Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 april 2004
gepubliceerd op 26 april 2004

Koninklijk besluit tot vaststelling van de modaliteiten waaronder de obligatielening van het Startersfonds wordt uitgegeven

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2004003185
pub.
26/04/2004
prom.
02/04/2004
ELI
eli/besluit/2004/04/02/2004003185/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 APRIL 2004. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de modaliteiten waaronder de obligatielening van het Startersfonds wordt uitgegeven


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 28 juli 1992 houdende fiscale en financiële bepalingen, inzonderheid op artikelen 74 en 75 gewijzigd door de programmawet van 8 april 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot vaststelling van de oprichtingsmodaliteiten van het financieringsfiliaal van het Participatiefonds genaamd « Startersfonds » bedoeld in artikel 74, § 4, van voornoemde wet, waarbij het filiaal de vorm aanneemt van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, inzonderheid artikel 1, § 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot vaststelling van de oprichtingsmodaliteiten van het financieringsfiliaal van het Participatiefonds genaamd « Startersfonds » bedoeld in artikel 74, § 4, van voornoemde wet, waarbij de permanente schuldpositie van het « Startersfonds » wordt beperkt tot maximum 75.000.000 euro, inzonderheid artikel 2, § 2;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 maart 2004;

Op de voordracht van Onze Minister van Arbeid en Pensioenen, van Onze Minister van Financiën en van Onze Minister van Middenstand en Landbouw, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het Startersfonds geeft een lening uit met een looptijd van 5 jaar, vertegenwoordigd door obligaties op naam met een nominale waarde van vijfhonderd euro. Er kan enkel op ingeschreven worden door natuurlijke personen.

Art. 2.Het maximumbedrag van de lening is vijfenzestig miljoen euro; de instelling die de uitgifte leidt dient een procedure te voorzien bij overintekening.

Art. 3.De lening wordt terugbetaald in globo op de eindvervaldag, tegen 100 % van de nominale waarde; vervroegde terugbetaling is niet mogelijk, behalve bij overlijden van de houder.

Art. 4.De voorwaarden en modaliteiten in huidig besluit vastgelegd, alsmede deze betreffende inschrijvingsperiode en betaaldatum, zullen worden hernomen in de prospectus uit te geven door de instelling die de emissie leidt;

Art. 5.De obligaties krijgen een gewaarborgde vergoeding die niet lager is dan de rentevoet van de lineaire obligaties (OLO) met een overeenstemmende termijn, zoals gepubliceerd door het Rentenfonds (SRF) zeven dagen vóór de uitgiftedatum.

Art. 6.De uitgifteprijs is vastgesteld op 100 %; de personen die inschrijven na de uitgiftedatum zullen echter de gelopen intresten dienen te betalen voor de periode tussen de uitgiftedatum en de werkelijke storting der gelden.

Art. 7.Er is geen beursnotering voorzien noch een gereglementeerde secundaire markt.

Art. 8.Het Startersfonds zal het register van de inschrijvingen op naam bijhouden en zal ook instaan voor de betaling van de intresten en de terugbetaling van het kapitaal.

Art. 9.De uitgifte dient vergezeld te gaan van een clausule die het Startersfonds toelaat obligaties waarop is ingeschreven af te kopen als de houder ervan sterft vóór de vervaldag van de termijn van de terugbetaling. In dat geval gebeurt de afkoop via de betaling van het nominale bedrag van de obligatie verhoogd met de conventionele rente die op basis van de resterende termijn tot de afloop van de terugbetaling is gekapitaliseerd.

Art. 10.De obligaties worden uitgegeven met Staatswaarborg

Art. 11.Dit besluit treedt in werking de dag van zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Art. 12.Onze Minister van Arbeid en Pensioenen, Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Middenstand en Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 april 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Arbeid en Pensioen, F. VANDENBROUCKE De Minister van Middenstand en Landbouw, Mevr.S. LARUELLE

^