Etaamb.openjustice.be
Decreet van 25 mei 1999
gepubliceerd op 22 september 1999

Decreet houdende dringende maatregelen inzake onderwijs

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
1999033085
pub.
22/09/1999
prom.
25/05/1999
ELI
eli/decreet/1999/05/25/1999033085/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 MEI 1999. - Decreet houdende dringende maatregelen inzake onderwijs (1)


De Raad van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Wijziging van het decreet van 18 april 1994 tot vaststelling van het bedrag van de werkingstoelagen voor het gesubsidieerd onderwijs

Artikel 1.Artikel 7, lid 3 van het decreet van 18 april 1994 tot vaststelling van het bedrag van de werkingstoelagen voor het gesubsidieerd onderwijs wordt vervangen door de volgende bepaling : « Het indexcijfer van september 1992 (92,21) geldt als basisindexcijfer; het indexcijfer van de maand september vóór het aanpassingsjaar geldt als nieuw indexcijfer. » HOOFDSTUK II. - Rekening van het lestijdenpakket voor de scholen van het secundair onderwijs met volledig leerplan van type I vanaf het schooljaar 1999-2000

Art. 2.Het opschrift van de afdeling 3 van hoofdstuk I van het programmadecreet 1997 van 20 mei 1997, gewijzigd bij het programmadecreet van 29 juni 1998, wordt als volgt vervangen : « Afdeling 3 : Berekening van het aantal lestijden/leerkracht voor de inrichtingen van het secundair onderwijs met volledig leerplan van het type I vanaf het schooljaar 1999-2000 »

Art. 3.In artikel 3, § 2 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het programmadecreet van 29 juni 1998, worden de woorden "voor het schooljaar 1998-1999" en "op 30 september van het schooljaar 1997-1998" resp. vervangen door "vanaf het schooljaar 1999-2000" en "op de laatste schooldag van de maand januari van het voorafgaande schooljaar".

In artikel 3 van hetzelfde decreet wordt een nieuw § 3 ingevoegd dat luidt als volgt : « § 3. Indien een onderwijsinrichting op de laatste schooldag van de maand september van het lopende schooljaar 7,5% leerlingen meer of minder telt dan op de laatste schooldag van de maand januari van het voorafgaande schooljaar, dan wordt het lestijdenpakket overeenkomstig artikel 3, §§ 1 en 2 opnieuw berekend, waarbij de laatste schooldag van de maand september van het lopende schooljaar als teldag geldt voor de nieuwe berekening. »

Art. 4.In hetzelfde decreet wordt een artikel 3bis ingevoegd dat luidt als volgt : «

Artikel 3bis.Het lestijdenpakket berekend krachtens artikel 3 §§ 1 en 2 wordt voor het betrokken schooljaar toegekend.

Het lestijdenpakket berekend krachtens artikel 3, § 3 wordt vanaf 1 oktober tot de laatste schooldag van het lopende schooljaar toegekend. » HOOFDSTUK III. - Wijziging van het decreet van 25 juni 1996 betreffende de organisatie van een onderwijs met beperkt leerplan in het gewoon beroepssecundair onderwijs

Art. 5.Artikel 9, § 4 van het decreet van 25 juni 1996 betreffende de organisatie van een onderwijs met beperkt leerplan in het gewoon beroepssecundair onderwijs wordt vervangen als volgt : « § 4. De lestijden/leerkracht en de betrekkingen voor de socio-pedagogische begeleiding worden berekend op basis van de regelmatige leerlingen ingeschreven op de laatste schooldag van de maand januari van het voorafgaande schooljaar.

De op die wijze berekende lestijden/leerkracht en betrekkingen voor de socio-pedagogische begeleiding worden voor het betrokken schooljaar toegekend.

Indien een centrum op de laatste schooldag van de maand januari van het lopende schooljaar in totaal 20 % leerlingen meer of minder telt dan op de laatste schooldag van de maand januari van het voorafgaande schooljaar, dan worden de lestijden/leerkracht en de betrekkingen voor de socio-pedagogische begeleiding overeenkomstig § 1 tot § 3 opnieuw berekend. In dit geval worden de lestijden/leerkracht vanaf 1 februari van het lopende schooljaar toegekend. »

Art. 6.Artikel 13, lid 2 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : « De berekening gebeurt op basis van de regelmatige leerlingen ingeschreven op de laatste schooldag van de maand januari van het voorafgaande schooljaar. »

Art. 7.Artikel 13, lid 3 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : « De berekende betrekkingen worden toegekend voor het betrokken schooljaar. » HOOFDSTUK IV. - Wijziging van het koninklijk besluit nr. 456 van 10 september 1986 houdende rationalisatie en programmatie van de internaten van het door de staat georganiseerde of gesubsidieerde onderwijs

Art. 8.Artikel 2, § 3 van het koninklijk besluit nr. 456 van 10 september 1986 houdende rationalisatie en programmatie van de internaten van het door de Staat georganiseerde of gesubsidieerde onderwijs wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 3. Tijdens één schooljaar kan de Regering van de in § 2 bedoelde norm afwijken, als een internaat ten minste 21 leerlingen telt op de laatste schooldag van de maand september van het betrokken schooljaar.

Als een internaat in het schooljaar volgend op de overeenkomstig het eerste lid toegekende afwijking geen 30 leerlingen telt op de laatste schooldag van de maand september, dan wordt het op het einde van het betrokken schooljaar gesloten. » HOOFDSTUK V. - Berekening van het wekelijks lestijdenpakket voor de "Krankenpflegeschule" (verplegingsschool)

Art. 9.De verplegingsschool verkrijgt voor de organisatie van het voorbereidingsjaar een lestijdenpakket van 37 uren.

Art. 10.De verplegingsschool verkrijgt voor de organisatie van de opleiding leidend tot het brevet in verpleegkundige verzorging een lestijdenpakket dat per studiejaar 36 uren per week beloopt.

Bovendien verkrijgt ze per week 0,8 uur per leerling om de begeleiding van de stages te organiseren.

Art. 11.De verplegingsschool verkrijgt voor de organisatie van de opleiding tot gegradueerd verpleger een lestijdenpakket dat voor het eerste en het tweede studiejaar telkens 34 uren per week beloopt.

Ze verkrijgt voor de organisatie van de opleiding tot gegradueerd verpleger een lestijdenpakket dat voor het derde studiejaar 32 uren per week beloopt.

Bovendien verkrijgt ze per week 0,6 uur per leerling om de begeleiding van de stages te organiseren.

Art. 12.Voor de berekening van het bijkomend lestijdenpakket worden de leerlingen en studenten in aanmerking genomen die op de laatste schooldag van de maand januari van het voorafgaand schooljaar als regelmatige leerling of student in de dienovereenkomstige opleidingsvormen ingeschreven zijn.

Art. 13.Het bijkomende lestijdenpakket kan door de Regering verminderd worden met een jaarlijks vast te leggen percentage dat 25 % niet mag overschrijden.

Art. 14.Het lestijdenpakket berekend krachtens de artikelen 10 en 13 enerzijds en krachtens de artikelen 11 en 13 anderzijds wordt per opleiding voor alle jaren van de opleiding samengeteld. De zo berekende som per opleiding wordt naar de hogere eenheid afgerond.

Art. 15.Artikel 3, IV van het koninklijk besluit van 15 december 1973 houdende bepaling van de splitsings- en hergroeperingsnormen van studiejaren in het secundair technisch onderwijs, in het technisch, economisch, agrarisch, paramedisch, sociaal, pedagogisch en artistiek hoger onderwijs van het korte type, in het technisch en agrarisch hoger onderwijs van de tweede graad, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 298 van 31 maart 1984, wordt opgeheven. HOOFDSTUK VI. - Berekening van de betrekkingen als werkmeester in het buitengewoon secundair onderwijs en van het betrekkingenpakket in de buitengewone basisscholen

Art. 16.In artikel 7 van het decreet van 27 juni 1990 tot vaststelling van de wijze waarop de ambten van het personeel voor buitengewoon onderwijs worden bepaald, gewijzigd bij het programmadecreet van 29 juni 1998, wordt een tweede lid ingevoegd dat luidt als volgt : « In afwijking van het eerste lid beloopt het richtgetal voor het aantal leerlingen van het kleuteronderwijs 4 voor de onderwijstypen 2 en 4. »

Art. 17.Artikel 25 van hetzelfde decreet wordt door de volgende bepaling vervangen : «

Artikel 25.Per buitengewone secundaire school wordt een betrekking van werkmeester georganiseerd als het totaal aantal leerlingen 50 bereikt. »

Art. 18.Artikel 26 van hetzelfde decreet wordt opgeheven. HOOFDSTUK VII. - Wijziging van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor het gewoon onderwijs

Art. 19.Artikel 25, 1° van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor het gewoon onderwijs wordt als volgt vervangen : « 1° a) die Belg is en zijn woonplaats of zijn gewone verblijfplaats in de Duitstalige Gemeenschap heeft; b) die vreemdeling is, zijn woonplaats of zijn gewone verblijfplaats in de Duitstalige Gemeenschap heeft en in het vreemdelingenregister, het wachtregister of het bevolkingsregister van een gemeente van het Duitse taalgebied ingeschreven is;

Art. 20.Artikel 26, 1° van hetzelfde decreet wordt als volgt vervangen : « 1° a) die Belg is en zijn woonplaats of zijn gewone verblijfplaats in deze gemeente of - indien de school waarin hij zich wil inschrijven de dichtstbijzijnde is - in een naburige gemeente heeft; b) die vreemdeling is, zijn woonplaats of zijn gewone verblijfplaats in deze gemeente of - indien de school waarin hij zich wil inschrijven de dichtstbijzijnde is - in een naburige gemeente heeft en in het vreemdelingenregister, het wachtregister of het bevolkingsregister van de betrokken gemeente ingeschreven is;»

Art. 21.Artikel 27, 1° van hetzelfde decreet wordt als volgt vervangen : « 1° a) die Belg is en zijn woonplaats of zijn gewone verblijfplaats in de Duitstalige Gemeenschap heeft; b) die vreemdeling is, zijn woonplaats of zijn gewone verblijfplaats in de Duitstalige Gemeenschap heeft en in het vreemdelingenregister, het wachtregister of het bevolkingsregister van een gemeente van het Duitse taalgebied ingeschreven is;»

Art. 22.Artikel 29 van hetzelfde decreet wordt als volgt vervangen : «

Artikel 29.Principe Op verzoek van de persoon belast met de opvoeding, mits toestemming van het inrichtingshoofd van de buitengewone en van de gewone school en nadat de pedagogische raad van deze school gehoord is, mag een in een buitengewone school ingeschreven leerling die krachtig moet worden gesteund het gewoon onderwijs bezoeken wanneer een steunproject, uitgewerkt overeenkomstig artikel 30, door de Regering is goedgekeurd. »

Art. 23.Artikel 31 van hetzelfde decreet wordt als volgt vervangen : «

Artikel 31.Vergunningsprocedure en volgen van het project Het inrichtingshoofd van de gewone school dient vóór 15 juni bij het Ministerie een schriftelijk verzoek in voor een project dat tijdens het volgende schooljaar moet worden verwezenlijkt. De inspectie brengt een advies uit dat zij samen met het verzoek aan de Regering stuurt, welke haar beslissing vóór 15 juli aan de aanvrager meedeelt.

De inspectie zorgt voor het volgen van het project. Het inrichtingshoofd van de gewone school en hetgeen van de buitengewone school moeten haar regelmatig informeren over de verwezenlijking van de integratiemaatregelen en betekenen haar een eindverslag vóór 15 juni. Moet het project tijdens het daaropvolgend schooljaar worden voortgezet, dan wordt een dienovereenkomstig verzoek bij het verslag gevoegd. Het inrichtingshoofd van de gewone school en hetgene van de buitengewone school moeten eveneens de inspectie informeren als het project een einde wordt gemaakt of als het project geheroriënteerd wordt. »

Art. 24.Artikel 32, § 3, 2° van hetzelfde decreet wordt als volgt vervangen : « 2° de leerling niet in België woonachtig is of niet ingeschreven is in het bevolkingsregister, het vreemdelingenregister of het wachtregister van een Belgische gemeente; »

Art. 25.Artikel 34, lid 2 van hetzelfde decreet wordt als volgt vervangen : « In het lager onderwijs kan deze keuze tot de derde werkdag vóór het begin van elk schooljaar gewijzigd worden.

In het secundair onderwijs kan deze keuze één keer tot de laatste schooldag van de maand september van elk schooljaar gewijzigd worden. »

Art. 26.In artikel 87 van hetzelfde decreet wordt een derde lid ingevoegd dat luidt als volgt : « De beslissingen die in de gebieden bepaald in het tweede lid door de klasseraad genomen worden, moeten schriftelijk met redenen omkleed worden. »

Art. 27.Het opschrift van hoofdstuk XII van hetzelfde decreet wordt als volgt vervangen : « HOOFDSTUK XII. - Opheffings-, wijzigings- en overgangsbepalingen »

Art. 28.In hetzelfde decreet wordt een artikel 123bis ingevoegd dat luidt als volgt : «

Artikel 123bis.Overgangsbepaling De beslissingen die qua overgang of uitreiking van een studiekwalificatie door de klasseraad genomen worden, moeten schriftelijk met redenen omkleed worden. »

Art. 29.In hetzelfde decreet wordt een artikel 123ter ingevoegd dat luidt als volgt : «

Artikel 123ter.In afwijking van artikel 31, lid 1, moet het verzoek betreffende projecten die tijdens het schooljaar 1999-2000 moeten worden verwezenlijkt, vóór 30 juni 1999 ingediend worden. » HOOFDSTUK VIII. - Terugvorderingen in het onderwijs

Art. 30.De wedden, weddetoelagen en werkingstoelagen die ten onrechte werden uitbetaald, worden door de Regering teruggevorderd.

Gaat het om werkingstoelagen die ten onrechte werden uitbetaald, dan kan de terugvordering gebeuren d.m.v. een inhouding van de nog uit te betalen werkingstoelagen.

Art. 31.De mogelijkheid om tot de terugvordering over te gaan die in artikel 30, lid 1 bedoeld is, verjaart binnen de twee jaar vanaf 1 januari volgend op de uitbetaling.

In afwijking van het eerste lid beloopt de verjaringstermijn 30 jaar, indien de uitbetaalde wedden of toelagen berekend zijn op basis van bedrieglijke daden of valse gegevens.

Art. 32.Hoofdstuk VIII is niet van toepassing op het gewoon basisonderwijs. HOOFDSTUK IX. - Overgangsbepaling voor het schooljaar 1998-1999 inzake cursussen godsdienst en niet-confessionele zedenleer

Art. 33.In artikel 15 van het decreet van 30 juni 1997 houdende oprichting, handhaving, sluiting en organisatie van het gewoon basisonderwijs op basis van een betrekkingenpakket wordt een tweede lid ingevoegd dat luidt als volgt : « In afwijking van het eerste lid kan de inrichtende macht, voor het schooljaar 1998-1999, reeds op de eerste dag van het schooljaar bijkomende lestijden voor de cursussen godsdienst of niet-confessionele zedenleer organiseren; zij moet echter de lestijden op zich nemen die op 1 oktober niet meer beschikbaar zijn op grond van de nieuwe berekening. » HOOFDSTUK X. - Inwerkingtreding

Art. 34.Dit decreet treedt in werking op 1 september 1999, met uitzondering van de artikelen 8 en 33, welke op 1 september 1998 uitwerking hebben, van artikel 26, dat op een door de Regering vast te leggen datum in werking zal treden, en van de artikels 28 en 29, welke op 1 mei 1999 uitwerking hebben.

Kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Gegeven te Eupen, op 25 mei 1999.

J. MARAITE, Minister-President van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme K.-H. LAMBERTZ, Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden W. SCHRÖDER, Minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschappelijk Onderzoek, Monumenten en Landschappen _______ Nota (1) Zitting 1998-1999 : Bescheiden van de Raad : 146 (1998-1999), nr.1. Ontwerp van decreet. 146 (1998-1999), nr. 2. Amendementsvoorstel. 146 (1998-1999), nr. 3. Verslag;

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 25 mei 1999.

^