Etaamb.openjustice.be
Decreet van 30 juni 2017
gepubliceerd op 03 augustus 2017

Decreet tot wijziging en optimalisatie van diverse bepalingen van het Wapenhandeldecreet van 15 juni 2012

bron
vlaamse overheid
numac
2017030839
pub.
03/08/2017
prom.
30/06/2017
ELI
eli/decreet/2017/06/30/2017030839/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 JUNI 2017. - Decreet tot wijziging en optimalisatie van diverse bepalingen van het Wapenhandel decreet van 15 juni 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2012 pub. 04/07/2012 numac 2012035751 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de in-, uit-, doorvoer en overbrenging van defensiegerelateerde producten, ander voor militair gebruik dienstig materiaal, ordehandhavingsmateriaal, civiele vuurwapens, onderdelen en munitie sluiten (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet tot wijziging en optimalisatie van diverse bepalingen van het Wapenhandel decreet van 15 juni 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2012 pub. 04/07/2012 numac 2012035751 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de in-, uit-, doorvoer en overbrenging van defensiegerelateerde producten, ander voor militair gebruik dienstig materiaal, ordehandhavingsmateriaal, civiele vuurwapens, onderdelen en munitie sluiten

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2.In artikel 2 van het Wapenhandel decreet van 15 juni 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2012 pub. 04/07/2012 numac 2012035751 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de in-, uit-, doorvoer en overbrenging van defensiegerelateerde producten, ander voor militair gebruik dienstig materiaal, ordehandhavingsmateriaal, civiele vuurwapens, onderdelen en munitie sluiten worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 6° wordt de volgende zinsnede opgeheven: ", met uitzondering van overbrengingen tussen twee lidstaten van de EU, waarbij de goederen op een van de volgende manieren worden getransporteerd: a) ze worden overgeladen van het ene transportmiddel op een ander transportmiddel; b) ze worden van een transportmiddel gelost en worden nadien opnieuw op hetzelfde transportmiddel geladen;"; 2° er wordt een punt 6° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "6° /1 doorvoerder: als die verschillend is van de exporteur en de vervoerder, de natuurlijke persoon of de rechtspersoon, al dan niet vertegenwoordigd door een derde, die bij de doorvoer optreedt als douaneagent, scheepsagent, expediteur of vervoerscommissionair;"; 3° er wordt een punt 7° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "7° /1 exporteur: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon, al dan niet vertegenwoordigd door een derde, die een contract heeft gesloten met de bestemmeling in het land van bestemming of met de eindgebruiker in het land van eindgebruik en die het recht heeft te beslissen dat de betreffende goederen worden uitgevoerd of overgebracht vanuit het land van afzending naar het land van bestemming.Als er geen contract is gesloten, wordt onder de exporteur de persoon verstaan die het recht heeft te beslissen dat de betreffende goederen worden uitgevoerd of overgebracht vanuit het land van afzending naar het land van bestemming;"; 4° in punt 9° wordt de zinsnede "als vervat in resoluties 43/36L en 58/54 van de Algemene Vergadering van de VN" opgeheven;5° er wordt een punt 9° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "9° /1 importeur: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon, al dan niet vertegenwoordigd door een derde, die een contract heeft gesloten met de afzender in het land van afzending en die het recht heeft te beslissen dat de betreffende goederen worden ingevoerd of overgebracht vanuit het land van afzending naar het Vlaamse Gewest.Als er geen contract is gesloten, wordt de aanvraag ingediend door de persoon die het recht heeft te beslissen dat de betreffende goederen worden ingevoerd of overgebracht vanuit het land van afzending naar het land van bestemming;"; 6° punt 13° wordt vervangen door wat volgt: "13° munitie: het hele stuk of de componenten ervan die worden gebruikt in een vuurwapen, als het voorhanden hebben of het verwerven van die componenten verboden of vergunningsplichtig is op basis van de Wapen wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten en de uitvoeringsbesluiten ervan;"; 7° er wordt een punt 17° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "17° /1 vervoerder: als die verschillend is van de exporteur of de importeur, de natuurlijke persoon of de rechtspersoon, al dan niet vertegenwoordigd door een derde, die het transport van de in-, uit-, doorvoer of overbrenging uitvoert;"; 8° er worden een punt 19° en een punt 20° toegevoegd, die luiden als volgt: "19° Vuurwapenverordening 258/2012: verordening (EU) nr.258/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot uitvoering van artikel 10 van het Protocol van de Verenigde Naties tegen de illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie, tot aanvulling van het Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad (VN-protocol inzake vuurwapens), en tot vaststelling van uitvoervergunningen voor vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie en maatregelen betreffende de invoer en doorvoer ervan; 20° Wassenaar Arrangement: het informele internationale regime inzake exportcontrole voor conventionele wapens en voor producten en technologieën voor tweeërlei gebruik, ingesteld door de slotverklaring van de bijeenkomst te Wassenaar op 19 december 1995.".

Art. 3.Aan artikel 3 van hetzelfde decreet wordt een paragraaf 5 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 5. In overeenstemming met de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en de uitvoeringsbepalingen ervan en met de overeenkomsten inzake de wijze waarop de staten in kwestie worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, en de uitvoeringsbepalingen ervan, wordt: 1° de in-, uit- en doorvoer, vermeld in paragraaf 2, vanuit en naar Noorwegen en IJsland gelijkgesteld met overbrenging en doorvoer vanuit en naar een andere lidstaat van de EU;en 2° de in-, uit- en doorvoer, vermeld in paragraaf 3, vanuit en naar Noorwegen, IJsland, Liechtenstein en Zwitserland gelijkgesteld met overbrenging en doorvoer vanuit en naar een andere lidstaat van de EU. Als een wijziging van een overeenkomst als vermeld in het eerste lid, of de uitvoeringsbepalingen ervan dit vereist kan de Vlaamse Regering de gelijkstelling in het eerste lid inperken of uitbreiden naar andere landen.".

Art. 4.Aan artikel 4 van hetzelfde decreet, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt een paragraaf 2 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 2. De volgende personen zijn hoofdelijk verantwoordelijk voor de aanvraag van vergunningen en voor de indiening van kennisgevingen: 1° bij invoer en overbrenging naar het Vlaamse Gewest: de importeur en de vervoerder;2° bij uitvoer en overbrenging naar een andere EU-lidstaat: de exporteur, de vervoerder en, als die verschillend is, de persoon die de goederen op het Belgische grondgebied voorhanden heeft;3° bij doorvoer: de exporteur, de vervoerder en de doorvoerder. In het geval, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, wijst de aanvrager een vertegenwoordiger met woonplaats of maatschappelijke zetel in het Vlaamse Gewest aan.

De aanwijzing, vermeld in het tweede lid, is niet noodzakelijk als de aanvrager: 1° een gecertificeerde persoon is;2° de EU, de NAVO, de VN, het IAEA is, of een andere intergouvernementele organisatie waarvan het Vlaamse Gewest of België lid is;3° een overheidsorgaan of een onderdeel van de strijdkrachten van een andere lidstaat van de EU of de NAVO is. In het geval, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, brengt elke bij een voorgenomen in-, uit- of doorvoer betrokken partij met woonplaats of maatschappelijke zetel in het Vlaamse Gewest de aanvrager in voorkomend geval op de hoogte van de verplichtingen, vermeld in dit decreet, en kan die optreden als vertegenwoordiger, met behoud van de toepassing van artikel 10.".

Art. 5.Aan artikel 6 van hetzelfde decreet wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De vereiste, vermeld in artikel 40, § 4, geldt ook voor de definitieve uitvoer van vuurwapens, inclusief onderdelen en munitie ervan, die onder de toepassing van deze titel vallen en die geen civiele vuurwapens zijn.".

Art. 6.In artikel 8 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 en 2 worden de woorden "uit- en doorvoer" telkens vervangen door het woord "uitvoer"; 2° aan paragraaf 2 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Een lijst van ander voor militair gebruik dienstig materiaal wordt bijgehouden en gepubliceerd op de website van de Vlaamse overheid."; 3° er wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, die luidt als volgt: " § 2/1.In de volgende gevallen is een vergunning als vermeld in artikel 21 vereist voor de doorvoer van de goederen, vermeld in paragraaf 1 en 2: 1° de goederen worden van het ene transportmiddel op een ander transportmiddel overgeladen en het gaat niet over een overbrenging tussen twee lidstaten van de EU;2° de goederen worden van een transportmiddel gelost en nadien opnieuw op hetzelfde transportmiddel geladen en het gaat niet over een overbrenging tussen twee lidstaten van de EU;3° de exporteur, de vervoerder of de doorvoerder van de goederen of een andere bij de voorgenomen doorvoer betrokken partij draagt er kennis van of wordt er door de dienst die de Vlaamse Regering daarvoor heeft aangewezen, van in kennis gesteld dat: a) de goederen bestemd zijn of kunnen zijn voor een land dat op het moment van de voorgenomen doorvoer onderworpen is aan een wapenembargo of andere beperkende maatregelen van de VN, de EU of de OVSE;b) de goederen bestemd zijn of kunnen zijn voor een land waarvoor op het moment van de voorgenomen doorvoer met toepassing van artikel 43 en bij wijze van algemene maatregel de toegekende uit- en doorvoervergunningen geschorst of ingetrokken zijn of met toepassing van artikel 43/1 door de Vlaamse Regering geen enkele overbrenging, uit- of doorvoer met dat land als land van bestemming of eindgebruik wordt toegestaan;c) de goederen bestemd zijn of kunnen zijn voor het plegen van genocide, misdaden tegen de mensheid of oorlogsmisdaden, omschreven in de internationale verdragen waarbij België partij is;d) de doorvoer strijdig is of kan zijn met de verplichtingen van het Vlaamse Gewest en België als partij bij internationale verdragen of als lid van internationale regimes op het gebied van non-proliferatie of ontwapening;e) de doorvoer een bedreiging vormt of kan vormen voor de openbare orde of veiligheid of de wezenlijke veiligheidsbelangen van het Vlaamse Gewest en België of van andere lidstaten van de EU of de NAVO of van bevriende landen of bondgenoten. Als de exporteur, de vervoerder of de doorvoerder van de goederen of een andere bij de voorgenomen doorvoer betrokken partij een redelijk vermoeden heeft dat de voorgenomen doorvoer onder een of meer van de gevallen, vermeld in het eerste lid, valt of kan vallen, brengt hij de dienst die de Vlaamse Regering daarvoor heeft aangewezen, daarvan op de hoogte.

In afwijking van het eerste lid worden de gevallen van doorvoer, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, toegestaan op voorlegging van documenten waaruit de voorafgaande toestemming van het land van herkomst voor de uitvoer en de voorafgaande toestemming van het land van bestemming voor de invoer blijkt, of van documenten waaruit blijkt dat de uitvoer of invoer voltrokken kan worden zonder die voorafgaande toestemming, als het doorvoer betreft van een van de volgende soorten goederen: 1° goederen waarvan het eindgebruik zich afspeelt in een andere lidstaat van de EER;2° goederen die eigendom zijn van de strijdkrachten van een andere lidstaat van de EER en die louter voor het eigen gebruik door de betreffende strijdkrachten worden doorgevoerd. De Vlaamse Regering kan bepalen dat de afwijking, vermeld in het derde lid, ook geldt voor een of meer lidstaten van de NAVO of van het Wassenaar Arrangement."; 4° in paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden "uit- en" opgeheven.

Art. 7.In artikel 10 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het woord "persoon" vervangen door de zinsnede "aanvrager of, als de aanvrager geen woonplaats of maatschappelijke zetel in België heeft, zijn vertegenwoordiger met woonplaats of maatschappelijke zetel in het Vlaamse Gewest,";2° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt: " § 2.De machtiging, vermeld in paragraaf 1, wordt toegekend nadat is vastgesteld dat de aanvrager beschikt over de noodzakelijke moraliteit en betrouwbaarheid voor de uitoefening van activiteiten met betrekking tot defensiegerelateerde producten, ander voor militair gebruik dienstig materiaal en ordehandhavingsmateriaal.

Bij de beoordeling van de moraliteit van de aanvrager wordt rekening gehouden met de strafbare feiten, gepleegd door de aanvrager, en, als de aanvrager een rechtspersoon is, iedere bestuurder, zaakvoerder, commissaris van de rechtspersoon en elke bijzondere gemachtigde van de rechtspersoon die bevoegd is voor in-, uit-, doorvoer en overbrenging, die zijn vastgesteld in een proces-verbaal of die aanleiding hebben gegeven tot een strafrechtelijke veroordeling of een maatregel die het verval van de strafvordering inhoudt, en kan het advies gevraagd worden van de procureur des Konings van het arrondissement waar de aanvrager is gevestigd, van de Veiligheid van de Staat, van de Administratie der Douane en Accijnzen van de FOD Financiën en van de federale politie.

Bij de beoordeling van de betrouwbaarheid van de aanvrager wordt rekening gehouden met het interne programma tot naleving van de overbrengings- en uitvoercontroleprocedure of het uitvoerbeheerssysteem van de aanvrager en, als de aanvrager een rechtspersoon is, met de benoeming van een directielid van de aanvrager dat persoonlijk verantwoordelijk is voor in-, uit-, doorvoer en overbrenging.

De Vlaamse Regering stelt de procedure voor de aanvraag en toekenning en de nadere regels van de voorafgaande machtiging en de procedure voor het moraliteits- en betrouwbaarheidsonderzoek vast.".

Art. 8.Aan artikel 12, § 2, van hetzelfde decreet wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De aanvrager houdt van de melding, vermeld in het tweede lid, een schriftelijk bewijs bij.".

Art. 9.Aan artikel 14, § 6, van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De dienst die de Vlaamse Regering daarvoor heeft aangewezen, kan de registratie weigeren als er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de persoon in kwestie niet over de evenredige en passende middelen en procedures beschikt om te kunnen voldoen aan de verplichtingen die op het vlak van de overbrengingscontrole en de rapportering, vermeld in artikel 12 en 49, verbonden zijn of kunnen zijn aan het gebruik van een algemene vergunning.".

Art. 10.In artikel 16, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt punt 5° vervangen door wat volgt: "5° het gebruik van de algemene en de globale vergunning is niet toegestaan met toepassing van artikel 14, § 6, en artikel 15, § 3.".

Art. 11.In artikel 19 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt: " § 2.Met behoud van de toepassing van de relevante verplichtingen en verbintenissen van het Vlaamse Gewest en België voegt de aanvrager bij zijn aanvraag een verklaring van de eindgebruiker en, als dat van toepassing is, een internationaal invoercertificaat of een kopie van de invoervergunning.

De Vlaamse Regering stelt de nadere regels van de verklaring van de eindgebruiker vast."; 2° in paragraaf 3, eerste lid, worden tussen de woorden "verificatie van de eindgebruiker" en de woorden "of relevante verbintenissen" de woorden "of bijkomende gegevens" ingevoegd; 3° aan paragraaf 3, tweede lid, wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt: "3° het exportcontrolebeleid en de effectiviteit van het exportcontrolesysteem van het opgegeven land van eindgebruik buiten de EU aanleiding tot bezorgdheid zou kunnen geven.".

Art. 12.In hetzelfde decreet wordt een artikel 19/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 19/1.Personen die een individuele of globale vergunning aanvragen voor defensiegerelateerde producten die eerder vanuit een ander land zijn overgebracht of ingevoerd, en waaraan overbrengings- of uitvoervoorwaarden of overbrengings- of uitvoerbeperkingen verbonden zijn, voegen bij hun aanvraag de documenten die aantonen dat ze aan de voorwaarden en beperkingen hebben voldaan, eventueel met inbegrip van het feit dat ze van het land van herkomst de vereiste toestemming voor de overbrenging hebben verkregen.".

Art. 13.Aan artikel 20 van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "In elk geval kan de vergunning geweigerd worden als er een duidelijk risico bestaat dat de goederen in kwestie: 1° een andere bestemming krijgen dan is aangegeven in de aanvraag of onder ongewenste voorwaarden opnieuw uitgevoerd of overgebracht worden; 2° een bedreiging vormen voor de openbare orde of veiligheid of de wezenlijke veiligheidsbelangen van het Vlaamse Gewest en België of van andere lidstaten van de EU of de NAVO of van bevriende landen of bondgenoten.".

Art. 14.In artikel 24 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt: " § 2.Met behoud van de toepassing van de relevante verplichtingen en verbintenissen van het Vlaamse Gewest en België voegt de aanvrager bij zijn aanvraag een verklaring van de eindgebruiker en, als dat van toepassing is, een internationaal invoercertificaat of een kopie van de invoervergunning.

De Vlaamse Regering stelt de nadere regels van de verklaring van de eindgebruiker vast."; 2° in paragraaf 3, eerste lid, worden tussen de woorden "verificatie van de eindgebruiker" en de woorden "of relevante verbintenissen" de woorden "of bijkomende gegevens" ingevoegd.

Art. 15.Artikel 25 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 25.Personen die een vergunning aanvragen voor goederen die eerder vanuit een ander land zijn overgebracht of ingevoerd, en waaraan overbrengings- of uitvoervoorwaarden of overbrengings- of uitvoerbeperkingen verbonden zijn, voegen bij hun aanvraag de documenten die aantonen dat ze aan de voorwaarden en beperkingen hebben voldaan, eventueel met inbegrip van het feit dat ze van het land van herkomst de vereiste toestemming voor de uitvoer hebben verkregen.".

Art. 16.In artikel 26 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 3, derde lid, worden de woorden "gebruikt zullen worden" vervangen door de woorden "gebruikt zouden worden";2° aan paragraaf 3, derde lid, worden de woorden "of voor het vergemakkelijken of in de hand werken daarvan" toegevoegd;3° in paragraaf 4, tweede lid, wordt het woord "zullen" telkens vervangen door het woord "kunnen";4° in paragraaf 5, tweede lid, paragraaf 6 en paragraaf 8, tweede en derde lid, wordt het woord "zullen" telkens vervangen door het woord "zouden".

Art. 17.In artikel 28 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan punt 1° wordt de volgende zin toegevoegd: "Zo wordt een aanvraag geweigerd als vaststaat dat de toekenning van een vergunning strijdig is met een maatregel die opgelegd is met toepassing van artikel 43/1;"; 2° aan punt 3° wordt de volgende zin toegevoegd: "Zo wordt een aanvraag geweigerd als er een duidelijk risico bestaat dat de goederen of de technologie in kwestie gebruikt zouden worden voor de toepassing van de doodstraf of voor het vergemakkelijken of in de hand werken daarvan;".

Art. 18.Aan artikel 29 van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Deze titel stelt tevens voorschriften vast over de uitvoer van civiele vuurwapens, onderdelen en munitie, in overeenstemming met artikel 3, 4, 7, 8, 9, 10 en 11 van Vuurwapenverordening 258/2012.".

Art. 19.In artikel 30 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt de zinsnede ", uit- en doorvoer" vervangen door de woorden "en uitvoer";2° aan paragraaf 1 worden een tweede tot en met een vijfde lid toegevoegd, die luiden als volgt: "In de volgende gevallen is ook een vergunning vereist voor de doorvoer van de goederen, vermeld in het eerste lid: 1° de goederen worden van het ene transportmiddel op een ander transportmiddel overgeladen en het gaat niet over een overbrenging tussen twee lidstaten van de EU of over een uitvoer vanuit een EU-lidstaat op basis van Vuurwapenverordening 258/2012;2° de goederen worden van een transportmiddel gelost en nadien opnieuw op hetzelfde transportmiddel geladen en het gaat niet over een overbrenging tussen twee lidstaten van de EU of over een uitvoer vanuit een EU-lidstaat op basis van Vuurwapenverordening 258/2012;3° de exporteur, de vervoerder of de doorvoerder van de goederen of een andere bij de voorgenomen doorvoer betrokken partij draagt er kennis van of wordt er door de dienst die de Vlaamse Regering daarvoor heeft aangewezen, van in kennis gesteld dat: a) de goederen bestemd zijn of kunnen zijn voor een land dat op het moment van de voorgenomen doorvoer onderworpen is aan een wapenembargo of andere beperkende maatregelen van de VN, de EU of de OVSE;b) de goederen bestemd zijn of kunnen zijn voor een land waarvoor op het moment van de voorgenomen doorvoer met toepassing van artikel 43 en bij wijze van algemene maatregel de toegekende uit- en doorvoervergunningen geschorst of ingetrokken zijn of met toepassing van artikel 43/1 door de Vlaamse Regering geen enkele overbrenging, uit- of doorvoer met dat land als land van bestemming of eindgebruik wordt toegestaan;c) de goederen bestemd zijn of kunnen zijn voor het plegen van genocide, misdaden tegen de mensheid of oorlogsmisdaden, omschreven in de internationale verdragen waarbij België partij is;d) de doorvoer strijdig is of kan zijn met de verplichtingen van het Vlaamse Gewest en België als partij bij internationale verdragen of als lid van internationale regimes op het gebied van non-proliferatie of ontwapening;e) de doorvoer een bedreiging vormt of kan vormen voor de openbare orde of veiligheid of de wezenlijke veiligheidsbelangen van het Vlaamse Gewest en België of van andere lidstaten van de EU of de NAVO of van bevriende landen of bondgenoten. Als de exporteur, de vervoerder of de doorvoerder van de goederen of een andere bij de voorgenomen doorvoer betrokken partij een redelijk vermoeden heeft dat de voorgenomen doorvoer onder een of meer van de gevallen, vermeld in het tweede lid, valt of kan vallen, brengt hij de dienst die de Vlaamse Regering daarvoor heeft aangewezen, daarvan op de hoogte.

In afwijking van het tweede lid worden de gevallen van doorvoer, vermeld in het tweede lid, 1° en 2°, toegestaan op voorlegging van documenten waaruit de voorafgaande toestemming van het land van herkomst voor de uitvoer en de voorafgaande toestemming van het land van bestemming voor de invoer blijkt, of van documenten waaruit blijkt dat de uitvoer of invoer voltrokken kan worden zonder die voorafgaande toestemming, als het doorvoer betreft van een van de volgende soorten goederen: 1° goederen waarvan het eindgebruik zich afspeelt in een andere lidstaat van de EER;2° goederen die eigendom zijn van de strijdkrachten van een andere lidstaat van de EER en die louter voor eigen gebruik door de betreffende strijdkrachten worden doorgevoerd. De Vlaamse Regering kan bepalen dat de afwijking, vermeld in het vierde lid, ook geldt voor een of meer lidstaten van de NAVO of van het Wassenaar Arrangement.".

Art. 20.In artikel 31, § 2, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het derde lid wordt vervangen door wat volgt: "In afwijking van het eerste lid wordt in de volgende gevallen de in-, uit-, doorvoer of overbrenging toegestaan zonder opgave van de betreffende serienummers, op voorwaarde dat ze uiterlijk twee werkdagen voor elke zending op basis van de toegekende vergunning worden meegedeeld aan de dienst die de Vlaamse Regering daarvoor heeft aangewezen: 1° de civiele vuurwapens, onderdelen of munitie zijn besteld bij de producent en zijn nog in productie; 2° de civiele vuurwapens, onderdelen of munitie zullen verworven worden in het kader van een veiling of een beurs."; 2° het vierde en het vijfde lid worden opgeheven.

Art. 21.Aan artikel 33, § 2, van hetzelfde decreet wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De aanvrager houdt van de melding, vermeld in het tweede lid, een schriftelijk bewijs bij.".

Art. 22.In artikel 36 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan paragraaf 1, eerste lid, wordt de zinsnede "of die voor doeleinden van demonstratie of expositie zonder verkoop of van onderhoud, evaluatie en herstelling voor de duur van de betreffende activiteiten tijdelijk vanuit en naar lidstaten van de EU over te brengen, op voorwaarde dat ze een bewijs kunnen voorleggen dat aantoont dat ze de goederen daadwerkelijk voor dergelijke activiteiten overbrengen" toegevoegd;2° in paragraaf 1, tweede lid, worden tussen de woorden "van deze" en het woord "kennisgeving" de woorden "open vergunning en" ingevoegd;3° paragraaf 2 wordt opgeheven.

Art. 23.In artikel 39 van hetzelfde decreet wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt: " § 2. In afwijking van artikel 38 kunnen personen die in het bezit zijn van de open vergunning, vermeld in artikel 36, § 1, op basis van een voorafgaande kennisgeving en voor de duur van de betreffende activiteiten vergunningsplichtige vuurwapens en vrij verkrijgbare vuurwapens die door de Vlaamse Regering niet vrijgesteld zijn van de vergunning tot in- en uitvoer, en onderdelen en munitie ervan tijdelijk in- en uitvoeren voor doeleinden van demonstratie of expositie zonder verkoop en van onderhoud, evaluatie, herstelling en tijdelijke opslag, op voorwaarde dat ze een bewijs kunnen voorleggen dat aantoont dat ze de goederen daadwerkelijk voor dergelijke activiteiten in- of uitvoeren.

De Vlaamse Regering stelt de nadere regels van de kennisgeving, vermeld in het eerste lid, vast.".

Art. 24.In artikel 40 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, tweede lid, wordt de zinsnede "een document dat de eindgebruiker en het eindgebruik vermeldt, zoals een verklaring van de eindgebruiker" vervangen door de woorden "een verklaring van de eindgebruiker"; 2° aan paragraaf 2 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De Vlaamse Regering stelt de nadere regels van de verklaring van de eindgebruiker vast."; 3° in paragraaf 3, eerste lid, worden tussen de woorden "verificatie van de eindgebruiker" en de woorden "of relevante verbintenissen" de woorden "of bijkomende gegevens" ingevoegd.

Art. 25.In artikel 43, § 1, van hetzelfde decreet worden tussen de woorden "van dit decreet" en de woorden "zijn toegekend" de woorden "of op basis van Vuurwapenverordening 258/2012" ingevoegd.

Art. 26.In hetzelfde decreet wordt een titel 4/1 ingevoegd, die luidt als volgt: "Titel 4/1. - Algemene beperkende maatregelen".

Art. 27.In hetzelfde decreet wordt in titel 4/1, ingevoegd bij artikel 26, een artikel 43/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 43/1.§ 1. Als in een land omstandigheden plaatsvinden of hebben plaatsgevonden die een dermate belangrijk effect kunnen hebben op de toets, vermeld in artikel 26, 28, 41 en 42, en als wordt geoordeeld dat in die omstandigheden elke overbrenging, uit- of doorvoer met dat land als land van bestemming of eindgebruik in strijd zou zijn met de criteria, vermeld in de voormelde artikelen, kan de Vlaamse Regering beslissen dat voor een periode van ten hoogste zes maanden geen enkele overbrenging, uit- of doorvoer met dat land als land van bestemming of eindgebruik wordt toegestaan.

De Vlaamse Regering vermeldt in de beslissing, vermeld in het eerste lid, voor welke eindgebruikers of categorieën van eindgebruikers en voor welke categorieën van goederen als vermeld in artikel 7, 8 en 30, de maatregel geldt.

De Vlaamse Regering kan beslissen dat de overbrenging, uit- en doorvoer toch toegestaan kunnen worden als het betreffende land het land van bestemming, maar niet het land van eindgebruik is. § 2. Elke maatregel die met toepassing van paragraaf 1 wordt uitgevaardigd, wordt periodiek geëvalueerd.

Als het op basis van de omstandigheden in het betreffende land op dat moment noodzakelijk wordt geacht, kan de maatregel, vermeld in paragraaf 1, telkens voor een periode van ten hoogste zes maanden verlengd of aangepast worden. § 3. De Vlaamse Regering stelt de procedure voor het opleggen, verlengen en aanpassen van de maatregel, vermeld in paragraaf 1, en de nadere regels ervan vast.

De uitvaardiging, verlenging, niet-verlenging of aanpassing van de maatregel, vermeld in paragraaf 1, wordt onmiddellijk na de beslissing gemeld aan het Vlaams Parlement en gepubliceerd op de website van de Vlaamse overheid.".

Art. 28.In artikel 45, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "machtiging of certificaat" vervangen door de zinsnede "machtiging, certificaat of schriftelijke bevestiging".

Art. 29.Artikel 46 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 46.§ 1. Met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de officieren en agenten van gerechtelijke politie en de personeelsleden van de Administratie der Douane en Accijnzen van de FOD Financiën houden de personeelsleden die de Vlaamse Regering aanwijst, hierna toezichthouders te noemen, toezicht op de naleving van dit decreet, Vuurwapenverordening 258/2012, en de uitvoeringsbesluiten ervan. § 2. Als dat redelijkerwijs nuttig kan zijn voor de vervulling van hun opdracht, kunnen toezichthouders gebruikmaken van de volgende rechten: 1° op elk moment, met het nodige materiaal, elke plaats betreden.Tot bewoonde lokalen hebben ze echter alleen toegang na voorafgaande en schriftelijke toestemming van de bewoner of na voorafgaande en schriftelijke machtiging van de rechter in de politierechtbank. In het laatste geval kunnen ze de bewoonde lokalen alleen betreden tussen vijf uur 's morgens en eenentwintig uur 's avonds; 2° inzage vorderen in alle documenten, correspondentie en andere informatiedragers in welke vorm ook, en zich daarvan een kopie laten verstrekken of zelf een kopie maken;3° zaken onderzoeken of laten onderzoeken, beproeven of laten beproeven, monsters ervan nemen of laten nemen, en ze meten of laten meten en daarvoor verpakkingen openen of laten openen.Als het onderzoek niet ter plaatse uitgevoerd kan worden, mogen ze de zaken voor korte tijd meenemen tegen een door hen af te geven schriftelijk bewijs; 4° relevante inlichtingen inwinnen;5° elke persoon ondervragen over feiten die ze nuttig achten voor de uitoefening van het toezicht;6° transportmiddelen kosteloos laten stoppen om de lading te onderzoeken of te laten onderzoeken, met inbegrip van de lading die zich op de kade of in opslagplaatsen in de haven bevindt en die bestemd is voor of afkomstig is van het transport over het water of in de lucht, en van de vervoersdocumenten.Als het onderzoek niet ter plaatse uitgevoerd kan worden, mogen ze bevelen dat de lading naar een andere plaats binnen een straal van 15 kilometer wordt overgebracht, op kosten van de verantwoordelijke voor de in-, uit-, doorvoer of overbrenging.

Bij de uitoefening van hun rechten mogen toezichthouders vaststellingen doen met behulp van audiovisuele middelen, mogen ze zich laten bijstaan door personen die ze daarvoor hebben aangewezen op grond van hun deskundigheid, en kunnen ze de bijstand van de politie vorderen.

Bij de ontdekking van een inbreuk kunnen toezichthouders, met het oog op de bewijsvoering, alle bewarende maatregelen met betrekking tot zaken nemen voor een termijn van hoogstens tweeënzeventig uur. Als de inbreuk een misdrijf als vermeld in artikel 47, § 1, betreft, brengt de toezichthouder die een dergelijke bewarende maatregel heeft genomen, die onmiddellijk ter kennis van de bevoegde procureur des Konings.

Bij de uitoefening van hun rechten dragen toezichthouders een legitimatiebewijs bij zich, dat ze onmiddellijk tonen als dat gevraagd wordt. De Vlaamse Regering stelt de kenmerken van dat legitimatiebewijs vast.

Iedereen verleent aan toezichthouders binnen de door hen gestelde termijn alle medewerking die ze redelijkerwijs kunnen vragen bij de uitoefening van hun toezichtrechten. Het verhinderen van het door of krachtens dit decreet geregelde toezicht wordt bestraft conform artikel 48, § 1, tweede lid. § 3. Toezichthouders zijn bevoegd om de misdrijven, vermeld in artikel 47, § 1, op te sporen en vast te stellen door een proces-verbaal. Dat proces-verbaal geldt tot bewijs van het tegendeel.

De toezichthouder bezorgt zijn proces-verbaal onmiddellijk aan de bevoegde procureur des Konings, samen met een schriftelijk verzoek waarin de procureur des Konings gevraagd wordt zich uit te spreken over de al dan niet strafrechtelijke behandeling van de inbreuk in kwestie.

Een kopie van elk proces-verbaal wordt ook bezorgd aan de dienst, vermeld in artikel 48, en, als dat relevant is, aan de bevoegde dienst van de Administratie der Douane en Accijnzen van de FOD Financiën.

De Vlaamse Regering kan aan toezichthouders de hoedanigheid toekennen van officier van gerechtelijke politie. § 4. Toezichthouders zijn bevoegd om andere inbreuken op de bepalingen van het decreet, Vuurwapenverordening 258/2012, en van de uitvoeringsbepalingen dan de misdrijven, vermeld in artikel 47, § 1, op te sporen met gebruik van de rechten, vermeld in paragraaf 2, en die inbreuken vast te stellen in een verslag van vaststelling.

Een kopie van het verslag van vaststelling wordt onmiddellijk bezorgd aan de betrokken personen en aan de dienst, vermeld in artikel 48.

Als in samenhang met de inbreuk in kwestie een misdrijf als vermeld in artikel 47, § 1, wordt vastgesteld, wordt de vaststelling van de inbreuk opgenomen in het proces-verbaal, vermeld in paragraaf 3.".

Art. 30.In artikel 47 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt de zinsnede "inbreuken en pogingen tot inbreuk op de bepalingen van dit decreet en van de uitvoeringsbepalingen ervan" vervangen door de woorden "de inbreuken en pogingen tot inbreuk, vermeld in deze paragraaf, op de bepalingen van dit decreet, Vuurwapenverordening 258/2012, en van de uitvoeringsbepalingen ervan"; 2° aan paragraaf 1, eerste lid, wordt de volgende zin toegevoegd: "Die inbreuken worden misdrijven genoemd."; 3° in paragraaf 1, tweede lid, wordt tussen de zinsnede "artikel 3, § 1, eerste lid," en de woorden "en de uit- en doorvoer" de zinsnede "in-," ingevoegd en worden tussen de woorden "of de OVSE" en de woorden "wordt bestraft" de woorden "en de pogingen daartoe" ingevoegd;4° in paragraaf 1, derde lid, worden tussen de woorden "van dit decreet" en "aan een vergunning" de woorden "of op basis van Vuurwapenverordening 258/2012" ingevoegd en wordt tussen de zinsnede "toegekende vergunning," en de woorden "wordt bestraft" de woorden "en de pogingen daartoe" ingevoegd;5° in paragraaf 1 wordt het vierde lid opgeheven;6° in paragraaf 1, vijfde lid, dat het vierde lid wordt, worden de woorden "vierde lid" vervangen door de woorden "derde lid"; 7° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de zin "Onder poging tot inbreuk als vermeld in paragraaf 1, eerste lid, worden de volgende handelingen verstaan" vervangen door de zin "Met poging tot inbreuk als vermeld in paragraaf 1, eerste lid, worden de volgende handelingen gelijkgesteld."; 8° in paragraaf 2, eerste lid, 1°, wordt de zinsnede "het verzenden, vervoeren of voorhanden hebben" vervangen door de zinsnede "het verzenden, vervoeren, verwerven of voorhanden hebben";9° in paragraaf 2, eerste lid, 2°, worden tussen de woorden "van dit decreet" en de woorden "en de uitvoeringsbepalingen ervan" de woorden ", Vuurwapenverordening 258/2012," ingevoegd.

Art. 31.In artikel 48 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, worden de woorden "een overtreding van de bepalingen van dit decreet of van de uitvoeringsbepalingen ervan" vervangen door de zinsnede "een misdrijf of een poging tot misdrijf als vermeld in artikel 47, § 1,"; 2° in het eerste lid, 1°, wordt de zinsnede "ten minste 50 euro en ten hoogste het dubbel van de waarde van de goederen in kwestie" vervangen door de zinsnede "ten minste 150 euro en ten hoogste 150.000 euro of het dubbel van de waarde van de goederen in kwestie, indien hoger voor misdrijven, vermeld in artikel 47, § 1, eerste lid, en ten minste 50 euro en ten hoogste 50.000 euro of het dubbel van de waarde van de goederen in kwestie, indien hoger voor misdrijven, vermeld in artikel 47, § 1, tweede lid,"; 3° aan het eerste lid wordt de volgende zin toegevoegd: "De geldboete wordt vermeerderd met de opdeciemen die van toepassing zijn voor de strafrechtelijke geldboeten."; 4° er wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "In de gevallen waarin een daarvoor bevoegde instantie andere inbreuken op de bepalingen van het decreet, Vuurwapenverordening 258/2012, en van de uitvoeringsbepalingen dan de misdrijven, vermeld in artikel 47, § 1, heeft vastgesteld, of een poging daartoe, kan de dienst die de Vlaamse Regering daarvoor heeft aangewezen, beslissen om een administratieve geldboete op te leggen die ten minste 10 euro bedraagt en ten hoogste 10.000 euro of het dubbel van de waarde van de goederen in kwestie, als die hoger is. De geldboete wordt vermeerderd met de opdeciemen die van toepassing zijn voor de strafrechtelijke geldboeten."; 5° het bestaande tweede en derde lid vormen paragraaf 2;6° er worden een paragraaf 3 tot en met paragraaf 5 toegevoegd, die luiden als volgt: " § 3.In geval van betwisting van de beslissing, vermeld in paragraaf 1, moet op straffe van verval binnen een termijn van twee maanden vanaf de ontvangst van de kennisgeving van de beslissing met de indiening van een verzoekschrift beroep aangetekend worden bij de rechtbank van eerste aanleg in het rechtsgebied waar de betrokken persoon zijn woonplaats of maatschappelijke zetel heeft.

Als de betrokken persoon geen woonplaats of maatschappelijke zetel in België heeft, moet het beroep aangetekend worden bij de rechtbank van eerste aanleg van Brussel.

TITEL Vbis van boek II van het vierde deel van het Gerechtelijk Wetboek is van overeenkomstige toepassing.

Het beroep schorst de uitvoering van de beslissing. § 4. Bij verzachtende omstandigheden kan door de dienst, vermeld in paragraaf 1, bij het opleggen van de geldboete, vermeld in paragraaf 1, of door de rechtbank van eerste aanleg, in geval van beroep, het bedrag van de opgelegde geldboete worden verminderd, zelfs tot onder het toepasselijke minimumbedrag. § 5. Op verzoek van de betrokken persoon kan de geldboete of het activiteitenverbod, vermeld in paragraaf 1, worden opgelegd met uitstel van tenuitvoerlegging gedurende een proefperiode die niet minder dan een jaar en niet meer dan drie jaar mag bedragen.

Het uitstel wordt van rechtswege herroepen als gedurende de proeftijd een nieuwe inbreuk als vermeld in dit decreet, is gepleegd, met een veroordeling tot een straf of het opleggen van een administratieve geldboete of activiteitenverbod tot gevolg.".

Art. 32.In hetzelfde decreet wordt een artikel 48/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 48/1.Er wordt een Fonds Wapenhandelgerelateerde Boeten opgericht, hierna het fonds te noemen.

Het fonds is een begrotingsfonds als vermeld in artikel 12 van het decreet van 8 juli 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/07/2011 pub. 05/08/2011 numac 2011035642 bron vlaamse overheid Decreet houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof sluiten houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof.

Het fonds wordt gespijsd door de invordering van de administratieve boeten, vermeld in artikel 48 van dit decreet, en artikel 24, § 2, van het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de uitvoering van de overeenkomst tot verbod van de ontwikkeling, de productie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens, gedaan te Parijs op 13 januari 1993 (de Overeenkomst).

Het fonds wordt aangewend voor het toezicht op de naleving van dit decreet, de uitvoering en de handhaving ervan, en voor initiatieven om de compliance van de Vlaamse defensie-industrie, wapenhandelaars en wapenbezitters te bevorderen, zoals informatiesessies en documentatiemateriaal.

De rekenplichtige die de ontvangsten gedaan heeft, beschikt rechtstreeks over de kredieten van het fonds.".

Art. 33.In artikel 49, § 3, eerste lid, 5°, van hetzelfde decreet worden de woorden "vierde lid" vervangen door de woorden "tweede lid".

Art. 34.In artikel 50 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan paragraaf 1 wordt een punt 7° toegevoegd, dat luidt als volgt: "7° de maatregelen opgelegd met toepassing van artikel 43/1."; 2° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt: " § 2.In het jaarlijks verslag, vermeld in paragraaf 1, brengt de Vlaamse Regering aan het Vlaams Parlement verslag uit over het gebruik van de algemene vergunningen, vermeld in artikel 14, § 2, en van globale vergunningen als vermeld in artikel 15.

Per algemene vergunning wordt een overzicht gegeven van het aantal personen dat van de vergunning heeft gebruikgemaakt en van de totale waarde in euro van de verrichte overbrengingen, uitgesplitst in de lidstaat van bestemming, de categorie van de bestemmeling, het land van eindgebruik, als dat verschillend is van het land van bestemming, de categorie van de eindgebruiker, als die verschillend is van de bestemmeling, en de categorie van de defensiegerelateerde producten.

Per globale vergunning wordt een overzicht gegeven van de totale waarde in euro van de verrichte overbrengingen, uitgesplitst in de lidstaat van bestemming, de categorie van de bestemmeling, het land van eindgebruik, als dat verschillend is van het land van bestemming, de categorie van de eindgebruiker, als die verschillend is van de bestemmeling, en de categorie van de defensiegerelateerde producten."; 3° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt: " § 3.In het jaarlijkse verslag, vermeld in paragraaf 1, en in een halfjaarlijks verslag brengt de Vlaamse Regering aan het Vlaams Parlement verslag uit over de toegekende vrijstellingen, over andere vergunningen die toegekend en geweigerd zijn dan de vergunningen, vermeld in paragraaf 2, en over de toegekende en geweigerde verlengingen van die vergunningen.

Per land wordt een overzicht gegeven van het aantal vrijstellingen, vergunningen en verlengingen die zijn toegekend en geweigerd, en van de totale waarde daarvan in euro.

Per toegekende vrijstelling en per toegekende of geweigerde vergunning of verlenging voor dat land worden vervolgens de volgende gegevens opgelijst: 1° de categorie van de defensiegerelateerde producten, het ander voor militair gebruik dienstig materiaal, het ordehandhavingsmateriaal, de civiele vuurwapens, de onderdelen of de munitie in kwestie;2° het land van eindgebruik, als dat verschillend is van het land van bestemming;3° de categorieën van de bestemmelingen;4° de categorieën van de eindgebruikers, als die verschillend zijn van de bestemmelingen;5° de waarde in euro van de vrijstelling, vergunning of verlenging; 6° als dat van toepassing is, het criterium of de criteria, vermeld in artikel 26 en 28, op basis waarvan de vergunning of verlenging is geweigerd."; 4° er worden een paragraaf 3/1 en een paragraaf 3/2 ingevoegd, die luiden als volgt: " § 3/1.In het jaarlijkse verslag, vermeld in paragraaf 1, en in een halfjaarlijks verslag brengt de Vlaamse Regering aan het Vlaams Parlement verslag uit over de afgeleverde voorlopige adviezen, vermeld in artikel 9, § 1, en over de toegekende en geweigerde schriftelijke bevestigingen, vermeld in artikel 9, § 2.

Per voorlopig advies worden vervolgens de volgende gegevens opgelijst: 1° het type van de aanvraag: a) in-, uit-, doorvoer of overbrenging;b) tijdelijke of definitieve in-, uit-, doorvoer of overbrenging;2° de categorie van de defensiegerelateerde producten, het ander voor militair gebruik dienstig materiaal, of het ordehandhavingsmateriaal in kwestie;3° de landen van afzending; 4 de landen van bestemming; 5° de landen van eindgebruik, als die verschillend zijn van de landen van bestemming;6° de categorieën van de bestemmelingen;7° de categorieën van de eindgebruikers, als die verschillend zijn van de bestemmelingen;8° het positieve of negatieve oordeel over de voorgelegde in-, uit-, doorvoer of overbrenging;9° als dat van toepassing is, het criterium of de criteria, vermeld in artikel 11, 26 en 28, waarop het negatieve oordeel is gebaseerd. Per toegekende en geweigerde schriftelijke bevestiging wordt vervolgens een technische beschrijving gegeven van de goederen waarvoor de schriftelijke bevestiging is gevraagd. § 3/2. Maandelijks wordt een verslag met een overzicht van de in de afgelopen maand toegekende vrijstellingen en de toegekende en geweigerde vergunningen en verlengingen gepubliceerd op de website van de Vlaamse overheid.

Het verslag, vermeld in het eerste lid, bevat dezelfde gegevens als de gegevens, vermeld in paragraaf 2.".

Art. 35.In artikel 3 van het decreet van 8 juli 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/07/2016 pub. 22/08/2016 numac 2016036201 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 17 december 2015 tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 2 maart 2007 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de uitvoering van de Overeenkomst tot verbod van de ontwikkeling, de productie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens, gedaan te Parijs op 13 januari 1993 (1) sluiten houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 17 december 2015 tot wijziging van het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de uitvoering van de overeenkomst tot verbod van de ontwikkeling, de productie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens, gedaan te Parijs op 13 januari 1993 (de Overeenkomst), waarvan het bestaande eerste lid paragraaf 1 zal vormen en het bestaande tweede tot en met het vijfde lid paragraaf 2 zullen vormen, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het bestaande tweede lid worden de woorden "het eerste lid" vervangen door de zinsnede "paragraaf 1";2° er worden een paragraaf 3 tot en met 5 toegevoegd, die luiden als volgt: " § 3.Bij verzachtende omstandigheden kan bij het opleggen van de geldboete, vermeld in paragraaf 1, het bedrag van de opgelegde geldboete worden verminderd, zelfs tot onder het toepasselijke minimumbedrag. § 4. Op verzoek van de betrokken persoon kan de geldboete of het activiteitenverbod, vermeld in paragraaf 1, worden opgelegd met uitstel van tenuitvoerlegging gedurende een proefperiode die niet minder dan een jaar en niet meer dan drie jaar mag bedragen.

Het uitstel, vermeld in het eerste lid, wordt van rechtswege herroepen als gedurende de proeftijd een nieuwe inbreuk als vermeld in het voormelde samenwerkingsakkoord en de uitvoeringsbesluiten ervan, is gepleegd, met een veroordeling tot een straf of het opleggen van een administratieve geldboete of activiteitenverbod tot gevolg. § 5. De personeelsleden die met toepassing van artikel 46 van het Wapenhandel decreet van 15 juni 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2012 pub. 04/07/2012 numac 2012035751 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de in-, uit-, doorvoer en overbrenging van defensiegerelateerde producten, ander voor militair gebruik dienstig materiaal, ordehandhavingsmateriaal, civiele vuurwapens, onderdelen en munitie sluiten zijn aangewezen om toezicht te houden op de naleving van het voormelde decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan, houden ook toezicht op de naleving van het voormelde samenwerkingsakkoord en de uitvoeringsbesluiten ervan en zijn bevoegd om de inbreuken op het samenwerkingsakkoord en de uitvoeringsbesluiten ervan op te sporen en vast te stellen door een proces-verbaal.

De bepalingen in artikel 46, § 1 en § 3, van het voormelde decreet zijn van overeenkomstige toepassing.".

Art. 36.Artikel 19 van het decreet van 20 december 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013036201 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2014 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2014, gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/07/2016 pub. 22/08/2016 numac 2016036201 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 17 december 2015 tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 2 maart 2007 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de uitvoering van de Overeenkomst tot verbod van de ontwikkeling, de productie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens, gedaan te Parijs op 13 januari 1993 (1) sluiten, wordt opgeheven.

Art. 37.Artikel 32, 35 en 36 treden in werking op de datum van inwerkingtreding van het samenwerkingsakkoord van 17 december 2015 tot wijziging van het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de uitvoering van de overeenkomst tot verbod van de ontwikkeling, de productie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens, gedaan te Parijs op 13 januari 1993 (de Overeenkomst).

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 30 juni 2017.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, G. BOURGEOIS _______ Nota (1) Zitting 2016-2017. Documenten. - Ontwerp van decreet, 1121 - Nr. 1. - Amendementen, 1121 - Nr. 2. - Verslag van de hoorzitting, 1121 - Nr. 3. - Verslag, 1121 - Nr. 4. - Amendementen na indiening van het verslag, 1121 - Nr. 5. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 1121 - Nr. 6.

Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 21 juni 2017.

^