Etaamb.openjustice.be
Document van 12 juli 1999
gepubliceerd op 31 juli 1999

Besluit van de administrateur-generaal houdende delegatie van taken en bevoegdheden van de administrateur-generaal naar de adjunct-administrateur-generaal en ambtenaren van de rangen A2 en A1

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1999035996
pub.
31/07/1999
prom.
12/07/1999
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 JULI 1999. - Besluit van de administrateur-generaal houdende delegatie van taken en bevoegdheden van de administrateur-generaal naar de adjunct-administrateur-generaal en ambtenaren van de rangen A2 en A1


De administrateur-generaal Gelet het ministerieel besluit van 9 juli 1999 houdende delegatie van het bestuur en de vertegenwoordiging van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest, inzonderheid artikel 1, Besluit :

Artikel 1.Aan Mevr. Henny De Baets, adjunct-administrateur-generaal worden volgende taken gedelegeerd : 1° de algemene administratie en organisatie;2° de personeelsadministratie;3° de opleiding en vorming;4° het financieel beheer belast ondermeer met de opstelling van het jaarlijks budget;5° het logistiek beheer en informaticabeheer;6° de juridische aangelegenheden, meer specifiek : - juridische adviezen aan alle besturen en diensten; - adviseren van ontwerpovereenkomsten; - de behandeling van gemeentelijke reglementen; - contacten met de parketten; - het aanduiden van en de contacten met de advocaten bij het voeren van rechtsgedingen en bij het inwinnen van externe juridische adviezen; - de redactie van de wetgeving; - de behandeling van de dossiers aanhangig bij de Raad van State; - de procedures voortvloeiend uit het afvalstoffendecreet en zijn uitvoeringsbesluiten; - de procedures voortvloeiend uit het bodemsaneringsdecreet en zijn uitvoeringsbesluiten met technische ondersteuning van de afdelingen subsidiëring en ambtshalve sanering en bodemonderzoek en attestering; 7° communicatie, sensibilisering en informatie;8° de ondertekening van de briefwisseling en administratieve bescheiden in de plaats van de administrateur-generaal, bij diens afwezigheid of in diens opdracht;9° de ondertekening van alle administratieve bescheiden die voortvloeien uit de in de punten 1 tot en met 7 gedelegeerde taken en opdrachten.

Art. 2.Aan de heer Luc Beeckmans worden volgende taken gedelegeerd : 1° het adviseren van vergunningsaanvragen ingediend in uitvoering van het VLAREM;2° het opvolgen van de afvalstoffenstromen in het algemeen;3° het uitvoeren of doen uitvoeren van analyses op afvalstoffen, evenals de administratieve behandeling van aanvragen voor erkenning als laboratorium;4° het aantekenen van beroep op eigen initiatief tegen de beslissingen van de gemeenten en/of de Bestendige Deputaties genomen in het kader van het VLAREM;5° de vertegenwoordiging van de OVAM op de provinciale milieuvergunningscommissies;6° de uitvoering van alle taken en opdrachten voortvloeiend uit de Verordening EEG nr.259/93 van de Raad van de Europese gemeenschap van 1 februari 1993 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese gemeenschap en van het Verdrag van Bazel van 22 maart 1989, goedgekeurd bij de wet van 6 augustus 1993; 7° de organisatie van en het toezicht op de naleving van de meldingsplicht, de ophaling en de overbrenging van afvalstoffen, alsmede op de uitvoering van de verplichtingen opgelegd inzake de aanwending van secundaire grondstoffen en op het afvalstoffenbeheer door de bedrijven; 8° de erkenning van ophalers en de registratie van vervoerders, 9° het behandelen van vergunningsaanvragen m.b.t. dierlijk afval; 10° de advisering m.b.t. de bestemming van afvalstromen; 11° de uitvoering van artikel 11 van het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen;incl. de verlening van gebruikscertificaten en het toezicht erop; 12° het opstellen en het bijhouden van een afvalstoffencatalogus;13° het bijhouden van het afvalstoffenanalysecompendium;14° de inning en de invordering van de milieuheffingen, alsmede het toezicht erop;15° het opvolgen van de werkzaamheden voor de E U.inzake afvalstoffen, het opstellen van verslagen voor de E.U. en bijwonen van commissies en werkgroepen terzake; 16° het medewerken aan sectorale uitvoeringsplannen, beleidsprogrammering en databeheer;17° de behandeling en goedkeuring van subsidieaanvragen conform het koninklijk besluit van 23 juli 1981 betreffende de gesubsidieerde werken en latere wijzigingen;18° het adviseren van initiatieven binnen de OVAM inzake subsidiëringsbeleid;19° de goedkeuring van modellen voor recipiënten, hulpmiddelen en inrichtingen die het voorwerp uitmaken van het subsidiëringsbeleid;20° het voorbereiden, organiseren, opvolgen en uitvoeren van overeenkomsten met doelgroepen inzake het voorkomen of recupereren van afvalstoffen;21° het organiseren en uitvoeren van pilootprojecten inzake selectieve inzameling van afvalstoffen;22° het voorbereiden en begeleiden van OVAM-participaties in op te richten bedrijven of instellingen die de afvalrecuperatie ais maatschappelijk doel hebben;23° het voorbereiden en begeleiden van OVAM-participaties in op te richten bedrijven of instellingen in het kader van onderzoek en ontwikkeling van preventie;24° het voorbereiden en begeleiden van OVAM-participaties in op te richten bedrijven, vennootschappen of instellingen die de afvalstoffenverwijdering tot doel hebben;25° het programmeren, opvolgen en evalueren van onderzoek inzake de voorkoming en recuperatie van afvalstoffen;26° het opstellen en uitwerken van kwaliteitsnormen in functie van de afzetbevordering;27° de uitvoering, begeleiding en opvolging van het PRESTI-project en het nemen van nieuwe initiatieven inzake preventie;28° het voorbereiden en onderhandelen van milieubeleidsovereenkomsten, teneinde de doelstellingen van het afvalstoffenbeleid te realiseren;29° het nemen van initiatieven inzake de aanvaardingsplicht en/of de terugnameplicht van afvalstoffen en de responsabilisering van de producent;30° het ondertekenen van alle administratieve bescheiden die voortvloeien uit de in de punten 1 tot 29 gedelegeerde taken en opdrachten.

Art. 3.Aan de heer Felix Kucnerowicz worden volgende taken gedelegeerd : 1° het formuleren, de voorbereiding, de behandeling en opvolging van de dossiers inzake ambtshalve verwijdering van achtergelaten afvalstoffen;2° de voorbereiding, de behandeling en opvolging van de dossiers inzake ambtshalve saneringen alsmede het medeformuleren van voorstellen voor ambtshalve saneringen.Dit betreft meer bepaald de bodemsaneringsprojecten en de smeringen zelf en de nazorg; 3° het nemen van voorzorgsmaatregelen en veiligheidsmaatregelen op plaatsen waar een ambtshalve verwijdering/ambtshalve sanering dient te worden uitgevoerd;4° het opleggen van gebruiksbeperkingen op bodems waar ambtshalve saneringen worden uitgevoerd;5° het uitvoeren of doen uitvoeren van analyses die verband houden met de werkzaamheden inzake ambtshalve verwijdering of sanering;6° de goedkeuring van de rapporten die in het kader van deze werkzaamheden worden opgesteld; 7° de advisering van beleidsvoorstellen inzake bodemsaneringen en beleidsinitiatieven m.b.t. bodemoriënterende onderzoeken; 8° de advisering bij de toewijzing van de verantwoordelijkheden m.b.t. de verplichtingen voortvloeiend uit het afvalstoffendecreet resp. het bodemsaneringsdecreet; 9° de technische ondersteuning van de juridische dossiers m.b.t. de behandeling van procedures voortvloeiend uit het afvalstoffendecreet en zijn uitvoeringsbesluiten en uit het bodemsaneringsdecreet en zijn uitvoeringsbesluiten; 10° de advisering van beleidsvoorstellen inzake veiligheids- en voorzorgsmaatregelen;11° het medewerken aan sectorele uitvoeringsplannen, beleidsprogrammering en databeheer;12° het voorstellen van de lijst van de bodemsaneringen waarvan de uitvoering ambtshalve door OVAM zal worden begonnen/voortgezet;13° het ondertekenen van alle administratieve bescheiden die voortvloeien uit de in de punten 1 tot en met 12 gedelegeerde opdrachte.

Art. 4.Aan de heer Wilfried De Nijs worden volgende taken gedelegeerd : 1° het uitstippelen van het beleid inzake bodemsaneringen, het bepalen van de prioriteiten en de programmering ervan;2° het beheer van het register van verontreinigde gronden, incl.het opstellen van lijsten van verontreinigde sites en het opstellen van statistieken; 3° het afleveren van bodemattesten, incl.het beoordelen van de ontvankelijkheid en het beheer van de betalingen; 4° het goed en/of afkeuren van oriënterende bodemonderzoeken, incl. het opstellen van modi-operandi en het uitvoeren van controleonderzoeken; 5° het zelf uitvoeren van oriënterende bodemonderzoeken;6° het beoordelen van beschrijvende bodemonderzoeken, incl.de prioriteitenbepaling en het verlenen van technische assistentie aan de juridische dienst voor de behandeling van de beroepen; 7° het zelf uitvoeren van beschrijvende bodemonderzoeken, incl.de prioriteitenbepaling; 8° het beoordelen van bodemsaneringswerken die niet vallen onder de ambtshalve procedure;9° de voorbereiding, behandeling en opvolging van dossiers inzake verplichte en vrijwillige saneringen;10° het uitstippelen van het beleid inzake veiligheids- en voorzorgsmaatregelen;11° het beheer van de grondbank; 12° het opvolgen en de OVAM-vertegenwoordiging inzake EG-voorstellen met m.b.t. bodemsanering; 13° het uitvoeren of doen uitvoeren van analyses die verband houden met de werkzaamheden inzake bodemsanering;14° de goedkeuring van de rapporten die in het kader van de werkzaamheden worden opgesteld;15° het uitstippelen van het beleid inzake gebruiksbeperkingen van verontreinigde bodems; 16° de technische ondersteuning van juridische dossiers, m.n. bij de behandeling van procedures voortvloeiend uit het bodemsaneringsdecreet en zijn uitvoeringsbesluiten, wat betreft de bevoegdheid van deze afdeling (o.a. terugvorderingen en ingebrekestellingen); 17° het medewerken aan sectorale uitvoeringsplannen, beleidsprogrammering en databeheer;18° het voorstellen van de gebruiksbeperkingen;19° het voorstellen van onteigeningen voorzien in artikel 24 van het bodemsaneringsdecreet;20° het voorstellen van gronden waar bodemsanering moet plaatsvinden conform artikel 30 van het bodemsaneringsdecreet, met inbegrip van de prioriteitsbepaling;21° het uitbrengen van advies in verband met onteigening aan de onteigenende overheid;22° het milieutechnisch verantwoord beheer met betrekking tot hergebruik van uitgegraven grond;23° het opnemen van verontreinigde gronden in het register van verontreinigde gronden;24° het opleggen van voorzorgsmaatregelen;25° het treffen van veiligheidsmaatregelen, voor zover ze louter bodemonderzoeken betreffen;26° het opleggen van dwangmaatregelen voorzien in het bodemsaneringsdecreet;27° het verzoeken tot het stellen van financiële zekerheden en het goed- en afkeuren ervan;28° het aanmanen om over te gaan tot bodemsanering;29° het afleveren van de verklaring waarin de resultaten van de bodemsanering vastgesteld worden; 30° het adviseren van de lijst bedoeld in artikel 3.12; 31° het ondertekenen van alle administratieve stukken die voortvloeien uit de in de punten 1 tot 30 gedelegeerde opdrachten.

Art. 5.Aan de heer Eddy Van Dyck worden volgende taken gedelegeerd : 1° het conform verklaren van voorstellen van beschrijvend bodemonderzoek;2° het opleggen van aanvullingen of aanpassingen van beschrijvende bodemonderzoeken;3° het conform verklaren van beschrijvende bodemonderzoeken;4° het conform verklaren van bodemsaneringsprojecten;5° het formuleren van voorstellen tot wijziging of aanvulling van bodemsaneringsprojecten;6° het erkennen en schorsen van bodemsaneringsdeskundigen;7° het uitvoeren of laten uitvoeren van onderzoeken met betrekking tot bodemsaneringsnormen en -technieken;8° het ondertekenen van alle administratieve bescheiden die voortvloeien uit de in de punten 1 tot en met 7 gedelegeerde taken en opdrachten.

Art. 6.Aan de heer Guy Haemels worden alle taken gedelegeerd die noodzakelijk zijn voor projectontwikkeling en projectwerking, evenals het ondertekenen van de hieruit voortvloeiende bescheiden.

Art. 7.De in de artikelen 1 tot en met 6 voorziene delegaties gelden niet voor : 1° briefwisseling met federale ministers of staatssecretarissen en met regionale of gemeenschapsministers.Ze moeten aan de Vlaamse minister bevoegd inzake Leefmilieu voorgelegd worden; 2° de aanwerving van contractuelen;3° de gunning van opdrachten voor aanneming van werken en de levering van goederen en diensten voor zover ze meer bedragen dan : - 3 000 000 F in geval van een openbare aanbesteding of een algemene offerteaanvraag; - 1 500 000 F in geval van beperkte aanbesteding of een beperkte offertevraag; - 500 000 F in geval van onderhandse opdracht.

Art. 8.Brieven en nota's aan de Vlaamse minister bevoegd inzake het Leefmilieu worden door de administrateur-generaal ondertekend en bij diens afwezigheid door de adjunct-administrateur-generaal. Bij afwezigheid duiden ze een plaatsvervanger aan.

Art. 9.De bevoegdheid inzake de in dit delegatiebesluit niet gespecifieerde, taken en opdrachten, blijft bij de administrateur-generaal. Hij kan ze verder bij afzonderlijke besluiten delegeren.

Art. 10.De in dit delegatiebesluit vermelde personeelsleden kunnen de aan hen toegewezen taken en bevoegdheden verder delegeren aan ambtenaren van rang A1. Zij blijven echter ten aanzien van de administrateur-generaal mede-verantwoordelijk voor de door hen aan ondergeschikten gedelegeerde taken en opdrachten.

Art. 11.Alle in dit besluit verleende delegaties zijn voor intrekking of herziening vatbaar.

Art. 12.Dit delegatiebesluit treedt onmiddellijk in werking.

Mechelen, 12 juli 1999.

Ir. Frank Parent, administrateur-generaal.

^