Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 februari 1999
gepubliceerd op 26 februari 1999

Koninklijk besluit tot vaststelling van de schalen verbonden aan de bijzondere graden van de carrière Buitenlandse Dienst en van de Kanselarijcarrière van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

bron
ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
1999015048
pub.
26/02/1999
prom.
04/02/1999
ELI
eli/besluit/1999/02/04/1999015048/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 FEBRUARI 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de schalen verbonden aan de bijzondere graden van de carrière Buitenlandse Dienst en van de Kanselarijcarrière van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het artikel 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 1956 houdende vaststelling van het statuut der personeelsleden van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 februari 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries, inzonderheid op artikel 4, 2°, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 september 1994 en 10 april 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren in de rijksbesturen die behoren tot de niveaus 1 en 2+, gewijzigd bij de koninklijke besiuiten van 12 december 1995 en 3 juni 1996;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddeschalen der aan verscheidene ministeries gemene graden;

Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën van 23 september 1996 en van 14 oktober 1996;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 23 mei 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 23 mei 1997;

Gelet op het protocol nr. 77/3 van 23 december 1997, waarin de conclusies van de onderhandelingen, gevoerd binnen het Sector-comité I, worden vermeld;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de aanpassing van de administratieve loopbaan van de ambtenaren die titularis zijn van bijzondere graden, op derelfde wijze dient te geschieden als deze van de ambtenaren die titularis zijn van gemene graden; dat bijgevoig de weddeschalen van de ambtenaren die titularis zijn van bijzondere graden bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking onverwijld dienen te worden vastgesteld;

Op de voordracht van Onze Minister van Buitenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Organieke regeling Afdeling 1. - Carrière van de Buitenlandse Dienst

Artikel 1.Aan de graad van ambtenaar van de eerste administratieve klasse van de carrière van de Buitenlandse Dienst wordt de weddeschaal 16A verbonden.

Art. 2.Aan de graad van ambtenaar van de tweede administratieve klasse van de carrière van de Buitenlandse Dienst wordt de weddeschaal 15A verbonden.

Art. 3.Aan de graad van ambtenear van de derde administratieve klasse van de carrière van de Buitenlandse Dienst wordt de weddeschaal 13A verbonden.

De ambtenaar van de derde administratieve klasse van de carrière van de Buitenlandse Dienst die minstens drie jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er betrekkingen vacant zijn, de weddeschaal 13B verkrijgen.

Art. 4.Aan de graad van ambtenaar van de vierde administratieve klasse van de carrière van de Buitenlandse Dienst wordt de weddeschaal 10B verbonden.

De ambtenaar van de vierde administratieve klasse van de carrière van de Buitenlandse Dienst die minstens tien jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er betrekkingen vacant zijn, de weddeschaal 10C verkrijgen.

De graadanciënniteit wordt berekend vanaf de datum van de benoeming tot ambtenaar in vast verband bij de carrière van de Buitenlandse Dienst in de vierde administratieve klasse.

Art. 5.Gedurende de stageperiode verkrijgt de stagiair van de carrière van de Buitenlandse Dienst de weddeschaal 10A Afdeling 2. - Kanselarijcarrière

Art. 6.Aan de graad van ambtenaar van de eerste administratieve klasse van de Kanselarijcarrière wordt de weddeschanl 13A verbonden.

De ambtenaar van de eerste administratieve klasse van de Kanselarijcarrière die minstens drie jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er betrekkingen vacant zijn, de weddeschaal 13B verkrijgen.

Art. 7.Aan de graad van ambtenaar van de tweede administratieve klasse van de Kanselarijcarrière wordt de weddeschaal 10A verbonden.

De ambtenaar van de tweede administratieve klasse van de Kanselarijcarrière die vier jaar graadanciënniteit heeft, verkrijgt de weddeschaal 10B. De ambtenaar van de tweede administratieve klasse van de Kanselarijcarrière die minstens twaalf jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er betrekkingen vacant zijn, de weddeschaal 10C verkrijgen;

Art. 8.Aan de graad van ambtenaar van de derde administratieve klasse van de Kanselarijcarrière wordt de weddeschaal 22A verbonden. De ambtenear van de derde administratieve klasse van de Kanselarijcarrière die minstens zes jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er betrekkingen vacant zijn, de weddeschaal 22B verkrijgen.

Art. 9.Aan de graad van ambtenaar van de vierde administratieve klasse van de Kanselarijcarrière wordt de weddeschaal 20B verbonden.

De ambtenaar van de vierde administratieve klasse van de Kanselarijcarrière die vier jaar graadanciënniteit heeft, verkrijgt de weddeschaal 20E. De graadanciënniteit wordt berekend vanaf de datum van het begin van de stage.

Art. 10.Gedurende de stageperiode verkrijgt de stagiair van de Kanselarijcarrière de weddeschaal 20A. HOOFDSTUK II. - Overgangsbepalingen Afdeling 1. - Carrière van de Buitenlandse Dienst

Art. 11.Aan de graad van ambtenaar van de derde administratieve klasse van de carrière van de Buitenlandse Dienst wordt de volgende weddeschaal verbonden : 1.115.290 - 1.703.009 11/2 x 53.429

Art. 12.Aan de graden van de ambtenaren van de vierde, vijfde en zesde administratieve klassen van de carrière van de Buitenlandse Dienst wordt de volgende weddeschaal verbonden : 898.575 - 1.394.575 3/1 x 24.933 11/2 x 38.291

Art. 13.Gedurende de stageperiode verkrijgt de stagiair van de carrière van de Buitenlandse Dienst de volgende weddeschaal : 826.981 - 1.284.690 3/1 x 24.933 10/2 x 38.291 Afdeling 2. - Kanselarijcarrière

Art. 14.Aan de graad van ambtenaar van de eerste administratieve klasse van de Kanselarijcarrière wordt de volgende weddeschaal verbonden : 1.115.290 - 1.703.009 11/2 x 53.429

Art. 15.Aan de graad van ambtenaar van de tweede administratieve klasse van de Kanselarijcarrière wordt de volgende weddeschaal verbonden : 898.575 - 1.394.575 3/1 x 24.933 11/2 x 38.291

Art. 16.Aan de graad van ambtenaar van de derde administratieve klasse van de Kanselarijcarrière wordt de volgende weddeschaal verbonden : 826.981 - 1.284.690 3/1 x 24 933 10/2 x 33 291 HOOFDSTUK III. - Bijzondere geldelijke bepalingen

Art. 17.De ambtenaar van de eerste of de tweede administratieve klasse van de carrière van de Buitenlandse Dienst belast met de functie van Secretaris-generaal en die een graadanciënniteit van minstens drie jaar heeft, verkrijgt de weddeschaal 17A. De wedde van de ambtenaar van de eerste administratieve klasse van de carrière van de Buitenlandse Dienst die gedurende ten minste drie jaar de functie van Secretaris-generaal heeft uitgeoefend, blijft behouden in de schaal 17A indien hij belast wordt met andere functies.

De wedde van de ambtenaar van de tweede administratieve klasse van de carrière van de Buitenlandse Dienst die gedurende de periode tijdens dewelke hij de functie van Secretaris-generaal uitoefent bevorderd werd tot de graad van ambtenaar van de eerste administratieve klasse, blijft behouden in de schaal 17A indien hij belast wordt met andere functies.

De wedde van de ambtenaar van de tweede administratieve klasse van de carrière van de Buitenlandse Dienst die gedurende de periode tijdens dewelke hij de functie van Secretaris-generaal uitoefent niet bevorderd werd tot de graad van ambtenaar van de eerste admi nistratieve klasse, wordt vastgesteld in de schaal 16A indien hij belast wordt met andere functies.

Art. 18.De ambtenaar van de tweede administratieve klasse van de Kanselarijcarrière die op de ingangsdatum van dit besluit titularis is van de volgende weddeschaal, behoudt dit voordeel : 1.036.575 - 1.532.575 3/1 x 24.933 11/2 x 33.291 HOOFDSTUK IV. - Opheffings- en slotbepalingen

Art. 19.Het koninklijk besluit van 10 april 1974 tot vaststelling van de schalen verbonden aan de bijzondere graden van de carrière hoofdbestuur, van de carrière Buitenlandse Dienst en van de Kanselarijcarrière van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 mei 1975, 14 november 1975, 3 november 1977, 19 oktober 1979, 14 oktober 1980, 11 mei 1989, 18 april 1991, 24 april 1991, 21 augustus 1992, 15 juli 1993, 25 februari 1994, 2 mei 1996 en 5 februari 1997, wordt opgeheven.

Art. 20.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt, met uitzondering van de artikelen 11 tot 16, die in werking treden op 1 juni 1994.

Art. 21.Onze Minister van Buitenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 februari 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, E. DERYCKE De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 4 februari 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, E. DERYCKE

^