Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 juni 2008
gepubliceerd op 03 juli 2008

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de beheersrekening en de administratieve reserve van de kinderbijslagfondsen

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2008022354
pub.
03/07/2008
prom.
04/06/2008
ELI
eli/besluit/2008/06/04/2008022354/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 JUNI 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de beheersrekening en de administratieve reserve van de kinderbijslagfondsen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, inzonderheid op artikel 94, vervangen bij de wet van 12 augustus 2000 en gewijzigd bij de wetten van 24 december 2002 en 27 december 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de beheersrekening en de administratieve reserve van de kinderbijslagfondsen, inzonderheid op de artikelen 2, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2006, 3, 4, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 januari 2001, 24 september 2001, 14 november 2002, 2 oktober 2003, 24 november 2004, 7 december 2005 en 17 november 2006, 7, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 januari 2001, 8 en 10, vervangen bij het koninklijk besluit van 24 september 2001;

Gelet op het voorstel van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers van 4 september 2007;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 november 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 1 februari 2008;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de omstandigheden dat het ontwerp vanaf 2008 een progressieve en toenemende responsabilisering van de vrije kinderbijslagfondsen beoogt, die een impact heeft op hun werkingskosten en op de stijving van hun reservefonds. Overwegende dat het ontwerp daarenboven de bedragen van de toelage met betrekking tot de responsabilisering van de kinderbijslagfondsen vaststelt en dat het bedrag dat is vastgesteld voor het dienstjaar 2007 had moeten worden gestort aan de betrokken fondsen in de loop van december 2007, wat eveneens het verzoek om spoedbehandeling motiveert;

Gelet op advies 44.270/1 van de Raad van State, gegeven op 18 maart 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de beheersrekening en de administratieve reserve van de kinderbijslagfondsen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 3° wordt de inleidende zin vervangen als volgt : « 3° voor de dienstjaren 2001 tot 2007 : »;2° het eerste lid wordt aangevuld als volgt : « 4° voor het dienstjaar 2008 : a) 61,97 EUR per mutatie van werkgever in de loop van het dienstjaar;b) 1,4 % van het bedrag van de gezinsbijslagen uitbetaald in de loop van het dienstjaar;c) 24,79 EUR per controle uitgevoerd in de loop van het dienstjaar;d) 9,92 EUR per mailboxbericht met hoog gewicht ontvangen in de loop van het dienstjaar;e) 4,96 EUR per mailboxbericht met gemiddeld gewicht ontvangen in de loop van het dienstjaar;f) 2,48 EUR per mailboxbericht met laag gewicht ontvangen in de loop van het dienstjaar;g) 0,39 EUR per elektronisch bericht betreffende de socioprofessionele situatie van de rechthebbende;h) 1,186 EUR per betaling;5° voor het dienstjaar 2009 : a) 61,97 EUR per mutatie van werkgever in de loop van het dienstjaar;b) 1,4 % van het bedrag van de gezinsbijslagen uitbetaald in de loop van het dienstjaar;c) 24,79 EUR per controle uitgevoerd in de loop van het dienstjaar;d) 9,92 EUR per mailboxbericht met hoog gewicht ontvangen in de loop van het dienstjaar;e) 4,96 EUR per mailboxbericht met gemiddeld gewicht ontvangen in de loop van het dienstjaar;f) 2,48 EUR per mailboxbericht met laag gewicht ontvangen in de loop van het dienstjaar;g) 0,39 EUR per elektronisch bericht betreffende de socioprofessionele situatie van de rechthebbende;h) 1,020 EUR per betaling;6° vanaf het dienstjaar 2010 : a) 61,97 EUR per mutatie van werkgever in de loop van het dienstjaar;b) 1,4 % van het bedrag van de gezinsbijslagen uitbetaald in de loop van het dienstjaar;c) 24,79 EUR per controle uitgevoerd in de loop van het dienstjaar;d) 9,92 EUR per mailboxbericht met hoog gewicht ontvangen in de loop van het dienstjaar;e) 4,96 EUR per mailboxbericht met gemiddeld gewicht ontvangen in de loop van het dienstjaar;f) 2,48 EUR per mailboxbericht met laag gewicht ontvangen in de loop van het dienstjaar;g) 0,39 EUR per elektronisch bericht betreffende de socioprofessionele situatie van de rechthebbende;h) 0,782 EUR per betaling.»; 3° in het tweede lid worden de woorden « 1°, 2° en 3° van het eerste lid » vervangen door de woorden « 1°, 2°, 3°, 4°, 5° en 6° van het eerste lid »;4° het derde lid wordt aangevuld als volgt : « Vanaf 1 januari 2009 worden de voorschotten met 5 % verhoogd, te verrekenen op de toe te kennen toelage, vermeld in artikel 4.»

Art. 2.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 3.De bedragen bepaald in artikel 2, 1°, a), b), c), e), f), g) en h), 2°, a), b), c), e), f), g) en h), 3°, a), b), d), e), f) en g), 4°, a), c), d), e), f), g) en h), 5°, a), c), d), e), f), g) en h) en 6°, a), c), d), e), f), g) en h), verhogen of verminderen overeenkomstig de op 31 december van het dienstjaar vastgestelde index van de conventionele bediendenlonen, NACEBEL-nomenclatuur, zoals bepaald en gepubliceerd door de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, die is gekoppeld aan de basisindex 100,71, herzien in 1997 voor de berekening van deze index.

Het bedrag van de toelage, bepaald in artikel 4, tweede lid, verhoogt of vermindert overeenkomstig de op 31 december van het vorig dienstjaar vastgestelde index van de conventionele bediendenlonen, NACEBEL-nomenclatuur, zoals bepaald en gepubliceerd door de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg die is gekoppeld aan de basisindex 100,71, herzien in 1997 voor de berekening van deze index. »

Art. 3.In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 januari 2001, 24 september 2001, 14 november 2002, 2 oktober 2003, 24 november 2004, 7 december 2005,17 november 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « en waarvan het bedrag jaarlijks door Ons wordt vastgesteld op voorstel van het Beheerscomité van de Rijksdienst » geschrapt; 2° het tweede lid wordt vervangen als volgt : « Het bedrag van die toelage wordt bepaald op : - 3.098.669,06 EUR voor het dienstjaar 2007; - 4.028.269,78 EUR voor het dienstjaar 2008; - 6.197.338,12 EUR voor het dienstjaar 2009; - 9.296.007,18 EUR vanaf het dienstjaar 2010. ».

Art. 4.Artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 januari 2001, wordt aangevuld als volgt : « 6° de correcte integratie van de actoren van het recht op kinderbijslag in het Kadaster. ».

Art. 5.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° 4° wordt vervangen als volgt : « 4° het in 4° bedoelde criterium : 7,5 %;»; 2° het artikel wordt aangevuld als volgt : « 6° het in 6° bedoelde criterium : 2,5 %.».

Art. 6.In artikel 10 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 24 september 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « wordt volledig toegewezen aan het reservefonds » vervangen door de woorden « wordt toegewezen aan het reservefonds ten belope van 76,92 % in 2008, 50 % in 2009 en 33,33 % vanaf 2010.»; 2° het tweede lid wordt vervangen als volgt : « De in het vorige lid bedoelde overdracht is niet verplicht : a) voor fondsen die jaarlijks minstens 100 miljoen euro aan gezinsbijslag betalen, als hun reservefonds op het einde van het dienstjaar minstens 125 % bedraagt van het over dat dienstjaar berekend gemiddelde saldo van de ten onrechte betaalde bijslag;b) voor fondsen die jaarlijks minder dan 100 miljoen euro aan gezinsbijslag betalen, als hun reservefonds op het einde van het dienstjaar minstens 150 % bedraagt van het over dat dienstjaar berekend gemiddelde saldo van de ten onrechte betaalde bijslag.».

Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2008, met uitzondering van artikel 3 dat uitwerking heeft met ingang van 1 december 2007.

Art. 8.Onze Minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 juni 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. L. ONKELINX

^