Etaamb.openjustice.be
Decreet van 30 november 1998
gepubliceerd op 13 juli 1999

Decreet houdende toestemming in het samenwerkingsakkoord betreffende de installatie van computers in de Waalse onderwijsinrichtingen, tussen de Regering van de Franse Gemeenschap, de Regering van het Waalse Gewest en de Regering van de Duitstalige Gemeenschap

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
1999029232
pub.
13/07/1999
prom.
30/11/1998
ELI
eli/decreet/1998/11/30/1999029232/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 NOVEMBER 1998. - Decreet houdende toestemming in het samenwerkingsakkoord betreffende de installatie van computers in de Waalse onderwijsinrichtingen, tussen de Regering van de Franse Gemeenschap, de Regering van het Waalse Gewest en de Regering van de Duitstalige Gemeenschap (1)


De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Het op 19 februari 1998 gesloten samenwerkingsakkoord betreffende de installatie van computers in de Waalse onderwijsinrichtingen, tussen de Regering van de Franse Gemeenschap, de Regering van het Waalse Gewest en de Regering van de Duitstalige Gemeenschap wordt goedgekeurd.

Art. 2.Dit decreet treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 30 november 1998.

De Minister-Voorzitster van de Regering van de Franse Gemenschap, belast met het onderwijs, de Audiovisuele Sector, de Hulpverlening aan de Jeugd, het Kinderwelzijn en de Gezondheidspromotie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION De Minister van Cultuur en Permanente Opvoeding, Ch. PICQUE De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE

Samenwerkingsakkoord betreffende de installatie van computers in de Waalse onderwijsinrichtingen, tussen de Regering van de Franse Gemeenschap, de Regering van het Waalse Gewest en de Regering van de Duitstalige Gemeenschap

Artikel 1.De Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap hebben besloten om nauwe samenwerkingsverbanden tot stand te brengen tussen het gewestelijk beleid inzake de telecommunicatieontwikkeling, de daarmee gepaard gaande economische filière en de gemeenschappelijke beleidsvormen inzake de opleiding van leerlingen voor nieuwe technologieën van informatiewerking en telecommunicatie.

Art. 2.De Franse Gemeenschap, Het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap zullen de in het Waalse Gewest gelegen inrichtingen van het basis- en secundair onderwijs en van het onderwijs voor sociale promotie, de nodige middelen ter beschikking stellen om de leerlingen op te leiden voor nieuwe technologieën inzake informatieverwerking en telecommunicatie.

Art. 3.Vanaf 1 september 1998, zal elke inrichting van het gewoon of buitengewoon secundair onderwijs die meer dan 200 leerlingen telt en in het Waalse Gewest gelegen is, kunnen beschikken over een volledige uitrusting waarvan de kenmerken in samenspraak door de drie Regeringen zullen worden vastgesteld met inachtneming van een gezamenlijk opgemaakt bestek.

Inrichtingen van het onderwijs voor sociale promotie die dezelfde lokalen gebruiken als inrichtingen van het secundair onderwijs met volledig leerplan, kunnen onder de door de Regering van de Franse Gemeenschap en van de Duitstalige Gemeenschap bepaalde voorwaarden eveneens gebruik maken van de in het eerste lid bedoelde uitrusting.

Alle kosten m.b.t. de terbeschikkingstelling, het onderhoud en de verzekering tegen diefstal en beschadiging van de in het eerste lid bedoelde uitrusting worden door het Waalse Gewest gedragen.

De processors en de software zullen regelmatig vernieuwd worden, voor zover de begrotingsmiddelen het toelaten.

De onderwijsinrichtingen kunnen afgedankte uitrustingsstukken verwerven tegen de residuwaarde ervan.

Art. 4.De begunstigde inrichtingen moeten voldoen aan de volgende pedagogische kwaliteitsnormen : - ze moeten beschikken over leerkrachten die een opleiding hebben gevolgd voor het gebruik van informatica en multimedia, alsmede voor het pedagogische gebruik van Internet; - hun project moet voorzien in deelneming aan telematische uitwisselingen alsook in het gebruik van databanken van pedagogische hulpmiddelen van de pedagogische servers, overeenkomstig hetzij het decreet van de Franse Gemeenschap tot bepaling van de prioritaire taken van het Onderwijs, hetzij de regels betreffende de opdrachten en de organisatie van het onderwijs die van kracht zijn in de Duitstalige Gemeenschap; - ze moeten een project indienen en uitvoeren m.b.t. de organisatie van pedagogische activiteiten die de leerlingen toegang verlenen tot de moderne technieken i.v.m. informatieverwerking en telecommunicatie.

De regels voor de toepassing van het eerste lid worden bepaald door het in artikel 7 bedoelde orgaan. Ze kunnen al naargelang de Gemeenschap verschillen.

Art. 5.De Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap zijn, ieder binnen haar bevoegdheden, belast met de organisatie van de opleiding van de personeelsleden. Ze moeten zorgen voor de aanwezigheid van een resource-persoon in elke inrichting en voor de ontwikkeling van pedagogische servers; ze moeten ook meewerken aan de verwezenlijking van documentatieservers, met o.a. het netwerk van de erkende bibliotheken.

Beide Gemeenschappen moeten, ieder binnen haar bevoegdheden, ervoor zorgen dat de door hen beheerde pedagogische servers de gebruikers informatie verschaffen over de culturele, sociale aardrijkskunde, patrimonium, hulpbronnen en, in het algemeen, over alles dat kan bijdragen tot hun culturele, economische en sociale ontwikkeling.

Beide Gemeenschappen zullen, ieder binnen haar bevoegdheden, rechtstreeks of onrechtstreeks zorgen voor de Internet-verbinding en de desbetreffende communicatiekosten dragen.

Vanaf 1 januari 1999 wordt de beheerder van het Win-netwerk door het Waalse Gewest ter beschikking gesteld van beide gemeenschappen om te fungeren als operator van Internetdiensten tussen hun inrichtingen en diensten die op het grondgebeid van het Waalse Gewest gelegen zijn.

Art. 6.Vanaf 1 september 1999 kunnen de inrichtingen van het gewoon en buitengewoon lager onderwijs en van het buitengewoon secudair onderwijs die niet onder de toepassing van artikel 3 vallen, alsook de inrichtingen voor sociale promotie, voor zover ze een opleiding van het secundair niveau organiseren, in aanmerking komen voor een gelijksoortige dienst onder de voorwaarden die de drie regeringen gezamenlijk zullen bepalen.

Al naar gelang de omvang van de inrichtingen zal de uitrusting toevertrouwd worden aan de inrichtingen zelf of aan gemeenschappelijke hulpcentra de gemeen zijn aan verschillende inrichtingen.

Voor de tweede fase zal dezelfde investering worden toegestaan als voor de in artikel 3 omschreven eerste fase.

Art. 7.De drie Regeringen zullen gezamenlijk een orgaan oprichten dat belast zal worden met het toezicht op de uitvoering van het uitrustingsplan en, voor zover de begrotingsmiddelen het toelaten, met de ontwikkeling ervan, o.a. door de vernieuwing van het materieel. Het moet er ook voor zorgen dat de niet-obsolete informatica-uitrusting ten gunste van het onderwijs wordt gerecycleerd.

Het orgaan moet de drie Regeringen, op eigen initiatief of op hun verzoek, advies geven of voorstellen doen op dat de in artikel 1 omschreven doelen bereikt kunnen worden.

Het orgaan is samengesteld uit vertegenwoodigers van de drie Regeringen en van hun bevoegde besturen alsook, in de hoedanigheid van raadgever, uit vertegenwoordigers van de organen die de onderwijsnetten vertegenwoordigen en coördineren.

Art. 8.De drie Regeringen zullen gezamenlijk en, zoveel mogelijk in samenwerking met het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, een stichting oprichten die de vrijwillige bijdragen van bedrijven in ontvangst zal nemen. De stichting zal, onder de door de drie Regeringen bepaalde voorwaarden, betrokken worden bij het beheer van het krachtens artikel 7 opgerichte orgaan.

Art. 9.In afwachting van de oprichting van het in artikel 7 bedoelde orgaan worden zijn taken en prerogatieven waargenomen door een begeleidingscomité voor de opvolging van dit akkoord.

Het begeleidingscomité bestaat uit : - 2 vertegenwoordigers van de Regering van de Franse Gemeenschap; - 3 vertegenwoordigers van de Waalse Regering; - 1 vertegenwoordiger van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap.

Het bestaat bovendien uit respectief een vertegenwoordiger van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, het Ministerie van het Waalse Gewest, het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer, en het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap, allen met raadgevende stem.

Als het comité het nuttig acht, hoort het vertegenwoordigers van de organen die de onderwijsnetten vertegenwoordigen en coördineren, in de hoedanigheid van deskundigen.

Art. 10.De Regering van de Franse Gemeenschap van het Waalse Gewest, de Regering en de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, ieder afzonderlijk, onderwerpen dit akkoord aan de bekrachtiging van hun Parlement binnen zes maanden na de ondertekening ervan.

De Minister-Voorzitster van de Franse Gemeenschap, belast met Onderwijs, Mevr. L. ONKELINX De Minister-President van de Waalse Regering, R. COLLIGON De Minister-President van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, J. MARAITE _______ Nota (1) Zitting 1998-1999. Stukken van de Raad. - Ontwep van decreet : nr. 265, nr. 1. Verslag : nr. 265, nr. 2.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 25 november 1998.

^