Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 september 2013
gepubliceerd op 07 oktober 2013

Koninklijk besluit tot vaststelling van de samenstelling, de werkwijze en de bevoegdheden van het Beheerscomité van de Nationale Veiligheidsoverheid, een Staatsdienst met afzonderlijk beheer

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2013015212
pub.
07/10/2013
prom.
04/09/2013
ELI
eli/besluit/2013/09/04/2013015212/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 SEPTEMBER 2013. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de samenstelling, de werkwijze en de bevoegdheden van het Beheerscomité van de Nationale Veiligheidsoverheid, een Staatsdienst met afzonderlijk beheer


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikel 108;

Gelet op de programmawet van 22 december 2008Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 22/12/2008 pub. 29/12/2008 numac 2008021120 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten, artikel 248;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 december 2008;

Gelet op het advies van het Ministerieel Comité voor inlichting en veiligheid, gegeven op 26 juni 2009;

Gelet op de akkoordbevindingen van de Minister van Begroting, d.d. 15 mei 2009 en 26 juni 2013;

Gelet op het advies 47.071/4 van de Raad van State, gegeven op 7 oktober 2009;

Overwegende dat artikel 15bis en 22septies van de wet van 11 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007004 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen type wet prom. 11/12/1998 pub. 03/02/1999 numac 1999009051 bron ministerie van justitie Wet tot omzetting van de richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrij verkeer van die gegevens sluiten betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen in deze context een bijzonder belang vertonen;

Op de voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken en van de Minister van Begroting, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Er wordt een comité opgericht voor het beheer van de Nationale Veiligheidsoverheid, een Staatsdienst met afzonderlijk beheer, hierna genoemd " Beheerscomité ", dat is samengesteld uit : 1° de voorzitter van het Directiecomité van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, die van rechtswege Voorzitter is;2° de voorzitter van de Nationale Veiligheidsoverheid, die van rechtswege ondervoorzitter is, tenzij deze functie ook wordt uitgeoefend door de onder 1° vermelde voorzitter van het Directiecomité;3° de stafdirecteur Begroting & Beheerscontrole van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, die van rechtswege ondervoorzitter is in het geval dat de onder 1° en 2° vermelde functies worden uitgeoefend door dezelfde persoon;4° de stafdirecteur ICT van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;5° de stafdirecteur Personeel en Organisatie van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;6° een vertegenwoordiger van de FOD Budget en Beheerscontrole;7° een vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor Binnenlandse zaken. De voorzitter wijst een secretaris aan.

Art. 2.Het lid bedoeld in artikel 1, 6° wordt aangesteld door de minister bevoegd voor Begroting, na overleg met de minister van Buitenlandse Zaken, voor een periode van vier jaar.

Als een lid ontslag neemt of overlijdt, wordt het onmiddellijk vervangen. Het nieuwe lid voltooit het mandaat van zijn voorganger.

De bevoegde minister wijst een plaatsvervanger aan voor elk lid van het beheerscomité, met uitzondering van de voorzitter en van de ondervoorzitter.

Art. 3.Het Beheerscomité beraadslaagt onder het voorzitterschap van de voorzitter of, bij diens afwezigheid, van de ondervoorzitter. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter van de vergadering beslissend.

Het Beheerscomité vergadert ten minste viermaal per jaar. De voorzitter roept schriftelijk minstens acht werkdagen vooraf de leden bijeen en dit ambtshalve of op verzoek. De bijeenroeping op verzoek gebeurt op initiatief van één of meer leden. De bijeenroeping vermeldt de agenda. De bijeenroeping op verzoek vermeldt de punten die de betrokken leden op de agenda plaatsen.

Het Beheerscomité kan slechts geldig beraadslagen indien de meerderheid van zijn leden aanwezig is. Indien het quorum niet wordt bereikt, kan het comité, na een tweede bijeenroeping, geldig beraadslagen over dezelfde agenda, ongeacht het aantal aanwezige leden.

Van de beraadslagingen van het Beheerscomité worden notulen opgesteld die door de voorzitter en de secretaris worden ondertekend.

Art. 4.Het Beheerscomité is inzonderheid belast met : 1° het goedkeuren van een ontwerp van jaarlijkse begroting dat alle ontvangsten en alle uitgaven en het jaarlijkse investeringsplan bevat;2° het goedkeuren van de eventuele wijzigingen van het budget;3° het goedkeuren vóór 31 maart van de rekening van uitvoering van de begroting, de beheersrekeningen, de vermogensrekeningen van het afgelopen begrotingsjaar en het jaarlijkse activiteitenverslag;4° het uitbrengen, op eigen initiatief of op verzoek van de minister onder wie de Nationale Veiligheidsoverheid ressorteert, van adviezen over het beheer van de Staatsdienst;5° het organiseren van het beheer van het vermogen van de dienst;6° het aanwijzen van de rekenplichtige voor de ontvangsten en uitgaven;7° het bepalen van de wijze van inning van de retributies en de andere bijzonderheden in verband met de heffing van deze retributies;8° het aanwijzen van het hoofd van de dienst.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 6.De minister bevoegd voor Buitenlandse Zaken en de minister bevoegd voor Begroting zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 september 2013.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Minister van Begroting, O. CHASTEL

^