Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 maart 2018
gepubliceerd op 20 maart 2018

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen, bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2018011228
pub.
20/03/2018
prom.
01/03/2018
ELI
eli/besluit/2018/03/01/2018011228/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 MAART 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen, bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 23, § 2, gewijzigd bij de wetten van 25 januari 1999, 22 augustus 2002, 13 juli 2006 en 23 december 2009 en bij het koninklijk besluit van 25 april 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997022330 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende nadere omschrijving van de associatie van ziekenhuizen en van de bijzondere normen waaraan deze moet voldoen type koninklijk besluit prom. 25/04/1997 pub. 19/06/1997 numac 1997022332 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende maatregelen om de toegang tot de regeling inzake verzekering voor geneeskundige verzorging te veralgemenen en te versoepelen, in het bijzonder voor de sociaal- economisch achtergestelde groepen, ter uitvoering van de art VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat U ter goedkeuring wordt voorgelegd, vindt zijn w(...) type koninklijk besluit prom. 25/04/1997 pub. 13/06/1997 numac 1997011194 bron ministerie van economische zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 36 van de wet van 16 februari 1994 tot regeling van het contract tot reisorganisatie en reisbemiddeling sluiten;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen, bedoeld in artikel 23, § 2, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen;

Gelet op het advies van het College van Artsen-directeurs, ingesteld bij de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, gegeven op 26 oktober 2016;

Gelet op het advies van de Commissie voor Begrotingscontrole van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, gegeven op 16 november 2016 ;

Gelet op het advies van het Comité van de Verzekering voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, gegeven op 21 november 2016;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 3 maart 2017;

Gelet op de akkoordbevinding van de minister van Begroting, gegeven op 2 oktober 2017;

Gelet op het advies 62.608/02 van de Raad van State, gegeven op 3 januari 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van Onze minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In de bijlage bij het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen, bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de GVU-wet tot vaststelling van de honoraria en de prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen, worden de bepalingen van hoofdstuk V (onder het opschrift "Verstrekkingen inzake educatie van diabetespatiënten" en ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 oktober 2010 en gewijzigd bij koninklijk besluit van 27 mei 2014) vervangen door de volgende bepalingen: 1. Definities In dit hoofdstuk wordt verstaan onder a) « Kalenderjaar »: een jaar dat begint op 1 januari en eindigt op 31 december;b) « Verzekering »: verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, geregeld bij de gecoördineerde wet van 14 juli 1994Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/07/1994 pub. 20/11/2008 numac 2008000938 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het jaar 2007 type wet prom. 14/07/1994 pub. 19/12/2008 numac 2008001027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 14/07/1994 pub. 08/10/2010 numac 2010000576 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 14/07/1994 pub. 04/03/2011 numac 2011000117 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 14/07/1994 pub. 25/01/2012 numac 2012000022 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 14/07/1994 pub. 10/07/2014 numac 2014000464 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 14/07/1994 pub. 25/02/2009 numac 2009000104 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten;c) « GVU-wet »: de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;d) « Zorgtrajectcontract »: een zorgtraject-contract zoals bedoeld in artikel 5, § 1 van het koninklijk besluit van 21 januari 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/01/2009 pub. 06/02/2009 numac 2009022031 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 36 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de zorgtrajecten sluiten tot uitvoering van artikel 36 van de GVU-wet;e) « Zorgtraject diabetes »: zorgtraject geregeld door een "zorgtrajectcontract" voor type 2-diabetes;f) « Diabetesovereenkomst voor volwassenen »: de overeenkomst inzake zelfregulatie van diabetes-mellitus-patiënten ondertekend op basis van de artikelen 22, 6° en 23, § 3 van de wet betreffende de verplichte verzekering van geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;g) « Kinderdiabetesovereenkomst »: de overeenkomst inzake zelfregulatie van diabetes mellitus bij kinderen en adolescenten ondertekend op basis van de artikelen 22, 6° en 23, § 3 van de wet betreffende de verplichte verzekering van geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994; h) « Diabeteseducator »: de diabeteseducator zoals bedoeld in punt 5.3. van dit hoofdstuk; i) « Verpleegkundige »: een gegradueerde of gelijkgestelde verpleegkundige, een vroedvrouw die de verpleegkunde mag uitoefenen of een gebrevetteerde verpleegkundige, met uitzondering van elke andere bekwaming; j) « Verstrekking opvolging »: de verstrekking 102852 - opvolging van een patiënt met diabetes mellitus type 2 volgens het zorgprotocol opgemaakt door het Verzekeringscomité, zoals bedoeld in artikel 2, B., van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/09/1984 pub. 16/12/2013 numac 2013000795 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen; k) « Gemeenschappelijke verblijfplaats »: een rust- en verzorgingstehuis, een rustoord voor bejaarden, een centrum voor kortverblijf, een hersteloord, een tijdelijke of definitieve gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats van mindervaliden of elke andere instelling die, zonder als rustoord te zijn erkend, de gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats van de bejaarden is (artikel 34, 11° en 12° van de GVU-wet);l) « Locoregionale structuur »: een lokale of regionale structuur zoals geregeld door de gemeenschappen en de gewesten, bijvoorbeeld een lokaal multidisciplinair netwerk.2. Rechthebbenden van de verstrekkingen A.De verstrekkingen educatie die verband houden met de verstrekking opvolging en die in punt 3.1. van dit hoofdstuk worden vermeld, komen uitsluitend in aanmerking voor een verzekeringstegemoetkoming als ze worden verleend aan een rechthebbende met type 2 diabetes die aan alle volgende voorwaarden voldoet: a. hij is 15 jaar of ouder en heeft de leeftijd van 70 jaar nog niet bereikt op de datum van het voorschrift bedoeld in het punt 3.2., B; b. hij heeft een verhoogd cardiovasculair risico door een BMI >30 en/of arteriële hypertensie;c. hij heeft voorafgaandelijk een verstrekking opvolging door een huisarts genoten in de loop van het kalenderjaar van het voorschrift of het voorgaande kalenderjaar. B. De verstrekkingen educatie die verband houden met het zorgtraject diabetes en die in punt 4.1. van dit hoofdstuk worden vermeld, komen uitsluitend in aanmerking voor een verzekeringstegemoetkoming als ze worden verleend aan een rechthebbende met type 2 diabetes die aan alle volgende voorwaarden voldoet: a. zijn toestand vereist en laat toe dat hij diabeteseducatieverstrekkingen krijgt; b. hij heeft een zorgtrajectcontract voor type 2 diabetes gesloten dat nog geldig is op de datum van het voorschrift, bedoeld in het punt 4.2 B. 3. Verstrekkingen educatie die verband houden met de verstrekking opvolging 3.1 Vergoedbare verstrekkingen 3.1.1. Individuele zittingen 794253 Individuele zitting diabeteseducatie door een diabeteseducator: informatie over de ziekte en de levensstijl gedurende minstens 30 minuten, in zijn praktijkkamer, in de praktijkkamer van de huisarts, of in een regiohuis van een locoregionale structuur R 19,71 794275 Individuele zitting diabeteseducatie door een diëtist: educatie diëtetiek gedurende minstens 30 minuten, in zijn praktijkkamer, in de praktijkkamer van de huisarts, of in een regiohuis van een locoregionale structuur R 19,71 794290 Individuele zitting diabeteseducatie door een apotheker: aansporen tot therapietrouw gedurende minstens 30 minuten, in een lokaal ter beschikking gesteld door de apotheker, in de praktijkkamer van de huisarts, of in een regiohuis van een locoregionale structuur R 19,71 794312 Individuele zitting diabeteseducatie door een verpleegkundige: opvolgingsbezoek/zelfmanagementondersteuning gedurende minstens 30 minuten, bij de rechthebbende thuis R 19,71 3.1.2. Groepszittingen 794334 Groepszitting diabeteseducatie door een diabeteseducator: informatie over de ziekte en de levensstijl gedurende minstens 120 minuten, voor maximaal 10 rechthebbenden, gevolgd door het opstellen en het bewaren door de diabeteseducator van een verslag waarin de identiteit van de deelnemers en de thema's die tijdens de zitting zijn behandeld, worden vermeld; per rechthebbende R 12,32 794356 Groepszitting diabeteseducatie door een diëtist: educatie diëtetiek, gedurende minstens 120 minuten, voor maximaal 10 rechthebbenden, gevolgd door het opstellen en het bewaren door de diëtist van een verslag waarin de identiteit van de deelnemers en de thema's die tijdens de zitting zijn behandeld, worden vermeld; per rechthebbende R 12,32 794371 Groepszitting diabeteseducatie door een apotheker: aansporen tot therapietrouw, gedurende minstens 120 minuten, voor maximaal 10 rechthebbenden, gevolgd door het opstellen en het bewaren door de apotheker van een verslag waarin de identiteit van de deelnemers en de thema's die tijdens de zitting zijn behandeld, worden vermeld; per rechthebbende R 12,32 794393 Groepszitting diabeteseducatie door een kinesitherapeut: aansporen tot lichaamsbeweging, gedurende minstens 120 minuten, voor maximaal 10 rechthebbenden, gevolgd door het opstellen en het bewaren door de kinesitherapeut van een verslag waarin de identiteit van de deelnemers en de thema's die tijdens de zitting zijn behandeld, worden vermeld; per rechthebbende R 12,32 3.1.3. Voorwaarden verbonden aan individuele zittingen en groepszittingen De zittingen 794253 en 794334 worden verleend door een diabeteseducator, bedoeld in punt 5.3. Het is de opdracht van de diabeteseducator tijdens die zittingen a) de rechthebbende duidelijke en begrijpelijke informatie te geven over diabetes en de behandeling ervan: 1) oorzaken, verloop, eventuele verwikkelingen;2) herkennen, corrigeren en voorkomen van hyper- en hypoglycemieën; 3) effect van geneesmiddelen op de glycemie, teneinde de therapietrouw te verbeteren (met name de hoofd- en nevenwerkingen van antidiabetica of andere geneesmiddelen...); 4) adequaat reageren bij ziekte, koorts, braken;5) op reis te nemen maatregelen.b) de rechthebbende te motiveren om zijn levensstijl en -hygiëne aan te passen: 1) evenwichtige voeding, stoppen met roken, lichaamsbeweging;2) voeten regelmatig controleren en gepast schoeisel dragen;3) een goede mond- en tandverzorging aanhouden. c) de rechthebbende maatschappelijke informatie te geven (meer bepaald over het rijbewijs enz.).

De zittingen 794275 en 794356 worden verleend door een diëtist.

Tijdens die zittingen geeft de diëtist de rechthebbende nuttige informatie over evenwichtige voeding aangepast aan zijn diabetes: a) bereiding en spreiding van de maaltijden in functie van de behandeling;b) rekening houden met de soorten, de verdeling en de hoeveelheden koolhydraten en vetten;c) etiketten op voedingsmiddelen correct lezen;d) opvolging dieet om gewicht te verliezen. De zittingen 794290 en 794371 worden verleend door een apotheker. Het is de opdracht van de apotheker tijdens die zittingen, de voorbereiding ervan en/of de opvolging ervan a) voorafgaandelijk alle geneesmiddelen (antidiabetica of andere middelen) die de rechthebbende inneemt en diens therapietrouw te onderzoeken (posologie, ogenblik van de inname, ondervonden problemen, bezorgdheden, vergetelheden...); b) gedetailleerde en begrijpelijke informatie aan de rechthebbende te geven over de geneesmiddelen, het juiste gebruik ervan, het beste moment voor de inname ervan, het omgaan met bijwerkingen, de combinaties die moeten worden vermeden (bijv.NSAID en metformine), het omgaan met problemen (bijv. hypoglycemie) en de alarmsignalen die een medische raadpleging noodzakelijk maken; c) documentatie te verstrekken die de kernboodschappen bevat die gevalideerd zijn en afgestemd zijn op de medicatie; d) therapietrouw te bevorderen en hulpmiddelen voor te stellen (informatiefolders, medicatieschema's, weekdoos, ...); e) de therapietrouw inzake de medicatie op te volgen;f) feedback te geven aan de voorschrijvende arts en deze onmiddellijk op de hoogte te brengen van elke bevinding waarvoor een snel optreden bij de rechthebbende gerechtvaardigd is. De verstrekkingen 794312 worden verleend door een verpleegkundige. Het is de opdracht van de verpleegkundige tijdens die zittingen a) op basis van een anamnese, de evaluatie van de algemene toestand en de opvolging ervan, de aanwezige risico's en eventuele problemen te detecteren, te onderzoeken en te objectiveren;b) de rechthebbende op de hoogte te brengen van de conclusies over de mogelijke problemen en risico's die aan het licht zijn gekomen;c) de rechthebbende te adviseren en hem te motiveren tot zelfzorg om over zijn eigen gezondheid te waken en zijn behandeling, dieet en levensstijl zelf in handen te nemen en nauwgezet te volgen;d) bepaalde parameters te meten die rechtstreeks of onrechtstreeks op diabetes betrekking hebben en hiervan een longitudinaal overzicht bij te houden. De zittingen 794393 worden verleend door een kinesitherapeut. Het is de opdracht van de kinesitherapeut tijdens die zittingen a) de rechthebbenden te herinneren aan het belang van regelmatige lichaamsbeweging en te motiveren om hun levenswijze en levenshygiëne aan te passen en regelmatig lichaamsbeweging te hebben;b) de rechthebbenden een individueel programma te geven met oefeningen voor thuis en hen te motiveren dit programma zelfstandig verder te zetten. 3.2. Voorschrijven en verloop van de educatieverstrekkingen die verband houden met de verstrekking opvolging A. De rechthebbende en de huisarts die de recentste verstrekking opvolging heeft verleend of die toegang heeft tot zijn globaal medisch dossier (GMD), maken afspraken om een diabeteseducatieprogramma op te stellen dat kadert in de verstrekking opvolging. Na afloop van dit overleg schrijft de huisarts de in punt 3.1 bedoelde zittingen voor die nuttig worden geacht.

Hij stelt een voorschrift op per betrokken beroepsgroep en per type zitting (individueel of in groep).

Elk voorschrift bevat de volgende gegevens: a. de naam en voornaam van de rechthebbende;b. de naam, voornaam en het RIZIV-nummer van de voorschrijvende arts;c. de datum van het voorschrift;d. de handtekening van de voorschrijvende arts;e. de betrokken beroepsgroep en het voorgeschreven type zitting (individueel of in groep);f. het aantal zittingen. B. Elk voorschrift is geldig vanaf de datum waarop het is opgesteld tot en met 31 december van het lopende kalenderjaar of, mits een expliciete vermelding van de voorschrijvende arts, van 1 januari tot en met 31 december van het volgende kalenderjaar.

C. Per kalenderjaar kan eenzelfde rechthebbende een terugbetaling krijgen voor maximum vier zittingen, bedoeld in punt 3.1.

Tijdens een opname of verblijf in een gemeenschappelijke verblijfplaats hebben patiënten geen toegang tot de terugbetaling van deze verstrekkingen, ongeacht of de patiënt daar zijn domicilie heeft of niet.

De zittingen bedoeld in de punten 3.1 mogen ook niet worden aangerekend als ze worden verricht in een fitnesszaal, in een dagverzorgingscentrum voor bejaarden of in een centrum voor dagverzorging.

Voor het tellen van het aantal zittingen telt elke individuele zitting (3.1.1) en elke groepszitting (3.1.2) mee als één eenheid.

D. In de loop van dezelfde dag mag een rechthebbende maximum ofwel 2 individuele zittingen ofwel 1 groepszitting krijgen.

E. De diabeteseducator, de diëtist, de apotheker, de verpleegkundige en de kinesitherapeut die een of meer individuele zittingen hebben verleend, stellen een beknopt verslag zoals bedoeld in punt F op voor de voorschrijvende arts, nadat de rechthebbende de voorgeschreven individuele zittingen (3.1.1) heeft gekregen of, bij ontstentenis, nadat een volledig kalenderjaar is verstreken.

Zij houden voor elke rechthebbende van individuele zittingen een dossier bij met betrekking tot de diabeteseducatie, waarin gegevens zijn opgenomen over de therapeutische doelstellingen, de inhoud van de gerealiseerde educatie en de plaats waar de verstrekkingen zijn verleend. Zij bewaren alle elementen van het dossier betreffende een educatiejaar voor een rechthebbende gedurende minstens vijf jaar vanaf 31 december van dat educatiejaar.

F. Op advies van het College van Geneesheren-directeurs kan het Verzekeringscomité richtlijnen opstellen over de inhoud van de educatieverstrekkingen per type zitting, over de vorm, de inhoud en de tijdspanne waarbinnen de in punt E. vermelde verslagen aan de voorschrijvende arts worden gericht alsook over de inhoud van het diabeteseducatiedossier.

G. Elke zitting bedoeld in punt 3.1 waarvoor is voldaan aan de voorwaarden die zijn vastgelegd in de punten 3 en 5, komt in aanmerking voor een verzekeringstegemoetkoming, ook als de rechthebbende, nadat het voorschrift is opgesteld, niet langer voldoet aan de definitie van punt 2. A. 4. Educatieverstrekkingen die kaderen in het zorgtraject diabetes 4.1. Vergoedbare verstrekkingen 4.1.1. Individuele zittingen 794415 Individuele zitting diabeteseducatie door de diabeteseducator, gedurende minstens 30 minuten, in zijn praktijkkamer, in de praktijkkamer van de huisarts of in een regiohuis van een locoregionale structuur R 19,71 794430 Individuele zitting diabeteseducatie door de diabeteseducator, gedurende minstens 30 minuten, bij de rechthebbende thuis R 19,71 4.1.2. Groepszitting 794452 Groepszitting diabeteseducatie door de diabeteseducator, gedurende minstens 120 minuten, voor maximaal 10 rechthebbenden, gevolgd door het opstellen en het bewaren door de diabeteseducator van een verslag waarin de identiteit van de deelnemers en de thema's die tijdens de zitting zijn behandeld, worden vermeld; per rechthebbende R12,32 4.1.3. Voorwaarden verbonden aan individuele zittingen en groepszittingen Het doel en de inhoud van de zittingen worden aan de behoeften van de rechthebbende aangepast. Men kan de rechthebbende bijvoorbeeld over de ziekte en de behandeling ervan informeren, hem leren op welke manier hij de behandeling met insuline of incretinemimetica moet toepassen, hem ertoe aansporen om die behandeling optimaal te volgen en een gezonde levensstijl aan te houden die aan zijn situatie is aangepast, hem leren omgaan met de eventuele complicaties van diabetes of met hem elke andere materie bespreken die rechtstreeks met de diabeteseducatie verband houdt. 4.2. Voorschrijven en verloop van educatieverstrekkingen die kaderen in het zorgtraject diabetes A. De rechthebbende en de huisarts waarmee hij het diabeteszorgtraject heeft gesloten of die toegang heeft tot zijn globaal medisch dossier (GMD), maken afspraken om een diabeteseducatieprogramma op te stellen dat kadert in het zorgtraject diabetes. Na afloop van dit overleg schrijft deze arts de in punt 4.1 bedoelde educatieverstrekkingen voor die nuttig worden geacht.

Het voorschrift bevat de volgende gegevens: a. de naam en voornaam van de rechthebbende;b. de naam, voornaam en het RIZIV-nummer van de voorschrijvende arts;c. de datum van het voorschrift;d. de handtekening van de voorschrijvende arts;e. de aard van de voorgeschreven zorg: een of meerdere verstrekkingen diabeteseducatie die kaderen in een zorgtraject;f. het maximumaantal voorgeschreven zittingen, als dit lager ligt dan het maximum dat is vastgesteld in onderstaand punt C. B. Elk voorschrift is geldig vanaf de datum waarop het is opgesteld tot en met 31 december van het lopende kalenderjaar of, mits een expliciete vermelding van de voorschrijvende arts, van 1 januari tot en met 31 december van het volgende kalenderjaar.

C. Per kalenderjaar kan eenzelfde rechthebbende een terugbetaling krijgen voor maximum vijf zittingen, bedoeld in punt 4.1.

Tijdens een opname of verblijf in een gemeenschappelijke verblijfplaats hebben patiënten geen toegang tot de terugbetaling van deze verstrekkingen, ongeacht of de patiënt daar zijn domicilie heeft of niet.

De zittingen bedoeld in de punten 4.1. mogen ook niet worden aangerekend als ze worden verricht in een fitnesszaal, in een dagverzorgingscentrum voor bejaarden of in een centrum voor dagverzorging.

Elke reeks van 5 zittingen, verleend aan een zelfde rechthebbende gedurende een zelfde kalenderjaar, bevat minstens één zitting thuis (794430).

In de loop van het eerste of tweede kalenderjaar van zijn eerste reeks educatieverstrekkingen die kaderen in het zorgtraject diabetes, kan de rechthebbende die aan die voorafgaande voorwaarde voldoet, voor maximum 5 bijkomende zittingen een vergoeding krijgen, nadat de eerste 5 zittingen verleend werden. De huisarts bedoeld in punt 4.2., A. schrijft die zittingen voor en vermeldt expliciet op het voorschrift dat het betrekking heeft op de bijkomende zittingen en vermeldt het precieze aantal als dit kleiner is dan het maximum van 5 zittingen.

Gedurende een kalenderjaar kan een rechthebbende dus geen terugbetaling krijgen voor meer dan 4 zittingen 794415 en 794452 samen of 9 zittingen 794415 en 794452 samen gedurende het jaar dat hij maximum 5 bijkomende zittingen krijgt. Bij het tellen van het aantal zittingen telt elke individuele zitting (4.1.1) en elke groepszitting (4.1.2) mee als één eenheid.

D. In de loop van dezelfde dag mag een rechthebbende maximum ofwel 2 individuele zittingen ofwel 1 groepszitting krijgen.

E. De diabeteseducator stelt een verslag op voor de voorschrijvende arts, zodra de rechthebbende het maximum aantal voorgeschreven zittingen individuele educatie heeft gekregen of, bij ontstentenis, nadat een volledig kalenderjaar is verstreken.

De diabeteseducator houdt voor elke rechthebbende van individuele educatie een dossier bij met betrekking tot de diabeteseducatie, waarin gegevens zijn opgenomen over de therapeutische doelstellingen, de inhoud van de gerealiseerde educatie en de plaats waar de verstrekkingen zijn verleend. Hij bewaart alle elementen van het dossier over een educatiejaar voor een rechthebbende gedurende minstens vijf jaar vanaf 31 december van dat educatiejaar.

F. Op advies van het College van geneesheren-directeurs kan het Verzekeringscomité richtlijnen opstellen over de inhoud van de educatieverstrekkingen per type zitting, over de vorm, de inhoud en de tijdspanne waarbinnen de in punt E. vermelde verslagen aan de voorschrijvende arts worden gericht alsook over de inhoud van het diabeteseducatiedossier.

G. De diabeteseducator mag alleen verstrekkingen verrichten waarvan de inhoud tot zijn wettelijke bevoegdheden behoort.

H. Elke zitting bedoeld in punt 4.1. waarvoor is voldaan aan de voorwaarden die zijn vastgelegd in de punten 4 en 5, komt in aanmerking voor een verzekeringstegemoetkoming, ook als de rechthebbende, nadat het voorschrift werd opgesteld, niet langer voldoet aan de definitie van punt 2. B. 5. Gemeenschappelijke bepalingen voor de educatieverstrekkingen die verband houden met de verstrekking opvolging en voor de educatieverstrekkingen in het kader van het zorgtraject diabetes 5.1. Verbodsbepalingen en verplichtingen met betrekking tot de educatieverstrekkingen De diabeteseducator, de diëtist, de apotheker, de verpleegkundige en de kinesitherapeut die de in de punten 3 en 4 bedoelde diabeteseducatieverstrekkingen verlenen, mogen geen voordelen, rechtstreeks noch onrechtstreeks, noch in speciën noch in natura, aanvaarden van commerciële ondernemingen die diensten verlenen of die geneesmiddelen, producten, toestellen, hulpmiddelen of toebehoren vervaardigen of commercialiseren inzake diabetes, de complicaties ervan of de behandeling ervan.

Zij kunnen echter, volgens hun bevoegdheden, materiaal dat nodig is voor de diabeteseducatie, van die ondernemingen krijgen (de pennen, glucometers, strips, lancetten en lancethouders) en ze als didactisch materiaal gebruiken, zodat de rechthebbenden aan wie dit materiaal wordt voorgeschreven, in functie van hun behoeften, op basis van objectieve informatie, hun eigen materiaal kunnen kiezen en het correct kunnen gebruiken.

Zij tonen of verdelen geen affiches, brochures of ander informatief of promotioneel materiaal aan de rechthebbenden dat de naam, het merk, het logo, het fysieke of elektronische adres of een ander kenteken van een commerciële onderneming draagt.

De diabeteseducator, de diëtist, de apotheker, de verpleegkundige en de kinesitherapeut die de in de punten 3.1. en 4.1., bedoelde diabeteseducatieverstrekkingen verlenen, houden zich aan de voorwaarden die zijn vastgelegd in dit hoofdstuk om deze diabeteseducatieverstrekkingen aan te rekenen. Zij houden zich aan de honoraria die zijn vastgesteld en zij vragen geen supplement aan de rechthebbende of de verzekering. 5.2. Cumulatieverboden A. De educatieverstrekkingen waarin in dit hoofdstuk is voorzien, mogen niet worden gecumuleerd a. met de forfaitaire honoraria voor de aan diabetespatiënten verleende verstrekkingen die zijn voorzien in artikel 8, § 1, 1°, VI en 2°, VI, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/09/1984 pub. 16/12/2013 numac 2013000795 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen; b. met de verstrekkingen van de diabetesovereenkomst voor volwassenen en de kinderdiabetesovereenkomst : elk akkoord dat aan een rechthebbende wordt gegeven voor een periode van tegemoetkoming van de verzekering in de verstrekkingen van die overeenkomsten, sluit automatisch de diabeteseducatieperiode af die dezelfde rechthebbende in toepassing van de punten 3.2., B en 4.2., B. is begonnen. De diabeteseducatieperiode loopt af aan de vooravond van de begindatum van de periode die in het kader van de diabetesovereenkomst voor kinderen of volwassen is toegekend.

B. De periodes gedekt door de voorschriften vermeld in punt 3.2., B. en 4.2., B., mogen elkaar niet overlappen.

Wanneer een patiënt tijdens eenzelfde kalenderjaar overschakelt naar educatieverstrekkingen van een ander programma (ofwel het programma educatieverstrekkingen die verband houden met de verstrekking opvolging, ofwel het programma educatieverstrekkingen die kaderen in het zorgtraject diabetes), loopt het oude programma educatieverstrekkingen af aan de vooravond van de begindatum van het nieuwe programma educatieverstrekkingen. Voor een dergelijke patiënt wordt het maximum aantal vergoedbare zittingen per kalenderjaar (totaal van de zittingen bedoeld in de punten 3.1. en 4.1.), vastgesteld op 5, behalve in het geval dat de bepalingen die de terugbetaling van 5 bijkomende zittingen mogelijk maken (punt 4.2., C), van toepassing zijn. 5.3. Diabeteseducatoren: registratie en praktijk 5.3.1. Registratievoorwaarden Alleen de zorgverlener die aan alle hieronder vastgestelde voorwaarden voldoet, mag de verstrekkingen diabeteseducatie die volgens de bepalingen van de punten 3.1 en 4.1., voorbehouden zijn aan diabeteseducatoren, verlenen en daarvoor door de verzekering worden vergoed.

A. Hij is a. verpleegkundige en moet zich kunnen beroepen op de bijzondere beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de diabetologie, overeenkomstig de regels die zijn vastgesteld met toepassing van de wetgeving betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, of b.verpleegkundige, podoloog, diëtist of kinesitherapeut en heeft met vrucht een aanvullende opleiding van diabeteseducator gevolgd, die het mogelijk maakt om 20 studiepunten te verwerven of die minstens 150 opleidingsuren omvat en die in beide gevallen minstens 100 effectieve uren theoretisch onderwijs omvat; hij is houder van een getuigschrift van de met vrucht doorlopen opleiding dat is uitgereikt door een opleidingsinstituut dat erkend is door de overheid die bevoegd is voor onderwijs.

B. Hij is als diabeteseducator geregistreerd door de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) en beschikt over een specifiek RIZIV-registratienummer. 5.3.2. Registratieprocedure Om te worden geregistreerd en een specifiek RIZIV-registratienummer te verkrijgen, dient de kandidaat een aanvraag in bij de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het RIZIV die het volgende bevat: a. Het bewijs van zijn beroepsbekwaamheid.1) Voor een verpleegkundige: de vermelding van zijn RIZIV-nummer;2) Voor een podoloog: de vermelding van zijn RIZIV-nummer, of bij gebrek daaraan, het bewijs dat hij van de bevoegde overheid een erkenning van podoloog heeft gekregen;3) Voor een diëtist: de vermelding van zijn RIZIV-nummer of bij gebrek daaraan het bewijs dat hij van de bevoegde overheid een erkenning van diëtist heeft gekregen;4) Voor een kinesitherapeut: de vermelding van zijn RIZIV-nummer of bij gebrek daaraan het bewijs dat hij van de bevoegde overheid een erkenning van kinesitherapeut heeft gekregen. Als hij zijn diploma in het buitenland heeft behaald, moet de kandidaat verplicht het bewijs van de officiële gelijkstelling van zijn diploma leveren. b. Voor de verpleegkundige die de erkenning van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de diabetologie heeft behaald, het bewijs van die erkenning. Voor de andere kandidaten, een afschrift van het getuigschrift van de met vrucht doorlopen aanvullende opleiding van diabeteseducator dat door het opleidingsinstituut is afgeleverd.

De Dienst voor Geneeskundige Verzorging kent een specifiek registratienummer toe aan de kandidaten die aan de voorwaarden voldoen. 5.3.3. Behoud van de registratie A. De diabeteseducator die niet beschikt over de erkenning van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de diabetologie volgt elk kalenderjaar een opleiding van 15 uur inzake diabetes en diabeteseducatie. Hij bewaart de bewijzen van die gevolgde opleiding gedurende 5 jaar met het oog op een eventuele controle door het RIZIV. Het Verzekeringscomité kan op advies van het College van Geneesheren-directeurs richtlijnen over de inhoud van de opleidingen uitvaardigen.

B. Indien de Dienst voor Geneeskundige Verzorging vaststelt dat een diabeteseducator niet voldoet aan de voorwaarden bedoeld in A in de loop van een of meerdere jaren van de 5 kalenderjaren die aan het jaar van die vaststelling voorafgaan, kan de dienst zijn registratie op de datum van die vaststelling intrekken. Om zijn registratie terug te krijgen, volgt de diabeteseducator bovenop de 15 uur die noodzakelijk zijn voor het lopende jaar, een aantal uren opleiding inzake diabetes en diabeteseducatie, dat minstens gelijk is aan het totale aantal ontbrekende uren in de loop van het jaar of de jaren waarvoor hij tekortschiet. Hij bezorgt het bewijs per aangetekende brief aan de Dienst voor Geneeskundige Verzorging. De Dienst voor Geneeskundige Verzorging registreert de diabeteseducator opnieuw indien aan de vastgestelde voorwaarden wordt voldaan, met ingang ten laatste op de 1e dag van de 2e maand die volgt op de verzending van de aangetekende brief (de poststempel geldt als bewijs). 5.3.4. Voorwaarden betreffende de praktijk van diabeteseducator A. De diabeteseducator werkt samen met alle zorgverleners die deelnemen aan de verzorging van de diabetespatiënt, zoals de huisarts en de geneesheer-specialist die het zorgtrajectcontract met de patiënt hebben afgesloten, de apothekers, de leveranciers van materiaal, de paramedische hulpverleners, ...

B. Wanneer de diabeteseducator actief is in een gemeente die door een locoregionale structuur wordt bediend, integreert hij zich in die structuur en neemt hij deel aan de globale initiatieven van aanvullende opleiding inzake diabetes die door het netwerk worden genomen. Hij moet zich niet bij meer dan 1 locoregionale structuur aansluiten, ook al is hij actief in gemeenten die door verschillende structuren worden bediend.

C. Het Verzekeringscomité kan, op voorstel van het College van Artsen-directeurs, vanaf een bepaalde datum een minimaal activiteitsvolume opleggen dat uitsluitend aan de diabeteseducatieverstrekkingen is gewijd; de diabeteseducator moet zich daar in ieder geval aan houden op basis van de instructies die uitgevaardigd werden door datzelfde Verzekeringscomité. Hij bewaart de bewijzen van dat activiteitsvolume gedurende 5 jaar met het oog op een eventuele controle door het RIZIV.

Art. 2.Overgangsbepalingen 1. De diabeteseducator die een erkenningsnummer heeft verkregen met toepassing van hoofdstuk V van de bijlage bij het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen, bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen, zoals het ingevoegd is bij het koninklijk besluit van 22 januari 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/01/2010 pub. 16/02/2010 numac 2010022099 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het artikel 24, § 1, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten en gewijzigd is bij het koninklijk besluit van 27 mei 2014 of een registratienummer met toepassing van de nationale overeenkomst tussen de gegradueerde of gelijkgestelde verpleegkundigen, de vroedvrouwen, de gebrevetteerde verpleegkundigen, de verpleeg- of ziekenhuisassistenten of daarmee gelijkgestelden en de verzekeringsinstellingen, behoudt dat RIZIV-nummer bij de inwerkingtreding van onderhavig koninklijk besluit.2. Voor elke rechthebbende voor wie in het jaar dat onderhavig koninklijk besluit in werking treedt, reeds verstrekkingen zijn verricht en/of een voorschrift voor diabeteseducatie is opgemaakt met toepassing van hoofdstuk V van de bijlage bij het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen, bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen, zoals het ingevoegd is bij het koninklijk besluit van 22 januari 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/01/2010 pub. 16/02/2010 numac 2010022099 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het artikel 24, § 1, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten en gewijzigd is bij het koninklijk besluit van 27 mei 2014 of in toepassing van de nationale overeenkomst tussen de gegradueerde of gelijkgestelde verpleegkundigen, de vroedvrouwen, de gebrevetteerde verpleegkundigen, de verpleeg- of ziekenhuisassistenten of daarmee gelijkgestelden en de verzekeringsinstellingen, kan de voormelde reglementering betreffende hoofdstuk V of van voormelde nationale overeenkomst verder worden toegepast tot 31 december van het jaar waarin onderhavig koninklijk besluit in werking is getreden. Deze rechthebbenden kunnen echter in het jaar dat onderhavig koninklijk besluit in werking treedt, ook reeds de verstrekkingen genieten die in dit hoofdstuk worden bepaald, rekening houdende met de voorwaarden die in dit hoofdstuk zijn vastgesteld, in het bijzonder met betrekking tot het maximumaantal vergoedbare verstrekkingen per kalenderjaar, zoals bepaald in punt 4.2.,C., en door elke verstrekking die hij in het kader van het koninklijk besluit van 22 januari 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/01/2010 pub. 16/02/2010 numac 2010022099 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het artikel 24, § 1, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten of van voormelde nationale overeenkomst heeft genoten, voor een eenheid mee te tellen.

Art. 3.Dit koninklijk besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 4.De minister bevoegd voor Sociale zaken wordt met de uitvoering van dit besluit belast.

Gegeven te Brussel, 1 maart 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, M. DE BLOCK

^