Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 maart 2000
gepubliceerd op 18 april 2000

Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 3 van de koninklijke besluiten van 27 april 1993, van het koninklijk besluit van 12 augustus 1994, van het koninklijk besluit van 25 februari 1996, van de koninklijke besluiten van 20 december 1996, van het koninklijk besluit van 10 februari 1998 en van het koninklijk besluit van 14 december 1998 tot vaststelling van de parameters voor de berekening van de aan de Gemeenschappen en de Gewesten toegewezen gedeelten van de opbrengst van belastingen voor respectievelijk het begrotingsjaar 1990, 1991, 1992, 1993, 1994, 1995, 1996 en 1997

bron
ministerie van financien
numac
2000003178
pub.
18/04/2000
prom.
01/03/2000
ELI
eli/besluit/2000/03/01/2000003178/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 MAART 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 3 van de koninklijke besluiten van 27 april 1993, van het koninklijk besluit van 12 augustus 1994, van het koninklijk besluit van 25 februari 1996, van de koninklijke besluiten van 20 december 1996, van het koninklijk besluit van 10 februari 1998 en van het koninklijk besluit van 14 december 1998 tot vaststelling van de parameters voor de berekening van de aan de Gemeenschappen en de Gewesten toegewezen gedeelten van de opbrengst van belastingen voor respectievelijk het begrotingsjaar 1990, 1991, 1992, 1993, 1994, 1995, 1996 en 1997


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, inzonderheid op het artikel 38, § 4;

Gelet op de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, inzonderheid op artikel 127;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 27 oktober 1999;

Gelet op het voorafgaand overleg met de Ministers van de Gemeenschaps- en de Gewestregeringen bevoegd voor Financiën en Begroting, dat binnen de Interministeriële Conferentie Financiën en Begroting van 5 oktober 1999 heeft plaatsgevonden, betreffende de aan de Leden van deze Conferentie voorgelegde nota van 23 september 1999 met voorstel van beslissing inzake de regularisatie van de aan de Gemeenschappen door te storten gedeelten van de opbrengst van de belasting op de toegevoegde waarde voor de begrotingsjaren 1989 tot en met 1998;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 27 april 1993 tot vaststelling van de parameters voor de berekening van de aan de Gemeenschappen en de Gewesten toegewezen gedeelten van de opbrengst van belastingen voor het begrotingsjaar 1990 wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 3.- De aanpassingsfactor bedoeld in artikel 38, § 4 van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 is voor het begrotingsjaar 1990 vastgesteld op 99,540 percent. » § 2. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 27 april 1993 tot vaststelling van de parameters voor de berekening van de aan de Gemeenschappen en de Gewesten toegewezen gedeelten van de opbrengst van belastingen voor het begrotingsjaar 1991 wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 3.- De aanpassingsfactor bedoeld in artikel 38, § 4 van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 is voor het begrotingsjaar 1991 vastgesteld op 99,255 percent. » § 3. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 tot vaststelling van de parameters voor de berekening van de aan de Gemeenschappen en de Gewesten toegewezen gedeelten van de opbrengst van belastingen voor het begrotingsjaar 1992 wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 3.- De aanpassingsfactor bedoeld in artikel 38, § 4 van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 is voor het begrotingsjaar 1992 vastgesteld op 99,057 percent. » § 4. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 25 februari 1996 tot vaststelling van de parameters voor de berekening van de aan de Gemeenschappen en de Gewesten toegewezen gedeelten van de opbrengst van belastingen voor het begrotingsjaar 1993 wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 3.- De aanpassingsfactor bedoeld in artikel 38, § 4 van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 is voor het begrotingsjaar 1993 vastgesteld op 99,390 percent. » § 5. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 20 december 1996 tot vaststelling van de parameters voor de berekening van de aan de Gemeenschappen en de Gewesten toegewezen gedeelten van de opbrengst van belastingen voor het begrotingsjaar 1994 wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 3.- De aanpassingsfactor bedoeld in artikel 38, § 4 van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 is voor het begrotingsjaar 1994 vastgesteld op 99,458 percent. » § 6. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 20 december 1996 tot vaststelling van de parameters voor de berekening van de aan de Gemeenschappen en de Gewesten toegewezen gedeelten van de opbrengst van belastingen voor het begrotingsjaar 1995 wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 3.- De aanpassingsfactor bedoeld in artikel 38, § 4 van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 is voor het begrotingsjaar 1995 vastgesteld op 99,550 percent. » § 7. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 10 februari 1998 tot vaststelling van de parameters voor de berekening van de aan de Gemeenschappen en de Gewesten toegewezen gedeelten van de opbrengst van belastingen voor het begrotingsjaar 1996 wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 3.- De aanpassingsfactor bedoeld in artikel 38, § 4 van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 is voor het begrotingsjaar 1996 vastgesteld op 99,577 percent. » § 8. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 14 december 1998 tot vaststelling van de parameters voor de berekening van de aan de Gemeenschappen en de Gewesten toegewezen gedeelten van de opbrengst van belastingen voor het begrotingsjaar 1997 wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 3.- De aanpassingsfactor bedoeld in artikel 38, § 4 van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 is voor het begrotingsjaar 1997 vastgesteld op 99,595 percent. »

Art. 4.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 1 maart 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS

^