Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 juli 2010
gepubliceerd op 15 juli 2010

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 februari 2003 tot bepaling van de voorwaarden en de modaliteiten overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een financiële tegemoetkoming verleent aan de artsen voor het gebruik van telematica en het elektronisch beheer van medische dossiers

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2010022325
pub.
15/07/2010
prom.
05/07/2010
ELI
eli/besluit/2010/07/05/2010022325/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

5 JULI 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 februari 2003 tot bepaling van de voorwaarden en de modaliteiten overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een financiële tegemoetkoming verleent aan de artsen voor het gebruik van telematica en het elektronisch beheer van medische dossiers


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij ter ondertekening aan Uwe Majesteit voorleggen heeft tot doel wijzigingen aan te brengen in het koninklijk besluit van 6 februari 2003 tot bepaling van de voorwaarden en de modaliteiten overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een financiële tegemoetkoming verleent aan de artsen voor het gebruik van telematica en het elektronisch beheer van medische dossiers.

De aangebrachte wijzigingen beogen enerzijds een afstemming met de wet van 21 augustus 2008 houdende oprichting en organisatie van het eHealth-platform en anderzijds een vereenvoudiging van de te volgen aanvraagprocedure voor het bekomen van de desbetreffende tegemoetkoming, dit door het schrappen van de bepaling dat de aanvraag tot financiële tegemoetkoming via een papieren aanvraagformulier dient overgemaakt te worden.

Het is inderdaad zo dat het huidige koninklijk besluit van 6 februari 2003 niet toelaat dat de aanvraag tot financiële tegemoetkoming elektronisch aan het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering wordt overgemaakt. Het voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit schrapt dan ook de notie « aanvraagformulier » in de artikelen 3, 4 en 6 van het huidige koninklijk besluit en heft zijn bijlage 1 op waarin het huidige model van aanvraagformulier is opgenomen. De inhoud van de over te maken informatie blijft evenwel ongewijzigd.

In haar advies n° 48.124/2 van 10 mei 2010 formuleert de afdeling wetgeving van de Raad van State naast twee opmerkingen van legistiek-technische aard ook een fundamentele bedenking betreffende de in artikel 1, laatste lid, van het ontwerp van koninklijk besluit opgenomen bepaling dat de criteria waaraan de softwarepakketten moeten beantwoorden om aanvaard te kunnen worden, door het eHealth-platform worden vastgelegd en ter goedkeuring aan de Nationale Commissie geneesheren-ziekenfondsen worden voorgelegd. De Raad van State is van oordeel dat het aan Uwe Majesteit toebehoort deze criteria vast te leggen of op zijn minst de essentiële elementen ervan te regelen.

Er moet in dit verband echter gewezen worden op het feit dat het eHealth-platform overeenkomstig haar opdracht bedoeld in artikel 5, 2°, van de wet van 21 augustus 2008 houdende oprichting en organisatie van het eHealth-platform, de minimale ICT-gerelateerde functionele en technische normen, standaarden en specificaties vastlegt waaraan softwarepakketten moeten voldoen om geregistreerd te worden. Het zijn deze door het eHealth-platform vastgelegde criteria die in uitvoering van artikel 1, laatste lid van voorliggend ontwerp van koninklijk besluit ter goedkeuring aan de Nationale Commissie geneesheren-ziekenfondsen zullen worden voorgelegd. Hiermee rekening houdend en bovendien gelet op het technische en snel wijzigende karakter van de bedoelde criteria, worden deze criteria of de essentiële elementen ervan niet in het koninklijk besluit geregeld, maar is evenwel ingevolge het advies van de Raad van State in artikel 1, laatste lid van voorliggend ontwerp van koninklijk besluit een expliciete verwijzing naar voornoemd artikel 5, 2° van de wet van 21 augustus 2008 houdende oprichting en organisatie van het eHealth-platform ingevoegd.

Het aan Uwe Majesteit voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit treedt in werking op 1 januari 2011, daar het de bedoeling is dat vanaf deze datum de aanvraag tot financiële tegemoetkoming via een elektronisch circuit kan gebeuren. Hiertoe dienen zowel de in het huidige koninklijk besluit bedoelde softwarefirma's als het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering hun informaticasystemen aan te passen.

Overwegende dat deze aanpassing van de informaticasystemen tijd en middelen vergt en teneinde dan ook in hoofde van de softwarefirma's en het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering zo snel mogelijk zekerheid te creëren dat een elektronische aanvraagprocedure vanaf 1 januari 2011 daadwerkelijk mogelijk wordt, leggen wij aan Uwe Majesteit dit ontwerp van koninklijk besluit ter ondertekening voor.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, van uwe Majesteit, de zeer eerbiedige, en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, Mevr. L. ONKELINX

ADVIES 48.124/2 VAN 10 MEI 2010 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling Wetgeving, tweede kamer, op 14 april 2010 door de Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken verzocht haar, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 februari 2003 tot bepaling van de voorwaarden en de modaliteiten overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een financiële tegemoetkoming verleent aan de artsen voor het gebruik van telematica en het elektronisch beheer van medische dossiers », heeft het volgende advies gegeven : Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, vestigt de Raad van State de aandacht op het feit dat, wegens het ontslag van de regering, de bevoegdheid van deze laatste beperkt is tot het afhandelen van de lopende zaken. Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de regering in aanmerking kan nemen als zij te oordelen heeft of het vaststellen of wijzigen van een verordening noodzakelijk is.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals het vervangen is bij de wet van 2 april 2003, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voormelde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Onderzoek van het ontwerp 1. De vastlegging van « de criteria waaraan de softwarepakketten moeten beantwoorden om aanvaard te kunnen worden », waarvan sprake in de bepaling die volgens artikel 1 van het ontwerpbesluit artikel 2, § 1, tweede lid, moet worden van het koninklijk besluit van 6 februari 2003 tot bepaling van de voorwaarden en de modaliteiten overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een financiële tegemoetkoming verleent aan de artsen voor het gebruik van telematica en het elektronisch beheer van medische dossiers, is een belangrijk onderdeel van de verordeningsbevoegdheid die artikel 36sexies, eerste lid, van de gecoördineerde wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen verleent aan de Koning om de voorwaarden te bepalen overeenkomstig welke deze verzekering een financiële tegemoetkoming verleent aan de zorgverleners voor het gebruik van telematica en het elektronisch beheer van medische dossiers. Het is dus zaak van de Koning - en niet van het eHealth-platform, dat handelt met goedkeuring van de Nationale Commissie geneesheren-ziekenfondsen - om die criteria vast te leggen of, op zijn minst, om de wezenlijke aspecten van de aangelegenheid te regelen.

De voorliggende bepaling dient bijgevolg te worden herzien. 2. In artikel 6 dienen de woorden « heeft uitwerking met ingang » vervangen te worden door de woorden « treedt in werking ».3. Het ontwerpbesluit moet worden aangevuld met een bepaling waarmee de bijlage bij het koninklijk besluit van 6 februari 2003 wordt opgeheven. De kamer was samengesteld uit : De heer Y. Kreins, kamervoorzitter;

De heer P. Vandernoot en Mevr. M. Baguet, staatsraden;

Mevr. B. Vigneron, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de heer B. Jadot, eerste auditeur-afdelingshoofd.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer P. Vandernoot.

De griffier, B. Vigneron.

De voorzitter, Y. Kreins.

5 JULI 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 februari 2003 tot bepaling van de voorwaarden en de modaliteiten overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een financiële tegemoetkoming verleent aan de artsen voor het gebruik van telematica en het elektronisch beheer van medische dossiers ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 36sexies, ingevoegd bij de wet van 22 augustus 2002 en gewijzigd bij de wet van 22 december 2003;

Gelet op de wet van 21 augustus 2008 houdende oprichting en organisatie van het eHealth-platform, artikel 5, 2°;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 februari 2003 tot bepaling van de voorwaarden en de modaliteiten overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een financiële tegemoetkoming verleent aan de artsen voor het gebruik van telematica en het elektronisch beheer van medische dossiers;

Gelet op het voorstel van de Nationale Commissie geneesheren-ziekenfondsen, gedaan op 15 december 2009;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 18 januari 2010;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 februari 2010;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 23 maart 2010;

Gelet op het advies n° 48.124/2 van de Raad van State, gegeven op 10 mei 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 6 februari 2003 tot bepaling van de voorwaarden en de modaliteiten overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een financiële tegemoetkoming verleent aan de artsen voor het gebruik van telematica en het elektronisch beheer van medische dossiers, wordt vervangen als volgt : « Alleen de softwarepakketten die door de Nationale Commissie geneesheren-ziekenfondsen aanvaard zijn na eenvormig advies van het eHealth-platform, opgericht bij de wet van 21 augustus 2008 houdende oprichting en organisatie van het eHealth-platform, komen voor de tegemoetkoming in aanmerking.

De criteria waaraan de softwarepakketten moeten beantwoorden om aanvaard te kunnen worden, worden door het eHealth-platform vastgelegd overeenkomstig haar opdracht bedoeld in artikel 5, 2° van de wet van 21 augustus 2008 houdende oprichting en organisatie van het eHealth-platform en ter goedkeuring aan de Nationale Commissie geneesheren-ziekenfondsen voorgelegd. »

Art. 2.Artikel 3 van het in artikel 1 bedoeld koninklijk besluit wordt vervangen als volgt : « De erkende huisarts dient een aanvraag tot tegemoetkoming in bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, dat volgende elementen bevat : 1° De naam, voornaam en het RIZIV-identificatienummer van de arts die de tegemoetkoming vraagt;2° Het kalenderjaar waarvoor de arts de tegemoetkoming vraagt;3° De naam en de versie van het gebruikte softwarepakket;4° Het rekeningnummer waarop de tegemoetkoming moet gestort worden;5° Een verklaring op eer dat de arts gedurende het kalenderjaar waarvoor de tegemoetkoming wordt aangevraagd het softwarepakket daadwerkelijk gebruikt voor het elektronisch beheer van het globaal medisch dossier van zijn patiënten;6° In voorkomend geval een verklaring dat de arts hetzelfde softwarepakket gebruikt samen met andere huisartsen.»

Art. 3.Artikel 4, § 1 van het in artikel 1 bedoeld koninklijk besluit wordt vervangen als volgt : « De firma die aan de arts het softwarepakket geleverd heeft, bevestigt dat de arts gedurende het jaar waarvoor deze de tegemoetkoming vraagt daadwerkelijk in het bezit is van het softwarepakket. »

Art. 4.In het in artikel 1 bedoeld koninklijk besluit wordt een artikel 4, § 3, ingevoegd, luidende : « De modaliteiten tot communicatie van de in de artikelen 3 en 4 bedoelde gegevens worden bepaald door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. Zij worden op de website van dit Instituut gepubliceerd (www.riziv.fgov.be) en door dit Instituut jaarlijks aan de firma's die aanvaarde softwarepakketten leveren meegedeeld. »

Art. 5.Artikel 6 van het in artikel 1 bedoeld koninklijk besluit wordt vervangen als volgt : « De lijst van de door de Nationale Commissie geneesheren-ziekenfondsen aanvaarde softwarepakketten wordt gepubliceerd op de website van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (www.riziv.fgov.be). »

Art. 6.De bijlage 1 van het in artikel 1 bedoeld koninklijk besluit wordt opgeheven.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011.

Art. 8.De Minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 juli 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, Mevr. L. ONKELINX

^