Etaamb.openjustice.be
Decreet van 27 januari 1998
gepubliceerd op 21 februari 1998

Decreet houdende instelling van een politie voor de bescherming van het gewestelijk openbaar wegendomein en houdende regeling van de voorwaarden voor de uitoefening van dat ambt

bron
waals ministerie voor uitrusting en vervoer
numac
1998027081
pub.
21/02/1998
prom.
27/01/1998
ELI
eli/decreet/1998/01/27/1998027081/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 JANUARI 1998. Decreet houdende instelling van een politie voor de bescherming van het gewestelijk openbaar wegendomein en houdende regeling van de voorwaarden voor de uitoefening van dat ambt (1)


De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit decreet beoogt het behoud van de materiële en fysieke integriteit van de goederen van het gewestelijk openbaar wegendomein en van hun oorspronkelijke bestemming.

In de zin van dit decreet wordt verstaan onder 'gewestelijk openbaar wegendomein' de gewestelijke wegen en autosnelwegen op het grondgebied van het Waalse Gewest alsmede hun aanhorigheden.

Art. 2.Onverminderd de bevoegdheid die bij of krachtens andere wets- of decreetsbepalingen aan andere ambtenaren verleend wordt, mogen de hiernavermelde personen binnen de grenzen van hun ambtsgebied de overtredingen van dit decreet en van de uitvoeringsbesluiten ervan vaststellen en proces-verbaal opmaken : 1° de ambtenaren van rang A4 die het ambt van directeur uitoefenen;2° de ambtenaren van rang A5 en A6 die houder zijn van een diploma van burgerlijk of industrieel ingenieur;3° de ambtenaren van niveau 2+, 2 en 3 die door de Waalse Regering aangewezen worden om toezicht op de wegen te houden. De in het vorige lid bedoelde ambtenaren zijn bekleed met de hoedanigheid van agent van de gerechtelijke politie en worden daartoe aangesteld en beëdigd. Hun processen-verbaal hebben bewijskracht tenzij de vastgestelde feiten weerlegd kunnen worden.

Art. 3.De in artikel 2, tweede lid, bedoelde processen-verbaal worden binnen vijftien dagen na het opmaken ervan door de ambtenaar van het bedoelde gebied, die titularis is van een graad van minstens rang A4 of die er het ambt van uitoefent, verzonden naar de overtreder en de officier die bekleed is met het ambt van het bevoegde openbaar ministerie.

Art. 4.§ 1. De in artikel 2, eerste lid, bedoelde ambtenaren mogen waarschuwingen richten aan de vermoedelijke dader van een in hoofdstuk II bedoelde overtreding. § 2. Wanneer ze tot één van de in artikel 2, eerste lid, 1° en 2°, bedoelde categorieën behoren, mogen deze ambtenaren de staking bevelen van handelingen of werken die de bruikbaarheid of de integriteit van het gewestelijk openbaar wegendomein in het gedrang brengen.

Elk gegeven bevel wordt in een proces-verbaal opgenomen en binnen drie dagen na de vaststelling van de feiten, die daartoe aanleiding hebben gegeven, aan de overtreder betekend door een ambtenaar van het bedoelde gebied die titularis is van een graad van minstens rang A2 of die er het ambt van uitoefent.

Art. 5.§ 1. Wanneer de dader van een in hoofdstuk II bedoelde overtreding schade heeft aangericht of zou kunnen aanrichten aan het gewestelijk openbaar wegendomein, wordt deze schade bij een afzonderlijk proces-verbaal vastgesteld door de in artikel 2, eerste lid, bedoelde ambtenaren.

Dit proces-verbaal wordt binnen vijftien dagen na het opmaken ervan bij aangetekende brief aan de overtreder betekend. De werken die uitgevoerd moeten worden om het gewestelijk openbaar wegendomein te herstellen en de termijn voor hun uitvoering worden nader bepaald in die brief. § 2. Wanneer de overtreder de werken niet uitvoert binnen de voorgeschreven termijn, is de Waalse Regering ertoe gemachtigd het gewestelijk openbaar wegendomein op kosten en op risico van de overtreder te laten herstellen. § 3. Wanneer de behoeften van de openbare diensten of de dringende noodzakelijkheid het wettigen, mag de Waalse Regering onmiddellijk bevel geven tot werken om het gewestelijk openbaar domein te laten herstellen op kosten en op risico van de overtreder. HOOFDSTUK II - Overtredingen van het reglement op de bescherming van het gewestelijk openbaar wegendomein

Art. 6.Met een boete van minstens 1 en hoogstens 26 BEF worden gestraft : 1° degenen die zonder schriftelijke machtiging van de beheerder het gewestelijk openbaar wegendomein zijn binnengedrongen of een handeling hebben verricht die de integriteit van het domein of de aanhorigheden ervan, alsmede die van de werken, installaties, aanplantingen aantast;2° degenen die materialen hebben gestolen die voor de behoeften van de wegendienst opgeslagen waren op het gewestelijk openbaar wegendomein en op de aanhorigheden ervan;3° degenen die het domein of de aanhorigheden ervan geheel of gedeeltelijk hebben bezet, er vaste of mobiele installaties hebben gebouwd of er goederen hebben opgeslagen, zonder schriftelijke machtiging van de beheerder en zonder inachtneming van de bestemming van het domein;4° degenen die zonder schriftelijke machtiging van de beheerder een werk hebben uitgevoerd op het gewestelijk openbaar wegendomein;5° degenen die zonder schriftelijke machtiging van de beheerder een tunnel hebben gegraven onder het gewestelijk openbaar wegendomein.

Art. 7.De in dit decreet bedoelde straffen worden bepaald onverminderd de straffen waarin een andere strafrechtelijke wetgeving voorziet.

Art. 8.Alle bepalingen van Boek I van het Strafwetboek, hoofdstuk VII en artikel 85 inbegrepen, zijn van toepassing op de in dit decreet bedoelde overtredingen; deze overtredingen worden vervolgd overeenkomstig de bij het Wetboek van strafvordering vastgestelde regels. HOOFDSTUK III. - Slotbepaling

Art. 9.Dit decreet treedt in werking de eerste dag van de derde maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 27 januari 1998.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, M. LEBRUN De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, B. ANSELME De Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming, J.-C. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, G. LUTGEN De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, W. TAMINIAUX De Minister van Onderzoek, Technologische Ontwikkeling, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

^