Etaamb.openjustice.be
Huishoudelijk Règlement van 02 augustus 2007
gepubliceerd op 17 augustus 2007

Huishoudelijk reglement van de Vaste Commissie van de lokale politie

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2007000755
pub.
17/08/2007
prom.
02/08/2007
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

2 AUGUSTUS 2007. - Huishoudelijk reglement van de Vaste Commissie van de lokale politie


HOOFDSTUK I. - Inleiding

Artikel 1.In dit reglement wordt verstaan onder : ?« het Besluit », het Koninklijk Besluit van 7 december 2006 betreffende de Vaste Commissie van de lokale politie; ? « het Reglement », het huishoudelijk reglement van de Vaste Commissie van de lokale politie; ? « de Voorzitter », de Voorzitter van de Vaste Commissie van de lokale politie; ? « de Commissie », de Vaste Commissie van de lokale politie; ? « het Bestuur », het Dagelijks Bestuur van de Vaste Commissie van de lokale politie; ? « Subcommissies », de Commissies die in overeenstemming met de artikelen 29 tot en met 33 van het Reglement worden opgericht ter behandeling van een specifiek onderwerp; ? « Secretaris », Vast Secretaris : het lid van de lokale politie dat in overeenstemming met artikelen 15 tot en met 20 van het Reglement de verantwoordelijkheid draagt voor de dagelijkse werking van het secretariaat van de Commissie. ? « Vast lid », de stemgerechtigde leden zoals bepaald in art. 2, 1° van het Besluit ? « Raadgevend lid », de waarnemers met raadgevende stem zoals bepaald in art. 2, 2° van het Besluit.

Art. 2.In uitvoering van art. 13 van het Besluit heeft dit reglement tot doel : ? de bevoegdheden van de Voorzitter, de Vice-voorzitters en Secretaris vast te leggen; ? de samenstelling, werking en taken van de deskundigenteams te verduidelijken; ? de wijze van aanduiding van het aantal Adjunct-secretarissen en Assistent-Secretarissen te regelen; ? de samenstelling en werking van de Subcommissies en Selectiecommissies te regelen; ? de wijze vast te leggen waarop de vergaderingen worden samengeroepen, hoe de agenda wordt samengesteld en aan de leden ter kennis wordt gebracht en hoe de notulen van de vergaderingen worden opgesteld en verspreid. HOOFDSTUK II. - Zetel van de Commissie

Art. 3.De zetel van de Commissie is gevestigd op het adres van het secretariaat (Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Algemene Directie voor het Veiligheids- en Preventiebeleid, Secretariaat van de Vaste Commissie van de lokale politie, Waterloolaan 76, 1000 Brussel.) Op voorstel van de Commissie kan de Minister van Binnenlandse Zaken ermee instemmen dat de zetel op een ander adres wordt gevestigd.

Art. 4.Alle briefwisseling bestemd voor de Commissie of haar Voorzitter wordt verzonden naar het secretariaat (in art. 3 vermelde adres.) De briefwisseling kan worden verzonden via de post, per fax of per e-mail : vclp@ibz.fgov.be HOOFDSTUK III. - De Voorzitter

Art. 5.De uittredende Voorzitter, of bij diens ontstentenis de oudste aanwezige Vice-voorzitter in jaren, ontvangt van de effectieve Vaste leden van de Commissie de kandidatuurstellingen voor het Voorzitterschap voor een volgende mandaatperiode.

Indien er verschillende kandidaten voor het Voorzitterschap zijn, zullen de Vaste leden van de Commissie, bij geheime stemming de Voorzitter verkiezen en vervolgens voor deze functie aan de Minister van Binnenlandse Zaken voordragen.

Art. 6.De Voorzitter zit de vergaderingen voor van de Commissie, het Dagelijks Bestuur en de Subcommissies waarop hij aanwezig is. Hij verbindt de Commissie en vertegenwoordigt haar voor alle externe onderhandelingen en betrekkingen. Hij kan voor bepaalde aangelegenheden onder de Vaste leden van de Commissie (een) tijdelijke of permanente plaatsvervanger(s) aanduiden.

Art. 7.Wanneer de Voorzitter verhinderd is, wordt hij voor de duur van zijn verhindering vervangen door de Eerste Vice-voorzitter.

Wanneer de Eerste Vice-voorzitter voor een langere duur dan zes weken de Voorzitter vervangt, wordt hij aangesteld als Voorzitter a.i. en beschikt hij over de volle bevoegdheden die krachtens dit huishoudelijk reglement aan de Voorzitter zijn toegekend.

Art. 8.De Voorzitter kan een Vice-voorzitter, één of meer leden van de Commissie, van het secretariaat of van de Subcommissies, vooraf bepaalde opdrachten toevertrouwen of zich door hen laten bijstaan.

Zo zal hij mits een voorafgaand overleg met de leden van de Commissie afspraken maken over het onderhouden van permanente contacten met de lokale korpschefs binnen een provincie of deel ervan.

De Voorzitter kan aan effectieve of plaatsvervangende leden vragen aanwezig te willen zijn bij overlegmomenten of gebeurtenissen op provinciaal, gewestelijk, nationaal of internationaal vlak waar de vertegenwoordiging van de lokale politie wenselijk of noodzakelijk is.

In samenspraak met de Vaste leden van de Commissie verdeelt de Voorzitter het portefeuillehouderschap voor één of meerdere beleids- en beheersdomeinen die betrekking hebben op de werking en organisatie van de lokale politie.

De portefeuillehouder begeleidt en ondersteunt de Adjunct-secretaris die met de dagelijkse opvolging en het dossierbeheer van dezelfde aangelegenheden is belast.

De Vaste leden van de Commissie of de leden van het secretariaat kunnen, ten behoeve van de lokale korpschefs binnen een vooraf bepaalde regio, door de Voorzitter worden gelast informatieopdrachten uit te voeren.

Art. 9.Van alle door de Voorzitter, of de door hem gemandateerde personen, uitgevoerde externe onderhandelingen en ingenomen standpunten wordt kennis gegeven in de eerstvolgende algemene vergadering.

Art. 10.Alle akten met betrekking tot de werking van de Commissie en adviezen ten behoeve van de overheden worden ondertekend door de Voorzitter en meeondertekend door de Secretaris.

Art. 11.Tijdens het lopende mandaat van de Voorzitter of van een Vice-voorzitter kan, met een omstandige motivering waaruit moet blijken dat de verstandhouding binnen de werking van de Commissie grondig is verstoord, een procedure worden ingeleid tot eventuele beëindiging van het bedoelde mandaat.

Deze procedure « motie van wantrouwen » kan pas worden ingeleid wanneer een volstrekte meerderheid van de Vaste leden de motie steunt.

In dat geval wordt de vergadering geschorst en niet eerder dan na het verloop van zeven volle dagen hervat.

Na de kennisname van de verschillende standpunten en het aanhoren van de verdediging van de geviseerde Voorzitter of Vice-voorzitter moet het voorstel tot beëindiging van het mandaat, bij geheime stemming worden bevestigd met een 2/3 meerderheid onder de aanwezige vaste leden. Het voorstel wordt voor beslissing aan de Minister van Binnenlandse Zaken overgemaakt. HOOFDSTUK IV. - De Vice-voorzitters

Art. 12.Per Gewest verkiezen de Vaste leden van de Commissie voor hun gewest één Vice-voorzitter.

Art. 13.De Vice-voorzitters zijn lid van het Bestuur.

Eén van hen, behorende tot een ander gewest dan dit van de Voorzitter, wordt door de Voorzitter als Eerste Vice-voorzitter voorgedragen bij de Commissie.

Art. 14.De Vice-voorzitters kunnen door de Voorzitter van de Commissie worden gemandateerd om inzonderheid binnen hun Gewest bepaalde opdrachten namens hem waar te nemen. HOOFDSTUK V. - De Vaste Secretaris

Art. 15.De dagelijkse leiding van het secretariaat wordt door een hoofdcommissaris van de lokale politie waargenomen.

Hij of zij wordt : « Vast Secretaris » genoemd.

De Secretaris duidt, in overleg met de Voorzitter, onder de Adjunct-secretarissen een Adjunct-vast-secretaris' aan die hem bij afwezigheid zal vervangen.

De Adjunct-vast-secretaris beschikt tijdens de vervangingsperiode over de volle bevoegdheden die krachtens dit huishoudelijk reglement aan de Secretaris zijn toegekend.

Bij verhindering wordt de Adjunct-vast-secretaris vervangen door één van de Adjunct-secretarissen.

Art. 16.Onder het gezag van de Voorzitter staat de Secretaris in voor de leiding, de organisatie, de uitvoering van het beheer van het secretariaat en de verdeling van de taken.

De Secretaris informeert de Voorzitter voortdurend over de werkzaamheden van het secretariaat en de onderhouden dienstbetrekkingen en brengt op elke algemene vergadering verslag uit over de werking van het secretariaat, de nieuwe opdrachten en de uitgevoerde werkzaamheden van de voorbije periode.

Art. 17.De Secretaris is verantwoordelijk voor het onderhouden van de geregelde dienstbetrekkingen met de gedetacheerden van de lokale politie in de algemene directies en in de diensten van de federale politie van wie de bevoegdheden een weerslag kunnen hebben op de werking van de lokale politie.

Hij kan een aantal van deze opdrachten aan de Adjunct-secretarissen toevertrouwen.

De Secretaris wordt belast met de praktische organisatie van de vergaderingen van de Commissie en het Bestuur.

Hij bereidt die vergaderingen voor, woont ze bij en stelt de notulen ervan op. Hiervoor kan hij zich laten bijstaan door één van de adjunct- of Assistent-Secretarissen.

De Secretaris is verantwoordelijk voor de organisatie van de bilaterale communicatie en informatieverstrekking tussen de Commissie en de lokale politiekorpsen.

De Secretaris waakt erover dat de genomen beslissingen en adviezen van de Commissie en het Bestuur aan de bestemmelingen worden verzonden.

Hij stelt het activiteitenverslag van het voorbije dienstjaar op en verzendt het, na goedkeuring door de Commissie, naar de overheden, zoals voorzien in art. 14 van het Besluit.

Art. 18.Alle uitgaande briefwisseling van het secretariaat van de Commissie wordt door de Secretaris mee ondertekend.

Art. 19.De opgestelde originelen van de notulen van de vergaderingen van de Commissie en de verslagen van het Bestuur worden in beide landstalen bewaard op de zetel van de Commissie.

Mits het akkoord van de Voorzitter of de Secretaris kunnen gearchiveerde documenten van de Commissie geraadpleegd worden of kopie ervan worden verzonden aan hen die erom verzoeken. Eventueel wordt de aanvrager doorverwezen naar de documentatiedienst van de organisatie die voor de redactie van de gevraagde documenten instond.

Art. 20.In dringende gevallen neemt de Secretaris ten aanzien van de leden van het secretariaat de gepaste maatregelen en stelt hiervan onverwijld de Voorzitter in kennis. De genomen maatregelen moeten binnen de tien dagen door het Bestuur worden bevestigd en vervolgens ter kennis gebracht van de korpschef van het lokale politiekorps waaruit het lid van het secretariaat werd gedetacheerd. HOOFDSTUK VI. - Het Dagelijks Bestuur

Art. 21.Het Bestuur van de Commissie bestaat uit de Voorzitter, de drie Vice-voorzitters en de Secretaris. Het oefent de bevoegdheden uit die het worden toegekend door het Besluit en het Reglement.

Art. 22.Het Bestuur houdt het toezicht over de werking van het secretariaat en de aanwending van de middelen van de Commissie. Het keurt het voorstel van de jaarlijkse begroting goed.

Art. 23.In geval van hoogdringendheid formuleert het Bestuur het door de overheid gevraagde advies binnen de tien kalenderdagen. De Voorzitter of de Secretaris brengt het advies of de genomen beslissing ter kennis op de eerstvolgende vergadering van de Commissie. HOOFDSTUK VII. - Het Secretariaat

Art. 24.Het secretariaat van de Commissie bestaat uit ten minste zeven leden. De Secretaris is in dit aantal inbegrepen. Het wordt samengesteld uit een team van deskundigen en administratieve medewerkers, gedetacheerd vanuit een lokaal politiekorps.

Art. 25.De deskundigen zijn gedetacheerden van het operationele politiekader of het administratief - en logistiek kader van het niveau A of B met een ervaring van ten minste 3 jaar in een politieorganisatie.

Deze deskundigen worden Adjunct-secretarissen' genoemd.

Art. 26.Binnen het secretariaat worden een aantal onderzoekscellen opgericht, die zich vanuit een visie gesteund op gemeenschapsgerichte en excellente politiezorg inzonderheid op volgende domeinen zullen richten : ? Geïntegreerde werking en relaties tussen federale en lokale politiediensten. ? Gerechtelijke functie, lokale recherche en criminaliteitspreventie. ? Operationele bestuurlijke politie en politieopleiding. ? Informatiebeheer, informatica en telematica en beheer website. ? Lokaal personeelsmanagement, statuut en vorming. ? Materiële middelen, logistieke steun en verkeer. ? Sociale dienst van de geïntegreerde politie

Art. 27.Per onderzoekscel wordt ten minste één Adjunct-secretaris inzonderheid gelast met de opvolging van de dossiers.

In functie van de werkdruk kan de onderzoekscel deeltijds of voltijds worden versterkt met een tweede Adjunct-secretaris.

In dit laatste geval wordt door de Secretaris één van deze Adjunct-secretarissen als verantwoordelijk dossierbeheerder aangesteld.

Art. 28.Ten minste twee personeelsleden van het operationele basiskader (agent of inspecteur) of van het administratief en logistiek kader niveau C of D maken deel uit van het secretariaat.

Zij worden 'Assistent-Secretaris' genoemd en staan in voor administratieve en ondersteuningstaken. HOOFDSTUK VIII. - De Subcommissies

Art. 29.Subcommissies kunnen worden samengesteld op verzoek van de Minister van Binnenlandse Zaken of op initiatief van de Commissie zelf.

De Commissie beslist bij gewone meerderheid over de oprichting, de samenstelling en de opdracht van een Subcommissie.

Er kunnen permanente Subcommissies of tijdelijke Subcommissies worden opgericht.

De Subcommissie wordt bij voorkeur samengesteld met vertegenwoordigers uit elk gewest en elk type van lokaal korps zal zoveel als mogelijk door ten minste één lid in de Subcommissie vertegenwoordigd zijn, tenzij de Commissie daar voorafgaand anders over heeft beslist.

De Subcommissies kunnen worden samengesteld uit operationele leden van elk kader, uit leden van het administratief en logistiek kader en/of uit externe deskundigen.

De Commissie wijst voor elke Subcommissie een verantwoordelijke aan.

De Subcommissies moeten hun werkzaamheden beperken tot de opdracht die hun wordt toevertrouwd.

Art. 30.De verantwoordelijke van de Subcommissie legt bij elke nieuwe opdracht de planning van zijn werkzaamheden voor aan het Bestuur.

De werkwijze en frequentie van de werkvergaderingen wordt door de verantwoordelijke van de Subcommissie bepaald.

De verantwoordelijke van de Subcommissie houdt de Secretaris geregeld op de hoogte van de vorderingen van de werkzaamheden.

De verantwoordelijke van de Subcommissie brengt op verzoek van de Secretaris namens de Subcommissie het tussenverslag of eindverslag uit op de algemene vergadering van de Commissie.

Art. 31.Aan de Voorzitter worden alle verzoeken voorgelegd voor de dringende uitbreiding of de onmiddellijke stopzetting van de opdracht, alsook voor de dringende vervanging van één of meer leden van de Subcommissie.

In deze gevallen neemt het Bestuur onmiddellijk een gemotiveerde beslissing, die aan de eerstvolgende algemene vergadering van de Commissie wordt meegedeeld.

Deze beslissing houdt onmiddellijk op uitwerking te hebben als de Commissie ze tijdens haar volgende vergadering niet bekrachtigt.

Art. 32.De verantwoordelijke van de Subcommissie kan zich, na overleg met de Secretaris, voor het opstellen van de notulen van de werkvergaderingen laten bijstaan door een Assistent-Secretaris of hiervoor zelf een lid van de Subcommissie aanwijzen.

De eindverslagen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de eerstvolgende algemene vergadering van de Commissie.

Art. 33.De verslagen van de Subcommissie worden ondertekend door de verantwoordelijke en, in voorkomend geval, door de Secretaris van de Subcommissie.

Kopie van deze verslagen worden via het secretariaat van de Commissie onmiddellijk naar de Voorzitter en de portefeuillehouder voor die materie verzonden. HOOFDSTUK IX. - Vergaderingen

Art. 34.De vergaderingen van de Commissie worden gehouden in de lokalen van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Waterloolaan 76, 1000 Brussel.

De Voorzitter kan evenwel een andere plaats bepalen.

De vergaderingen van de Commissie zijn niet openbaar.

Art. 35.De Commissie vergadert telkens als de Minister van Binnenlandse Zaken, de Voorzitter of twee Vice-voorzitters of ten minste één derde van de Vaste leden erom vragen.

Aan het verzoek om een dringend bijeenroepen van een algemene vergadering moet binnen de zeven dagen gevolg worden gegeven.

In elk geval vergadert de Commissie minstens éénmaal om de twee maanden.

Op voorstel van de Secretaris bepaalt de Voorzitter de agenda van de plenaire vergadering.

De Secretaris verzendt ten minste zeven werkdagen vóór de vergadering de oproeping voor de vergadering met de agenda, alsook de bijhorende nuttige documenten.

Bij hoogdringendheid kan deze termijn worden verkort tot ten minste twee dagen en worden de dossiers via fax of e-mail verzonden.

Art. 36.Een lid van de Commissie dat niet op de vergadering aanwezig kan zijn, brengt het secretariaat en zijn plaatsvervanger daarvan vooraf en zo spoedig mogelijk op de hoogte.

Art. 37.De Voorzitter kan, wanneer dit noodzakelijk is of op vraag van één van de leden bij het begin van de vergadering, nieuwe punten aan de agenda toevoegen onder de voorwaarde dat dit betrokken lid samen met het dossier ook een samenvattende tekst voorlegt.

Art. 38.Bij de aanvang van elke vergadering wordt beraadslaagd over de goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering.

De Secretaris, een adjunct-secretaris of in voorkomend geval een lid van de algemene vergadering leidt bij elk agendapunt de dossiers in en brengt verslag uit over de uitgevoerde opdrachten van de voorbije periode.

De verantwoordelijken van de Subcommissies brengen op verzoek van de Secretaris verslag uit over de stand van zaken in verband met de specifieke werkzaamheden waarmee zij in overeenstemming met artikel 29 werden belast.

Art. 39.De Voorzitter kan deskundigen, die al dan niet lid zijn van de lokale politie, als raadgevers laten deelnemen aan de algemene vergadering.

Deze deskundigen kunnen gelet op hun gespecialiseerde kennis of bijzondere terreinervaring eenmalig, in functie van de onderwerpen van de agenda, worden gevraagd aanwezig te zijn of voor een bepaalde periode, zelfs permanent worden toegelaten. HOOFDSTUK X. - Selectiecommissie

Art. 40.De Selectiecommissie wordt opgericht op vraag van de Minister of de Directeur-generaal van de Overheidsdienst die leden van de lokale politie wensen te detacheren.

Ook voor de detacheringen van personeel voor het secretariaat van de Commissie wordt op voorstel van de Secretaris een Selectiecommissie opgericht.

De selectiewijze voor detachering van leden van de lokale politie bij een federale politiedienst wordt niet bij dit huishoudelijk reglement geregeld.

Art. 41.De oproep voor een detachering gebeurt via de directe berichtgeving naar de lokale korpschefs, de kennisgeving via de website van de Commissie en van de Directie van de relatie met de lokale politie.

In de oproep wordt het profiel, de taakomschrijving, de plaats van tewerkstelling en arbeidsvoorwaarden voor de detachering duidelijk omschreven.

Art. 42.De Selectiecommissie bestaat uit de leden van het Bestuur aangevuld met de hiërarchische verantwoordelijke van de dienst naar waar de detachering plaatsvindt.

Het Voorzitterschap wordt waargenomen door de Voorzitter van de Commissie of zijn plaatsvervanger.

Art. 43.De Selectiecommissie beslist na advies van de Secretaris over de ontvankelijkheid van elke ingezonden kandidatuur.

Bij de niet-ontvankelijkheid van de kandidatuur wordt de kandidaat hiervan onverwijld in kennis gesteld.

De kandidaten voor detachering worden uitgenodigd voor een interview.

Na het interview worden de kandidaten gerangschikt als zeer gunstig, gunstig of ongunstig.

Wanneer, gelet op de individuele beoordeling, er verschillende kandidaten met eenzelfde beoordeling in aanmerking kunnen komen voor de detachering, zal de Selectiecommissie voor die kandidaten een rangorde voorstellen.

Zowel de individuele beoordeling als de voorgestelde rangorde wordt door de Selectiecommissie gemotiveerd.

De resultaten en de erbij horende motiveringen worden door de Secretaris ter kennis gebracht op de eerstvolgende algemene vergadering van de Commissie.

Art. 44.De Commissie zendt, na goedkeuring door haar algemene vergadering, de lijst van de geslaagde kandidaten naar de overheid of dienst die om de detachering heeft verzocht. HOOFDSTUK XI. - Besluitvorming

Art. 45.De Commissie beraadslaagt slechts geldig wanneer er ten minste acht Vaste leden aanwezig zijn.

Wanneer dit quorum niet wordt behaald kan de algemene vergadering toch verder plaatsvinden. De genomen besluiten worden dan als voorlopige adviezen meegedeeld en bij de goedkeuring van de notulen in de eerstvolgende algemene vergadering aangezien als definitief aangenomen.

Bij een door de overheid uitdrukkelijk gevraagde hoogdringendheid zal het artikel 46, lid 2 worden toegepast.

Art. 46.De Commissie brengt haar advies uit binnen een termijn van 30 kalenderdagen nadat er om werd verzocht.

In het geval van hoogdringendheid wordt door het Bestuur het advies verstrekt binnen de 10 kalenderdagen.

Wanneer wegens bepaalde omstandigheden of wegens gebrek aan voldoende informatie binnen deze termijn het verstrekken van een gemotiveerd advies onmogelijk blijkt, wordt dit vóór de einddatum, met vermelding van de reden, door de Secretaris meegedeeld aan degene die om het advies had verzocht.

Art. 47.Omtrent de adviezen die door de vergadering niet bij consensus kunnen worden verstrekt, wordt gestemd. In dit geval wordt de uitslag van de stemming, alsook de eventuele minderheidsstandpunten vermeld.

Als geen enkel voorstel de volstrekte meerderheid ( de helft + 1) van stemmen behaalt, bestaat het advies uit de diverse geuite meningen.

Art. 48.De Commissie of de Subcommissies doen uitspraak bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen.

Onthoudingen worden niet als stemmen beschouwd.

In geval van staking van de stemmen is de stem van de Voorzitter of de Verantwoordelijke van de Subcommissie beslissend.

De stemming gebeurt bij handopsteking, tenzij de Commissie er anders over beslist. In dat geval kan worden overgegaan tot een hoofdelijke stemming of een geheime stemming.

Art. 49.Het Bestuur kan voor haar besluitvorming alle communicatiemiddelen gebruiken. Minstens twee leden moeten instemmen met het aan het Bestuur voorgelegde voorstel. In geval van staking van stemmen is de stem van de Voorzitter beslissend.

Het al dan niet akkoord met het voorstel wordt via e-mailbericht of per fax aan de Secretaris meegedeeld binnen de door de Voorzitter bepaalde tijd.

Art. 50.De Subcommissies beraadslagen slechts geldig wanneer er ten minste de helft van de aangestelde leden aanwezig zijn. HOOFDSTUK XII. - De notulen

Art. 51.De ontwerpen van notulen van de beraadslagingen van de Commissie worden aan alle vaste en plaatsvervangende leden verzonden.

De notulen worden goedgekeurd bij de eerstvolgende vergadering van de Commissie.

Een kopie van de door de Voorzitter en de Secretaris ondertekend exemplaar van de goedgekeurde tekst wordt aan de Minister van Binnenlandse Zaken verzonden.

Indien een besproken onderwerp de bevoegdheid betreft van de Minister van Justitie dan wordt in elk geval kopie van het verslag of een uittreksel ervan ook naar deze Minister verzonden.

De Commissie kan beslissen bijkomende kopieën aan andere bestemmelingen toe te zenden. HOOFDSTUK XIII. - Het gebruik van de talen

Art. 52.Elke spreker voert tijdens de vergaderingen het woord in de landstaal van zijn keuze.

Art. 53.De oproeping, de agenda, de notulen van de vergaderingen en de eindverslagen van de Commissie worden in het Nederlands of in het Frans opgesteld. Ze worden daarna vertaald in de andere landstaal.

Eventuele verschillen in vertaling tussen het Nederlands en het Frans worden door de Commissie opgelost volgens de gewone interpretatieregels en zonder dat aan de ene tekst de voorkeur wordt gegeven boven de andere. HOOFDSTUK XIV. - Plaatsvervangende leden

Art. 54.Wanneer het Vaste lid niet aanwezig kan zijn op de algemene vergadering van de Commissie, kan het zich laten vervangen door het eerstvolgend plaatsvervangend lid.

De rangorde van de plaatsvervangende leden wordt na elke verkiezing door de Commissie vastgelegd volgens het aantal bekomen stemmen in hetzelfde Gewest en dezelfde mandatengroep van het afwezige Vaste lid.

Tijdens de vervangingsperiode beschikt de plaatsvervanger-korpschef over de volle bevoegdheden van het mandaat dat het effectief lid bekleedt.

Art. 55.De per gewest en categoriegroep eerst gerangschikte plaatsvervanger wordt als vast vervanger voor al de leden van zijn gewest en categoriegroep aangesteld. Om die reden ontvangt de vervanger-korpschef net als de vaste leden alle voorbereidende documenten en de uitnodiging om, zelfs zonder de noodzaak van een vervanging, deel te nemen aan de vergadering.

Wanneer hij geen vervanging uitvoert is hij niet stemgerechtigd.

Art. 56.Wanneer er geen gerangschikte plaatsvervanger, zoals bedoeld in het tweede lid van artikel 54, voorhanden is, kan het afwezige Vaste lid zich laten vervangen door een leidinggevend politieofficier van het eigen lokaal politiekorps.

Een verhinderd lid kan een leidinggevend politieofficier van het eigen lokaal politiekorps als waarnemer aan de vergadering laten deelnemen.

Deze vervanger of waarnemer is niet stemgerechtigd.

Art. 57.De Commissie kan aan de Minister van Binnenlandse Zaken, bij gemotiveerd verzoek, voorstellen het mandaat van een effectief lid tijdelijk te schorsen of definitief in te trekken in de volgende gevallen : ? bij een ernstige schending van de algemene deontologische code van de geïntegreerde politie waardoor het lid zelf of de Commissie in opspraak komt; ? wanneer ze kennis heeft van een gerechtelijk onderzoek dat tegen het lid loopt en door zijn of haar aanwezigheid de waardigheid van de Commissie in het gedrang kan worden gebracht; ? bij een ononderbroken afwezigheid op de algemene vergadering bij meer dan vier opeenvolgende vergaderingen.

Art. 58.Het Bestuur kan het mandaat van een plaatsvervangend lid schorsen of opheffen in de volgende gevallen : ? bij een ernstige schending van de algemene deontologische code van de geïntegreerde politie waardoor de kandidaat zelf of de Commissie in opspraak komt; ? wanneer het kennis heeft van een gerechtelijk onderzoek dat tegen het plaatsvervangende lid loopt en door zijn of haar aanwezigheid de waardigheid van de Commissie in het gedrang kan worden gebracht.

Art. 59.Het Bestuur zal voorafgaand aan het verzoek tot schorsing of opheffing van het mandaat van het effectief lid of het plaatsvervangend lid, de betrokkene horen.

Art. 60.Het opengevallen mandaat van het effectief lid wordt door het plaatsvervangende lid ingenomen.

Dergelijke vervanging geldt enkel voor de opengevallen plaats van vast lid. Bij het einde van het mandaat van het Vast Lid, Voorzitter of Vice-voorzitter, wordt deze functie openverklaard en overeenkomstig de artikel 5 of 12 van het Reglement opnieuw ingevuld. HOOFDSTUK XV. - Wijziging van het huishoudelijk reglement

Art. 61.Op verzoek van ieder lid van de Commissie kan dit Reglement geheel of gedeeltelijk worden gewijzigd.

Een wijziging wordt pas effectief na goedkeuring bij een 2/3 meerderheid van alle leden van de Commissie, bij een beraadslaging en stemming tijdens de algemene vergadering die volgt op de vergadering waar het voorstel tot wijziging werd gedaan, en na goedkeuring door de Minister van Binnenlandse Zaken. HOOFDSTUK XVI. - Slotbepaling

Art. 62.Het Reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken.

Dit Reglement treedt in werking op de dag van de goedkeuring.

Het Reglement en ook de latere wijzigingen worden na goedkeuring door de Minister van Binnenlandse Zaken gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 2 augustus 2007.

Voor goedkeuring : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

^