Etaamb.openjustice.be
Erratum van 08 augustus 1997
gepubliceerd op 09 oktober 1997

Koninklijk besluit tot wijziging van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen in uitvoering van artikel 3, § 1, 4° van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie. - Erratum

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1997022740
pub.
09/10/1997
prom.
08/08/1997
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU


8 AUGUSTUS 1997. Koninklijk besluit tot wijziging van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen in uitvoering van artikel 3, § 1, 4° van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie. - Erratum


Bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad nr. 162 van 28 augustus 1997, blzn. 21969 en 21970.

Om te voldoen aan de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3bis, § 1, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996, wordt bij hogergenoemd koninklijk besluit het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State nr L.26.705/1/V, gegeven op 14 juli 1997, gevoegd : « ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, eerste vakantiekamer, op 14 juli 1997 door de Minister van Volksgezondheid verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste drie dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "tot wijziging van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen in uitvoering van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie", heeft op 17 juli 1997 het volgende advies gegeven : Volgens artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, vervangen bij de wet van 4 augustus 1996, moeten in de adviesaanvraag de redenen worden opgegeven tot staving van het spoedeisend karakter ervan.

In het onderhavige geval luidt die motivering als volgt : « L'urgence est motivée par le fait que les dépenses de l'I.N.A.M.I. doivent être équilibrées pour assurer le fonctionnement de la sécurité sociale, plus particulièrement l'assurance maladie-invalidité, et que la mesure prévue par ce projet apportera des économies qu'il faut pouvoir effectuer au plus vite au budget de l'Etat. » Gelet op de korte termijn welke hem voor het geven van zijn advies wordt toegemeten, heeft de Raad van State zich moeten beperken tot het maken van de hiernavolgende opmerkingen.

STREKKING VAN HET ONTWERP De wijziging welke het voor advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit beoogt aan te brengen in de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, bestaat hierin dat in artikel 6 van die wet een paragraaf 2 wordt ingevoegd krachtens welke het de ziekenhuisapotheker toegestaan zal zijn, tegelijk met de andere officina-apothekers, op doktersvoorschrift binnen de perken van het therapeutisch formularium bepaald door de Koning, geneesmiddelen af te leveren aan personen die gehuisvest zijn in rusthuizen voor bejaarden, in rust- en verzorgingstehuizen, in psychiatrische verzorgingstehuizen en in beschutte woningen.

De ontworpen regeling komt er in wezen op neer dat de ziekenhuisofficina voor bepaalde publieksgroepen wordt opengesteld.

Daardoor wijzigt de ontworpen regeling het concept zelf van de ziekenhuisapotheek : een ziekenhuisofficina staat immers per definitie niet open voor het publiek (1).

Het is trouwens om die reden dat ziekenhuisapotheken - in tegenstelling tot de voor het publiek opengestelde apotheken - niet onderworpen zijn aan het vereiste van een voorafgaande vergunning als bedoeld in artikel 4, § 3, 1°, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies. Het ontwerp heeft tot gevolg dat impliciet van die vergunningsverplichting wordt afgeweken.

RECHTSGROND Blijkens de aanhef van het ontwerp moet de rechtsgrond voor de ontworpen regeling worden gezocht in artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie.

Krachtens die bepaling "(kan) de Koning... maatregelen nemen om... het financieel evenwicht van de stelsels van sociale zekerheid te waarborgen".

In de bij de adviesaanvraag gevoegde nota aan de Ministerraad wordt uiteengezet dat de ontworpen regeling een minderuitgave tot gevolg zal hebben voor het "budget geneesmiddelen" van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gelet op de verschillende winstmarges die gelden voor geneesmiddelen naar gelang ze geleverd worden aan een ziekenhuisapotheek of aan een voor het publiek opengestelde apotheek. Er blijkt derhalve aangenomen te kunnen worden dat de ontworpen regeling rechtsgrond vindt in de voormelde bepaling van de wet van 26 juli 1996.

ONDERZOEK VAN DE TEKST Aanhef 1. Aangezien de ontworpen wijziging van de wet van 25 maart 1964 uitsluitend betrekking heeft op artikel 6, redigere men het tweede lid van de aanhef als volgt : "Gelet op de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, inzonderheid op artikel 6, gewijzigd bij de wet van 21 juni 1983;". 2. Het derde lid van de aanhef, waarin wordt verwezen naar de hoogdringendheid, dient te worden weggelaten.3. Luidens artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, vervangen bij de wet van 4 augustus 1996, moet de in de adviesaanvraag opgegeven motivering met betrekking tot het spoedeisend karakter ervan overgenomen worden in de aanhef van de verordening. Er dient in dat verband te worden opgemerkt dat de in het zesde lid van de aanhef opgenomen motivering niet overeenstemt met die welke in de adviesaanvraag wordt aangevoerd.

Ter inachtneming van de voornoemde bepaling van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, moeten het vijfde, zesde en zevende lid van de aanhef worden vervangen door de volgende twee leden : « Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door de omstandigheid dat... (verder zoals in de adviesaanvraag);

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 17 juli 1997, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;".

Enig artikel. Dit artikel dient als volgt te worden geredigeerd : « Aan artikel 6 van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, gewijzigd bij de wet van 21 juni 1983, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt een § 2 toegevoegd, luidend als volgt : « § 2. De ziekenhuisapotheker ... (verder zoals in het ontwerp)... ».

De kamer was samengesteld uit : De heer W. Deroover, kamervoorzitter.

De heren : D. Albrecht;

P. Lemmens, staatsraden.

De heer A. Alen;

Mevrouw Y. Merchiers, assessoren van de afdeling wetgeving, Mevrouw A. Beckers, griffier.

De overeenstemming tussen de Nederlandse en de Franse tektst werd nagezien onder toezicht van de heer W. Deroover.

Het verslag werd uitgebracht door de heer W. Van Vaerenbergh, auditeur. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door de heer C. Adams, adjunct-referendaris.

De griffier, A. Beckers.

De voorzitter, W. Deroover.

Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld.

^