Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 mei 2007
gepubliceerd op 14 mei 2007

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 maart 2006 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders ter bevordering van de tewerkstelling van laaggeschoolde of erg laag geschoolde jongeren

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2007201370
pub.
14/05/2007
prom.
02/05/2007
ELI
eli/besluit/2007/05/02/2007201370/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 MEI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 maart 2006 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders ter bevordering van de tewerkstelling van laaggeschoolde of erg laag geschoolde jongeren (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, § 1, derde lid, m, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 november 1996, en artikel 7, § 1bis, achtste lid, ingevoegd bij de wet van 22 december 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 maart 2006 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders ter bevordering van de tewerkstelling van laaggeschoolde of erg laag geschoolde jongeren, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2006;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 december 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 8 december 2006;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening van 1 maart 2007;

Gelet op advies 42.075/1 van de Raad van State, gegeven op 18 januari 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 29 maart 2006 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders ter bevordering van de tewerkstelling van laaggeschoolde of erg laag geschoolde jongeren, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2006 tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 maart 2006 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders ter bevordering van de tewerkstelling van laaggeschoolde of erg laag geschoolde jongeren, wordt vervangen als volgt : «

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers bedoeld in artikel 26 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid en de werknemers die ze tewerkstellen. »

Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het voormeld besluit van 20 juli 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « 120 EUR » vervangen door de woorden « 350 EUR »;2° het eerste lid, 2°, wordt aangevuld als volgt : « en voltijds beschikbaar voor de algemene arbeidsmarkt »;3° het eerste lid, 4°, wordt hersteld in de volgende lezing : « 4° hij volgt geen studies meer in dagonderwijs;»; 4° in het eerste lid, 5°, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) het woord « startbaanovereenkomst » wordt vervangen door de woorden « voltijdse startbaanovereenkomst »;b) de woorden « of 2° » worden geschrapt;c) de woorden « één maand » worden vervangen door de woorden « zes maanden »;5° in het eerste lid, wordt een 5°bis ingevoegd, luidend : « 5°bis de tewerkstelling in het kader van de in 5° bedoelde startbaanovereenkomst moet aanvangen of voortgezet worden in de zin van artikel 3, derde lid, tijdens de periode die aanvangt op het ogenblik dat de werknemer voldoet aan de in 3° en in 4° bedoelde voorwaarden en die 21 maanden later eindigt, gerekend van datum tot datum;»; 6° het eerste lid, 6°, wordt vervangen als volgt : « 6° hij voldoet aan de voorwaarden vermeld in artikel 18, eerste lid, 3° of 4°, van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen; »; 7° het eerste lid, 7°, wordt hersteld in de volgende lezing : « 7° hij heeft in de 12 maanden, gerekend van datum tot datum, gelegen vóór de indiensttreding, geen tewerkstelling gekend waarvoor een uitkering bedoeld in artikel 3, vijfde lid, was toegekend.»; 8° het tweede lid wordt vervangen als volgt : « Het bedrag van de werkuitkering wordt begrensd tot het nettoloon waarop de werknemer voor de betreffende kalendermaand recht heeft.»

Art. 3.Artikel 2bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het voormeld besluit van 20 juli 2006, wordt opgeheven.

Art. 4.Artikel 2ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het voormeld besluit van 20 juli 2006, wordt opgeheven.

Art. 5.In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het voormeld besluit van 20 juli 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « artikel 2ter » vervangen door de woorden « artikel 2 »;2° in het tweede lid worden de woorden « april van het jaar 2006 » vervangen door de woorden « januari van het jaar 2007 »;3° in het derde lid worden tussen de woorden « vorig lid » en « wordt » de woorden « en onverminderd artikel 2, eerste lid, 5°, » ingevoegd;4° in het vierde lid worden de woorden « artikel 2ter » vervangen door de woorden « artikel 2 »;5° het vijfde lid wordt vervangen als volgt : « De werkuitkering bedoeld in artikel 2 kan niet samen worden genoten met : 1° een andere uitkering toegekend krachtens artikel 7, § 1, derde lid, m van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;2° een financiële tussenkomst in de loonkost van een gerechtigde op maatschappelijke integratie die wordt tewerkgesteld, toegekend door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn krachtens de artikelen 9 en 13, § 1, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie;3° een financiële tussenkomst in de loonkost van een gerechtigde op financiële maatschappelijke hulp die wordt tewerkgesteld, toegekend door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn krachtens artikel 57quater van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.»

Art. 6.Artikel 3bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het voormeld besluit van 20 juli 2006, wordt opgeheven.

Art. 7.In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het voormeld besluit van 20 juli 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « werkuitkeringen » en « kunnen » respectievelijk vervangen door de woorden « werkuitkering » en « kan »;2° in het tweede lid worden de woorden « werkuitkeringen » en « worden » respectievelijk vervangen door de woorden « werkuitkering » en « wordt »;3° het vierde lid wordt vervangen als volgt : « Onverminderd artikel 13 van het voormeld koninklijk besluit van 19 december 2001 wordt de geldigheidsduur van de werkkaart bijkomend beperkt tot maximaal de dag dat de werknemer de leeftijd van 26 jaar bereikt, alsook tot de laatste dag van de periode van 21 maanden bedoeld in artikel 2, eerste lid, 5°bis.»; 4° het vijfde lid wordt opgeheven;5° in het het zesde lid worden de woorden « werkuitkeringen » en « worden » respectievelijk vervangen door de woorden « werkuitkering » en « wordt »;6° het zevende lid wordt opgeheven.

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007.

Art. 9.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 mei 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Besluitwet van 28 december 1944, Belgisch Staatsblad van 30 december 1944; Koninklijk besluit van 14 november 1996, Belgisch Staatsblad van 31 december 1996;

Koninklijk besluit van 29 maart 2006 : Belgisch Staatsblad van 31 maart 2006;

Koninklijk besluit van 20 juli 2006 : Belgisch Staatsblad van 28 juli 2006.

^