Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 juni 2004
gepubliceerd op 23 september 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juli 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest, betreffende tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking en tot onderschrijving van de stelsels van Vlaamse aanmoedigingspremie

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004201604
pub.
23/09/2004
prom.
05/06/2004
ELI
eli/besluit/2004/06/05/2004201604/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 JUNI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juli 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest, betreffende tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking en tot onderschrijving van de stelsels van Vlaamse aanmoedigingspremie (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juli 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest, betreffende tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking en tot onderschrijving van de stelsels van Vlaamse aanmoedigingspremie.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 juni 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juli 2002 Tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking en onderschrijving van de stelsels van Vlaamse aanmoedigingspremie (Overeenkomst geregistreerd op 20 februari 2003 onder het nummer 65521/CO/328.01) Gelet op de wet van 10 augustus 2001 betreffende de verzoening van de werkgelegenheid en kwaliteit van het leven;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 14 februari 2001, tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 13 maart 2001;

Gelet op de wettelijke bepalingen betreffende de Vlaamse aanmoedigingspremie.

A. Stelsels van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking

Artikel 1.1. De maximale duur van het tijdskrediet bedraagt vijf jaar tijdens de ganse beroepsloopbaan.

Art. 2.Ten aanzien van het recht op : -tijdskrediet; - 1/5de loopbaanvermindering; - loopbaanvermindering voor werknemers vanaf 50 jaar wordt voor de personeelsleden tewerkgesteld in ploegen of in cycli in een arbeidsregeling gespreid over 5 of meer dagen, de arbeidsregeling jaarlijks individueel afgesproken met betrokkenen overeenkomstig de plaatselijke afspraken inzake de dienstrollen.

Rekening houdend met het totaal aantal deeltijds werkenden, dient een voldoende evenwichtige spreiding over de dagen van de week te worden bereikt.

De gevolgen ten aanzien van de plaats in de rol voor de loontrekkende personeelsleden die gebruik maken van het recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking gebeurt overeenkomstig de lokale afspraken, evenals de gevolgen naar aanleiding van de voltijdse hervatting.

Art. 3.De uitoefening van het recht op 1/5de loopbaanvermindering evenals het recht van de personeelsleden van 50 jaar en ouder op de vermindering van de arbeidsprestaties met 1/5de of tot een halftijdse betrekking kan door de werkgever worden uitgesteld, ingetrokken of gewijzigd in de navolgende gevallen.

Zijn onder meer redenen van uitstel : - organisatorische behoeften; - de continuïteit; - de reële vervangingsmogelijkheden.

De arbeidsregeling kan alleen worden gewijzigd in onderling overleg.

De intrekking kan slechts worden gerechtvaardigd ingevolge promotie naar een leidinggevende functie of vertrouwenspost, zoals bepaald in punt 6.

Art. 4.Wordt beschouwd als : - onderneming : de respectieve entiteiten van de « V.V.M. »; - dienst : een afdeling, een stelplaats of loods, een onderhoudscentrum, een werkhuis of een magazijn.

Art. 5.Het voorkeur- en planningsmechanisme wordt vastgesteld als volgt : - een eerste voorrang voor de personeelsleden die het recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering of vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, uitoefenen om palliatieve verzorging te verlenen, om een zwaar ziek gezins- of familielid bij te staan of te verzorgen, om ouderschapsverlof wanneer zij hun rechten hebben opgebruikt in het raam van : a) het koninklijk besluit van 22 maart 1995 inzake palliatief verlof en houdende uitvoering van artikel 100bis, § 4 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen b) het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid;c) het koninklijk besluit van 29 november 1997 tot invoering van een recht op ouderschapsverlof in het kader van de onderbreking van de beroepsloopbaan, of het koninklijk besluit van 29 oktober 1997 waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr.64 van 29 april 1997, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een recht op ouderschapsverlof. - een tweede voorrang voor de personeelsleden waarvan het gezin is samengesteld uit twee werkende personen alsook voor de werknemers van eenoudergezinnen, met één of meer kinderen onder de 12 jaar.

In geval van verzoeken van gelijktijdige uitoefening van het recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering of vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking wordt achtereenvolgens voorrang gegeven naar gelang : a) het aantal kinderen onder de 12 jaar;b) de duur van de uitoefening van het recht. Deze voorrang wordt omgekeerd evenredig met de duur vastgesteld. - een derde voorrang voor de werknemers van 50 jaar en ouder, en achtereenvolgens : a) degenen die het recht op loopbaanvermindering ten belope van een dag per week of twee halve dagen over dezelfde duur voor zover ze tewerkgesteld zijn in een arbeidsregeling over 5 of meer dagen laten gelden;b) degenen die het recht op een vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking laten gelden; - een vierde voorrang voor de werknemers die een beroepsopleiding volgen.

Art. 6.Dienen een positief gevolg te krijgen, enerzijds alle aanvragen onder de 5 pct.-drempel van loontrekkenden en weddetrekkenden in een functieniveau lager dan klasse 7, en anderzijds, voor zover de continuïteit van de dienstuitvoering het toelaat, aanvragen boven de 5 pct.-drempel van loontrekkenden en weddetrekkenden ongeacht het functieniveau.

Ook deze laatsten worden steeds in aanmerking genomen voor de berekening van het gemiddeld aantal personeelsleden.

Art. 7.Indien binnen de respectieve entititeit geen akkoord wordt bereikt tussen het betrokken personeelslid en zijn directie, is op vraag van het personeelslid beroep mogelijk bij de directeur personeelsbeleid.

Het staat het personeelslid hierbij vrij zich al dan niet te laten vertegenwoordigen door de syndicale afvaardiging van zijn keuze.

B. Vlaamse aanmoedigingspremie

Art. 8.De prioriteiten van het Vlaams werkgelegenheidsbeleid, te weten het autonoom beheer van de loopbaan, het levenslang leren en de zorgaspecten zullen worden geïmplementeerd in het personeelsbeleid, wat rechten zal openen op de Vlaamse aanmoedigingspremies als versterking van de federale uitkeringen in het raam van het tijdskrediet, inzonderheid : - voor zorgkrediet; - voor opleidingskrediet; - voor loopbaanvermindering; - voor landingsbanen.

C. Gemeenschappelijke bepaling

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2001.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2002 voor de duur van één jaar. Zij wordt stilzwijgend verlengd, behoudens opzegging door één van de partijen, met een opzeggingstermijn van drie maanden, gericht aan de voorzitter van het paritair subcomité bij een ter post aangetekend schrijven.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 juni 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^