Etaamb.openjustice.be
Decreet van 20 juli 2016
gepubliceerd op 10 augustus 2016

Decreet betreffende de toekenning van een fiscaal voordeel voor de aankoop van de eigen woning : de « Chèque Habitat » (1)

bron
waalse overheidsdienst
numac
2016204052
pub.
10/08/2016
prom.
20/07/2016
ELI
eli/decreet/2016/07/20/2016204052/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 JULI 2016. - Decreet betreffende de toekenning van een fiscaal voordeel voor de aankoop van de eigen woning : de « Chèque Habitat » (woonchèque) (1)


Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I.

Artikel 1.Paragraaf 2 van artikel 14537 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 wordt vervangen als volgt : " § 2. Het bedrag van de in paragraaf 1 bedoelde interesten, betalingen en bijdragen dat in aanmerking wordt genomen voor de belastingvermindering, mag per belastingplichtige en per belastbaar tijdperk niet meer bedragen dan 2.290 euro.

Het in het eerste lid vermelde bedrag wordt verhoogd met 760 euro gedurende de eerste tien belastbare tijdperken vanaf het belastbaar tijdperk waarin de leningsovereenkomst wordt afgesloten.

Het in het tweede lid vermelde bedrag wordt verhoogd met 80 euro wanneer de belastingplichtige drie of meer dan drie kinderen ten laste heeft op 1 januari van het jaar na dat waarin de leningsovereenkomst is afgesloten.

Voor de toepassing van het derde lid worden als gehandicapt aangemerkte kinderen ten laste voor twee gerekend.

De in het tweede en derde lid vermelde verhogingen worden niet toegepast vanaf het eerste belastbaar tijdperk waarin de belastingplichtige eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker wordt van een tweede woning. De toestand wordt beoordeeld op 31 december van dat belastbaar tijdperk.

Wanneer een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd en beide echtgenoten uitgaven hebben gedaan die recht geven op de belastingvermindering, kunnen de echtgenoten deze uitgaven vrij verdelen binnen de in de vorige leden bedoelde begrenzingen. ».

Art. 2.In artikel 14540 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 2 wordt het tweede lid vervangen als volgt: "De in artikel 14539, eerste lid, 2°, vermelde betalingen komen slechts voor de belastingvermindering in aanmerking in zoverre zij betrekking hebben op de eerste schijf van 76.360 euro van het aanvangsbedrag van de voor die woning aangegane leningen. »; 2° in paragraaf 3wordt het eerste streepje vervangen door wat volgt : "- enerzijds, 15 pct.van de eerste schijf van 1.910 euro van het totale beroepsinkomen, met uitsluiting van de overeenkomstig artikel 171 belaste beroepsinkomsten, en 6 pct. van het overige, met een maximum van 2.290 euro;".

Art. 3.In artikel 14542 van hetzelfde Wetboek, wordt het tweede lid, 1°, vervangen door wat volgt: « 1° komen de in artikel 14539, eerste lid, 2°, bedoelde betalingen voor de aflossing of wedersamenstelling van hypothecaire leningen, in afwijking van artikel 14540, § 2, tweede lid, voor de belastingvermindering in aanmerking voor zoverre ze betrekking hebben op de eerste schijf van respectievelijk 50.000 euro, 52.500 euro, 55.000 euro, 60.000 euro en 65.000 euro van het aanvangsbedrag van de voor de enige woning aangegane leningen, naargelang de belastingplichtige geen, een, twee, drie of meer dan drie kinderen ten laste heeft op 1 januari van het jaar na dat waarin de leningsovereenkomst is gesloten. In afwijking van artikel 178, § 5, worden deze bedragen geïndexeerd tot het aanslagjaar 2016 overeenkomstig artikel 178, § 1, zoals het van toepassing was voor het aanslagjaar verbonden met het belastbaar tijdperk waarin de lening is aangegaan. ».

Art. 4.In artikel 14543 van hetzelfde Wetboek, wordt het vierde lid vervangen door wat volgt: « De belastingvermindering voor de uitgaven bedoeld in het eerste lid, 1°en 2°, voor de contracten die vóór 1 januari 2015 zijn gesloten, wordt berekend tegen het voor de belastingplichtige hoogste belastingtarief als vermeld in artikel 130, met een minimum van 30 % .

Ingeval de uitgaven die voor de vermindering in aanmerking komen, betrekking hebben op meer dan één belastingtarief, wordt voor elk deel van de bijdragen en betalingen het overeenstemmend tarief in aanmerking genomen. De belastingvermindering voor de uitgaven bedoeld in het eerste lid, 2°, voor de contracten die vanaf 1 januari 2015 zijn gesloten, wordt berekend tegen een belastingtarief van 40 % . ».

Art. 5.In artikel 14545 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, 3°, wordt punt a) vervangen als volgt : "a) de totale kostprijs van de werken, inclusief de belasting over de toegevoegde waarde, ten minste 30.240 euro bedraagt, met dien verstande dat, in geval het overeenkomstig § 3, tweede lid, berekende gedeelte van de lening hoger is dan de totale kostprijs van de werken, dat gedeelte tot het bedrag van de kostprijs in aanmerking wordt genomen;"; 2° in paragraaf 3 wordt het tweede lid vervangen als volgt : « Bovendien komen de overeenkomstig het vorige lid beperkte interesten slechts in aanmerking voor de belastingvermindering in zover ze betrekking hebben op de eerste schijf van 76.360 euro, 80.170 euro, 83.990 euro, 91.630 euro of 99.260 euro van het aanvangsbedrag van de leningen ingeval het een te bouwen of in nieuwe staat te verwerven woning betreft of op de eerste schijf van 38.180 euro, 40.090 euro, 42.000 euro, 45.810 euro of 49.630 euro ingeval het een te vernieuwen woning betreft, naargelang de belastingplichtige geen, één, twee, drie of meer dan drie kinderen ten laste heeft op 1 januari van het jaar na dat waarin de leningsovereenkomst is gesloten. ».

Art. 6.In artikel 14546 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het eerste streepje vervangen door wat volgt : « - tussen 1 januari 2005 en 31 december 2013 een hypothecaire lening heeft gesloten om een woning te verwerven of te behouden, terwijl er voor diezelfde woning nog een lening was die in aanmerking kwam voor de vermindering van de interesten voor het bouwsparen of de aftrek of vermindering voor interesten van hypothecaire leningen bij toepassing van artikel 526, § 1 en § 2, zoals het bestond voordat het werd gewijzigd door artikel 101 van de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003239 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, tot wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners en tot wijziging van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet sluiten en »;2° in paragraaf 2 wordt het eerste streepje vervangen door wat volgt : « - een hypothecaire lening sluit voor het verwerven of behouden van een in artikel 14538, § 1, eerste lid, 1°, vermelde woning, terwijl er voor diezelfde woning nog een lening is die in aanmerking komt voor de toepassing van de artikelen 14541, § 1, tweede lid, 3°, 14542, § 1, tweede lid, 2°, 14543 of 14545 of voor de vermindering voor het bouwsparen of de vermindering voor interesten van hypothecaire leningen bij toepassing van artikel 526, en »;

Art. 7.In artikel 178, § 5, van hetzelfde Wetboek, wordt punt 4° vervangen door wat volgt: « 4° de bedragen bedoeld in de artikelen 14537 tot en met 14546 ». HOOFDSTUK II. - Einde van de woonbonus

Art. 8.In artikel 14537, § 3, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003239 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, tot wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners en tot wijziging van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet sluiten en vervangen door het decreet van 12 december 2014, wordt 2° vervangen door hetgeen volgt : "2° voor de hypothecaire leningen waarvan de authentieke akte vanaf 1 januari 2015 en uiterlijk op 31 december 2015 wordt getekend of voor de overnamen van uitstaande bedragen verricht vanaf 1 januari 2015 en uiterlijk op 31 december 2015 in het kader van een opening van een voor die datum bestaand krediet, tegen het belastingtarief van 40 percent.".

Art. 9.In artikel 14538, § 1, 3°, van hetzelfde Wetboek worden de woorden "en uiterlijk op 31 december 2015," ingevoegd tussen de woorden "vanaf 1 januari 2005" en de woorden "en heeft een looptijd van ten minste 10 jaar;". HOOFDSTUK III. - Einde van de korting voor langetermijnsparen

Art. 10.Artikel 14539 van hetzelfde Wetboek wordt gewijzigd als volgt : 1° in lid 1, 1°, worden de woorden ", uiterlijk op 31 december 2015" ingevoegd tussen de woorden "van een lening die" en het woord "specifiek";2° in lid 1, 2°, worden de woorden ", uiterlijk op 31 december 2015" ingevoegd tussen de woorden "van een lening die" en het woord "specifiek". HOOFDSTUK IV. - Einde van de oude kortingsregelingen

Art. 11.In artikel 14542, § 1, 1°, b), van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003239 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, tot wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners en tot wijziging van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet sluiten, worden de woorden "en uiterlijk op 31 december 2015" ingevoegd tussen de woorden "vanaf 1 januari 2015" en de woorden "om een in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte gelegen woning te bouwen".

Art. 12.In artikel 14543, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het decreet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2014 pub. 16/10/2014 numac 2014203916 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van 22 april 2010 tot aanwijzing van de personen die met toepassing van artikel 13 van het decreet van 4 juni 2007 betreffende de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden en de psychiatrische verzorgingstehuizen ermee worden belast de zorgaanbiedingen en psychiatrische verzorgingstehuizen te verifiëren type decreet prom. 08/05/2014 pub. 19/01/2015 numac 2014031579 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet houdende instemming met het Protocol betreffende de bezorgdheden van het Ierse volk met betrekking tot het Verdrag van Lissabon sluiten, wordt 2° aangevuld met de woorden ", en met betrekking tot een contract, uiterlijk gesloten op 31 december 2015".

Art. 13.In artikel 14544, § 1, b), van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003239 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, tot wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners en tot wijziging van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet sluiten, worden de woorden "en uiterlijk op 31 december 2015" ingevoegd tussen de woorden "vanaf 1 januari 2005" en de woorden "terwijl voor dezelfde woning".

Art. 14.In artikel 14545, § 1, lid 1, 1°, b), van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003239 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, tot wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners en tot wijziging van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet sluiten, worden de woorden "en uiterlijk op 31 december 2015" ingevoegd tussen de woorden "vanaf 1 januari 2015" en de woorden "terwijl voor dezelfde woning".

Art. 15.Artikel 14546, § 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003239 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, tot wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners en tot wijziging van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet sluiten, wordt gewijzigd als volgt : 1° de woorden "en uiterlijk op 31 december 2015" ingevoegd tussen de woorden "vanaf 1 januari 2014" en het woord " : ";2° in het tweede streepje worden de woorden ", en uiterlijk op 31 december 2015" ingevoegd tussen de woorden "voor die vanaf 1 januari 2014" en de woorden "gesloten lening". HOOFDSTUK V. - Niet-tegenwerpbaarheidsclausule voor de verlenging van de voordelen voor de contracten vanaf 1 november 2015

Art. 16.In artikel 14546bis van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij het begrotings decreet van 17 december 2015Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/12/2015 pub. 30/12/2015 numac 2015027240 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2016 sluiten, worden volgende wijzigingen ingevoerd : 1° het enig lid wordt vervangen als volgt: « Elke handeling gesteld of gesloten vanaf 1 november 2015, die tot doel of tot gevolg heeft de verlenging van de duur waarin de belastingverminderingen of -kredieten bedoeld in de artikelen 14537 tot 14546 zoals ze bestaan op 1 november 2015, kunnen verkregen worden in verhouding tot de contractueel voorziene duur voor het voordeel van deze verminderingen en belastingkredieten, zoals opgesteld op 1 november 2015, wordt niet tegengeworpen aan het Bestuur der directe belastingen voor zover deze handeling de bedoelde duur verlengt.»;

2° artikel 14546bis wordt aangevuld met een tweede lid luidend als volgt: « Onverminderd lid 1 kan elke handeling gesteld of gesloten vanaf 1 januari 2016, die tot doel of tot gevolg heeft de verlenging van de duur waarin de belastingverminderingen of -kredieten bedoeld in de artikelen 145/37 tot 145/46 zoals ze bestaan op 1 januari 2016, kunnen verkregen worden in verhouding tot de contractuele voorziene duur voor het voordeel van deze verminderingen en belastingkredieten, zoals opgesteld op 1 januari 2016, wordt niet tegengeworpen aan het Bestuur der directe belastingen voor zover deze handeling de bedoelde duur verlengt.». HOOFDSTUK VI. - De « Chèque Habitat » (woonchèque)

Art. 17.In titel II, Hoofdstuk III, afdeling 1, onderafdeling 2 octodecies van hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 14546ter ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 14546ter.§ 1. Er wordt een forfaitaire en individuele belastingvermindering toegekend, « Chèque Habitat » (Woonchèque) genaamd, voor de volgende tijdens de belastbare periode betaalde bestedingen : 1° de intresten en de betalingen aangewend voor de aflossing of de wedersamenstelling van een hypothecaire lening die specifiek is aangegaan om een enige woning aan te kopen;2° de bijdragen voor een aanvullende verzekering tegen ouderdom en vroegtijdig overlijden die de belastingplichtige definitief heeft betaald om een rente of een kapitaal te vestigen bij leven of bij overlijden ter uitvoering van een levensverzekeringscontract dat hij individueel gesloten heeft en dat uitsluitend dient voor de wedersamenstelling of de waarborg van een dergelijke hypotheciare lening. De intresten, betalingen en bijdragen bedoeld in lid 1 komen enkel in aanmerking voor de vermindering wanneer de woning waarvoor die bestedingen zijn verricht, de eigen woning van de belastingplichtige is op het ogenblik waarop die bestedingen zijn verricht. § 2. Het bedrag van de belastingvermindering bedoeld in paragraaf 1 wordt voor elke belastingplichtige en voor elk aanslagjaar als volgt berekend: 1° wanneer het belastbaar inkomen van het belastbaar tijdperk 21.000 euro niet overschrijdt, is de belastingvermindering gelijk aan 1.520 euro; 2° wanneer het belastbaar inkomen van het belastbaar tijdperk hoger is dan 21.000 euro zonder 81.000 euro te overschrijden, is de belastingvermindering gelijk aan 1.520 euro verminderd met een bedrag gelijk aan het verschil tussen het belastbaar inkomen en 21.000 euro vermenigvuldigd met de coëfficiënt van 1,275 percent; 3° wanneer het belastbaar inkomen van het belastbaar tijdperk 81.000 euro overschrijdt, is de belastingvermindering gelijk aan 0 euro.

Het bedrag bedoeld in lid 1 wordt vermeerderd met 125 euro per kind ten laste op 1 januari van het aanslagjaar.

In geval van gemeenschappelijke aanslag kunnen de echtgenoten dat enige bedrag van 125 euro per kind ten laste vrij verdelen.

In geval van toepassing van artikel 132bis wordt het bedrag van 125 euro per kind ten laste toegekend, voor de helft aan de belastingplichtige wiens kind ten laste is en voor de helft aan de belastingplichtige aan wie de helft van de toeslagen van de belastingvrije som bedoeld in artikel 132, lid 1, 1° tot 6°, wordt toegekend.

In afwijking van lid 2 is de vermeerdering met 125 euro per kind ten laste niet van toepassing wanneer het belastbaar inkomen van het belastbaar tijdperk hoger is dan 81.000 euro.

Voor de toepassing van het tweede lid worden als gehandicapt aangemerkte kinderen voor twee gerekend.

Voor de toepassing van deze bepaling, evenals van de artikelen 14546quater tot 14546sexies, dient het begrip « belastbaar inkomen » in de zin van artikel 6 van dit Wetboek verstaan te worden, onder uitsluiting van de roerende inkomsten bedoeld in artikel 17, § 1, 1° en 2°, die geen beroepskarakter hebben. § 3. Het bedrag van de belastingvermindering bedoeld in paragraaf 1, berekend overeenkomstig paragraaf 2, wordt met de helft verminderd vanaf het elfde belastbare tijdperk waarvoor de voorwaarden voor het verkrijgen van de belastingvermindering bedoeld in paragraaf 1 in hoofde van de belastingplichtige verenigd zijn.

Tijdens de negen belastbare tijdperken die volgen op het eerste belastbare tijdperk waarin de voorwaarden voor het verkrijgen van de belastingvermindering bedoeld in paragraaf 1 verenigd zijn geweest, wordt het bedrag van de belastingvermindering, berekend overeenkomstig paragraaf 2, eveneens met de helft verminderd vanaf het belastbaar tijdperk waarin de belastingplichtige volledige eigenaar, naakte eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder van een tweede woning wordt. De toestand wordt op 31 december van het belastbare tijdperk beoordeeld.

Voor de toepassing van vorig lid wordt niet rekening gehouden met : 1° de andere woningen waarvan de belastingplichtige door erfenis of gift mede-eigenaar, naakte eigenaar of vruchtgebruiker is geworden;2° de andere woningen verhuurd via een sociaal vastgoedkantoor of een openbare huisvestingsmaatschappij. § 4. Het bedrag van de in paragraaf 1 bedoelde belastingvermindering, berekend overeenkomstig de paragrafen 2 en 3, kan per belastingplichtige en per belastbaar tijdperk het totale bedrag van de intresten, betalingen en bijdragen bedoeld in paragraaf 1 die daadwerkelijk tijdens het belastbaar tijdperk zijn betaald, nooit overschrijden.

Wanneer meerdere belastingplichtigen hoofdelijk en ondeelbaar een hypothecaire lening bedoeld in paragraaf 1 hebben aangegaan, worden de intresten en sommen bedoeld in paragraaf 1 in verhouding tot het eigendomsaandeel in de aangekochte woning, opgedeeld. § 5. Het deel van de belastingvermindering bedoeld in paragraaf 1, zoals berekend overeenkomstig de paragrafen 2 tot 4, dat niet overeenkomstig artikel 178/1 berekend kan worden, wordt omgerekend tot een terugbetaalbaar gewestelijk belastingkrediet.

Lid 1 is niet van toepassing op de belastingplichtige die beroepsinkomsten heeft die bij overeenkomst zijn vrijgesteld en die niet in aanmerking komen voor de berekening van de belasting op zijn andere inkomsten.".

Art. 18.In titel II, Hoofdstuk III, afdeling 1, onderafdeling 2 octodecies van hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 14546quater ingevoegd, luidend als volgt: «

Art. 14546quater.§ 1. De vermindering bedoeld in artikel 14546ter wordt tegen de volgende voorwaarden toegekend : 1° de uitgaven bedoeld in artikel 14546ter, § 1, moeten gedaan zijn voor de woning die op 31 december van het jaar waarin de leningsovereenkomst is afgesloten, de enige woning is van de belastingplichtige die hij zelf betrekt;2° de hypothecaire lening en in voorkomend geval het levensverzekeringscontract die zijn bedoeld in artikel 14546ter, § 1, zijn door de belastingplichtige aangegaan bij een instelling die in de Europese Economische Ruimte is gevestigd om in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte zijn eigen woning te verwerven of te behouden;3° de hypothecaire lening is aangegaan vanaf 1 januari 2016 en heeft een looptijd van ten minste 10 jaar;4° het levensverzekeringscontract is in voorkomend geval aangegaan : a) door de belastingplichtige die daarbij alleen zichzelf heeft verzekerd;b) vóór de leeftijd van 65 jaar;contracten die tot na de oorspronkelijk bepaalde termijn worden verlengd, opnieuw van kracht gemaakt, gewijzigd of verhoogd wanneer de verzekerde de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, worden geacht niet vóór die leeftijd te zijn aangegaan; c) voor een minimumlooptijd van 10 jaar wanneer het in voordelen bij leven voorziet;5° de voordelen van het in 4° bedoelde contract zijn in voorkomend geval bedongen: a) bij leven, ten gunste van de belastingplichtige vanaf de leeftijd van 65 jaar;b) bij overlijden, ten gunste van de personen die ingevolge het overlijden van de verzekerde de volle eigendom of het vruchtgebruik van die woning verwerven. Voor de toepassing van het eerste lid, 1°, wordt om te bepalen of de woning van de belastingplichtige op 31 december van het jaar waarin de leningsovereenkomst is gesloten, zijn enige woning is die hij zelf betrekt, geen rekening gehouden met: 1° de andere woningen waarvan de belastingplichtige ingevolge erfenis of gift mede-eigenaar, naakte eigenaar of vruchtgebruiker is geworden;2° een andere woning die op die datum op de vastgoedmarkt te koop is aangeboden en die uiterlijk op 31 december van het jaar dat volgt op het jaar waarin de leningsovereenkomst is afgesloten, ook daadwerkelijk is verkocht;3° de andere woningen verhuurd via een sociaal vastgoedkantoor of een openbare huisvestingsmaatschappij;4° het feit dat de belastingplichtige de woning niet zelf betrekt wegens: a) beroepsredenen of redenen van sociale aard;b) wettelijke of contractuele belemmeringen die het de belastingplichtige onmogelijk maken de woning op die datum zelf te betrekken;c) de stand van de bouwwerkzaamheden of van de verbouwingswerkzaamheden die het de belastingplichtige nog niet mogelijk maken de woning daadwerkelijk op diezelfde datum te betrekken. De belastingvermindering bedoeld in artikel 14546ter kan niet meer worden verleend: 1° van het jaar volgend op het jaar waarin de leningsovereenkomst is gesloten, indien op 31 december van dat jaar de in lid 2, 2°, bedoelde andere woning niet daadwerkelijk is verkocht;2° van het tweede jaar volgend op het jaar waarin de leningsovereenkomst is gesloten, indien de belastingplichtige de woning waarvoor de lening werd aangegaan, op 31 december van dat jaar niet zelf betrekt tenzij hij die om beroepsredenen of redenen van sociale aard niet zelf betrekt. Wanneer de belastingvermindering bij toepassing van het derde lid, 2°, gedurende één of meer belastbare tijdperken niet kon worden verleend en de belastingplichtige de woning waarvoor de lening werd aangegaan, zelf betrekt op 31 december van het belastbaar tijdperk waarin de in het tweede lid, 4°, b en c, bedoelde belemmeringen zijn weggevallen, kan de belastingvermindering, onverminderd artikel 14546quinquies, opnieuw worden verleend vanaf dit belastbaar tijdperk. § 2. De in artikel 14546ter, § 1, vermelde leningen zijn specifiek gesloten om een woning te verwerven of te behouden wanneer ze zijn aangegaan om: 1° een onroerend goed aan te kopen;2° een onroerend goed te bouwen;3° de successierechten of schenkingsrechten met betrekking tot de in artikel 14546ter, § 1, bedoelde woning te betalen met uitzondering van nalatigheidsinteresten verschuldigd bij laattijdige betaling;4° een contract gesloten vanaf 1 januari 2016 en bedoeld in artikel 14546ter, § 1, te herfinancieren. Als lening die specifiek wordt aangegaan met het oog op de aankoop van een woning geldt eveneens de overeenkomst waarbij een belastingplichtige die in een onroerende onverdeeldheid stapt met betrekking tot de eigendom van die woning met een andere belastingplichtige, waarbij laatstgenoemde reeds gebonden is door een hypothecaire lening bedoeld in artikel 14546ter, § 1, hoofdelijke medeschuldenaar wordt. § 3. De Waalse Regering legt in overleg met de federale Minister van Financiën de bepalingen vast in verband met de bewijsstukken die voorgelegd dienen te worden in verband met de belastingvermindering bedoeld in artikel 14546ter, § 1.

Art. 19.In titel II, Hoofdstuk III, afdeling 1, onderafdeling 2 octodecies, van hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 14546quinquies ingevoegd, luidend als volgt: « Art.14546quinquies. De belastingvermindering bedoeld in artikel 14546ter wordt, mits naleving van de voorwaarden bedoeld in artikel 14546quater, verleend vanaf het aanslagjaar dat verband houdt met het belastbaar tijdperk waarin de hypothecaire lening bedoeld in artikel 14546ter, § 1, gesloten is.

Elke belastingplichtige heeft gedurende twintig belastbare tijdperken vanaf het eerste belastbaar tijdperk waarvoor de voorwaarden voor het verkrijgen van die belastingvermindering verenigd zijn, het recht om de belastingvermindering bedoeld in artikel 14546ter te genieten.

Als de voorwaarden voor het verkrijgen van de belastingvermindering bedoeld in artikel 14546ter voor een gegeven belastbaar tijdperk verenigd zijn, wordt de belastingplichtige verondersteld voor dat belastbaar tijdperk en voor de toepassing van vorig lid de belastingvermindering bedoeld in artikel 14546ter genoten te hebben.

Er wordt per belastingplichtige, en niet per woning, nagegaan of de voorwaarden voor het verkrijgen van de belastingvermindering bedoeld in lid 1 voor een gegeven belastbaar tijdperk verenigd zijn. De toekenning van de vermindering bedoeld in lid 1 hangt noch van het bedrag van de concreet verkregen belastingvermindering af, noch van het feit dat de belastingplichtige die vermindering al dan niet heeft aangevraagd.

Art. 20.In titel II, Hoofdstuk III, afdeling 1, onderafdeling 2 octodecies, van hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 14546sexies ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 14546sexies.Onverminderd artikel 14546bis volgt de herfinanciering van een contract, uiterlijk gesloten op 31 december 2015, het fiscaal stelsel dat van toepassing was op de lening waarvoor de herfinanciering wordt aangegaan.

Wanneer de belastingplichtige vanaf 1 januari 2016 een contract voor een hypothecaire lening als bedoeld in artikel 14546ter, § 1, sluit terwijl er voor dezelfde woning één of meerdere uiterlijk 31 december 2015 door dezelfde belastingplichtige gesloten leningen bestaan die in aanmerking komen voor de toepassing van de artikelen 14537 tot 14546, zijn, in afwijking van de artikelen 14537, § 3, 2°, 14538, § 1, 3°, 14539, lid 1, 1° en 2°, 14542, lid 1, 1°, b, 14544, § 1, b, 14545, § 1, lid 1, b, en 14546, § 2, en onverminderd artikel 14546bis, de artikelen 14546ter tot 14546quinquies niet van toepassing op het contract gesloten vanaf 1 januari 2016 en de artikelen 14537 tot 14546 blijven op genoemd contract van toepassing. HOOFDSTUK VII. - Niet-indexering van de « Chèque Habitat »

Art. 21.Artikel 178 van hetzelfde Wetboek wordt gewijzigd als volgt : 1° in paragraaf 5 worden de punten 5° en 6° ingevoegd, luidend als volgt : « 5° de bedragen van 1.520 euro en 125 euro bedoeld in artikel 14546ter; 6° voor het aanslagjaar 2017, de bedragen van 21.000 euro en 81.000 euro bedoeld in artikel 14546ter »; 2° er wordt een paragraaf 6bis ingevoegd, luidend als volgt : « § 6bis.In afwijking van paragraaf 2, lid 1, en onverminderd § 5, 5° en 6°, worden de bedragen bedoeld in artikel 14546ter gekoppeld aan de gezondheidsindex van de maand november 2015.

Die bedragen worden jaarlijks op 1 januari aangepast overeenkomstig volgende formule : het basisbedrag wordt vermenigvuldigd met de gezondheidsindex van de maand november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het nieuwe bedrag van toepassing zal zijn en gedeeld door de gezondheidsindex van november 2015. Het bedrag wordt aldus naar de hogere euro afgerond ». HOOFDSTUK VIII. - Inwerkingtreding

Art. 22.De artikelen 1 tot 15 van dit decreet treden in werking vanaf het aanslagjaar 2017.

De artikelen 17 tot 20 van dit decreet treden in werking vanaf het aanslagjaar 2017.

Artikel 14546bis, lid 1, ingevoegd bij artikel 16, treedt in werking vanaf het aanslagjaar 2017.

Artikel 14546bis, lid 2, ingevoegd bij artikel 16, treedt in werking vanaf 1 januari 2016.

Artikel 21, 1°, treedt in werking vanaf het aanslagjaar 2017.

Artikel 21, 2°, treedt in werking vanaf het aanslagjaar 2018.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 20 juli 2016.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Openbare Werken, Gezondheid, Sociale Actie en Erfgoed, M. PREVOT De Minister van Economie, Industrie, Innovatie en Digitale Technologieën, J-C. MARCOURT De Minister van Plaatselijke Besturen, Stedenbeleid, Huisvesting en Energie, P. FURLAN De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO De Minister van Tewerkstelling en Vorming, E. TILLIEUX De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, C. LACROIX De Minister van Landbouw, Natuur, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme en Luchthavens, afgevaardigde voor de Vertegenwoordiging bij de Grote Regio, R. COLLIN (1) Zitting 2015-2016. Stukken van het Waals Parlement, 510 (2015-2016) Nrs. 1 tot 6.

Volledig verslag, plenaire vergadering van 19 juli 2016.

Bespreking.

Volledig verslag, plenaire vergadering van 20 juli 2016.

Stemming.

^