Etaamb.openjustice.be
Decreet van 22 maart 2007
gepubliceerd op 24 april 2007

Decreet tot wijziging van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2007201248
pub.
24/04/2007
prom.
22/03/2007
ELI
eli/decreet/2007/03/22/2007201248/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 MAART 2007. - Decreet tot wijziging van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen (1)


Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Artikel 1, tweede lid, 2°, van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen wordt gewijzigd als volgt : « 2° in de tweede plaats, de bevordering van de nuttige toepassing van de afvalstoffen, o.a. door hergebruik, recycling, terugwinning of gebruik als energiebron; ».

Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde decreet wordt gewijzigd en aangevuld als volgt : « 7°bis. Preventie : elke maatregel of handeling ter voorkoming of vermindering van de productie of schadelijkheid van afvalstoffen of van de bestanddelen ervan; 11°bis. Hergebruik : elke handeling waarbij goederen die aan het einde van hun levensduur zijn of afgewerkte goederen of de bestanddelen ervan hergebruikt worden met dezelfde bestemming als die waarvoor ze bedacht werden; 20°bis. Producent in de zin van artikel 8bis : elke natuurlijke of rechtspersoon die een product al dan niet onder zijn eigen merk vervaardigt of invoert en het hetzij voor eigen gebruik binnen zijn industriële of handelsinrichtingen bestemt, hetzij op de Waalse markt brengt, ongeacht de aangewende techniek van verkoop, al dan niet op afstand. De natuurlijke of rechtspersoon die producten doorverkoopt die door andere leveranciers onder zijn eigen merk zijn vervaardigd wordt eveneens als producent beschouwd in de zin van artikel 8bis. De persoon die uitsluitend voor een financiering instaat met het oog op of overeenkomstig een financieringscontract wordt niet beschouwd als producent in de zin van artikel 8bis ; ».

Art. 3.Artikel 3 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidend als volgt : « § 3. Als verschillende erkenningen of registraties van dezelfde persoon geëist worden overeenkomstig dit decreet, kan een eenmalige erkenning of eenmalige registratie aangevraagd worden.

Als dezelfde persoon overeenkomstig dit decreet verplicht is verschillende registers en opvolgingslijsten bij te houden of verschillende aangiften in te vullen, kan gebruik gemaakt worden van een eenmalig register, eenmalige opvolgingslijst of aangifte.

De registers kunnen elektronisch bijgehouden worden, mits voorafgaande goedkeuring van het model door de Dienst. »

Art. 4.Hoofdstuk I van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een artikel 5bis, luidend als volgt : « Art. 5bis : Een publiekrechtelijke rechtspersoon mag slechts in het kader van een partnerschap met een privaatrechtelijke persoon industriële afval voorbehandelen, valoriseren of wegwerken.

In de zin van deze bepaling wordt onder partnerschap verstaan elke deelname of vorm van vereniging waarbij de reële deling in de risico's en winst van het bedrijf voor elk van de partners bevestigd wordt. Wat het storten in een centrum voor technische ingraving betreft, kan het partnerschap de vorm aannemen van de overeenkomst bedoeld in artikel 20, § 3, eerste lid, van dit decreet. »

Art. 5.Hoofdstuk I van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een artikel 5ter, luidend als volgt : « Art. 5ter : Elke persoon die beroepshalve instaat voor afvalbeheer is verplicht de begunstigde van de afvalbeheerdienst kennis te geven van de beheersmodaliteiten, de bestemming van de afval en de uitvoerige kosten van het beheer.

De Regering kan de toepassingsregels nader bepalen voor de personen of de afvalcategorieën die zij aanwijst. »

Art. 6.Hoofdstuk I van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een artikel 5quater, luidend als volgt : « Art. 5quater : De afval wordt bij voorkeur via preventie beheerd, zoniet via nuttige toepassing en bij gebreke daarvan via wegwerking.

De producenten, invoerders en bezitters van goederen en afval nemen de nodige maatregelen om te voldoen aan de rangorde bedoeld in het vorige lid en om ervoor te zorgen dat het beheer voldoet aan de voorschriften van de §§ 1 en 2 van artikel 7, o.a. door de aanpassing van de wijzen waarop de afval geproduceerd en/of geconditioneerd wordt. »

Art. 7.Article 6, § 1, 8°, van hetzelfde decreet wordt aangevuld met de woorden "en/of preventiebalansen".

Art. 8.Artikel 6, § 1, van hetzelfde decreet wordt aangevuld als volgt : « 9° de bepaling, voor de goederen of de afval die zij aanwijst, van de modaliteiten voor het hergebruik, de mechanismen van de financiering van het hergebruik, de voorwaarden en de procedure voor de aanvraag, toekenning en betaling van de eventuele subsidie en de modaliteiten voor de berekening ervan. »

Art. 9.Artikel 6, § 3, van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt : « De Regering verbiedt vanaf 2010 de distributie en het gebruik van kassazakken voor eenmalig gebruik in het kader van de ingedeelde installaties en activiteiten. Ze bepaalt de categorieën van de betrokken installaties en activiteiten, alsook de zakken die onder het verbod vallen. »

Art. 10.Artikel 6 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met de volgende paragrafen : « § 4. De Regering kan alle gepaste maatregelen nemen om de productie van papierafval afkomstig van gratis publicaties te beperken, o.a. door de organisatie van de gratisdistributie van op de brievenbussen aan te brengen plakkers aan de hand waarvan de inwoners kunnen laten weten dat ze die publicaties niet wensen te ontvangen. Ze bepaalt de bedoelde categorieën van publicaties en legt de gegevens en het model van die plakkers vast.

Het deponeren van publicaties in brievenbussen in overtreding van de voorschriften die daarop zijn aangebracht overeenkomstig het vorige lid staat gelijk met het achterlaten van afval in de zin van artikel 7, § 1, van dit decreet. § 5. De Regering kan een erkenning verlenen aan de verenigingen zonder winstoogmerk en aan de vennootschappen met een maatschappelijk doel die actief zijn in de sector van het hergebruik. Zij onderwerpt de toekenning van elke subsidie aan die erkenning.

De Regering bepaalt : 1° de procedure en de voorwaarden van toekenning van de erkenning, o.a. het doel van de persoon, de vereiste technische en menselijke middelen, de moraliteit, de hergebruikscriteria, het financiële plan; 2° de procedure en voorwaarden van opschorting en intrekking van de erkenning; 3° de minimale bepalingen die in de erkenning vastliggen m.b.t. de verplichtingen die de houders ervan moeten nakomen, o.a. het verstrekken van de gegevens die nodig zijn voor de opvolging van de erkenning en de activiteit, de voorwaarden en modaliteiten voor het beheer en het hergebruik van de goederen of afvalstoffen en het proces van de verbetering van de kwaliteit; 4° de geldigheidsduur van de erkenning, die niet meer dan vijf jaar mag bedragen.»

Art. 11.In artikel 7 van hetzelfde decreet worden de §§ 3 en 4 geschrapt en wordt § 5, § 3.

Art. 12.§ 1. Artikel 8, 5°, van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : « 5° wegens openbaar nut laten overgaan tot de onteigening van de onroerende goederen die nodig zijn voor de vestiging van afvalbeheersinstallaties, voor het gebruik van de installaties bedoeld in § 2 of het herstel van de sites. » § 2. Hetzelfde artikel wordt aangevuld met een paragraaf, luidend als volgt : « § 2. De Regering kan een lijst opmaken van installaties voor afvalbehandeling die in buitengewone omstandigheden en voor bepaalde capaciteiten en hoeveelheden moeten instaan voor de opvang van in het Waalse Gewest geproduceerde afval waarvoor er voorlopig geen andere behandelingsoplossingen in het Waalse Gewest bestaan.

De lijst wordt op voorstel van de Dienst vastgelegd met inachtneming van o.a. een evenwichtige geographische verspreiding van de sites over het Waalse grondgebied, de technische en milieueisen, alsook de beheerskosten van die installaties.

De Regering bepaalt : 1° de behandelingscapaciteiten per installatie;2° de gebruiksduur van de installatie op grond van dit artikel;3° de omstandigheden waarin de op lijst opgenomen installaties gebruikt mogen worden;4° de procedure en voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van de behandelingscapaciteiten;5° de publiek- of privaatrechtelijke rechtspersonen die om het gebruik van een behandelingscapaciteit kunnen verzoeken;6° de betrokken afvalstoffen. De Regering kan bij minnelijke schikking of door onteigening de rechten verwerven die nodig zijn voor het gebruik van die installaties. Zij alleen heeft machtiging om toegang ertoe te verlenen, binnen de perken die nodig zijn voor het uitwerken van vervangingsoplossingen.

De begunstigden dragen de gezamenlijke gebruikskosten, met inbegrip van de verwerving van de gebruikskosten door de Regering en de belastingen betreffende het behandelingsproces van de gebruikte installatie.

De Regering bepaalt de procedures en modaliteiten voor de toepassing van deze bepaling. »

Art. 13.In artikel 8bis van hetzelfde decreet worden de §§ 1 tot 4 vervangen als volgt : « § 1. De Regering kan de producenten een terugnameplicht opleggen voor goederen of afvalstoffen uit commercialisering of uit het gebruik voor eigen behoefte van goederen, grondstoffen of producten met het oog op de preventie, het hergebruik, de recycling, de nuttige toepassing en/of een aangepast beheer van die goederen of afvalstoffen en op de internalisering van het geheel of van een deel van de beheerskosten.

Onder terugnameplicht wordt verstaan de verplichting afvalpreventiemaatregelen te nemen en de onder de terugnameplicht vallende goederen of afvalstoffen terug te nemen, in te zamelen, te hergebruiken, te valoriseren, weg te werken of al deze handelingen te laten uitvoeren. Ze houdt de dekking van de desbetreffende kosten in, met inbegrip van de financiering van de kost van de audits en van de financiële controles opgelegd door de Regering. § 2. De Regering bepaalt welke goederen of afvalstoffen onder de terugnameplicht vallen en wijst voor elk geval de personen aan die moeten voldoen aan de gemeenschappelijke en specifieke regels betreffende : 1° de doelstellingen inzake preventie, hergebruik, selectieve inzameling, recycling en nuttige toepassing;2° de beheersmodaliteiten van toepassing op de goederen of afvalstoffen die onder de terugnameplicht vallen;3° de verplichtingen tot verstrekking van statistische informatie over de tenuitvoerlegging van de terugnameplicht;4° de verplichtingen tot informatieverstrekking jegens de verbruiker en de Dienst; 5° de voorwaarden en modaliteiten betreffende de dekking van de kosten voor het beheer van de onder de terugnameplicht vallende afval, o.a. de lijst van de kosten die in aanmerking genomen moeten worden wanneer de aan de terugnameplicht onderworpen personen zich geheel of gedeeltelijk verlaten op het openbaar net voor inzameling, hergroepering, nuttige toepassing en wegwerking van huisafval; 6° de modaliteiten voor de controle op de nakoming van de terugnameplichten. Ze kan het stellen van een zekerheid opleggen zodat het Gewest de garantie krijgt dat de terugnameplicht nagekomen wordt. § 3. Om hun terugnameplicht na te komen kunnen de personen bedoeld in § 1 : 1° hetzij een preventie- en beheersplan voor de terugnameplicht uitwerken en uitvoeren;2° hetzij die plicht laten uitvoeren door een overeenkomstig dit decreet erkende instelling waarvan zij lid geworden zijn;3° hetzij een milieuovereenkomst uitvoeren zoals bedoeld in het decreet van 20 december 2001 betreffende de milieuovereenkomsten en in dat kader de uitvoering van de plichten geheel of gedeeltelijk toevertrouwen aan een beheersinstelling die de door de Regering gestelde voorwaarden vervult. De Regering kan voor sommige door haar bepaalde goederen of afvalstoffen de modaliteiten inperken voor het uitvoeren van de plicht op één of twee van de wijzen bedoeld in het eerste lid. In ieder geval wordt de in het eerste lid, 1°, bedoelde uitvoeringswijze behouden. § 4. De Regering bepaalt de inhoud van het preventie- en beheersplan bedoeld in paragraaf 3, eerste lid 1, 1°, de procedure voor de indiening en goedkeuring ervan en de geldigheidsduur ervan. Die geldigheidsduur mag niet meer dan tien jaar bedragen. »

Art. 14.Artikel 8bis, § 6, van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : « § 6. Het preventie- en beheersplan, de voorwaarden voor de toekenning van de erkenning aan de instelling en de milieuovereenkomst bedoeld in paragraaf 3, eerste lid, voorzien in de nuttige maatregelen ter bevordering van de banen met een maatschappelijk doel binnen de verenigingen en maatschappijen betrokken bij de inzameling, de sortering, het hergebruik, de recycling en de valorisatie van bedoelde goederen en afvalstoffen. »

Art. 15.Artikel 8bis van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een § 7, luidend als volgt : « § 7. Een milieuovereenkomst betreffende een terugnameplicht kan opgezegd worden, hetzij in onderlinge overeenstemming door alle partijen, hetzij door de Waalse Regering of door alle ondertekenende partijen die de aan de terugnameplicht onderworpen personen vertegenwoordigen.

De opzegtermijn bedraagt zes maanden en gaat in op de eerste dag van de maand na de kennisgeving. De overeenkomst kan voorzien in een andere termijn, die evenwel niet meer dan één jaar mag bedragen.

Elke opzegging wordt bij ter post aangetekend schrijven aan de ondertekenaars van de overeenkomst betekend, op straffe van nietigverklaring. »

Art. 16.In artikel 21 van hetzelfde decreet worden de §§ 1, 2, 3, 5 en 6 vervangen als volgt : « § 1. Elke burger heeft recht op een dienst voor huisafvalbeheer, onverminderd de verplichting voor de gemeente de gezamenlijke kosten van het beheer waarvoor zij instaat door de begunstigden te laten dragen en het beginsel van een doorzichtige facturering, waarin de bestanddelen van de kost opgenomen zijn, toe te passen.

In afwijking van het vorige lid kan de rechtstreekse afwenteling van de beheerskosten van de afval uit de gebruikelijke activiteit van de gezinnen op de begunstigden progressief zijn tot in 2012, waarbij ze niet minder mag bedragen dan 75 % in 2008, 80 % in 2009, 85 % in 2010, 90 % in 2011 en 95 % in 2012 van de kosten ten laste van de gemeente.

Ze mag niet meer bedragen dan 110 % van de kosten.

De gemeenten kunnen overigens voorzien in maatregelen die rekening houden met de maatschappelijke toestand van de begunstigde. § 2. De Regering bepaalt de afvalbeheersdiensten die onder de vorige paragraaf vallen, alsook de opbrengsten en uitgaven die in aanmerking worden genomen om de kost ervan vast te leggen.

Zij kan een onderscheid maken tussen de minimale diensten waarvoor alle burgers in aanmerking komen en de aanvullende afvalbeheersdiensten die op specifieke behoeften inspelen. Zij kan bepalen op welke afval die diensten betrekking hebben en aanzetten tot de harmonisering van de diensten tussen de gemeenten die dezelfde afvalbehandelingsinstallatie(s) gebruiken.

De gemeenteraad legt de modaliteiten voor de toepassing van dit artikel bij gemeentelijke verordening vast. § 3. De gemeentelijke overheid geeft elke begunstigde kennis van de dagen waarop de afval wordt opgehaald en van de overige maatregelen die genomen worden om de minimale dienst en de aanvullende diensten inzake afvalbeheer te waarborgen. Zij geeft hen ook kennis van de verschillende bestanddelen van de kost voor het beheer van de opgehaalde afval en van de financieringsmodaliteiten, naar het model bepaald door de Regering. § 4. De gemeente en de provinciegouverneur bezorgen de Dienst jaarlijks de krachtens de vorige paragrafen genomen maatregelen en de reële afvalbeheerskosten berekend o.a. op basis van de reële kosten meegedeeld door de verenigingen van gemeenten. § 5. De Regering kan de algemene regels inzake huisafvalbeheer nader bepalen en de selectieve inzameling van sommige door haar bepaalde afvalstoffen organiseren. »

Art. 17.Hetzelfde decreet wordt aangevuld met een nieuw artikel 22, luidend als volgt : «

Art. 22.De toekenning en de betaling van de subsidies bedoeld in de artikelen 27 en 28 van dit decreet worden onderworpen aan de naleving van artikel 21 van dit decreet en van de desbetreffende uitvoeringsbesluiten door de gemeenten. »

Art. 18.In artikel 23, § 2, 6°, van hetzelfde decreet worden de woorden "en van Verordening (EG) 1013/2006 van het Parlement en van de Raad van 14 juni 2006 betreffende overbrenging van afvalstoffen," ingevoegd tussen de woorden "van de Europese Gemeenschap," en de woorden "en de Overeenkomst".

Art. 19.In artikel 33, § 1, van hetzelfde decreet wordt het streepje "van het referentielaboratorium bedoeld in artikel 40" geschrapt.

In artikel 33, § 1, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° tussen het tiende en het elfde streepje wordt een nieuw streepje ingevoegd, luidend als volgt : « - vakorganisaties van de publieke en private gezondheidszorgsector; ». 2° de twee laatste streepjes schrappen en een nieuw lid toevoegen, luidend als volgt : « De betrokken gewestelijke administraties mogen de vergaderingen zonder stemrecht bijwonen.»

Art. 20.In artikel 36 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 6 worden de woorden "van de belasting op niet huishoudelijke afvalstoffen" vervangen door de woorden "de belastingen op afvalstoffen".2° punt 12 wordt aangevuld met de woorden "met inbegrip van de controle erop".

Art. 21.In de artikelen 42, § 1, 2°, 47, § 1, 2°, en 58, § 4, van hetzelfde decreet wordt het aantal "13" vervangen door "55 van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning".

Art. 22.In bijlage II A bij hetzelfde decreet wordt punt (D6) vervangen als volgt : « (D6). Lozing in het aquatische milieu, behalve onderdompeling. »

Art. 23.Artikel 16 van dit decreet treedt in werking op 1 januari 2008.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 22 maart 2007.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE De Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming, M. DAERDEN De Minister van Vorming, Mevr. M. ARENA De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ph. COURARD De Minister van Onderzoek, Technologische Ontwikkeling, Sport en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Minister van Economie, Tewerkstelling en Buitenlandse Handel, J.-C. MARCOURT De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. Ch. VIENNE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN _______ Nota (1) Zitting 2006-2007. Stukken van het Waals Parlement, 545 (2006-2007), nrs. 1 tot 7.

Volledig verslag, openbare vergadering van 21 maart 2007.

Bespreking - Stemmingen.

^