Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 april 2001
gepubliceerd op 18 mei 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels, betreffende de toekenning van het halftijds brugpensioen op 55 jaar

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012269
pub.
18/05/2001
prom.
02/04/2001
ELI
eli/besluit/2001/04/02/2001012269/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 APRIL 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels, betreffende de toekenning van het halftijds brugpensioen op 55 jaar (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels, betreffende de toekenning van het halftijds brugpensioen op 55 jaar.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 april 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 17 november 1993, Belgisch Staatsblad van 4 december 1993.

Bijlage Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 1999 Toekenning van het halftijds brugpensioen op 55 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 28 oktober 1999 onder het nummer 52842/CO/128.06) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers die tewerkgesteld zijn in een voltijdse arbeidsregeling en op hun werkgevers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels. HOOFDSTUK II. - Algemene bepaling

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen. HOOFDSTUK III. - Principe

Art. 3.De voltijdse werknemers hebben de mogelijkheid op halftijds brugpensioen te gaan vanaf de leeftijd van 55 jaar.

Art. 4.De betrokken werknemers moeten bovendien de werkloosheidsuitkering genieten waarin is voorzien voor deze categorie van werknemers door de reglementering betreffende de werkloosheidsverzekering.

Art. 5.Het aantal arbeidsuren bepaald in de deeltijdse arbeidsregeling moet, na de vermindering, per arbeidscyclus gemiddeld gelijk zijn aan de helft van het aantal arbeidsuren in een normale voltijdse arbeidsregeling in de dienst. HOOFDSTUK IV. - Bedrag van de aanvullende vergoeding

Art. 6.Het bedrag van de aanvullende vergoeding is ten minste gelijk aan het bedrag bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties.

Art. 7.Het bedrag van de aanvullende vergoeding valt ten laste van de werkgever van de betrokken werknemer en wordt maandelijks betaald. HOOFDSTUK V. - Geldigheid

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 april 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^