Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 juni 2004
gepubliceerd op 06 juli 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds Sociale Maribel voor de socio-culturele sector" en vaststelling van zijn statuten

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004201623
pub.
06/07/2004
prom.
05/06/2004
ELI
eli/besluit/2004/06/05/2004201623/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 JUNI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds Sociale Maribel voor de socio-culturele sector" en vaststelling van zijn statuten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds Sociale Maribel voor de socio-culturele sector" en vaststelling van zijn statuten.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 juni 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, J. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1959. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Koninklijk besluit van 18 juli 2002, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 2002, Ed. 2.

Bijlage Paritair Comité voor de socio-culturele sector Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2002 Oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds Sociale Maribel voor de socio-culturele sector" en vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 20 februari 2003 onder het nummer 65534/CO/329)

Artikel 1.Bij deze collectieve arbeidsovereenkomst en bij toepassing van artikel 1, 1ste lid, 1° van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid richt het Paritair Comité voor de socio-culturele sector een fonds voor bestaanszekerheid op, waarvan de statuten hierna worden vastgesteld.

Art. 2.Deze overeenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de organisaties die ressorteren onder het Paritair Comité voor de socio-culturele sector.

Onder "werkgever" wordt verstaan : de organisaties voor ontwikkelingssamenwerking en ontwikkelingseducatie.

Onder "werknemer" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden en bedienden, onder welk statuut ook tewerkgesteld.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing vanaf 1 januari 2003 en is voor onbepaalde duur gesloten.

Zij kan door elke van de partijen worden opgezegd vóór 1 januari van ieder jaar ingaande op 1 juli van het daaropvolgende jaar.

De opzegging dient betekend te worden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector.

De voorzitter laat een kopie van de opzegging aan elk der ondertekenende partijen geworden alsook aan de Minister van Werk en aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Statuten HOOFDSTUK I. - Benaming en maatschappelijke zetel

Art. 4.Er wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, genaamd "Sociaal Fonds Sociale Maribel voor de socio-culturele sector" vanaf 1 januari 2003.

De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Handelskaai 48, 1000 Brussel.

Deze zetel kan bij unanieme beslissing van de raad van beheer van het fonds, voorzien in artikel 12 van deze overeenkomst naar elders overgeplaatst worden. De raad van beheer betekent zijn beslissing aan de voorzitter van het paritair comité en aan de Minister van Werk. HOOFDSTUK II. - Doel

Art. 5.Het fonds opgericht door deze overeenkomst heeft als enig doel het beheer van de gemutualiseerde som van de bijdragevermindering bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002.

Overeenkomstig de bepalingen van het artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 is het fonds belast met : - het ontvangen van de som van de bijdrageverminderingen vermeld in het 1ste lid; - het toekennen van het bedrag van de bijdrageverminderingen aan werkgevers die de verbintenis aangaan een netto-aangroei van de tewerkstelling te verwezenlijken op grond van de modaliteiten bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2002, betreffende maatregelen ter bevordering van tewerkstelling in de socio-culturele sector krachtens het koninklijk besluit van 18 juli 2002.

Art. 6.In het kader van het doel omschreven in artikel 5 kan het fonds een gedeelte van de som van de bijdrageverminderingen bedoeld in artikel 5, 1ste lid van deze overeenkomst gebruiken ter dekking van de personeels- en administratiekosten.

Art. 7.In het kader van het doel omschreven in artikel 5, vervult het fonds alle opdrachten toevertrouwd aan de sectorale fondsen door en/of krachtens het koninklijk besluit van 18 juli 2002. HOOFDSTUK III. - Financiering

Art. 8.De geldmiddelen van het fonds bestaan uit : - de som van de bijdrageverminderingen vermeld in artikel 5, 1ste lid van deze overeenkomst, met inbegrip van de renten; - de andere geldmiddelen die zouden toegekend worden door of krachtens een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst om de in artikel 9 bedoelde administratiekosten te dekken.

Art. 9.De administratiekosten worden elk jaar vastgesteld door de raad van beheer voorzien bij artikel 11 van deze overeenkomst.

Deze kosten worden uitsluitend gedekt door : - de tussenkomsten bedoeld in artikel 6; - de eventuele middelen die ter beschikking worden gesteld door of krachtens een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst.

In afwijking op de bepalingen van het lid 2 van dit artikel, gezien het feit dat de revisor aangeduid bij toepassing van artikel 19 van deze overeenkomst een bedrijfsrevisor is, kunnen de kosten met betrekking tot de tussenkomst van de revisor worden aangerekend op de renten waarvan sprake in artikel 8. HOOFDSTUK IV. - Rechthebbenden, toekenning en betaling van de bijdrageverminderingen

Art. 10.De werkgevers ontvangen de tussenkomsten van het fonds volgens de modaliteiten bepaald door en/of krachtens het koninklijk besluit van 18 juli 2002 alsook door en/of krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2002 betreffende maatregelen ter bevordering van tewerkstelling in de socio-culturele sector. HOOFDSTUK V. - Beheer

Art. 11.§ 1. Het fonds wordt beheerd door een paritaire raad van bestuur samengesteld uit 12 effectieve leden.

Deze leden worden aangeduid door de leden van het paritair comité voor de helft op voordracht van de representatieve werkgeversorganisaties en voor de andere helft op voordracht van de representatieve werknemersorganisaties.

Binnen elke delegatie wordt de helft van de mandaten toevertrouwd aan leden van de franstalige bank en de helft aan leden van de Vlaamse bank. § 2. In het geval de werknemersorganisaties als lid van de raad van beheer een vakbondsafgevaardigde of een vertegenwoordiger van het personeel zetelend in de ondernemingsraad of een comité voor preventie en bescherming van het welzijn op het werk, heeft dit lid het recht afwezig te zijn met behoud van zijn loon gedurende de tijd nodig om deel te nemen aan de vergaderingen van de raad van beheer, inclusief de verplaatsingstijd. Deze afwezigheden zijn onderworpen aan dezelfde bepalingen zoals bepaald in de artikelen 24 en 25 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 1999 betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging.

Art. 12.De leden van de raad van beheer worden aangesteld voor dezelfde periode als deze van hun mandaat als lid van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector.

Het mandaat van lid van de raad van beheer vervalt door ontslagneming of door overlijden of wanneer het mandaat als lid van het paritair comité een einde neemt of wanneer de duur van het mandaat is verstreken of wanneer de organisatie die het lid heeft voorgedragen om zijn vervanging verzoekt of wanneer de betrokkene geen deel meer uitmaakt van de organisatie die hem voorgedragen heeft.

Het nieuwe lid voltooit desgevallend het mandaat van zijn voorganger.

De mandaten van de leden van de raad van beheer zijn hernieuwbaar.

De leden van de raad van beheer ontvangen geen presentiegeld.

Art. 13.De leden van de raad van beheer gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan in verband met de verbintenissen aangegaan door het fonds. Hun verantwoordelijkheid beperkt zich tot de uitvoering van hun mandaat.

Art. 14.De raad van beheer kiest om de twee jaar een voorzitter en een ondervoorzitter onder zijn leden, beurtelings uit de werknemersafvaardiging en uit de werkgeversafvaardiging en beurtelings uit de leden van de franstalige en vlaamse bank.

Hij duidt eveneens de persoon aan die met het secretariaat wordt belast.

Art. 15.De raad van beheer beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheden voor het beheer en de administratie van het fonds, binnen de limieten gesteld door en/of krachtens de wet van 7 januari 1958, deze statuten en het koninklijk besluit van 18 juli 2002.

Tenzij andersluidende beslissing van de raad van beheer treedt deze laatste in al zijn handelingen op en handelt hij in rechte via de voorzitter en de ondervoorzitter gezamenlijk, elk desgevallend vervangen door een lid van de raad van beheer daartoe door de raad van beheer aangesteld.

De raad van beheer heeft onder meer als opdrachten : - het toekennen van de som van de bijdrageverminderingen overeenkomstig de bepalingen bedoeld in artikel 5 en het opvolgen van deze toekenning; - alle nodige maatregelen te treffen voor de uitvoering van de bepalingen van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 en van zijn uitvoeringsbesluiten; - over te gaan tot de eventuele aanwerving en afdanking van het personeel van het fonds; - controle uit te oefenen en alle nodige maatregelen te treffen voor de uitvoering van deze statuten; - de administratiekosten vast te stellen; - tijdens de maand juni van elk jaar schriftelijk verslag over te maken aan het paritair comité over de vervulling van zijn opdrachten; - aan de bevoegde instanties de verslagen voorzien door en/of krachtens het koninklijk besluit van 18 juli 2002 over te maken; - het opstellen van een huishoudelijk reglement.

Art. 16.De raad van beheer vergadert minstens eenmaal per semester.

De raad vergadert hetzij op uitnodiging van de voorzitter ambtshalve handelend, hetzij op vraag van tenminste de helft van zijn leden hetzij op vraag van een van de vertegenwoordigde organisaties.

De uitnodigingen moeten de dagorde bevatten.

De notulen worden opgemaakt door de secretaris aangewezen door de raad van beheer en ondertekend door degene die de vergadering heeft voorgezeten. Uittreksels uit deze notulen worden door de voorzitter en de ondervoorzitter ondertekend.

Art. 17.De raad van beheer kan slechts geldig vergaderen en beslissen indien minstens de helft van de franstalige en de vlaamse bank en minstens de helft van zowel de leden van de werknemersafvaardiging als de leden van de werkgeversafvaardiging aanwezig of vertegenwoordigd is.

De leden van de raad van beheer mogen volmacht geven aan een ander lid van deze raad van beheer.

Art. 18.De beslissingen van de raad van beheer worden genomen bij eenparigheid van stemmen van de aanwezige en vertegenwoordigde leden. HOOFDSTUK VI. - Controle

Art. 19.Overeenkomstig artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid en artikel 21 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 duidt het paritair comité in hoedanigheid een bedrijfsrevisor aan ter controle van het beheer van het fonds.

De revisor moet minstens eenmaal per jaar verslag uitbrengen bij het paritair comité.

Bovendien licht hij de raad van beheer van het fonds regelmatig in over de resultaten van zijn onderzoeken en doet de aanbevelingen die hij nodig acht. HOOFDSTUK VII. - Balans en rekeningen

Art. 20.Elk jaar worden op 31 december de balans en rekeningen van het afgelopen dienstjaar afgesloten en voor de eerste maal op 31 december 2003. HOOFDSTUK VIII. - Ontbinding en vereffening

Art. 21.Het fonds wordt opgericht voor een onbepaalde duur.

Art. 22.Het wordt ontbonden door het paritair comité ingevolge een gebeurlijke vooropzeg zoals bepaald in artikel 3 van deze overeenkomst.

Art. 23.Na betaling van het passief, worden de goederen en waarden van het fonds bij voorrang overgeheveld naar de andere sociale fondsen Sociale Maribel van de socio-culturele sector.

Het paritair comité duidt de vereffenaars aan onder de leden van de raad van beheer van het fonds.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 juni 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^