Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 december 2002
gepubliceerd op 24 december 2002

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot uitvoering van artikel 7, § 1bis , derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende de herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002013444
pub.
24/12/2002
prom.
04/12/2002
ELI
eli/besluit/2002/12/04/2002013444/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot uitvoering van artikel 7, § 1bis , derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende de herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij de wetten van 14 juli 1951, 14 februari 1961, 16 april 1963, 11 januari 1967, 10 oktober 1967, de koninklijke besluiten nr. 13 van 11 oktober 1978 en nr. 28 van 24 maart 1982, de wetten van 22 januari 1985, 30 december 1988, 26 juni 1992, 30 maart 1994, het koninklijk besluit van 14 november 1996 en de wet van 13 februari 1998;

Gelet op de wet van 26 juni 2001 houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 4 juli 2000 tussen de Federale Staat, het Vlaams, het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de sociale economie;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot uitvoering van artikel 7, § 1bis , derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, betreffende de herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen; inzonderheid op artikel 1 en artikel 4, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 december 2001;

Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut van sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 oktober 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 25 november 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd door de wet van 4 augustus 1996, Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat ter uitvoering van de wet van 26 juni 2001 houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 4 juli 2000 tussen de Federale Staat, het Vlaams, het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de sociale economie, de Gewesten en de Gemeenschap nieuwe maatregelen hebben getroffen wat betreft de gewestelijke erkenningen van collectieve buurtdiensten; dat de maatregel derhalve moet worden aangepast aan de buurtdiensten en aan de evolutie van de sociale inschakelingseconomie; dat andere bestaande maatregelen overigens duidelijker toegespitst werden op de inschakeling in de samenleving en in het arbeidsproces;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid en van Onze Minister van Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1, § 1, van het koninklijke besluit van 3 mei 1999 tot uitvoering van artikel 7, § 1bis , derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende de herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen wordt aangevuld als volgt : « 4°. De sociale verhuurkantoren bedoeld bij de ordonnantie van de Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 12 februari 1998 tot oprichting van sociale verhuurkantoren en bij het besluit van 19 november 1998; » « 5°. De agentschappen voor sociale huisvesting bedoeld bij het besluit van de Waalse regering van 17 maart 1999 houdende erkenning van agentschappen voor sociale huisvesting, gewijzigd bij het besluit van 13 december 2001; » « 6° De sociale verhuurkantoren bedoeld bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 oktober 1997 houdende bepaling van de erkennings- en subsidievoorwaarden van sociale verhuurkantoren; » « 7° De openbare vastgoedmaatschappijen bedoeld bij de ordonnantie van de Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 9 september 1993 houdende de wijziging van de Huisvestingscode voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en betreffende de sector van de Sociale Huisvesting; » « 8° De sociale huisvestingsmaatschappijen bedoeld bij het decreet van de Vlaamse Raad van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode; » « 9° De openbare huisvestingsmaatschappijen bedoeld bij het decreet van de Waalse Gewestraad van 29 oktober 1998 houdende de Waalse Huisvestingscode; » « 10°. De invoegbedrijven en invoegafdelingen erkend krachtens het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2000 houdende een impuls- en ondersteuningsprogramma van de meerwaardeeconomie, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2001 en 7 december 2001. »

Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : « 11°. De periodes van tewerkstelling in toepassing van het koninklijk besluit van 9 juni 1997 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende de doorstromingsprogramma's; » « 12°. De periodes van wachttijd in de zin van artikel 36, § 1, eerste lid, 4° van het bovenvermeld koninklijk besluit van 25 november 1991, tijdens dewelke de werkzoekende niet verbonden is door een arbeidsovereenkomst, onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. »

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad .

Art. 4.Onze Minister van Werkgelegenheid en Onze Minister van Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 december 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. M. ONKELINX De Minister van Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie J. VANDE LANOTTE

^