Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 juli 2006
gepubliceerd op 20 juli 2006

Koninklijk besluit houdende nadere regelen tot verrekening op 1 januari 2006 van de in 2004 vastgestelde algebraïsche verschillen, zoals bedoeld in de artikelen 59 en 69 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2006022685
pub.
20/07/2006
prom.
01/07/2006
ELI
eli/besluit/2006/07/01/2006022685/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 JULI 2006. - Koninklijk besluit houdende nadere regelen tot verrekening op 1 januari 2006 van de in 2004 vastgestelde algebraïsche verschillen, zoals bedoeld in de artikelen 59 en 69 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 59, gewijzigd bij de wetten van 12 augustus 2000, 2 januari 2001, 19 juli 2001, 30 december 2001, 14 januari 2002, 22 augustus 2002 en 24 december 2002, en 69, gewijzigd bij de wetten van 24 december 1999, 10 augustus 2001, 30 december 2001, 22 augustus 2002, 24 december 2002, 22 december 2003 en 27 december 2004;

Gelet op het advies van de Nationale Commissie Geneesheren-Ziekenfondsen, gegeven op 5 december 2005;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het RIZIV, gegeven op 6 februari 2006;

Gelet op het advies van de Algemene Raad van het RIZIV, gegeven op 20 februari 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 26 april 2006;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 9 maart 2006;

Gelet op het advies n° 40.457/1 van de Raad van State, gegeven op 23 mei 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De in 2004 vastgestelde algebraïsche verschillen, zoals bedoeld in artikel 59 en artikel 69 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecöordineerd op 14 juli 1994, voor wat betreft de niet in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden en voor de in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden, hebben zowel voor de klinische biologie als voor de medische beeldvorming, een verschillend teken en wijken minder dan 2 pct af van de globale budgetten van de financiële middelen.

De nettoverrekening wordt derhalve doorgevoerd in de component van het grootste nominaal verschil. Zowel in het geval van de klinische biologie als in het geval van de medische beeldvorming betreft het de forfaitaire honoraria voor de in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden.

Art. 2.De forfaitaire honoraria voor de verstrekkingen inzake klinische biologie verleend aan niet in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden worden op 1 januari 2006 niet beïnvloed door de algebraïsche verschillen 2004 en worden vastgelegd als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 3.De nettoverrekening van de in 2004 vastgestelde algebraïsche verschillen, met betrekking tot de klinische biologie, wordt vanaf 1 januari 2006 als volgt opgenomen in de forfaitaire honoraria die betrekking hebben op de in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden : 1° de opnameforfaits bedoeld in artikel 24 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2° de maxi- en superforfaits, zoals bedoeld in artikel 24 van de bijlage bij het genoemde koninklijk besluit van 14 september 1984 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Art.4. De forfaitaire honoraria inzake medische beeldvorming die betrekking hebben op de niet in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden worden op 1 januari 2006 niet beïnvloed door de algebraïsche verschillen 2004 en worden vastgelegd als volgt : 1° het forfaitair consultancehonorarium A, bedoeld in artikel 17 van de bijlage bij het genoemde koninklijk besluit van 14 september 1984 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2° het forfait per voorschrift, bedoeld in artikel 17 van de bijlage bij het genoemde koninklijk besluit van 14 september 1984 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Art.5. De netto verrekening van de in 2004 vastgestelde algebraïsche verschillen, betreffende de medische beeldvorming, wordt vanaf 1 januari 2006 als volgt opgenomen in de forfaitaire consultancehonorarium H, bedoeld in artikel 17 van de bijlage bij het genoemde koninklijk besluit van 14 september 1984 : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 6.Met betrekking tot het pseudocodenummer 592001 « Forfaitair honorarium per verpleegdag » wordt de berekeningswijze toegepast bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 oktober 2002 tot uitvoering van artikel 57 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, betreffende de berekeningsregels voor de per verpleegdag betaalde forfaitaire honoraria inzake klinische biologie, en bedraagt de massa die in 2006 moet worden toegewezen 1.158.000 euro, opdat rekening kan worden gehouden met de in 2004 vastgestelde algebraïsche verschillen, zoals bedoeld in artikel 59 van de genoemde gecoördineerde wet.

Met betrekking tot het pseudocodenummer 460784 « Forfaitaire honoraria per opneming voor verstrekkingen inzake medische beeldvorming, verleend aan in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden », wordt de berekeningswijze toegepast bedoeld in het Akkoord van de Nationale commissie geneesheren-ziekenfondsen van 25 januari 1999 betreffende de regels voor de berekening van de forfaitaire honoraria inzake medische beeldvorming betaald per opneming voor gehospitaliseerde patiënten, bekrachtigd bij het koninklijk besluit van 26 april 1999, en bedraagt de massa die in 2006 moet worden toegewezen, 371.000 euro opdat rekening kan worden gehouden met de in 2004 vastgestelde algebraïsche verschillen, zoals bedoeld in artikel 69 van de genoemde gecoördineerde wet.

Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006 en is van toepassing tot 31 december 2006.

Art. 8.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 juli 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

^