Etaamb.openjustice.be
Decreet van 20 juni 2008
gepubliceerd op 01 augustus 2008

Decreet tot wijziging van het Kunstendecreet

bron
vlaamse overheid
numac
2008202649
pub.
01/08/2008
prom.
20/06/2008
ELI
eli/decreet/2008/06/20/2008202649/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 JUNI 2008. - Decreet tot wijziging van het Kunstendecreet (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet tot wijziging van het Kunstendecreet.

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.In artikel 2 van het decreet van 2 april 2004 houdende de subsidiëring van kunstenorganisaties, kunstenaars, organisaties voor kunsteducatie en organisaties voor sociaal-artistieke werking, internationale initiatieven, publicaties en steunpunten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 3° worden de woorden « op het vlak van de kunsten » geschrapt;2° er wordt een punt 9° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 9° interculturaliteit : dialoog, wederzijdse verkenning of ontmoeting met of tussen bevolkingsgroepen van diverse etnisch-culturele achtergrond;»; 3° er wordt een punt 10° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 10° personen met een etnisch-cultureel diverse achtergrond : in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad verblijvende burgers met een sociaal-culturele herkomst die verbonden is aan een niet-Beneluxland;»; 4° er wordt een punt 11° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 11° Europees subsidieprogramma : een project dat rechtstreeks of onrechtstreeks gefinancierd wordt door middelen van de Europese Unie. ».

Art. 3.In artikel 3 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 1°, m), worden tussen de woorden « de niet-commerciële distributie of omkadering » en de woorden « van audiovisuele kunsten » de woorden « of de creatie » ingevoegd;2° in punt 4° wordt een punt a) bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « a) bis de voorbereiding van een internationaal project op het vlak van de kunsten binnen een Europees subsidieprogramma;».

Art. 4.In artikel 5 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « de nodige » telkens geschrapt;2° er wordt een § 1bis ingevoegd, die luidt als volgt : « § 1bis.Als het tweejarige of vierjarige financieringsbudget, vermeld in § 1, de door de Vlaamse Regering bepaalde bedragen bereikt, zijn de volgende elementen in die budgetten inbegrepen en kan voor deze elementen geen aanvullende subsidie worden verkregen op basis van dit decreet : 1° internationale, kunsteducatieve en sociaal-artistieke elementen van de werking;2° creatieopdrachten;3° publicaties;4° opnameprojecten. In afwijking van het eerste lid is de internationale werking van de meerjarige werkingen, vermeld in artikel 3, 1°, a) en b), steeds in het financieringsbudget inbegrepen en kan voor die elementen geen aanvullende subsidie worden verkregen op basis van dit decreet. ». 3° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.De subsidies, bedoeld in artikel 4, § 1, worden in de vorm van voorschotten beschikbaar gesteld : 1° een eerste schijf van 45 % van de totale subsidie die voor dat werkingsjaar is toegekend, uitbetaald vanaf 1 februari;2° een tweede schijf van 45 % van de subsidie die voor dat werkingsjaar is toegekend, uitbetaald vanaf 1 juli;3° het saldo van 10 % van de subsidie die voor dat werkingsjaar is toegekend, wordt uitbetaald nadat de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst heeft vastgesteld dat de voorwaarden waaronder de subsidie toegekend werd, nageleefd werden.»

Art. 5.In artikel 6 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « op 1 september van het voorlaatste jaar » vervangen door de woorden « op 1 oktober van het voorlaatste jaar », en in § 1, tweede lid, worden de woorden « op 1 februari van het jaar » vervangen door de woorden « op 1 december van het voorlaatste jaar »;2° in § 3 worden de woorden « en volledig » geschrapt;3° in § 5 wordt de zin « Deze beslissing gebeurt met inbegrip van de optionele internationale, sociaal-artistieke en kunsteducatieve elementen van de werking, aan de hand van de criteria, vermeld in artikel 43 en artikel 55.» geschrapt.

Art. 6.In artikel 7 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1bis wordt punt 1° vervangen door wat volgt : « 1° het actieplan per werkingsjaar, vermeld in artikel 7, § 4, uitvoeren;»; 2° in § 1bis, 5°, worden de woorden « enkel met zelfstandige werknemers werken » vervangen door de woorden « enkel met zelfstandige kunstenaars werken »;3° in § 1bis worden punten 6° en 7° opgeheven;4° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.De Vlaamse Regering bepaalt nader de aanvullende voorwaarden waaraan moet worden voldaan in geval van subsidiëring als vermeld in artikel 4, § 1, en die betrekking hebben op het minimum aantal activiteiten, het minimum aantal eigen creaties en oorspronkelijke creatieopdrachten, het minimum percentage eigen inkomsten en het minimum percentage van het toegekende financieringsbudget, te gebruiken voor de honorering van kunstenaars.

De Vlaamse Regering bepaalt nader de termen « creaties » en « creatieopdrachten », alsook de wijze waarop het minimumpercentage eigen inkomsten en het minimumpercentage van het toegekende financieringsbudget voor de honorering van kunstenaars worden berekend. »; 5° in § 3, 1°, wordt het woord « optionele » geschrapt;6° § 4 wordt vervangen door wat volgt : « § 4.De organisatie is verplicht om voor elk werkingsjaar een actieplan in te dienen op basis van de ter beschikking gestelde middelen, en in functie van de beslissing van de Vlaamse Regering.

Dit actieplan wordt ter informatie voorgelegd aan de bevoegde beoordelingscommissie, die hierover een advies kan uitbrengen.

De Vlaamse Regering bepaalt nader de wijze waarop en de termijn waarbinnen de organisatie dit actieplan moet indienen. ».

Art. 7.In artikel 8 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt punt 8° vervangen door wat volgt : « 8° het sporen van het artistieke met het financiële beleidsplan;»; 2° aan § 1 wordt een punt 9° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 9° de concretisering van de interculturaliteit op het vlak van programmering, participatie, personeelsbeleid en bestuur.»; 3° § 3 wordt geschrapt.

Art. 8.In artikel 10 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « aangepast meerjarig beleidsplan » vervangen door het woord « actieplan »;2° § 2 wordt opgeheven;3° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.Zonder afbreuk te doen aan de toepassing van artikel 5, § 1, moeten de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de gemeenten, in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, waar een organisatie als vermeld in artikel 3, 1°, c), is gevestigd die opgericht of mede opgericht werd door de Vlaamse Gemeenschapscommissie of door gemeenten in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, en die gesubsidieerd wordt als vermeld in artikel 5, § 1, behoudens afwijkingen toegestaan door de Vlaamse Regering, in een overeenkomst met de organisatie als vermeld in artikel 3, 1°, c), een subsidieregeling bepalen, die goedgekeurd moet worden door de Vlaamse Regering. De overeenkomsten worden opgenomen in het actieplan van die organisatie, vermeld in artikel 7, § 4, eerste lid, van die organisatie. ».

Art. 9.In artikel 11 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.Organisaties die gesubsidieerd worden als vermeld in artikel 4, § 1, bezorgen op verzoek van de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst alle informatie, enerzijds voor de registratie van gegevens en anderzijds voor het toezicht op de subsidiëringsvoorwaarden. »; 2° § 4 wordt vervangen door wat volgt : « § 4.Als de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst vaststelt dat een organisatie die wordt gesubsidieerd als vermeld in artikel 4, § 1, de voorwaarden, vermeld in artikel 7, of de aanvullende subsidiëringsvoorwaarden, bepaald door de Vlaamse Regering krachtens artikel 9, niet helemaal heeft vervuld, dan kan de Vlaamse Regering op advies van de door haar aangewezen dienst beslissen om over te gaan tot : 1° inhouding en/of terugvordering van een gedeelte van het financieringsbudget dat toegekend werd aan de organisatie;2° definitieve stopzetting van de subsidiëring van de organisatie.»; 3° § 5 wordt vervangen door wat volgt : « § 5.De inhouding, terugvordering en de stopzetting die de Vlaamse Regering oplegt, moeten in een redelijke verhouding staan tot de vastgestelde inbreuken op de basis- en subsidiëringsvoorwaarden. »; 4° in § 6 en § 7 worden de woorden « terugvordering of stopzetting » telkens vervangen door de woorden « inhouding, terugvordering en/of stopzetting ».

Art. 10.Artikel 14 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : « Artikel 14 § 1. Organisaties die een subsidie krijgen overeenkomstig artikel 4, § 1, artikel 19, § 1, of artikel 71, § 1, kunnen geen subsidie verkrijgen als vermeld in artikel 13, § 1. § 2. De volgende activiteiten komen niet in aanmerking voor een subsidie als vermeld in artikel 13, § 1 : 1° de creatieve activiteit van organisaties die zich afspeelt binnen het werkterrein van het Vlaams Fonds voor de Letteren, opgericht krachtens het decreet van 30 maart 1999 houdende de oprichting van een Vlaams Fonds voor de Letteren, met uitzondering van de subsidies, vermeld in artikel 21, 3°;2° de creatieve activiteit van organisaties die zich afspeelt binnen het werkterrein van het Vlaams Audiovisueel Fonds, opgericht krachtens het decreet van 13 april 1999 houdende machtiging van de Vlaamse Regering om toe te treden tot en om mee te werken aan de oprichting van de vereniging zonder winstgevend doel Vlaams Audiovisueel Fonds;3° het ontwerp en de uitvoering van al dan niet experimentele bouwprojecten.».

Art. 11.In artikel 16, § 2, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 2° worden de woorden « enkel met zelfstandige werknemers werken » vervangen door de woorden « enkel met zelfstandige medewerkers werken »;2° punt 3° wordt vervangen door wat volgt : « 3° een overzicht kunnen voorleggen van alle inkomsten en uitgaven, verbonden aan het project.»; 3° punten 4° en 5° worden opgeheven.

Art. 12.In artikel 17, § 1, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 5° wordt vervangen door wat volgt : « 5° het sporen van de artistieke met de financiële planning;»; 2° er wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 6° de concretisering van de interculturaliteit.»

Art. 13.In hetzelfde decreet wordt een artikel 17bis ingevoegd dat luidt als volgt : «

Artikel 17bis.Met behoud van de toepassing van artikel 16 mag de Vlaamse Regering aanvullende subsidiëringsvoorwaarden opleggen, uitsluitend met de bedoeling dubbele subsidiëring vanwege de Vlaamse Gemeenschap te voorkomen. »

Art. 14.In artikel 18 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 5 wordt opgeheven;2° § 6 wordt vervangen door wat volgt : « § 6.De door de Vlaamse Regering aangewezen dienst onderzoekt na afloop van het gesubsidieerde project, vermeld in artikel 13, § 1, of bij de realisatie is voldaan aan de subsidiëringsvoorwaarden die er specifiek van toepassing op waren. »; 3° § 7 wordt vervangen door wat volgt : « § 7.Als de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst vaststelt dat een organisatie die wordt gesubsidieerd, als vermeld in artikel 13, § 1, de voorwaarden, vermeld in artikel 16, of de aanvullende subsidiëringsvoorwaarden, bepaald door de Vlaamse Regering krachtens artikel 17bis, niet helemaal heeft vervuld, dan kan de Vlaamse Regering op advies van de door haar aangewezen dienst beslissen om over te gaan tot inhouding en/of terugvordering van een gedeelte of het geheel van de projectsubsidie die toegekend werd aan de organisatie. »; 4° § 8 wordt vervangen door wat volgt : « § 8.De inhouding en/of terugvordering die de Vlaamse Regering oplegt, moet in een redelijke verhouding staan tot de vastgestelde inbreuken op de basis- en subsidiëringsvoorwaarden. »; 5° in § 9 en § 10 wordt het woord « terugvordering » telkens vervangen door de woorden « inhouding en/of terugvordering ».

Art. 15.In artikel 19 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2, 2°, worden de woorden « minstens zes maanden » vervangen door de woorden « uiterlijk één maand »;2° er wordt een punt 2°bis ingevoegd dat luidt als volgt : « 2°bis In afwijking van artikel 5, § 1, kan de duurtijd van de subsidiëring van organisaties die gesubsidieerd worden overeenkomstig artikel 4, § 1, en die in de loop van de periode als bedoeld in 2° door de Vlaamse Regering als instelling van de Vlaamse Gemeenschap worden aangewezen, verlengd worden tot het begin van de volgende looptijd als bedoeld in 2°;»; 3° in 3° wordt het woord « beleidsplan » telkens vervangen door het woord « actieplan »;4° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.De bevoegde beoordelingscommissies, zoals vermeld in artikel 79, § 6, beoordelen de artistieke en inhoudelijke aspecten van de werking van de instellingen, vermeld in artikel 3, 1°, k), en brengen daarover advies uit. De beoordeling gebeurt op grond van de criteria, vastgelegd in de beheersovereenkomst, waaronder de relevante beoordelingscriteria, vermeld in artikel 8, § 1. De door de Vlaamse Regering aangewezen dienst beoordeelt de werking en het beheer van de organisatie en brengt daarover advies uit. »; 5° er wordt een § 7 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 7.Alle instellingen van de Vlaamse Gemeenschap hebben binnen hun werking aandacht voor de bevordering van de interculturaliteit. ».

Art. 16.In artikel 20 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 3° wordt vervangen door wat volgt : « 3° het ontwerp en de uitvoering van al dan niet experimentele bouwprojecten.»; 2° punt 4° wordt opgeheven.

Art. 17.In artikel 23 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.De dienst die de Vlaamse Regering heeft aangewezen, onderzoekt of de aanvraag tijdig werd ingediend en voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 22, § 1. Als de aanvraag niet tijdig werd ingediend of als ze niet voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 22, § 1, is de aanvraag onontvankelijk. De Vlaamse Regering bepaalt nader de procedure voor de behandeling van de ontvankelijkheid van de aanvragen. »; 2° in § 5 worden de woorden « geheel of ten dele » vervangen door de woorden « geheel of gedeeltelijk »;3° in § 6 worden de woorden « subsidiëringsvoorwaarden en de beoordelingscriteria » vervangen door het woord « subsidiëringsvoorwaarden »;4° § 7 wordt vervangen door wat volgt : « § 7.Als de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst vaststelt dat voor een toegekende subsidie, als vermeld in artikel 21, niet geheel werd voldaan aan de subsidiëringsvoorwaarden, vermeld in artikel 22, § 1, dan kan de Vlaamse Regering op advies van de door haar aangewezen dienst beslissen om over te gaan tot inhouding en/of terugvordering van een gedeelte of het geheel van de subsidie die toegekend werd aan de aanvrager. »; 5° § 8 wordt vervangen door wat volgt : « § 8.De inhouding en/of terugvordering die de Vlaamse Regering oplegt, moet in een redelijke verhouding staan tot de vastgestelde inbreuk op de subsidiëringsvoorwaarden. »; 6° in § 9 en § 10 wordt het woord « terugvordering » telkens vervangen door de woorden « inhouding en/of terugvordering ».

Art. 18.In artikel 29 van hetzelfde decreet wordt het laatste lid opgeheven.

Art. 19.In artikel 33 van hetzelfde decreet worden de woorden « dat zich situeert op het vlak van de creatie en de presentatie, » geschrapt.

Art. 20.In hetzelfde decreet wordt een artikel 35bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Artikel 35bis.Naast de organisaties die ingevolge de toepassing van artikel 5, § 1bis, en van artikel 40, § 1bis, uitgesloten zijn van subsidies voor creatieopdrachten, kunnen ook de organisaties die gesubsidieerd worden overeenkomstig artikel 19, § 1, en artikel 71, § 1, geen subsidie verkrijgen als vermeld in artikel 21, 3°. »

Art. 21.In artikel 40 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « de nodige » telkens geschrapt;2° er wordt een § 1bis ingevoegd, die luidt als volgt : « § 1bis.Als het tweejarige of vierjarige financieringsbudget, vermeld in § 1, de door de Vlaamse Regering bepaalde bedragen bereikt, zijn de volgende elementen in het financieringsbudget inbegrepen en kan voor die elementen geen aanvullende subsidie worden verkregen op basis van dit decreet : 1° internationale elementen van de werking;2° creatieopdrachten;3° publicaties;4° opnameprojecten.3° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.De subsidies, bedoeld in artikel 39, § 1, worden in de vorm van voorschotten beschikbaar gesteld : 1° een eerste schijf van 45 % van de totale subsidie die voor dat werkingsjaar is toegekend, uitbetaald vanaf 1 februari;2° een tweede schijf van 45 % van de subsidie die voor dat werkingsjaar is toegekend, uitbetaald vanaf 1 juli;3° het saldo van 10 % van de subsidie die voor dat werkingsjaar is toegekend, wordt uitbetaald nadat de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst heeft vastgesteld dat de voorwaarden waaronder de subsidie toegekend werd, nageleefd werden.»

Art. 22.In artikel 41 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « op 1 september van het voorlaatste jaar » vervangen door de woorden « op 1 oktober van het voorlaatste jaar », en in § 1, tweede lid, worden de woorden « op 1 februari van het jaar » vervangen door de woorden « op 1 december van het voorlaatste jaar »;2° in § 5 worden de woorden « Deze beslissing gebeurt met inbegrip van de optionele internationale elementen van de werking, aan de hand van de criteria vermeld in artikel 55.» geschrapt.

Art. 23.In artikel 42 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1bis wordt vervangen door wat volgt : « § 1bis.De organisaties, vermeld in artikel 3, 1°, n) en o), die subsidies ontvangen voor het geheel van de werking, vermeld in artikel 39, moeten bovendien voldoen aan de volgende subsidiëringsvoorwaarden : 1° het actieplan per werkingsjaar, vermeld in artikel 42, § 4, uitvoeren;2° het inhoudelijke beleid, op grond van het beleidsplan, toevertrouwen aan een of meer personen die de leiding uitoefenen en die contractueel verbonden zijn aan de organisatie;3° het zakelijke beleid, op grond van het beleidsplan, toevertrouwen aan een zakelijke leiding die contractueel verbonden is aan de organisatie.Het inhoudelijke en het zakelijke beleid kunnen aan dezelfde persoon worden toevertrouwd; 4° de toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomsten naleven, gesloten tussen de erkende vakbonden en werkgeversfederaties en geregistreerd op de bevoegde federale overheidsdienst;5° aan de bezoldigde, zelfstandige, inhoudelijke en inhoudelijk-technische medewerkers op wie de organisatie een beroep doet, minstens evenveel betalen als de loonkosten die minstens verschuldigd zijn aan een werknemer voor dezelfde prestatie, en enkel met zelfstandige kunstenaars werken die een zelfstandigheidsverklaring kunnen voorleggen;6° een boekhouding voeren conform de bepalingen van de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding en de jaarrekening van de ondernemingen.»; 2° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.De Vlaamse Regering bepaalt nader de voorwaarden, die moeten behaald worden om in aanmerking te komen voor subsidiëring zoals bedoeld in artikel 39, § 1, en die betrekking hebben op het minimum aantal activiteiten, het minimum percentage eigen inkomsten, het minimum percentage van het toegekende financieringsbudget te gebruiken voor de honorering van inhoudelijke medewerkers.

De Vlaamse Regering bepaalt nader de wijze waarop het minimumpercentage eigen inkomsten en het minimumpercentage van het toegekende financieringsbudget te gebruiken voor de honorering van inhoudelijke medewerkers worden berekend. »; 3° § 4 wordt vervangen door wat volgt : « § 4.De organisatie is verplicht om voor elk werkingsjaar een actieplan in te dienen op basis van de ter beschikking gestelde middelen, en in functie van de beslissing van de Vlaamse Regering.

Dit actieplan wordt ter informatie voorgelegd aan de bevoegde beoordelingscommissie, die hierover een advies kan uitbrengen.

De Vlaamse Regering bepaalt nader de wijze waarop en de termijn waarbinnen de organisatie dit actieplan moet indienen. ».

Art. 24.In artikel 43 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 en § 2 wordt punt 7° vervangen door wat volgt : « 7° het sporen van het inhoudelijke met het financiële beleidsplan; »; 2° aan § 1 en § 2 wordt een punt 8° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 8° de concretisering van de interculturaliteit op het vlak van programmering, participatie, personeelsbeleid en bestuur.»; 3° in § 3 worden de woorden « artistieke of » telkens geschrapt;4° in § 3 wordt het laatste lid opgeheven.

Art. 25.In hetzelfde decreet wordt een artikel 43bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Artikel 43bis.Met behoud van de toepassing van artikel 42 mag de Vlaamse Regering aanvullende subsidiëringsvoorwaarden opleggen, uitsluitend met de bedoeling dubbele subsidiëring vanwege de Vlaamse Gemeenschap te voorkomen. ».

Art. 26.In artikel 44 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.De door de Vlaamse Regering aangewezen dienst onderzoekt na elk werkingsjaar of de organisaties die gesubsidieerd worden als bedoeld in artikel 39, § 1, voldoen aan de voorwaarden, genoemd in de artikelen 42, 43 en 43bis. »; 2° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.Organisaties die gesubsidieerd worden als vermeld in artikel 42, § 1, bezorgen op verzoek van de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst alle informatie, enerzijds voor de registratie van gegevens en anderzijds voor het toezicht op de subsidiëringsvoorwaarden. »; 3° § 4 wordt vervangen door wat volgt : « § 4.Als de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst vaststelt dat een organisatie die wordt gesubsidieerd als vermeld in artikel 39, § 1, de voorwaarden, vermeld in artikel 42, of de aanvullende subsidiëringsvoorwaarden, bepaald door de Vlaamse Regering krachtens artikel 43bis, niet helemaal heeft vervuld, dan kan de Vlaamse Regering op advies van de door haar aangewezen dienst, beslissen over te gaan tot : 1° inhouding en/of terugvordering van een gedeelte van het financieringsbudget dat toegekend werd aan de organisatie;2° definitieve stopzetting van de subsidiëring van de organisatie.»; 4° § 5 wordt vervangen door wat volgt : « § 5.De inhouding, terugvordering of stopzetting die de Vlaamse Regering oplegt, moeten in een redelijke verhouding staan tot de vastgestelde inbreuken op de basis- en subsidiëringsvoorwaarden. »; 5° in § 6 en § 7 worden de woorden « terugvordering of stopzetting » telkens vervangen door de woorden « inhouding, terugvordering en/of stopzetting ».

Art. 27.Artikel 47 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «

Artikel 47.Naast de organisaties die ingevolge de toepassing van artikel 5, § 1bis, uitgesloten zijn van subsidies voor kunsteducatieve en sociaal-artistieke elementen van de werking, kunnen ook de organisaties die gesubsidieerd worden overeenkomstig artikel 19, § 1, artikel 39, § 1, en artikel 71, § 1, geen subsidie verkrijgen als vermeld in artikel 46, § 1. ».

Art. 28.In artikel 49 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, 1°, worden de woorden « met niet-commercieel karakter » geschrapt;2° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.De organisaties die subsidies ontvangen als vermeld in artikel 46, § 1, moeten bij de realisatie van het project bovendien voldoen aan de volgende subsidiëringsvoorwaarden : 1° de toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomsten naleven, gesloten tussen de erkende vakbonden en werkgeversfederaties en geregistreerd op de bevoegde federale overheidsdienst;2° aan de bezoldigde, zelfstandige, artistieke en inhoudelijk-technische medewerkers op wie de organisatie een beroep doet, minstens evenveel betalen als de loonkosten die minstens verschuldigd zijn aan een werknemer voor dezelfde prestatie, en enkel met zelfstandige medewerkers werken die een zelfstandigheidsverklaring kunnen voorleggen;3° een overzicht kunnen voorleggen van alle inkomsten en uitgaven die verbonden zijn aan het project.»

Art. 29.In artikel 50 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 en § 2 worden respectievelijk punt 9° en punt 6° vervangen door wat volgt : « 9° het sporen van de inhoudelijke met de financiële planning;»; « 6° het sporen van de inhoudelijke met de financiële planning; »; 2° in § 1 en § 2 worden respectievelijk een punt 10° en een punt 7° toegevoegd, die luiden als volgt : « 10° de concretisering van de interculturaliteit.»; « 7° de concretisering van de interculturaliteit. »; 3° in § 3 worden de woorden « artistieke of » telkens geschrapt.

Art. 30.In hetzelfde decreet wordt een artikel 50bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Artikel 50bis.Zonder afbreuk te doen aan de toepassing van artikel 49 mag de Vlaamse Regering aanvullende subsidiëringsvoorwaarden opleggen, uitsluitend met de bedoeling dubbele subsidiëring vanwege de Vlaamse Gemeenschap te voorkomen. »

Art. 31.In artikel 51 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 5 wordt vervangen door wat volgt : « § 5.De door de Vlaamse Regering aangewezen dienst onderzoekt na afloop van het gesubsidieerde project, vermeld in artikel 50, § 1, of bij de realisatie is voldaan aan de subsidiëringsvoorwaarden die er specifiek van toepassing op waren. »; 2° § 6 wordt vervangen door wat volgt : « § 6.Als de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst vaststelt dat een organisatie die wordt gesubsidieerd, als vermeld in artikel 46, § 1, de voorwaarden, vermeld in artikel 49, of de aanvullende subsidiëringsvoorwaarden, bepaald door de Vlaamse Regering krachtens artikel 50bis, niet helemaal heeft vervuld, dan kan de Vlaamse Regering op advies van de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst beslissen om over te gaan tot inhouding en/of terugvordering van een gedeelte of het geheel van de projectsubsidie die toegekend werd aan de organisatie. »; 3° § 7 wordt vervangen door wat volgt : « § 7.De inhouding en/of terugvordering die de Vlaamse Regering oplegt, moet in een redelijke verhouding staan tot de vastgestelde inbreuken op de basis- en subsidiëringsvoorwaarden. »; 4° in § 8 en § 9 wordt het woord « terugvordering » telkens vervangen door de woorden « inhouding en/of terugvordering ».

Art. 32.In artikel 52 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt een punt 1°bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « 1°bis de voorbereiding van een internationaal project op het vlak van de kunsten binnen een Europees subsidieprogramma »;2° er wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 3.De Vlaamse Regering kan in functie van de door haar geformuleerde prioriteiten landen of regio's bepalen die met het oog op haar beleid prioritair zijn, en de prioriteitsgraad van die landen en regio's, bepalen. ».

Art. 33.In artikel 53 van hetzelfde decreet worden de woorden « vermeld in artikel 52, § 1, 1°, 2° en 3° » telkens vervangen door de woorden « vermeld in artikel 52, § 1, 1° tot en met 3° ».

Art. 34.Artikel 54 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : « Artikel 54 § 1. Organisaties die beschikken over rechtspersoonlijkheid kunnen in aanmerking komen voor de subsidiëring, vermeld in artikel 3, 4°. § 2. Natuurlijke personen kunnen in aanmerking komen voor de subsidiëring, vermeld in artikel 3, 4°, a), b), d) en e). § 3. Naast de organisaties, die ingevolge de toepassing van artikel 5, § 1bis, en van artikel 40, § 1bis, uitgesloten zijn van subsidies voor internationale elementen van de werking, kunnen ook de organisaties die gesubsidieerd worden overeenkomstig artikel 19, § 1, en artikel 71, § 1, geen subsidie verkrijgen als vermeld in artikel 52, § 1, 1° en 4°. »

Art. 35.In artikel 55 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 1° wordt punt e) vervangen door wat volgt : « e) het sporen van de inhoudelijke met de financiële planning;»; 2° aan punt 1° worden een punt f) en een punt g) toegevoegd, die luiden als volgt : « f) de concretisering van de interculturaliteit;g) de prioriteitsgraad van het land of de regio in het beleid, vastgesteld krachtens artikel 52, § 3, waarop het internationale project betrekking heeft.»; 3° er wordt een punt 1°bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « 1°bis voor de voorbereiding van internationale projecten op het vlak van de kunsten binnen een Europees subsidieprogramma : a) de kwaliteit van het artistieke of inhoudelijke concept;b) het belang en de kwaliteit van het project binnen de internationale context;c) het belang van het project voor de verdere ontwikkeling van het artistieke parcours;d) de concretisering van de interculturaliteit;e) de prioriteitsgraad van het land of de regio in het beleid, vastgesteld krachtens artikel 52, § 3, waarop het internationale project betrekking heeft;»; 4° aan punt 2° wordt een punt c) toegevoegd, dat luidt als volgt : « c) de prioriteitsgraad van het land of de regio in het beleid, vastgesteld krachtens artikel 52, § 3, waar het werkverblijf plaatsvindt;»; 5° in punt 3° wordt punt f) vervangen door wat volgt : « f) het sporen van het inhoudelijke met het financiële beleidsplan; »; 6° aan punt 3° worden een punt g) en een punt h) toegevoegd, die luiden als volgt : « g) de concretisering van de interculturaliteit;h) de prioriteitsgraad van het land of de regio in het beleid, vastgesteld krachtens artikel 52, § 3, waarop de werking van de internationale netwerkorganisatie betrekking heeft;»; 7° aan punt 4° wordt een punt d) toegevoegd, dat luidt als volgt : « d) de prioriteitsgraad van het land of de regio in het beleid, vastgesteld krachtens artikel 52, § 3, waar de buitenlandse activiteit plaatsvindt of waar de buitenlandse gast betrokken is bij het kunstgebeuren;»; 8° aan punt 5° wordt een punt d) toegevoegd, dat luidt als volgt : « d) de prioriteitsgraad van het land of de regio in het beleid, vastgesteld krachtens artikel 52, § 3, waar de schriftelijke bijdrage haar oorsprong heeft.».

Art. 36.In hetzelfde decreet wordt een artikel 55bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Artikel 55bis.Zonder afbreuk te doen aan de toepassing van artikel 54 mag de Vlaamse Regering aanvullende subsidiëringsvoorwaarden opleggen, uitsluitend met de bedoeling dubbele subsidiëring vanwege de Vlaamse Gemeenschap te voorkomen. »

Art. 37.In artikel 56 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2 worden de woorden « de behandeling van onontvankelijke aanvragen » vervangen door de woorden « de behandeling van de ontvankelijkheid van de aanvragen »;2° § 6 wordt vervangen door wat volgt : « § 6.Als de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst vaststelt dat een gesubsidieerd initiatief als vermeld in artikel 52, § 1, de basisvoorwaarden, vermeld in artikel 54, of de aanvullende subsidiëringsvoorwaarden, bepaald door de Vlaamse Regering krachtens artikel 55bis, niet helemaal heeft vervuld, dan kan de Vlaamse Regering op advies van de door haar aangewezen dienst beslissen om over te gaan tot inhouding en/of terugvordering van een gedeelte of het geheel van de subsidie die toegekend werd aan het gesubsidieerde initiatief. »; 3° § 7 wordt vervangen door wat volgt : « § 7.De inhouding en/of terugvordering die de Vlaamse Regering oplegt, moet in een redelijke verhouding staan tot de vastgestelde inbreuken op de basisvoorwaarden. »; 4° in § 8 en § 9 wordt het woord « terugvordering » telkens vervangen door de woorden « inhouding en/of terugvordering ».

Art. 38.In hetzelfde decreet wordt een artikel 57bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Artikel 57bis.Naast de organisaties die ingevolge de toepassing van artikel 5, § 1bis, en van artikel 40, § 1bis, uitgesloten zijn van subsidies voor publicaties en opnameprojecten, kunnen ook de organisaties die gesubsidieerd worden overeenkomstig artikel 19, § 1, en artikel 71, § 1, geen subsidie verkrijgen als vermeld in artikel 57, 2° en 3°. »

Art. 39.In artikel 59 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.De Vlaamse Regering bepaalt op welke wijze de aanvraag tot subsidiëring moet worden ingediend bij de dienst die de Vlaamse Regering aangewezen heeft. Ze bepaalt eveneens welke gegevens en documenten de aanvraag tot subsidiëring minstens moet bevatten.

De aanvragen tot subsidiëring voor een vierjarige periode, bedoeld in artikel 57, 1°, moeten uiterlijk op 1 oktober van het voorlaatste jaar dat voorafgaat aan de vierjarige subsidieperiode bij de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst worden ingediend.

De aanvragen tot subsidiëring voor een tweejarige periode, bedoeld in artikel 57, 1°, moeten uiterlijk op 1 december van het voorlaatste jaar dat voorafgaat aan de tweejarige subsidieperiode bij de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst worden ingediend.

De Vlaamse Regering bepaalt nader de datum van indiening van de aanvragen tot subsidiëring, bedoeld in artikel 57, 2°.

De Vlaamse Regering bepaalt nader de datum van indiening van de aanvragen tot subsidiëring, bedoeld in artikel 57, 3°. »; 2° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.De door de Vlaamse Regering aangewezen dienst onderzoekt of de aanvraag tijdig werd ingediend en of ze voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 58. Als de aanvraag niet tijdig werd ingediend of niet voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 58, eerste lid, is de aanvraag onontvankelijk. De Vlaamse Regering bepaalt nader de procedure voor de behandeling van de ontvankelijkheid van de aanvragen. »; 3° § 4 wordt vervangen door wat volgt : « § 4.De Vlaamse Regering neemt de beslissing over de toekenning en de grootte van de subsidies, vermeld in artikel 57, 1°, uiterlijk zes maanden voor het begin van de meerjarige periode, vermeld in artikel 64.

De Vlaamse Regering neemt de beslissing over de toekenning en de grootte van de subsidies, vermeld in artikel 57, 2° en 3°, vier maanden na de uiterste indieningsdatum van de aanvragen tot subsidiëring, zoals vermeld in § 1. »; 4° § 6 wordt vervangen door wat volgt : « § 6.Als de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst vaststelt dat een gesubsidieerde publicatie of een gesubsidieerd opnameproject, als vermeld in artikel 57, de basisvoorwaarden, vermeld in artikelen 58, 60, 62, 65 en 69, niet helemaal heeft vervuld, dan kan de Vlaamse Regering op advies van de door haar aangewezen dienst beslissen om over te gaan tot inhouding en/of terugvordering van een gedeelte of het geheel van de subsidie die toegekend werd aan de gesubsidieerde publicatie of het gesubsidieerde opnameproject. »; 5° § 7 wordt vervangen door wat volgt : « § 7.De inhouding en/of terugvordering die de Vlaamse Regering oplegt, moet in een redelijke verhouding staan tot de vastgestelde inbreuken op de basisvoorwaarden. »; 6° in § 8 worden de woorden « als bedoeld in § 6, 1° of 2° » vervangen door de woorden « als bedoeld in § 6 »;7° in § 8 en § 9 wordt het woord « terugvordering » telkens vervangen door de woorden « inhouding en/of terugvordering ».

Art. 40.In artikel 61, 3°, van hetzelfde decreet worden de woorden « hoofdstuk II en hoofdstuk IV » vervangen door de woorden « hoofdstuk II, afdeling I en III, hoofdstuk IV, afdeling I, en hoofdstuk VII ».

Art. 41.In artikel 63 van hetzelfde decreet wordt punt 9° vervangen door wat volgt : « 9° het sporen van het artistieke met het financiële beleidsplan; ».

Art. 42.In artikel 64bis, § 1, van hetzelfde decreet worden de woorden « artikel 84 » vervangen door de woorden « artikel 57, 1° ».

Art. 43.In hetzelfde decreet wordt een artikel 72bis, ingevoegd dat luidt als volgt : «

Artikel 72bis.Om in aanmerking te komen voor subsidiëring, moeten de steunpunten, vermeld in artikel 2, 7°, en in artikel 3, 6°, voldoen aan de volgende basisvoorwaarden : 1° beschikken over rechtspersoonlijkheid met niet-commercieel karakter;2° gevestigd zijn in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;3° een meerjarig artistiek of inhoudelijk en financieel beleidsplan indienen;4° aanwijsbare inspanningen leveren om in de raad van bestuur personen met een etnisch-cultureel diverse achtergrond op te nemen;5° aanwijsbare inspanningen leveren voor de aanwerving van personen met een etnisch-cultureel diverse achtergrond op staf- of middenkaderniveau.».

Art. 44.In artikel 73 van hetzelfde decreet wordt § 3 vervangen door wat volgt : « § 3. De dienst die de Vlaamse Regering heeft aangewezen, onderzoekt of de aanvraag tijdig werd ingediend en voldoet aan de voorwaarden vermeld in artikel 72bis, punten 1° tot en met 3°. Als de aanvraag niet tijdig werd ingediend of niet voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 72bis, punten 1° tot en met 3°, is de aanvraag onontvankelijk.

De Vlaamse Regering bepaalt nader de procedure voor de behandeling van de ontvankelijkheid van de aanvragen. ».

Art. 45.In hetzelfde decreet wordt een artikel 73bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Artikel 73bis.§ 1. De Vlaamse Regering sluit met de steunpunten, vermeld in artikel 2, 7°, en in artikel 3, 6°, een samenwerkingsovereenkomst. Die samenwerkingsovereenkomst bepaalt nader de invulling van de kerntaken, vermeld in artikel 74, § 2 en § 3, de samenwerking met de steunpunten uit hetzelfde beleidsveld en, naargelang van de inhoudelijke noodzaak, met steunpunten uit andere beleidsvelden, en de voorwaarden inzake werking, evaluatie, toezicht en sancties. § 2. De samenwerkingsovereenkomst heeft een looptijd van vier jaar en wordt gesloten uiterlijk één maand vóór ze in werking treedt. § 3. De steunpunten zetten het ingediende beleidsplan, vermeld in artikel 73, § 1, om in een actieplan dat in overeenstemming is met de gesloten overeenkomst en dat wordt opgemaakt voor een periode van vier jaar. De procedure voor het indienen van het actieplan en de voorwaarden waaraan het moet voldoen, worden opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in § 1. »

Art. 46.In artikel 74, § 4, van hetzelfde decreet worden de woorden « culturele diversiteit » vervangen door het woord « interculturaliteit ».

Art. 47.Artikel 75 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 48.Artikel 76 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «

Artikel 76.§ 1. De steunpunten kunnen gedurende de vierjarige subsidieperiode onbeperkt een reserve aanleggen met eigen inkomsten en subsidies.

Een reserve wordt in de balans van de steunpunten opgenomen als een onderdeel van het eigen vermogen en bestaat uit de volgende rekeningen, vermeld in de minimumindeling van het algemeen rekeningenstelsel, dat als bijlage is gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 december 2003 betreffende de boekhoudkundige verplichtingen en de openbaarmaking van de jaarrekening van bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen : 1° rekening 13 : bestemde fondsen;2° rekening 14 : overgedragen resultaat. De reserve moet worden aangewend voor de realisatie van het beleidsplan, vermeld in artikel 72bis, 3°. § 2. Als de steunpunten, vermeld in § 1, op het einde van de vierjarige subsidieperiode nog beschikken over een reserve, aangelegd overeenkomstig § 1, kan die reserve overgedragen worden naar een volgende vierjarige subsidieperiode op voorwaarde dat, ten opzichte van de bestaande reserve in het begin van de subsidieperiode, de aangroei niet meer bedraagt dan twintig percent van de gemiddelde jaarlijkse personeels- en werkingskosten, berekend over de voorbije vierjarige subsidieperiode.

De personeels- en werkingskosten omvatten alle kosten die betrekking hebben op de uitvoering en de realisatie van het actieplan, vermeld in artikel 73bis, § 3, en die in de voorbije vierjarige subsidieperiode tot stand zijn gekomen.

De personeels- en werkingskosten zijn de som van alle kosten, met uitzondering van de afschrijvingen op kapitaalsubsidies.

De Vlaamse Regering kan, na advies van de Inspectie van Financiën, een afwijking toestaan van het percentage, vermeld in het eerste lid, op voorwaarde dat het steunpunt een gemotiveerd bestedingsplan voor de te veel opgebouwde reserve indient bij de dienst die de Vlaamse Regering daartoe heeft aangewezen.

De overgedragen reserve, vermeld in het eerste en tweede lid, wordt aangewend voor de realisatie van het beleidsplan, vermeld in artikel 73bis, § 3. § 3. Als bij de afrekening van het laatste werkingsjaar van de vierjarige subsidieperiode de aangroei van de reserve groter is dan het bedrag, vermeld in § 2, dan wordt het teveel ingehouden van het nog uit te keren saldo van het financieringsbudget dat toegekend is aan het steunpunt voor de voorbije vierjarige subsidieperiode en wordt het eventueel daarna nog resterende bedrag in mindering gebracht op de voorschotten, toegekend voor het eerste werkingsjaar van de nieuwe subsidieperiode, tot maximaal het bedrag van de werkingssubsidie, toegekend voor het laatste jaar van de voorbije vierjarige subsidieperiode.

Als aan een steunpunt na afloop van de vierjarige subsidieperiode geen subsidies meer worden verleend voor het geheel van zijn werking in de vorm van een financieringsbudget als vermeld in artikel 72, § 1, dan is het steunpunt verplicht een gemotiveerd bestedingsplan voor de reserve, aangelegd overeenkomstig § 1, in te dienen bij de dienst, aangewezen door de Vlaamse Regering. De reserve wordt in voorkomend geval prioritair aangewend om te voldoen aan de arbeidsrechtelijke verplichtingen. »

Art. 49.In artikel 79 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 2 wordt opgeheven;2° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.De leden van de beoordelingscommissies worden door de Vlaamse Regering benoemd voor maximaal vier jaar. Uiterlijk om de vier jaar wordt de helft van de leden vervangen. Een lid kan maximaal twee mandaten vervullen. »; 3° aan § 4 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « In elke beoordelingscommissie wordt ten minste één persoon opgenomen met een etnisch-cultureel diverse achtergrond.»; 4° § 5 wordt opgeheven;5° in § 6, eerste lid, wordt de zin « De voorzitter van de adviescommissie is tevens voorzitter van deze afzonderlijke beoordelingscommissies.» vervangen door de zin « De voorzitter van deze afzonderlijke beoordelingscommissies wordt voorgedragen door de adviescommissie bedoeld in artikel 80. »

Art. 50.In artikel 80, § 2, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de zinnen « De door de Vlaamse regering aangewezen dienst stelt voor de samenstelling van de adviescommissie een lijst van vijfentwintig kandidaat-leden samen.Uit deze lijst benoemt de Vlaamse Regering minimaal acht en maximaal twaalf leden. » geschrapt; 2° het derde lid wordt vervangen door wat volgt : « De leden van de adviescommissie worden door de Vlaamse Regering benoemd voor maximaal vier jaar.Uiterlijk om de vier jaar wordt de helft van de leden vervangen. Een lid kan maximaal twee mandaten vervullen. »

Art. 51.Artikel 81 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 52.In artikel 85 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 1° worden de woorden « en volledigheid » geschrapt;2° punt 4° wordt vervangen door wat volgt : « 4° de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst brengt de beoordelingscommissie op de hoogte van het voorontwerp van beslissing. Als er in geval van subsidies voor werkingen van ten minste twee jaren een grote discrepantie bestaat tussen het oordeel van de beoordelingscommissie en het oordeel van de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst, houden beide partijen een deliberatiemoment, waarbij ze ernaar streven hun oordeel zo veel mogelijk op elkaar af te stemmen; ».

Art. 53.In alle artikelen en opschriften van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord « projectbeurs » wordt telkens vervangen door de woorden « projectsubsidie aan kunstenaars »;2° het woord « projectbeurzen » wordt telkens vervangen door de woorden « projectsubsidies aan kunstenaars »;3° het woord « regering » wordt telkens vervangen door het woord « Regering »;4° het woord « parlement » wordt telkens vervangen door het woord « Parlement ».

Art. 54.In hetzelfde decreet wordt een artikel 89bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Artikel 89bis.§ 1. In afwijking van artikel 5, § 1, artikel 40, § 1, artikel 64, eerste en tweede lid, en artikel 72, § 1, kent de Vlaamse Regering in jaren waarin verkiezingen voor het Vlaams Parlement plaatsvinden en waarin een beslissing moet worden genomen over de subsidies voor het geheel van de werking voor twee en vier jaren, enkel subsidies toe in de vorm van een driejarig financieringsbudget. § 2. In afwijking van artikel 6, § 1, artikel 41, § 1, en artikel 59, § 1, tweede lid, moeten de aanvragen tot subsidiëring waarover de Vlaamse Regering een beslissing moet nemen in jaren waarin verkiezingen voor het Vlaams Parlement plaatsvinden, uiterlijk 1 oktober van het voorlaatste jaar dat voorafgaat aan de meerjarige subsidieperiode bij de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst worden ingediend. ».

Art. 55.De bepalingen van dit decreet die betrekking hebben op de subsidiëring, worden voor de eerste maal toegepast voor subsidiëring tijdens het werkingsjaar dat start op 1 januari 2010.

In afwijking van het vorige lid zullen de bepalingen van dit decreet die betrekking hebben op de subsidiëring van de instellingen van de Vlaamse Gemeenschap, voor de eerste maal worden toegepast voor subsidiëring tijdens het werkingsjaar dat start op 1 januari 2011.

In afwijking van het eerste lid worden de bepalingen van artikel 48 met terugwerkende kracht toegepast vanaf de subsidieperiode 2006-2009.

Art. 56.Dit decreet treedt in werking op 31 mei 2008.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 20 juni 2008 De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, B. ANCIAUX _______ Nota (1) Zitting 2007-2008 Stukken.- Ontwerp van decreet : 1631 - Nr. 1. - Verslag over hoorzitting : 1631 - Nr. 2. - Amendementen : 1631 - Nr. 3. - Verslag : 1631 - Nr. 4. - Amendementen : 1631 - Nr. 5. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1631 - Nr. 6.

Handelingen. - Bespreking en aanneming : Vergadering van 11 juni 2008.

^