,27 juli 1971 en 6 maart 1981.

Art. 81.De ordonnanceringen van de verbintenissen die in de loop van de vorige begrotingsjaren werden vastgelegd ten laste van de verbintenissenmachtigingen 94.35 en 99.36 (verbintenissenmachtiging subsidie V.H.M. koopsector en verbintenissenmachtiging V.H.M. huursector) van de organisatieafdeling 62, programma 40, mogen respectievelijk worden aangerekend op de b.a.'s 41.03 en 41.04, 81.01 en 81.02 van de organisatieafdeling 62, programma 40.

Art. 82.§ 1. De minister bevoegd voor huisvesting, wordt ertoe gemachtigd, namens het Gewest, de verbintenis aan te gaan, ten belope van 1 882 700 000 frank, voor inschrijvingen op het kapitaal van de V.H.M. § 2. De minister bevoegd voor vervoer wordt ertoe gemachtigd, namens het Gemest, de verbintenis aan te gaan, ten belope van 1 689 100 000 frank, voor inschrijvingen op het kapitaal van de V.H.M. Co-financiering

Art. 83.Ten laste van de hiernavermelde basisallocaties mogen op een thesaurierekening begrotingsgelden worden gestort in de rekening van de gewone rekenplichtige belast met de betaling van uitgaven waarvan derden de co-financiering ten hunner laste nemen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Diensten met afzonderlijk beheer

Art. 84.Wordt goedgekeurd de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 1997 van de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Fonds voor Preventie en Sanering inzake Leefmilieu en Natuurbehoud", afgekort Mina-fonds.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 21 831 300 000 frank en voor de uitgaven 21 831 300 000 frank.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden geraamd op respectievelijk 0 frank en 0 frank.

Voor wat het begrotingsjaar 1997 betreft, wordt op het Mina-fonds, aan de minister bevoegd voor het leefmilieu een vastleggingsmachtiging ten belope van 20 663 700 000 frank verleend.

In afwijking van artikel 35 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, mag het saldo van artikel 3.7 van het Fonds voor preventie en sanering inzake leefmilieu en natuur, in vastleggings- en ordonnanceringskrediet, voor wat betreft de middelen verleend in uitvoering van de Tewerkstellingsconferentie, op 31 december 1996 naar het begrotingsjaar 1997 overgedragen worden en samengevoegd met de overeenstemmende kredieten voor het begrotingsjaar 1997.

Art. 85.Wordt goedgekeurd de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 1997 van de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Hogere Zeevaartschool".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 123 925 000 frank en voor de uitgaven 123 925 000 frank.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden geraamd respectievelijk op 37 500 frank en 37 500 frank.

Art. 86.Wordt goedgekeurd de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 1997 van de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Luchthaven Antwerpen".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 100 400 000 frank en voor de uitgaven 100 400 000 frank.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 frank en 0 frank.

Art. 87.Wordt goedgekeurd de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 1997 van de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Luchthaven Oostende".

De begroting beloopt voor de ontvangsten l95 200 000 frank en voor de uitgaven 195 200 000 frank.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 frank en 0 frank.

De DAB Luchthaven Oostende wordt ertoe gemachtigd de uitgaven verbonden aan het Studiesyndicaat inzake de beheersstructuren van de Vlaamse Regionale Luchthavens ten bedrage van 829 000 frank vast [e leggen en aan te rekenen op haar begroting.

Art. 88.Wordt goedgekeurd de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 1997 van de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Instituut van het Archeologisch Patrimonium".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 61 000 000 frank en voor de uitgaven 61 000 000 frank.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 frank en op 0 frank.

Art. 89.§ 1. Wordt goedgekeurd de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 1997 van de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Vlaams Infrastructuurfonds".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 19 190 900 000 frank en voor de uitgaven 19 190 900 000 frank.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 frank en 0 frank. § 2. Onderstaan de basisallocaties van de begroting van de DAB "Vlaams Infrastructuurfonds" mogen uitgaven dekken met betrekking tot vorige jaren : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 3. De dienst met afzonderlijk beheer Vlaams Infrastructuurfonds wordt ertoe gemachtigd ten laste van zijn begroting en in de mate dat de in § 1 vermelde ontvangsten effectief worden gerealiseerd een bedrag van 18 190 900 000 frank vast te leggen. § 4. De uitgaven verbonden aan de vergoedingen aan de rekenplichtigen van de DAB VIF, ongeacht het begrotingsjaar waarop deze vergoedingen betrekking hebben, worden ten laste genomen op de basisallocatie 12.04 van de organisatieafdeling 69 programma 00 van de DAB "Vlaams Infrastructuurfonds". § 5. De minister bevoegd voor openbare werken wordt ertoe gemachtigd het gedeelte van de uitgaven welke lastens het Vlaams Gewest voortvloeien uit gecombineerde werken en projecten tussen enerzijds het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, administratie Wegen en Verkeer en anderzijds de NV Aquafin, Dijkstraat 8, te Aartselaar, en voor welke laatstgenoemde instantie optreedt als opdrachtgever, ten laste te nemen van de begroting van de DAB "Vlaams Infrastuctuurfonds".

Deze machtiging is onderworpen aan onderstaande voorwaarden : 1. de gecombineerde werken en projecten dienen te geschieden op basis van een overeenkomst;2. de inbreng in de gecombineerde werken en projecten van de NV Aquafin dient minimaal 70 % te zijn;3. de administratieve en begrotingscontrole is van toepassing op het aandeel van het Vlaams Gewest. § 6. De DAB "Vlaams Infrastructuurfonds" wordt ertoe gemachtigd de uitgaven voortvloeiend uit vonnissen en arresten van de hoven en rechtbanken, alsmede in voorkomend geval, van dadingen en andere minnelijke regelingen, aangaande geschillen gerezen ingevolge beslissingen van de krachtige bevoegde overheden en/of rechtsvoorgangers, inzake de aangelegenheden thans bedoeld in art. 6, § 1, X, 1ste tot en met 5de van de B.W. van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de B.W. van 8 augustus 1988, ten laste te nemen van zijn begroting. § 7. Binnen de perken van de kredieten geopend op de volgende basisallocaties van de DAB "Vlaams Infrastructuurfonds" wordt de minister bevoegd voor openbare werken ertoe gemachtigd de volgende subsidies toe te kennen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 8. De minister bevoegd voor openbare werken wordt ertoe gemachtigd om binnen de perken van de ingeschreven kredieten op de basisallocatie 63.01 van de organisatieafdeling 63 programma 00 van de begroting van de D.A.B. "Vlaams Infrastructuurfonds" de kosten verbonden aan de verplaatsing van gas- en electriciteitsleidingen en rioleringen in het kader van de verbetering van de infrastructuur van het openbaar vervoer te betalen aan de nutsbedrijven. § 9. De minister bevoegd voor openbare werken wordt ertoe gemachtigd om binnen de perken van de ingeschreven kredieten op de basisallocatie 41.40 van de organisatieafdeling 64 programma 00 van de begroting van de D.A.B. "Vlaams Infrastructuurfonds", de verschuldigde milieuheffingen voor het storten van baggerspecie te betalen aan de instanties gemachtigd tot het innen van deze heffingen.

Art. 90.Wordt goedgekeurd de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 1997 van de Dienst met Afzonderlijk Beheer "De Brakke Grond".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 30 000. frank en voor de uitgaven 30 000 000 frank.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 frank en 0 frank.

Art. 91.Wordt goedgekeurd de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 1997 van de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Kasteel van Gaasbeek".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 10 679 000 frank en voor de uitgaven 10 679 000 frank.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 frank en 0 frank.

Art. 92.Wordt goedgekeurd de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 1997 van de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Koninklijk Museum voor Schone Kunsten - Antwerpen" (KMSKA).

De begroting beloopt voor de ontvangsten 80 200 000 frank en voor de uitgaven 80 200 000 frank.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 frank en 0 frank.

Art. 93.Wordt goedgekeurd de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 1997 van de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Fonds voor de financiering van het urgentieplan voor de Sociale Huisvesting. » De begroting beloopt voor de ontvangsten 1 591 900 000 frank en voor de uitgaven 1 591 900 000 frank.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden geraamd op 0 frank en 0 frank.

Het saldo van de verbintenissenmachtiging bedoeld in artikel 38 van het decreet van 6 juli 1994 houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1994 mag overgeheveld worden per 31.12.1996 naar het begrotingsjaar 1997. Aan het saldo van de verbintenissenmachtiging wordt toegevoegd het bedrag van de verminderingen doorgevoerd op reeds genomen vastleggingen tijdens voorgaande jaren. Voor zover een definitieve machtiging wordt gegeven en onverminderd de reglementaire termijnen die voor de uitbetaling van de tussenkomsten zijn vastgesteld, wordt het Fonds voor de financiering van het urgentieplan voor de Sociale huisvesting ertoe gemachtigd de door Domus Flandria NV gelopen interesten ten laste te nemen die betrekking hebben op de prefinanciering van tussenkomsten ingesteld in het kader van het urgentieplan voor de sociale huisvesting vanaf het ogenblik dat een principiële machtiging is gegeven. Deze tenlasteneming wordt aangerekend op het in het vierde lid bedoelde saldo van de verbintenissenmachtiging. De afrekening gebeurt op basis van de rentevoet BIBOR op drie maanden.

De overeenkomst tussen het Vlaams Gewest, Habifin N.V. en de V.H.M. m.b.t. de verhoging van de verbintenissenmachtiging voor het urgentieplan voor de sociale huisvesting wordt bekrachtigd.

Art. 94.Wordt goedgekeurd de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar l997 van de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Investeren in Vlaanderen. » De begroting beloopt voor de ontvangsten 258 800 000 frank en voor de uitgaven 258 800 000 frank.

De ontvangsten en uitgaven voor orde werden respectievelijk geraamd op 0 frank en 0 frank.

Art. 95.Wordt goedgekeurd de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 1997 van de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Schoonmaak".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 294 300 000 frank en voor de uitgaven 294 300 000 frank.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 frank en 0 frank.

Art. 96.Wordt goedgekeurd de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 1997 van de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Landcommanderij Alden Biesen".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 26 400 000 frank en voor de uitgaven 26 400 000 frank.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 frank en 0 frank.

Art. 97.Wordt goedgekeurd de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 1997 van de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Vlaams Centrum voor het Openbaar Bibliotheekwerk".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 70 700 000 frank en voor de uitgaven 70 700 000 frank.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 frank en 0 frank.

Art. 98.Worden goedgekeurd de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 1997 van de Diensten met Afzonderlijk Beheer "Bijzondere Jeugdbijstand De Zande en de Kempen".

De begrotingen belopen voor de gezamenlijke ontvangsten 72 400 000 frank en voor de gezamenlijke uitgaven 72 400 000 frank.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden geraamd op respectievelijk 0 frank en 0 frank.

Instellingen van openbaar nut

Art. 99.Wordt goedgekeurd de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 1997 van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest (OVAM).

De begroting beloopt voor de ontvangsten 2 849 750 000 frank en voor de uitgaven 2 849 750 000 frank.

De ontvangsten en de uitgaven voor de orde worden respectievelijk geraamd respectievelijk op 0 frank en 225 000 000 frank.

De overdracht van het begrotingssaldo van het jaar 1996 naar het jaar 1997 wordt toegestaan.

Art. 100.Wordt goedgekeurd de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 1997 van het Fonds Vlaanderen-Azië.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 150 000 000 frank en voor de uitgaven 150 000 000 frank.

De ontvangsten en de uitgaven voor orde werden respectievelijk geraamd op 0 frank en 0 frank.

Het fonds wordt gemachtigd in het jaar 1997 verbintenissen aan te gaan ten belope van maximaal 200 000 000 frank.

Het Fonds Vlaanderen-Azië wordt er eveneens toe gemachtigd de waarborg van het Vlaams Gewest te hechten aan leningen. Het plafond van de gewaarborgde leningen bedraagt 200 000 000 frank.

De Vlaamse regering bepaalt de voorwaarden en modaliteiten waaronder de verbintenissen kunnen worden aangegaan en de waarborg van het Vlaamse Gewest kan worden toegekend.

Art. 101.§ 1. De bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 1997 van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt goedgekeurd.

De begroting beloopt voor de ontvangsten en de uitgaven 7 384 700 000 frank. De ontvangsten uit huurovereenkomsten met de openbare psychiatrische ziekenhuizen worden geraamd op 25 200 000 frank en deze uit huurovereenkomsten van de woningen verbonden aan de gemeenschapsinstellingen op 3 000 000 frank. Van de vorige jaren wordt een kassaldo van 500 000 000 frank overgedragen.

De ontvangsten in verband met de waarborgverlening van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden worden geraamd op 10 000 000 frank. Het reservefonds in verband met de uitwinning van de waarborg wordt gebracht op 210 000 000 frank.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt ertoe gemachtigd ten laste van het artikel 01.2.B een bedrag van 3 989 000 000 frank vast te leggen voor de per lot gesplitste vastleggingen voor de ziekenhuizen. Het V.I.P.A. mag ten laste van artikel 01.2.A vereffenen ten bedrage van 3 104 000 000 frank.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt ertoe gemachtigd ten laste van artikel 01.2.B een bedrag van 26 000 000 frank vast te leggen voor de per lot gesplitste vastleggingen voor de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg. Het V.I.P.A. mag ten laste van artikel 01.2.A vereffenen ten bedrage van 26 000 000 frank.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt er tevens toe gemachtigd, ten laste van het artikel 01.02.B van zijn begroting l997 een bedrag van 1 540 000 000 frank vast te leggen voor de bejaardenvoorzieningen en ten laste van het artikel 01.02.A te vereffenen voor een bedrag van 1 412 000 000 frank.

Ten laste van artikel 01.04 wordt het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden ertoe gemachtigd een bedrag van 25 200 000 frank vast te leggen en uit te betalen voor het eigendomsonderhoud van de Openbare Instellingen te Geel en Rekem.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt ertoe gemachtigd ten laste van artikel 01.05, een bedrag van 56 000 000 frank vast te leggen en een bedrag van 56 000 000 frank uit te betalen ten gunste van de gemeenschapsinstellingen van het Fonds voor Bijzondere Jeugdbijstand.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt ertoe gemachtigd ten laste van het artikel 01.06 een bedrag van 5 000 000 frank vast te leggen en ten bedrage van 5 000 000 frank te vereffenen voor het Centrum voor Opleiding te Overijse.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt ertoe gemachtigd ten laste van het artikel 01.07.B een bedrag van 15 000 000 frank vast te leggen voor de per lot gesplitste vastleggingen voor de Gezondheiscentra, de Centra voor Medisch Schooltoezicht en de Consultatiebureaus voor Respiratoire Aandoeningen. Het V.I.P.A. mag ten laste van het artikel 01.07.A vereffenen ten bedrage van 15 000 000 frank.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden kan in uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 25 november 1992 (alternatieve financiering) het saldo ten belope van 716 375 000 frank van de voorziene rustoordbedden vastleggen voor zover hiervoor reeds een principiee1 akkoord werd verleend.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt er toe gemachtigd ten laste van artikel 01.03 een bedrag van 2 519 600 000 frank te vereffenen in het bovengenoemd besluit kadet.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt er ten slotte toe gemachtigd ten laste van artikel 00.01 900 000 frank vast te leggen en te ordonnanceren als eigen werkingskredieten. § 2. De bevoegde Vlaamse minister kan, mits akkoord van de Vlaamse regering, onderling en gelijktijdig overschrijvingen uitvoeren tussen de vastleggingsmachtigingen en bijhorende vereffeningskredieten zoals vastgesteld in § 1 van dit artikel. § 3. Met uitzondering van de werkingsuitgaven bevatten de onderscheiden uitgavenposten niet limitatieve kredieten. Deze kredieten zijn in hun totaliteit beperkt tot de jaarlijkse inkomsten met inbegrip van de overgedragen kassaldi.

Art. 102.Wordt goedgekeurd de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 1997 van het Vlaams Fonds voor de Lastendelging.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 697 700 000 frank en voor de uitgaven 697 700 000 frank.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 frank en 0 frank.

Art. 103.Wordt goedgekeurd de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 1997 van het Fonds voor het Industrieel Onderzoek in Vlaanderen (F.I.O.V.).

De begroting beloopt voor de ontvangsten 1 946 400 000 frank en voor de uitgaven 1 946 400 000 frank.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 1 000 000 frank en 1 000 000 frank.

Het Fonds voor het Industrieel Onderzoek in Vlaanderen wordt ertoe gemachtigd ten laste van zijn begroting een bedrag van 1 407 300 000 frank vast te leggen.

De minister bevoegd voor industriële vernieuwing kan na akkoord van de minister bevoegd voor financiën en begroting, onderling en gelijktijdig overschrijvingen uitvoeren tussen de vastleggingsmachtigingen van het Vlaams Instituut voor de Bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en het Fonds voor het Industrieel Onderzoek in Vlaanderen.

Art. 104.Wordt goedgekeurd de bij dit decreet gevoegde begroting voor 1997 van het Investeringsfonds voor grond- en woonbeleid voor Vlaams-Brabant. De begroting beloopt voor de ontvangsten 405 000 000 frank en voor de uitgaven 405 000 000 frank.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 frank en 0 frank.

Het Investeringsfonds voor grond- en woningbeleid voor Vlaams Brabant wordt ertoe gemachtigd het niet aangewende saldo van de vastleggingsmachtiging 1992 verder over te hevelen naar het begrotingsjaar 1997.

Art. 105.§ 1. Wordt goedgekeurd de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 1997 van het Fonds Bijzondere Jeugdbijstand.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 5 848 000 000 frank en voor de uitgaven 5 848 000 000 frank.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 frank en 0 frank. § 2. Het Fonds Bijzondere Jeugdbijstand wordt ertoe gemachtigd ten laste van zijn begroting een bedrag van 65 000 000 frank vast te leggen om verbintenissen aan te gaan met het oog op de uitvoering van begeleidingsmaatregelen in het kader van de bijzondere jeugdbijstand en voor het opzetten van preventiecampagnes en wetenschappelijke en/of vernieuwende projecten.

Art. 106.Wordt goedgekeurd de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 1997 van het Fonds Film in Vlaanderen.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 291 000 000 frank en voor de uitgaven 291 000 000 frank.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 frank en 0 frank.

Het fonds wordt ertoe gemachtigd ten laste van zijn begroting een bedrag van 300 000 000 frank vast te leggen.

Art. 107.Wordt goedgekeurd de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 1997 van de Vlaamse Milieumaatschappij.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 2 377 326 000 frank en voor de uitgaven 2 377 326 000 frank.

De ontvangsten en de uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 9 830 000 000 frank.

De overdracht van het begrotingssaldo 1996 naar het jaar 1997 wordt toegestaan.

De Vlaamse Milieumaatschappij wordt ertoe gemachtigd de saldi uit werkingsdotaties aan te wenden voor de financiering van het niet door het Vlaamse Gewest gesubsidieerde deel van investeringswerken.

Art. 108.Wordt goedgekeurd de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 1997 van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 1 439 600 000 frank en voor de uitgaven 1 439 600 000 frank.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 15 000 000 frank en 15 000 000 frank.

Het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds wordt ertoe gemachtigd ten laste van zijn begroting een bedrag van 2 600 000 000 frank vast te leggen.

Het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds wordt ertoe gemachtigd zijn waarborg te verlenen aan leningen bestemd voor investeringen in de land- en tuinbouw voor een totaal gewaarborgd bedrag van 4 200 000 000 frank.

Art. 109.Wordt goedgekeurd de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 1997 van het Grindfonds.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 456 700 000 frank en voor de uitgaven 456 700 000 frank.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 60 000 000 frank en 60 000 000 frank.

Art. 110.Wordt goedgekeurd de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 1997 van het Fonds voor de Economische Expansie en Regionale Reconversie - Middelgrote en Grote Ondernemingen.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 5 744 300 000 frank en voor de uitgaven 5 744 300 000 frank.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 1 000 000 frank en 1 000 000 frank.

Het Fonds wordt ertoe gemachtigd ten laste van zijn begroting een bedrag van 3 525 300 000 frank vast te leggen.

In aanvulling op bovenvermelde vastleggingsmachtiging wordt de minister bevoegd voor economie gemachtigd ten laste van het Fonds voor de Economische Expansie en de Regionale Reconversie - Middelgrote en Grote Ondernemingen bijkomende verbintenissen aan te gaan ten belope van de door dit Fonds gerealiseerde ontvangsten vanaf 1996 in uitvoering van artikel 1, § 4, van het decreet van 21 december 1990 houdende begrotingstechnische bepalingen alsmede bepalingen tot begeleiding van de begroting 1991.

De Vlaamse minister bevoegd voor het economisch beleid wordt ertoe gemachtigd om, zonder inbreuk te doen op het vastleggingsbeginsel van artikel 45, § 4, van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en na akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor begroting, de vastlegging van de principieel vooorwaardelijk toegekende meertewerkstellingssteun voor middelgrote en grote ondernemingen in het kader van de economische expansiewetgeving lastens het FEERR-MGO te beperken tot de steun die overeenstemt met de werkelijk globaal realiseerbare meertewerkstelling.

Art. 111.Wordt goedgekeurd de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 1997 van het Fonds voor de Economische Expansie en Regionale Reconversie - Kleine Ondernemingen.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 4 173 200 000 frank en voor de uitgaven 4 173 200 000 frank.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 1 000 000 frank en 1 000 000 frank.

Het Fonds wordt gemachtigd ten laste van zijn begroting een bedrag van 3 618 500 000 frank vast te leggen.

In aanvulling op bovenvermelde vastleggingsmachtiging wordt de minister bevoegd voor economie gemachtigd ten laste van het Fonds voor de Economische Expansie en de Regionale Reconversie - Kleine Ondernemingen bijkomende verbintenissen aan te gaan ten belope van de door dit Fonds gerealiseerde ontvangsten vanaf 1996 in uitvoering van artikel 2, § 4, van het decreet van 21 december 1990 houdende begrotingstechnische bepalingen alsmede bepalingen tot begeleiding van de begroting 1991.

De minister bevoegd voor economie kan na akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor begroting, onderling en gelijktijdig overschrijvingen uitvoeren tussen de vastleggingsmachtigingen vastgesteld in dit artikel en het voorgaande artikel.

De minister bevoegd voor economie wordt gemachtigd, lastens het Fonds voor Economische Expansie en Regionale Reconversie - Kleine Ondernemingen, trimesterieel voorschotten toe te kennen aan het Vlaams Waarborgfonds voor de dekking van de exploitatieverliezen van het jaar 1997. Deze voorschotten mogen een totaal bedrag van 100 000 000 frank niet overschrijden. De Vlaamse minister bevoegd voor het economisch beleid wordt ertoe gemachtigd om zonder inbreuk te doen op het vastleggingsbeginsel van artikel 45, § 4, van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en na akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor begroting, de vastlegging van de principieel voorwaardelijk toegekende meertewerkstellingssteun voor kleine ondernemingen in het kader van de economische expansiewetgeving lastens het FEERR-KO te beperken tot de steun die overeenstemt met de werkelijk globaal realiseerbare meertewerkstelling.

Art. 112.Wordt goedgekeurd de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 1997 voor het Limburgfonds.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 5 264 100 000 frank en voor de uitgaven 5 264 100 000 frank.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 600 000 000 frank en 600 000 000 frank.

Het fonds wordt ertoe gemachtigd ten laste van zijn begroting een bedrag van 375 000 frank vast te leggen.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 20 december 1996.

De minister-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Wetenschap en Technologie, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, L. VAN DEN BOSSCHE De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, Th. KELCHTERMANS De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting, L. PEETERS De Vlaamse minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening, E. BALDEWIJNS De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, L. MARTENS De Vlaamse minister van Economie, KMO, Landbouw en Media, E. VAN ROMPUY De Vlaamse minister van Brusselse Aangelegenheden en Gelijke Kansenbeleid, Mevr. A. VAN ASBROECK TABEL AFDELING Ire. - Begrotingskredieten Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld AFDELING III. - DIENSTEN MET AFZONDERLIJK BEHEER MINA-FONDS Fonds voor preventie en sanering inzake Leefmilieu en Natuurbehoud Ontvangsten Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

^