Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 juli 2004
gepubliceerd op 24 september 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 1990, betreffende het collectief contract

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004202159
pub.
24/09/2004
prom.
05/07/2004
ELI
eli/besluit/2004/07/05/2004202159/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 JULI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 1990, betreffende het collectief contract (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 1990, betreffende het collectief contract.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 juli 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2003 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 1990, betreffende het collectief contract (Overeenkomst geregistreerd op 25 september 2003 onder het nummer 67732/CO/130)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf en op de werknemers tewerkgesteld in deze ondernemingen, met uitsluiting van de werkgevers en/of werknemers die onder de toepassing vallen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Belgische dagbladen, afgesloten op 25 oktober 1995 in het voornoemd paritair comité (koninklijk besluit van 25 juni 1997).

Art. 2.De tekst van artikel 28 van de collectieve arbeidsovereenkomst "Collectiefcontract" van 30 november 1990 wordt als volgt gewijzigd : « Voor zover de werknemer de dag tevoren er niet van werd verwittigd, geeft elke bijkomende prestatie van ten minste 2 uur per dag, vanaf 1 april 2001 recht ten behoeve van de werknemer op een vergoeding van 3,47 EUR bestemd voor een eetmaal.

Dit conventioneel bedrag zal worden aangepast aan de evolutie van het gezondheidsindexcijfer, en dat ter gelegenheid van elke vernieuwing van de sectorale conventie. De eerste indexatie zal geschieden op 1 januari 2004 op basis van de evolutie van de gezondheidsindex tussen 31 december 2001 en 31 december 2003. »

Art. 3.De tekst van artikel 30 van de collectieve arbeidsovereenkomst "Collectiefcontract" van 30 november 1990 wordt als volgt gewijzigd : « Elk jaar hebben de werknemers die ten minste 10 jaar anciënniteit hebben in de onderneming, recht op 1 betaalde dag anciënniteitsverlof.

Elke werknemer die ten minste 20 jaar anciënniteit heeft in de onderneming heeft recht op een tweede dag anciënniteitsverlof. Deze dag(en) word(en)t betaald volgens het barema-uurloon (100 pct.) vermenigvuldigd met het aantal uren dat werkelijk zou zijn gepresteerd, met een maximum van 8 uren. Deze dag(en) word(en)t vastgelegd in gemeenschappelijk overleg tussen werkgever en werknemer.

In de ondernemingen waar een voordeel bestaat dat ten minste gelijkwaardig is, geldt het reeds bestaand voordeel en de hier vermelde beschikking is niet cumuleerbaar. »

Art. 4.Aan het artikel 31 van de collectieve arbeidsovereenkomst "Collectiefcontract" van 30 november 1990 worden volgende bepalingen toegevoegd : « Vanaf 1 januari 2004, in geval van ziekte van korte duur waarvoor een carenzdag wordt toegepast, komen partijen overeen aan de werkgever een vergoeding te betalen gelijk aan het barema-uurloon (100 pct.) vermenigvuldigd met het aantal uren dat werkelijk zou moeten gepresteerd zijn, met een maximum van 8 uren per dag, en dit voor de twee eerste carenzdagen van elk kalenderjaar.

Vanaf 1 december 2004, in geval van ziekte van korte duur waarvoor een carenzdag wordt toegepast, komen partijen overeen aan de werkgever een vergoeding te betalen gelijk aan het barema-uurloon (100 pct.) vermenigvuldigd met het aantal uren dat werkelijk zou moeten gepresteerd zijn, met een maximum van 8 uren per dag, en dit voor de drie eerste carenzdagen van elke kalenderjaar wanneer het een werknemer betreft die ten minste 15 jaar anciënniteit heeft in de onderneming.

In de ondernemingen waar een voordeel bestaat dat ten minste gelijkwaardig is, geldt het reeds bestaand voordeel en de hier vermelde beschikking is niet cumuleerbaar. ».

Art. 5.De tekst van artikel 32 van de collectieve arbeidsovereenkomst "Collectiefcontract" van 30 november 1990 wordt als volgt gewijzigd : « Opleiding : elke werknemer heeft een individueel recht op 1 dag beroepsopleiding per jaar. Het betreft elke vorm van beroepsopleiding georganiseerd door de werkgever. Dit individueel recht kan op ondernemingsvlak geglobaliseerd worden. In dit geval moeten volgende beschikkingen worden nageleefd : - in de ondernemingen met een OR, een CPBW of, bij ontstentenis, een vakbondsafvaardiging, legt de werkgever zijn ontwerp van geglobaliseerd plan van vorming voor voor advies; - in de ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging hangt de werkgever zijn ontwerp van geglobaliseerd plan van vorming voor advies uit. De arbeiders maken hun opmerkingen en eventuele suggesties aan de werkgever over binnen de 15 dagen.

Indien een werknemer meent geen recht te hebben gehad op zijn jaarlijkse vormingdag, heeft hij de mogelijkheid de voorzitter van de paritaire commissie hiervan in te lichten, die dan de werkgever zal verzoeken de globalisering van de vormingsdagen gedurende de betrokken periode, te rechtvaardigen. »

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2003. Zij is gesloten voor onbepaalde tijd behoudens voor wat betreft de artikelen die het anders bepalen. De opzeggingsclausule is dezelfde als deze voorzien bij artikel 35 van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 1990.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 juli 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^