1 JULI 1997. Koninklijk besluit tot vaststelling van het statuut van het personeel van het Nationaal Geografisch Instituut

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen door de wet van 22 juli 1993;

Gelet op de wet van 8 juni 1976 tot oprichting van het Nationaal Geografisch Instituut, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 234 van 22 december 1983;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut;

Gelet op het advies van de Directieraad van het Nationaal Geografisch Instituut;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 9 oktober 1996;

Gelet op het protocol nr. 18 van 28 februari 1997 van het Sectorcomité XIV;

Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Algemeenheden

Artikel 1.Onder voorbehoud van de afwijkingen welke in dit besluit zijn vastgesteld, is het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut toepasselijk op het personeel van het Nationaal Geografisch Instituut - dat hierna door het woord "Instituut" is aangeduid - met uitsluiting van de personeelsleden bedoeld in artikel 24, § 1, van de wet van 8 juni 1976 tot oprichting van het Nationaal Geografisch Instituut, gewijzigd bij koninklijk besluit nr. 234 van 22 december 1983.

Art. 2.In artikel 1 van het voornoemd koninklijk besluit van 8 januari 1973 wordt de rubriek "IX. Instelling onder toezicht van de Minister van Landsverdediging" vervangen door de rubriek "IX. Instellingen onder toezicht van de Minister van Landsverdediging".

Onder deze rubriek worden, op hun plaats in alfabetische orde, de volgende woorden toegevoegd : "Nationaal Geografisch Instituut". HOOFDSTUK II. - Bijzondere bepalingen

Art. 3.§ 1. De leidend ambtenaar voert de graad van administrateur-generaal. § 2. De adjunct-leidend ambtenaar voert de graad van adjunct-administrateur-generaal. § 3. Niemand kan benoemd worden tot leidend ambtenaar of tot adjunct-leidend ambtenaar van het Instituut, indien hij niet aan volgende voorwaarden voldoet : 1° Belg zijn;2° een gedrag in overeenstemming met de functie hebben;3° de burgerlijke en politieke rechten genieten;4° aan de dienstplichtwetten voldoen;5° houder zijn van een diploma dat toegang verleent tot de betrekkingen van niveau 1 van de federale ambtenaren;6° lichamelijk geschikt zijn overeenkomstig de vereisten die bij het voornoemd koninklijk besluit van 8 januari 1973 gesteld zijn.

Art. 4.De vacature in de betrekking van leidend ambtenaar of van adjunct-leidend ambtenaar wordt ter kennis gebracht van de kandidaten door een oproep in het Belgisch Staatsblad met vermelding van : 1° het bestaan van de vacature;2° de voorwaarden voor de te begeven betrekking;3° de termijn en de modaliteiten voor het indienen van de kandidatuur, evenals de voor te leggen bescheiden.

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 1995.

Art. 6.Het koninklijk besluit van 6 juni 1978 tot vaststelling van het statuut van het personeel van het Nationaal Geografisch Instituut gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 oktober 1982 wordt opgeheven.

Art. 7.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 juli 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, J.-P. PONCELET