Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 april 2002
gepubliceerd op 20 juni 2002

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 1997 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's voortkomende uit ioniserende straling

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012440
pub.
20/06/2002
prom.
02/04/2002
ELI
eli/besluit/2002/04/02/2002012440/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 APRIL 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 1997 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's voortkomende uit ioniserende straling (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, inzonderheid op artikel 4, gewijzigd bij de wet van 5 maart 1999;

Gelet op de Richtlijn 90/641/Euratom van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 4 december 1990 inzake de praktische bescherming van externe werkers die gevaar lopen aan ioniserende straling te worden blootgesteld tijdens hun werk in een gecontroleerde zone;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 1997 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's voortkomende uit ioniserende straling;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk, gegeven op 12 oktober 2001 Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de Belgische Staat op 29 maart 2001 werd gedagvaard voor het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen wegens onvolledige omzetting in Belgisch recht van sommige bepalingen van de Richtlijn 90/641/Euratom van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 4 december 1990 inzake de praktische bescherming van externe werkers die gevaar lopen aan ioniserende straling te worden blootgesteld tijdens hun werk in een gecontroleerde zone; dat de advocaat-generaal bij dit Hof zijn conclusies heeft neergelegd op 5 maart 2002; dat het derhalve noodzakelijk is, zonder verder uitstel, de nodige maatregelen te treffen om de Belgische wetgeving in overeenstemming de brengen met de bepalingen van de voormelde richtlijn, om te vermijden dat de aansprakelijkheid van de Belgische Staat nog langer in het gedrang wordt gebracht;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van 25 april 1997 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's voortkomende uit ioniserende stralingen wordt aangevuld als volgt : « erkende arbeidsgeneesheer : de preventieadviseur van het departement of de afdeling belast met het medisch toezicht van de interne of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk waarop door de werkgever een beroep wordt gedaan, die in toepassing van artikel 22, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk bevoegd is om de arbeidsgeneeskunde te beoefenen en die bovendien erkend is door de minister die bevoegd is voor de volksgezondheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 75 van het koninklijk besluit van 28 februari 1963 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking en van de werknemers tegen het gevaar van de ioniserende stralingen. »

Art. 2.In artikel 5, vijfde lid, artikel 7, tweede lid, artikel 16, derde lid, artikel 17, artikel 18, tweede lid, artikel 19, § 1, derde lid, en § 2, artikel 23, § 2, en artikel 27, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « de arbeidsgeneesheer » vervangen door de woorden « de erkende arbeidsgeneesheer ».

Art. 3.In artikel 7, eerste lid van hetzelfde besluit wordt de inleidende zin vervangen als volgt : « Naargelang de aanwijzingen van de erkende arbeidsgeneesheer dient het bijkomend onderzoek te bestaan uit : ».

Art. 4.In artikel 9, 1°, artikel 15, artikel 16, eerste lid, artikel 18, eerste lid, artikel 19, § 1, eerste lid, en artikel 25, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « de arbeidsgeneesheren » vervangen door de woorden « de erkende arbeidsgeneesheren ».

Art. 5.In artikel 9, 2°, artikel 11, eerste lid, 4°, artikel 23, § 1, derde lid, artikel 26, 3° en 4°, en artikel 27, § 1, eerste lid, en § 3, van hetzelfde besluit worden de woorden « de arbeidsgeneeskundige dienst » vervangen door de woorden « het departement of de afdeling belast met het medisch toezicht van de bevoegde interne of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. »

Art. 6.Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 12.§ 1. De externe onderneming ziet erop toe dat hij, onder de voorwaarden bepaald in afdeling VIII, voor elke externe werker, die in een gecontroleerde zone werkt, een individueel document voor radiologisch toezicht van de externe werker verkrijgt, hierna « bestralingspaspoort van externe werker » genoemd. Dit document wordt aan elke werknemer overhandigd en is niet overdraagbaar. § 2. De externe onderneming waakt, hetzij rechtstreeks, hetzij door middel van overeenkomsten met de exploitant, over de stralingsbescherming van zijn werkers overeenkomstig de artikelen 13 tot 19, en inzonderheid : 1° waarborgt hij dat zijn werkers onderworpen worden aan een beoordeling van de blootstelling en aan een geneeskundig toezicht overeenkomstig de voorwaarden bepaald in de artikelen 13 en 16;2° verzekert hij zich dat de radiologische gegevens van het individueel toezicht op de blootstelling van elk van zijn werkers in het bestralingspaspoort van externe werker of in het gecentraliseerde nationale net actueel worden gehouden. In het geval echter dat de externe werkers werken in een gecontroleerde zone van een exploitant van een inrichting, ingedeeld in de klasse I volgens artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 februari 1963 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking en van de werknemers tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, is de externe onderneming verplicht overeenkomsten met de exploitant te sluiten met het doel zijn werknemers te beschermen. »

Art. 7.In artikel 13, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in 1° worden de woorden « de in artikel 28 en 29 bedoelde individuele documenten voor radiologisch toezicht aan de arbeidsgeneesheer » vervangen door de woorden « het bestralingspaspoort van externe werker bedoeld in afdeling VIII aan de erkende arbeidsgeneesheer ».b) in 3° worden de woorden « het individueel document voor de beroepshalve aan ioniserende straling blootgestelde externe werker » vervangen door de woorden « het bestralingspaspoort van externe werker ».

Art. 8.In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de woorden « de arbeidsgeneesheren van de geneeskundige diensten waarvan hij zich ingevolge artikel 104, § 1, van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming de medewerking heeft verzekerd » vervangen door de woorden « de erkende arbeidsgeneesheren van het departement of de afdeling belast met het medisch toezicht van de bevoegde interne of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk ».

Art. 9.In artikel 19, § 1, derde lid, van hetzelfde besluit vervallen de woorden « Die geneesheer moet in het bezit zijn van het in artikel 111, 1°, van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming bedoelde erkenningsbewijs. »

Art. 10.Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 22.De erkende arbeidsgeneesheren van het departement of de afdeling belast met het medisch toezicht van de interne of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk, waarop de werkgever een beroep doet, voeren de in de artikelen 15 tot 20 bepaalde voorschriften uit. »

Art. 11.Artikel 23, § 1, derde lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen door het volgende lid : « In dat geval moet de externe onderneming dit toezicht laten uitoefenen door een erkende arbeidsgeneesheer aan wie elke nuttige informatie in verband met de blootstellings- en besmettingsomstandigheden of -omvang worden medegedeeld. »

Art. 12.Artikel 25, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : « 5° de leden van de dienst van toezicht van het Federaal Agentschap voor Nucleaire controle, bedoeld bij artikel 9 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal agentschap voor Nucleaire Controle. »

Art. 13.In de inleidende zin van artikel 26 van hetzelfde besluit, vervallen de woorden « die de dosimetrie uitvoert ».

Art. 14.Artikel 28 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 28.Er wordt een gecentraliseerd blootstellingsnetwerk opgericht om een stralingsdosisbeheersysteem van de externe werkers te doen werken en te onderhouden.

Het gecentraliseerd netwerk bestaat enerzijds uit een centrale gegevensbank en anderzijds uit de gegevensbanken van de diensten voor fysische controle van de exploitanten.

De centrale gegevensbank wordt opgericht en beheerd door de Administratie van de arbeidshygiëne en -geneeskunde van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. »

Art. 15.In artikel 29 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° Voor het eerste lid wordt het volgend lid ingevoegd : « Binnen het kader van het in artikel 28 bedoelde systeem wordt aan de externe werkers een individueel document uitgereikt.» 2° het artikel wordt aangevuld met de volgende leden : « Dit individueel document wordt « bestralingspaspoort van externe werker » genoemd. Het bestaat uit twee delen : enerzijds een map en anderzijds interventiebladen voor die map. Het model en de gebruikswijze ervan worden bepaald in bijlage IV. De dosisgegevens van elke afzonderlijke externe werker worden beschouwd als medische persoonsgegevens in de zin van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.

De Administratie van de arbeidshygiëne en -geneeskunde neemt alle praktische maatregelen voor het beveiligen van de dosisgegevens tijdens de gegevensoverdracht binnen het gecentraliseerde netwerk. »

Art. 16.De indeling tussen de artikelen 29 en 30 met als opschrift « Afdeling IX. - Slotbepalingen » vervalt.

Art. 17.Artikel 30 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 30.De Administratie van de arbeidshygiëne en -geneeskunde is belast met : 1. de aanmaak van de bestralingspaspoorten;2. de levering van het bestralingspaspoort van externe werker;3. de toevoeging van de na elke tussenkomst opgelopen dosis, aan de met betrekking tot de externe werker gekende dosis;4. het bijwerken van de interventiebladen aan de hand van de door de exploitanten meegedeelde bestralingsgegevens : Bijlage IV bevat de wijze van actualisering;5. de verzending, vóór de vervaldatum van de vorige reeks interventiebladen, van de gevraagde hoeveelheid interventiebladen;6. het beheer en de exploitatie van de dosisgegevens. De interventiebladen hebben een geldigheidsperiode van één jaar vanaf de afgiftedatum Indien de hoeveelheid benodigde interventiebladen voor de volgende geldigheidsperiode niet werd aangevraagd, zal eenzelfde aantal interventiebladen als voor de lopende geldigheidsperiode worden toegestuurd.

Tijdens een lopende geldigheidsperiode kunnen steeds bijkomende interventiebladen worden aangevraagd. »

Art. 18.In hetzelfde besluit wordt in de plaats van artikel 31, dat artikel 32bis wordt, een nieuw artikel 31 ingevoegd luidende : «

Art. 31.§ 1. De diensten voor fysische controle van de exploitanten zijn belast met : 1. de electronische overdracht van de dosisgegevens naar de centrale gegevensbank na elke tussenkomst van de externe werker.2. de bijwerking van het interventieblad van het bestralingspaspoort, volgens de aanwijzingen vermeld op de keerzijde van dit document. § 2. De gegevensoverdracht bedoeld in § 1, 1, gebeurt onmiddellijk na het beëindigen van de tussenkomst.

De administratie van de arbeidshygiëne en -geneeskunde bepaalt er de praktische voorwaarden van. § 3. Het interventieblad bedoeld in § 1, 2, wordt bijgewerkt aan de hand van de tijdens de tussenkomst eventueel opgelopen dosissen en wordt onmiddellijk na het beëindigen van de tussenkomst aan de externe werker overhandigd, die het in zijn bestralingspaspoort bewaart.

Een afschrift van dit interventieblad wordt terzelfdertijd opgestuurd naar de externe onderneming.

Deze laatste stuurt, na kennisneming, het afschrift door naar de erkende arbeidsgeneesheer. »

Art. 19.Artikel 32 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 32.§ 1. De bestralingspaspoorten worden door de externe onderneming aangevraagd bij de Administratie van de arbeidshygiëne en -geneeskunde De aanvraag moet de inlichtingen en documenten, opgesomd in bijlage III, bevatten.

Een aanvraag moet eveneens worden verricht wanneer het bestralingspaspoort onbruikbaar is geworden, verloren is gegaan of wanneer de identiteitsgegevens, bedoeld in punt 2 van bijlage III, van de externe werker gewijzigd zijn.

Het voor een geldigheidsperiode van één jaar voorspelde aantal benodigde interventiebladen dient door de externe onderneming bij Administratie van de arbeidshygiëne en -geneeskunde te worden aangevraagd. Deze aanvraag moet minstens twee maanden voor het verstrijken van de geldigheidsdatum van de vorige reeks worden verricht. § 2. De externe onderneming overhandigt het bestralingspaspoort aan de externe werker, nadat de erkende arbeidsgeneesheer, de geactualiseerde interventiebladen heeft geviseerd.

Slechts interventiebladen met een nog niet verstreken geldigheidsperiode mogen aan de externe werker ter beschikking worden gesteld. § 3. Op de interventiebladen van het bestralingspaspoort, die voorzien zijn van een volgnummer, staan de dosisgegevens van de externe werker vermeld, die op het ogenblik van afgifte door de Administratie van de arbeidshygiëne en -geneeskunde zijn gekend. § 4. Elk interventieblad is slechts geldig voor een reeks opeenvolgende werkzaamheden bij eenzelfde exploitant.

De interventiebladen moeten volgens het erop aangebrachte volgnummer worden gebruikt.

Indien interventiebladen tijdens de geldigheidsperiode niet werden gebruikt, moeten zij onmiddellijk na het verstrijken van de geldigheidsperiode naar de Administratie van de arbeidshygiëne en -geneeskunde worden teruggestuurd.

Art. 20.In artikel 34 van hetzelfde besluit worden de woorden « De bepalingen van artikel 1 tot 29 » vervangen door de woorden « De bepalingen van artikel 1 tot 32 ».

Art. 21.Aan hetzelfde besluit wordt een bijlage III, met als opschrift « Inlichtingen en documenten die bij de aanvraag voor een bestralingspaspoort moeten worden gevoegd », toegevoegd, waarvan de inhoud is vastgesteld in bijlage 1 bij dit besluit.

Art. 22.Aan hetzelfde besluit wordt een bijlage IV, met als opschrift « Model van individueel document voor het radiologisch toezicht van de externe werker », toegevoegd, waarvan de inhoud is vastgesteld in bijlage 2 bij dit besluit.

Art. 23.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 24.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit Gegeven te Nice, 2 april 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 18 september 1996; Wet van 5 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 18 maart 1999;

Koninklijk besluit van 25 april 1997, Belgisch Staatsblad van 12 juli 1997.

Bijlage 1 BIJLAGE III INLICHTINGEN EN DOCUMENTEN DIE BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN BESTRALINGSPASPOORT MOETEN WORDEN GEVOEGD De aanvraag omvat inlichtingen betreffende de identiteit van de externe onderneming en van de betrokken externe werker. 1. Inlichtingen betreffende de identiteit van de externe onderneming Indien het een natuurlijke persoon betreft : naam, voornaam en woonplaats. Indien het een rechtspersoon betreft : maatschappelijke benaming, rechtsvorm en maatschappelijke zetel. 2. Inlichtingen betreffende de identiteit van de externe werker Identificatienummer van de sociale zekerheid van de werknemer, bedoeld in artikel 1, 4° van het koninklijk besluit van 18 december 1996 houdende maatregelen met het oog op de invoering van een sociale identiteitskaart ten behoeve van alle sociaal verzekerden, met toepassing van de artikelen 38, 40, 41 en 49 van de wet van 26 juli 1996 houdende de modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de wettelijke pensioenstelsels, en het nummer van de sociale identiteitskaart, bedoeld in artikel 2, derde lid, 7°, van voormeld koninklijk besluit. Indien bovenstaande inlichtingen niet ter beschikking zijn : 1° naam en voornamen;2° geslacht;3° geboortedatum;4° nationaliteit;5° woonplaats. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 2 april 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 1997 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's voortkomende uit ioniserende straling.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

Bijlage 2 BIJLAGE IV MODEL VAN INDIVIDUEEL DOCUMENT VOOR HET RADIOLOGISCH TOEZICHT VAN DE EXTERNE WERKER 1. Kaft Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2.Interventieblad a. Voorzijde Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld b.Keerzijde Aanwijzingen voor de exploitant Deel A van het interventieblad van het bestralingspaspoort moet volledig worden ingevuld.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld * B3 moet worden ingevuld voor het begin van de tussenkomst door hetzij de centrale gegevensbank hetzij de externe onderneming of de externe werker.

Aanwijzingen voor de externe onderneming/werker De interventiebladen moeten volgens hun volgnummer gebruikt worden.

De werker moet ervoor zorgen dat de exploitant de delen A en C correct invult. Indien de werker in het bezit is van meerdere interventiebladen, brengt hij de totale dosis zoals vermeld onder C7 of, indien gekend, onder C9 van zijn vorig interventieblad (actueel volgnummer -1) over op het volgende interventieblad onder B3, alvorens de nieuwe tussenkomst aan te vangen.

Na beëindiging van de activiteiten moet de externe onderneming het interventieblad van het individueel document terugsturen naar de centrale gegevensbank.

Toelichting bij het bestralingspaspoort.

Het bestralingspaspoort is het individueel document dat bedoeld wordt in Richtlijn 90/641 Euratom.

Het wordt uitgegeven op last van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid door de centrale gegevensbank.

Het bestralingspaspoort bestaat uit twee delen : 1. een titelblad, waarvan op de keerzijde een uittreksel staat afgedrukt uit artikel 12 van het koninklijk besluit van 25 april 1997 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's voortkomende uit ioniserende straling.2. een of meerdere interventiebladen, voorzien van een volgnummer, waarop de persoonlijke dosisgegevens van de externe werker staan vermeld op het ogenblik van afgifte. Elk interventieblad is uitsluitend geldig voor een reeks opeenvolgende werkzaamheden bij dezelfde exploitant. De interventiebladen moeten in volgorde worden gebruikt.

Het interventieblad vermeldt de stralingsdosissen die de externe werker heeft opgelopen en die door de centrale gegevensbank worden geregistreerd. B1 en B2 worden door de centrale gegevensbank ingevuld.

B1 bevat de gecumuleerde dosis vanaf de datum waarop de instelling met de registratie begonnen is. B2 bevat de door de centrale gegevensbank gecumuleerde dosis vanaf het begin van het beschouwde kalenderjaar (x) tot op het ogenblik van de afgifte van het interventieblad (y).

Het bestralingspaspoort blijft eigendom van de centrale gegevensbank..

De originele interventiebladen moeten onmiddellijk na het beëindigen van de activiteiten naar de centrale gegevensbank teruggestuurd worden.

Indien zij niet werden gebruikt tijdens de geldigheidsperiode, moeten zij eveneens onmiddellijk worden teruggestuurd.

De externe werker en zijn werkgever worden verondersteld vertrouwd te zijn zowel met de toelichting voor henzelf als voor de exploitant.

Dosisbegrippen Hp (d) betekent : individueel dosisequivalent op een diepte d (volgens ICRU 47).

Wanneer "dosis" wordt gebruikt, is dit in de zin van "dosisequivalent" (ICRP 60) Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 2 april 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 1997 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's voortkomende uit ioniserende straling.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^