Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 februari 1997
gepubliceerd op 02 juli 1997

Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van farmaceutisch-technisch assistent en houdende vaststelling van de lijst van handelingen waarmee deze laatste door een apotheker kan worden belast

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1997022128
pub.
02/07/1997
prom.
05/02/1997
ELI
eli/besluit/1997/02/05/1997022128/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

5 FEBRUARI 1997. - Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van farmaceutisch-technisch assistent en houdende vaststelling van de lijst van handelingen waarmee deze laatste door een apotheker kan worden belast


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies, inzonderheid op artikel 6, gewijzigd bij de wet van 19 december 1990, arti-kel 22bis, ingevoegd bij de wet van 19 december 1990, en artikel 23, 2;

Gelet op het advies van de Nationale Raad van de Paramedische Beroepen van 8 oktober 1992;

Gelet op het eensluidend advies van de Technische Commissie voor de Paramedische Beroepen van 25 januari 1996;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het beroep van "Apothekers-assistentie" is een paramedisch beroep in de zin van artikel 22bis van het koninklijk besluit nr. 78 van l0 november 1967 betreffende de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies.

Art. 2.Het in artikel 1 bedoelde beroep wordt uitgeoefend onder de beroepstitel "farmaceutisch-technisch assistent".

Art. 3.Het beroep van farmaceutisch-technisch assistent mag slechts worden uitgeoefend door personen die voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° ofwel houder zijn van een diploma dat een opleiding bekroont van hoger secundair onderwijs, waarvan het programma op zijn minst omvat: a) een theoretische opleiding in: Fysiologie, anatomie, biologie; Studie van aliphatische en aromatische organische geneesmiddelen;

Farmacologie (farmacodynamie);

Toxicologie;

Fysica;

Studie van minerale geneesmiddelen;

Deontologie; b) een theoretische en praktische opleiding in : Galenica (inbegrepen steriliteit en microbiologie); Lezen van voorschriften;

Farmaceutische wetgeving en tarificatie;

Farmacognosie;

Analytische scheikunde. ofwel houder zijn van een diploma dat een opleiding bekroont van hoger secundair onderwijs en bovendien met vrucht een op zijn minst evenwaardige specifieke opleiding gevolgd hebben in een inrichting opgericht, gesubsidieerd of erkend door de bevoegde overheid, waarvan het programma minstens de hogervermelde theoretische opleiding en theoretische en praktisch opleiding omvat. 2° met vrucht een stage doorlopen in een apotheek die tenminste300 uren moeten bedragen.3° hun beroepskennis en -vaardigheden via bijscholing onderhouden en bijwerken, om een beroepsuitoefening op een optimaal kwaliteitsniveau mogelijk te maken. De hierboven bedoelde bijscholing moet bestaan uit persoonlijke studie en deelname aan vormingsactiviteiten.

Art. 4.De lijst van handelingen waarmee een apotheker met toepassing van artikel 6, eerste lid, van voormeld koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 een farmaceutisch-technisch assistent kan belasten, is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Art. 5.Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 februari 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA Bijlage Handelingen waarmee een apotheker met toepassing van artikel 6, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 een farmaceutisch-technisch assistent kan belasten: Het ontvangen en registreren van geneeskundige voorschriften onder gelijk welke vorm;

Het afleveren van geneesmiddelen overeenkomstig de wetten en geldende regels;

Het inlichten van de patiënten betreffende het adekwaat en veilig gebruik van de geneesmiddelen;

Het registreren en identificeren van de grondstoffen;

Het uitvoeren van magistrale bereidingen;

Het voorlichten van stagiairs "farmaceutisch-technisch assistent" met betrekking tot het werk in de apotheek.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 5 februari 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA

^